20250921Phlpl2FilistijnenoveruindeSchrift.pdf

De Filistijnen, wie zijn dat? Bestaan ze nog steeds? Wie zijn de palestijnen en wat is gebeurd in al de tijden met hen? Dat en meer en profetie over de toekomst van de filistijnen komt naar voren.

1. St. Philipsland
21 september 2025
De Filistijnen over u!

2. filistijnen
wie zijn dat?

3. palasj = rollen, wikkelenשלפ
תשלפpelesjeth = Filistea
יתשלפpelesjti = Filistijnen
onderscheiden + gezet

4. De zonen van Cham zijn:
Cusj, Mizraïm, Put en Kanaän.
Mizraïm verwekte de Ludieten,
de Anakieten, de Lehabieten,
de Naftuchieten en Pathrusieten

en Kasluchieten – uit wie de Filistijnen
en de Kaftorieten voortgekomen zijn
Gen.10:6,13,14

5. Kaftorim - kaftor - Kreta
Filistijnen: ‘zeevolk’, vestigde zich ± 2
e
millennium v.Chr.
op de kuststrook in zuid-Kanaän, onderhield intensieve
contacten met Alashia (Cyprus), Myceens Griekenland en
Minoïsch Kreta.

6. En de Kaftorieten, die afkomstig zijn uit Kaftor, hebben de
Avvieten, die tot aan Gaza in gehuchten woonden,
weggevaagd en zijn in hun plaats gaan wonen. Deut.2:23

7. Gaza stad, Asjkelon, Asjdod, Ekron, Gat
De Filistijnen
hadden vijf
stadstaten, die
een verbond,
pentapolis,
vormden.

8. palasj = rollen, wikkelenשלפ
Dochter van Mijn volk,
omgord u met een rouwgewaad,
wentel u in de as,
bedrijf rouw over een enig kind,
betoon een zeer bittere rouwklacht,
want plotseling zal over ons
de verwoester komen Jer. 6:26
-> Jer.25:34; Ez.27:30

9. palasj = rollen, wikkelenשלפ
Maak het niet bekend in Gath,
u moet niet zo klagen, niet klagen,
in Beth-le-Afra in het stof wentel u
Micha 1:10
-> Beth-le-Afra = huis van stof

10. תשלפpelesjeth = Filistea
De natiën hebben het gehoord, zij sidderden,
angst heeft de inwoners van Filistea aangegrepen. Ex.15:14

11. יתשלפ
pelesjti = Filistijnen
onderscheiden + gezet

12. Israël in het land

13. door loting toegewezen;
de uitkomst van het lot
is van Jahweh, Spr.16:33

14. Er bleef niemand van de Enakieten over
in het land van de zonen van Israël.
Alleen in Gaza, Gath en Asdod zijn er
overgebleven Joz.11:22

15. Richteren

16. Verder nam Juda Gaza met zijn gebied in,
en Askelon met zijn gebied en Ekron
met zijn gebied. Richt.1:18

17. Jozua was overleden en zijn generatie,
een andere generatie stond op die Jahweh
niet kende en Zijn daden niet had gezien.
Richt.2:10-3:4
Israël deed naar eigen inzicht,
week af van Gods woord, zij dienden
de Baäls en Astartes
Jahweh gaf afwisselend
plunderaars en richters

18. daarom waren daar 5 vorsten
van de Filistijnen, de Sidoniërs,
Hevieten om Israël op de proef
te stellen Richt.3:3,4
Jahweh
verdreef
niet langer
de natiën;

19. Zie, Ik heb u gelouterd, en niet als
zilver; Ik heb u beproefd in de
smeltkroes van vernedering. Jes.48:10

20. Steeds de Filistijnen
Samgar sloeg 600 met een osseprikstok
Simson sloeg 1000 met een ezelskaak
Door Delila verleid en raakte zijn
kracht kwijt -> 4x: Filistijnen over u, Simson!

21. Verder hadden de Filistijnen de steden van
het Laagland en het zuiden van Juda
overvallen, en hadden Beth-Semes, Ajalon
en Gederoth ingenomen, ook Socho en de
bijbehorende plaatsen, Timna ...Gimzo ...
En zij zijn daar gaan wonen. 2 Kron.28:18
Tijd: koning Achaz van Juda, 734-718 v. Christus

22. Nebukadnezar II veroverde
Israël + Filistijns gebied,
605-586 v. Christus
-> einde van de Filistijnen
(mogelijk door koning Hizkia)

23. Over Egypte. Tegen het leger van farao Necho, de koning
van Egypte, dat zich aan de rivier de Eufraat bij Karchemis
bevond, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, in het
vierde regeringsjaar van Jojakim, de zoon van Josia, de
koning van Juda, verslagen heeft. Jeremia 46:2

24. Het Romeinse rijk

25. 753-509 v. Chr. koningentijd
509 - 27 v. Chr. de republiek
27 v.Chr. – 395 n. Chr. keizerrijk
27 v.Chr. – 284 n. Chr. principaat
284 – 395 n. Chr. dominaat
395 – 476 n.Chr. West-Romeinse rijk (val)

