86
De rijke houthandelaar Jan Helder (1727-1807) liet in 1773 een
fraai herenhuis bouwen op een plek even buiten de omwal-
ling van de stad Dokkum aan de vaarweg naar Leeuwarden.
Hij was toen al wat ouder en weduwnaar maar nieuw geluk
wachtte hem in de vorm van een huwelijk datzelfde jaar met de
weduwe Dieuwke Jelles. Voor de inrichting keek hij niet op een
dubbeltje: prachtig houtsnijwerk en een monumentale schouw
met een groot tegeltableau waren er onderdeel van.
Het herenhuis van Helder bestaat niet meer, maar een deel van
de inrichting bleef gespaard en werd in 1938 gebruikt om de
nieuwe burgemeesterskamer in het stadhuis mee in te richten.
Het prachtige tegeltableau van de hand van de Harlinger Pals
Karsten, dat tot de top van de 18de-eeuwse Friese tegelbeschil-
dering behoort, heeft altijd al de nodige aandacht getrokken.
Hier wordt het door Ihno Dragt, directeur van het Dokkumer
streekmuseum, uitgebreid beschreven.
Maar dat het houtsnijwerk van de hand van Yge Rintjes is, de-
zelfde die het snijwerk in de raadzaal van het stadhuis maakte,
dat werd nog niet eerder gepubliceerd. Dit is de verdienste
Diepswal 27, 9101 LA Dokkum
tel. 0519-293134, fax. 0519-220510
[email protected]
www.museumdokkum.nl
van Sytse ten Hoeve, oud-directeur van het Fries Scheepvaart-
museum te Sneek. Men had daardoor in 1938 niet in de gaten
hoezeer de bouwfragmenten uit het herenhuis van Helder in het
stadhuis op hun plaats waren.
Toevalligheden in plaats van beleid spelen helaas maar al te
vaak een rol bij het behoud van monumentale Friese interieurs.
Veel ging voorgoed verloren door desinteresse of onkunde.
Soms vonden onderdelen buiten Friesland een plaats, zoals een
Dokkumer betimmering die zich nu in paleis Het Loo bevindt.
Het lot van dergelijke interieurs staat momenteel weer volop
in de belangstelling. Belangrijk is vooral kennis, bij een breed
publiek, over wat er was en nog is. Deze rijk geïllustreerde
publicatie kan daar zeker aan bijdragen.