Mock, mok, subst. bespotting, voorwerp van spot; adj. nagemaakt,
onecht; Mock verb. bespotten, uitlachen, tarten, negeeren, nadoen,
nabootsen: To make mock at = To make a mock of = bespotten;
Mock combat (Mockfight) = spiegelgevecht; Mock-heroic
poem = komisch-heroisch vers; Mock moon = bijmaan; Mock-
nightingale = zwartkop; Mock-orange = (boeren)jasmijn; Mock
sun = bijzon; Mock-turtle = nagemaakte schildpadsoep; Mock-
velvet = katoenfluweel; Mocker; Mockery = spotternij,
bespotting, bedriegelijke nabootsing; Mocking: Mocking-bird =
spotlijster.
Modal, moud’l, modaal; Modality, mədaliti, modaliteit, wijze van
zijn, wijze van voorstellen met betrekk. tot de werkelijkh.; Mode,
moud, wijze, manier, vorm, gewoonte, gebruik, mode, schaal
(muz.): All the Mode = naar de nieuwste mode; Mode-book =
modejournaal.
Model, mod’l, subst. model (ook van kunstenaars), patroon, model
arbeiderswoning, toonbeeld, evenbeeld; adj. model..; Model verb.
naar een bepaald model vormen, modelleeren: Model dwelling;
Model gown; To model oneself upon; Modeller = modelleur;
Modelling: Modelling-board = modelleerplank, schabloon;
Modelling-clay = boetseerklei.
Modena, modənə, Modena; modənə, modînə, karmozijnachtige
kleur.
Moderate, modərit, gematigd, zacht, middelmatig, matig,
bezadigd; subst. gematigde; Moderate verb. (modəreit), matigen,
doen bedaren, stillen; voorzitten; subst. Moderateness;
Moderation, modəreiš’n, matiging, matigheid, gematigdheid,
zelfbeheersching: Moderates, verkort tot Mods: He took a first
in Mods = hij kreeg “summa cum laude” in M. i.e. het 2de examen
aan de hoogeschool te Oxford; Moderato, modərâtou, matig snel