26. de naam Palestina
de oude Grieken: kuststrook waar
Filistijnen wonen

27. Romeinen: ‘Kanaän’ deel van provincie Syrië
Cyrenius (Quirinius) stadhouder (Luk.2:2)
vanaf 135 AD Syrië - Palestina

28. Palestina
70 AD: tempel en deel Jeruzalem
verwoest o.l.v. Titus
-> nog 7 miljoen Joden woonden
daar volgens Flavius Josephus

29. de naam Jeruzalem
± 135 AD: Jeruzalem verwoest onder
keizer Hadrianus, i.v.m. Bar-Kochba opstand
(132-136 AD)
Hadrianus liet daar een stad bouwen:
Colonia = Romeinse kolonie
Aelia = naam Romeinse familie Hadrianus
Capitolina = verwijzing naar Jupiter Capitolina
als oppergod van de Romeinen
326 AD: weer Jeruzalem genoemd.

30. De Levant, morgenland

31. het Ottomaanse rijk
1299 - 1922

32. Het Ottomaanse Rijk als wereldmacht,
1453–1683 AD
vanaf val Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk

33. ontwikkelingen onder de Joden
in Oost-Europa onder druk van
de vervolgingen, de Asjkenazim

34. 1862 Moses Hess (Dui): ‘Rom und Jerusalem’
- oproep zich te vestigen in Eretz Yisrael
1882 Leon Pinsker (Rus): ‘Selbstemanzipation’
- zelfde oproep, vestig je in Palestina
Nathan Birnbaum (Oostenrijk, Wenen):
tijdschrift ‘Selbst-Emanzipation!’ 1884-1894
1896: Theodor Herzl (Oostenrijk, Wenen) – ‘Der Judenstaat’
met praktisch plan en visie voor een staat in Palestina
-> tot WO1 vestigden zich ± 60.000 Joden in Palestina

35. Het heilige land – kaart 1872

36. Balfour
verklaring
brief van de minister van
buitenlandse zaken Balfour
van Groot-Brittannië aan
Lord Lionel Walter Rothschild
2 november 1917

37. "Zijne Majesteits regering staat welwillend tegenover de vestiging in
Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk, en zal haar
beste krachten aanwenden de verwezenlijking van dit doel te
bevorderen, waarbij het duidelijk moet zijn dat niets zal worden
ondernomen dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van niet-
Joodse gemeenschappen in Palestina zou kunnen aantasten, of de
rechten en de politieke status die Joden genieten in enig ander land."
Balfour verklaring

38. Brits mandaatgebied
1920/1922-
15 mei 1948
Palestina

39. Resolutie 181 VN, twee-staten
oplossing, onafhankelijke Joodse
en onafhankelijke Arabische staat
in mandaatgebied Palestina
15 mei 1948, 56% Joods, 42% Arab.
Joden: Ja! Arabieren: Nee!

40. David Ben Gurion leest
onafhankelijkheidsverklaring
op 14 mei 1948 voor,
de staat Israël is een feit.

41. ‘palestijnse vluchtelingen’:
arabieren moesten het land ten westen
van de Jordaan uit - mei 1948-
5 landen (Egypte-Jordanië-Syrië-Libanon-Irak)
wilden de ± 650.000 in Palestina gevestigde
Joden de zee in drijven.
Einde oorlog: ± 711.000 ‘palestijnen’ verdreven
en ± 900.000 Joden uit buurlanden in Palestina.
oorlog van 14-5-1948 tot 20-7-1949
arabieren noemen dat al-Nakba, de ramp

42. JNF, Joods Nationaal Fonds (1901)
koopt land op voor Joodse mensen
om zich te vestigen in Israël;
sinds 2004 door VN erkende NGO.
Ook Rothschilds kochten land.

43. Juli 1949 werd ‘de westbank’
en Oost-Jeruzalem door
Jordanië bezet en Gaza door
Egypte, en Golan door Syrië

44. 1964: PLO - Egyptenaar Arafat oprichter
1967: juni 6 daagse oorlog - Israël
verovert terug: de westbank en
Oost-Jeruzalem op Jordanië
Golan hoogte op Syrië
en Gazastrook op Egypte
(45.000 ‘palestijnen’ naar Egypte)
1973: Jom Kipoer oorlog
1987-1993: 1
e
intifada
1988: Jordanië geeft westbank aan palestijnen
2000-2005: 2
e
intifada
2004: Arafat overlijdt
2005: ontruiming Gazastrook, overdracht aan P-Autoriteit
2006: hamas (islamitische verzetsbeweging, geweld)

45. Bevolking

46. Tijdens Brits mandaat in Palestina:
Joden, Arabieren, Bedoeïenen,
Turken, Armeniërs, Bosniërs :
‘palestijnen’.
Na onafhankelijkheid Israël (1948)
alleen niet-Joodse inwoners: palestijn

47. palestijnse vluchtelingen sinds 1949
in Gazastrook en op de Westbank
- wie zijn dat, en waar vandaan?
Arabieren:
vluchtelingen uit Palestina
‘palestijnse vluchtelingen’,
kampen als politiek drukmiddel,
daarna ‘palestijnen’
en: ‘palestijns volk’

