spel en zijn handigheid in geldzaken, die na een schitterend leven, vijftien
jaren lang, in Petersburg en Moscou, door allerlei bedrog en zwendel
hooggehouden, volkomen geruïneerd werd en zich op het land terugtrok.
Hij stierf kort daarop en liet zijn beide dochters Anna en Katharina, twintig
en twaalf jaar oud, een matig inkomen na. Hun moeder, uit een vervallen
vorstelijke familie gesproten, was al eerder, in den rijken, Petersburgschen
tijd van haar echtgenoot gestorven. Bij den dood van haar vader bevond
Anna Loktef zich in zeer moeilijke omstandigheden. De deftige opvoeding,
die ze in Petersburg genoten had, was geenszins bedoeld voor de huiselijke
zorgen, die haar wachtten in het armzalige provincieplaatsje. Ze kende geen
buren en kon dus bij niemand om raad komen. Haar vader had alle omgang
met naburige eigenaars zorgvuldig gemeden. Hij verachtte hen en zij
daarom hem, ieder op zijn eigen manier. Toch verloor zij den moed niet,
schreef onmiddellijk de zuster harer moeder, vorstin Avdotia Stepanovna
Ch., een kwaadaardige, trotsche, oude, ongehuwde vrouw, wie zij vroeg, bij
haar te komen wonen. De dame kwam en installeerde zich in het beste
gedeelte van het huis. Zij maakte den geheelen dag ruzie en ging nooit uit
zonder het gezelschap van haar eigen bediende, een stille, tot kamerdienaar
afgerichte lijfeigene in een gele livrei met blauwe omslagen en een
driekanten hoed. Anna verdroeg de grillen van haar tante geduldig, zorgde
zoo goed mogelijk voor de opvoeding van haar zusje en scheen volkomen
te berusten in dit eenzame, leege leven. Maar het lot wilde anders. Een zeer
rijk man, zekere Odintsof, een veertiger, hypochondrisch en zonderling, dik
en grof, maar niet zonder geest en overigens een eenzaam mensch, leerde
haar kennen, werd verliefd en vroeg haar ten huwelijk. Zij stemde toe. Na
een huwelijk van zes jaar stierf hij en vermaakte haar zijn vermogen. Anna
Sergejevna bleef nog een jaar in de provincie; toen maakte ze met haar
zuster een Europeesche reis, die zich echter niet verder dan Duitschland
uitstrekte en keerde weldra naar het geliefde dorp Nikolskoi, in de buurt van
de stad terug.
Ze bewoonde een ruim landhuis, goed gemeubeld en omgeven door een
grooten tuin met oranjerie. Haar overleden echtgenoot hield van een leven
op grooten voet. Anna Sergejevna verscheen zelden in de stad, alleen voor
geldelijke aangelegenheden. Men hield niet van haar in het goevernement,
haar huwelijk had nog al wat opschudding verwekt. De booze wereld wist