20250911Ef69aPaulusoudeennieuwemensx.pdf

Paulus vertelt hoe het hart en de denkzin van de mens was zonder God, maar ook door Christus licht

1. Efeziërs - 69
11-9-2025
oud en nieuw
Efeziërs 4:17-24

2. 17 Dit dan zeg en getuigik in de Heer, dat
júllie niet meer wandelen

zoals ook de
natiën in de ijdelheid van hun denkzin
wandelen,
18 die in hun inzicht verduisterdzijn en
van het leven van God vervreemd

door de onwetendheid die in hen is
door de vereelting van hun

hart.
19 Zij zijn afgestompt en geven zichzelf over aan de
losbandigheid in het bedrijven van alle onreinheid in
hebzucht.

3. 20. Júllie echter leren de Christus zo niet,
21. aangezien jullie Hem horen en in Hem
onderwezen werden - zoals in Jezus de
waarheid is -
22. opdat jullie afleggen wat in
overeenstemming is met het eerdere
gedrag, de oude mensheid, die verdorven
is in overeenstemming met de begeerten
van de verleiding,

4. 23. opdat jullie echter verjongdworden
in de geest van jullie denkzin,
24. en de nieuwe mensheid aandoen,
die, in overeenstemming met God,
geschapen wordt in gerechtigheid en
goedgunstigheid van de waarheid

5. ..in ijdelheid van hun denkzin wandelen..(I)
denkzin: ’zintuig’ waarmee je de dingen
doordenken kan, en conclusies
maken en (be)oordelen kan.

ijdelheid: hebel (Hb.), mataiotês (Gr.)
leeg, resultaatloos, zinloos

6. ..die verduisterd in het inzicht zijn.. (II)
God kennend,
Hem niet als God verheerlijken of danken,
maar zij zijn ijdel geworden in hun doorredeneringen
de slang in de hof -> jullie zullen als Elohim zijn

7. ..die verduisterd in het inzicht zijn.. (II)
en duister gemaakt wordt hun
onverstandig hart - Rom.1:21
b

8. .. en van het leven van God vervreemd..(III)
➔geloof ebt weg
-> God raakt uit beeld
-> de liefde weg ;
het leven van God vervreemd
➔
Ef.2:12; Kol.1:21 (Joz.22:25; Jer.19:4; Ez.14:5; Ps.58:4)

9. ..door de onwetendheid die in hen is ... (IV)
Num.15:22-31; Mt.12:32;
Luk.12:10; 23:34; Hand.3:17,23

10. door de vereelting van hun

hart (V)
vereelting: pōrōsis (Gr.)
harten van Israëlieten Mark.3:5
Israël, deels Rom.11:25
pōroō: Mk.6:52; 8:17; Joh.12:40; Ro.11:7; 2Kor.3:14

11. zij zijn afgestompt (VI)
vanaf-smart zijn =
geen pijn/smart meer voelen
gevoelloos, apatisch
verdoofd zijn
drugs

12. geven zichzelf over
aan de losbandigheid (VII)
Mark.7:22; Rom.13:13;
2Kor.12:21; Gal.5:19; Ef.4:19

13. in het bedrijven van alle onreinheid
in hebzucht (VIII)
onreinheid <-> heiligheid
zelfgericht <-> op God gericht
hebzucht = meer-hebbing
óók vorm van afgoderij

14. de nieuwe mensheid

15. Júllie echter leren de Christus zo niet
Ef.4:20
Hij is:
Licht van de wereld - 2 Kor.4:6
Het Leven - Kol.3:4,16
De Wijsheid - 1Kor.1:30

16. aangezien jullie Hem horen en in Hem
onderwezen werden Ef.4:21
a

17. zoals in de Jezus de waarheid is
Ef.4:21
b
als de Zoon van God wandelde Hij in
reinheid, heiligheid, bereid om Zich
op te offeren, liefde van God