48. Profetieën over
de Filistijnen
Jesaja 14
Jeremia 25, 47
Ezechiël 25
Amos 1
Obadja 1
Zefanja 2
Zacharia 9

49. Jesaja
14:28-32
de last van Filistea

50. In het jaar dat koning Achaz stierf,
kwam deze last. Verblijd u niet, heel
Filistea, want de staf die u sloeg, is wel
gebroken, maar uit de wortel van de
slang zal een adder voortkomen, en
haar vrucht zal een vliegende vurige
(seraf) zijn Jes.14:28,29

51. De eerstgeborenen van de armen zullen
grazen, en de behoeftigen zullen
onbezorgd neerliggen; maar uw wortel
zal Ik van honger laten sterven en het*
zal uw overblijfsel doden.
Huilt, poort! Schreeuw uit, stad!
Wegsmelten van angst moet u, heel
Filistea! Want uit het noorden komt een
rookwolk; en in zijn gelederen blijft
niemand achter. Jes.14:30,31
* Qumran: Ik

52. Jeremia 25

53. Toen nam ik deze beker uit de hand van
Jahweh en gaf die te drinken aan al de
natiën tot wie Jahweh mij gezonden had:
Jeruzalem en de steden van Juda, en haar
koningen en haar vorsten, om die te
maken: woestenij, desolaat, tot aanfluiting
en tot vloek, zoals het deze dag is
Jer.25:17,18

54. aan de Farao, de koning van Egypte, zijn
dienaren, zijn vorsten en heel zijn volk,
aan alle mensen van allerlei herkomst en
al de koningen van het land Uz, aan al de
koningen van het land van de Filistijnen,
aan Asjkelon, Gaza, Ekron en het
overblijfsel van Asjdod, Edom en Moab en
de zonen van Ammon Jer.25:19-21

55. Ezechiël

56. Zo zegt Adonia Jahweh: Omdat de
Filistijnen in wraakzucht handelden en
zij wraak namen in vergelding met
minachting van ziel om te ruïneren met
eonische vijandschap,
daarom, zo zegt Adonai Jahweh: Zie, Ik
zal Mijn hand uitstrekken tegen de
Filistijnen en zal de Kretenzers afsnijden,
en het overblijfsel aan de zeekust
ombrengen. Ezech.25:15,16

57. Amos:

58. Zo zegt Jahweh: Om drie overtredingen
van Gaza, ja, vanwege vier, zal Ik er niet op
terugkomen, omdat zij Mijn volk volkomen
in ballingschap gevoerd hebben om hen uit
te leveren aan Edom. Daarom zal Ik vuur
werpen in de muur van Gaza; dat zal zijn
citadellen verteren. Ik zal de inwoner
wegsnijden uit Asjdod, en de scepterdrager uit
Asjkelon. Ik zal Mijn hand tegen Ekron keren,
zodat de rest van de Filistijnen zal omkomen,
zegt Adonai Jahweh Amos 1:6-8

59. Obadja 1

60. Het Zuiderland zal het gebergte van Ezau in
bezit nemen, en het Laagland het gebied
van de Filistijnen; ja, zij zullen het gebied
van Efraïm en het gebied van Samaria in
bezit nemen; en Benjamin dat van Gilead.
Obadja 1:19

61. Zefanja

62. Want Gaza zal verlaten worden en
Askelon tot woestenij zijn; Asdod,
midden op de dag zal men het
verdrijven, en Ekron zal ontworteld
worden. Zef.2:4

63. Wee u, bewoners van het gebied aan de
zee, natie van Kretenzers!
Het woord van Jahweh is tegen u, Kanaän,
land van de Filistijnen! Ik zal u verdelgen,
zodat er geen inwoner meer is. Het gebied
aan de zee zal worden tot weiden met
putten voor herders en kooien voor
kleinvee. Zef.2:5,6

64. En het gebied zal zijn voor het overblijfsel
van het huis van Juda, zodat zij daarin
zullen weiden.
's Avonds zullen zij in de huizen van
Askelon neerliggen, want Jahweh, hun
God, zal naar hen omzien en een omkeer
in hun gevangenschap brengen. Zef.2:7

65. Zacharia

66. Zie, Adonai zal het in bezit nemen,
Hij zal zijn vesting in de zee verslaan,
zelf zal het door vuur verteerd
worden.
Asjkelon zal het zien en bevreesd zijn,
evenals Gaza, en het zal hevig beven,
ook Ekron, omdat zijn verwachting
wordt beschaamd.
De koning zal uit Gaza verdwijnen
en Askelon zal onbewoond zijn.
Zach.9:4,5

67. De bastaard zal in Asdod wonen;
Ik zal de trots van de Filistijnen
uitroeien. Ik zal zijn bloed uit zijn
mond verwijderen, zijn
afschuwelijke dingen van tussen
zijn tanden. Ook híj zal overblijven
voor onze God. Hij zal zijn als een
leider in Juda, en Ekron als een
Jebusiet. Zach.9:6,7