beleidsaanbevelingen strategische projecten.docx

idaceulemans 15 views 8 slides Mar 28, 2025
Slide 1
Slide 1 of 8
Slide 1
1
Slide 2
2
Slide 3
3
Slide 4
4
Slide 5
5
Slide 6
6
Slide 7
7
Slide 8
8

About This Presentation

strategische projecten: beleidsaanbevelingen


Slide Content

Beleidsaanbevelingen Strategische Projecten
de strategische projecten vandaag en morgen – versie d.d. 24/10/2023
1. SITUERING
Intussen zijn er via de strategische projecten meer dan 100 subsidies toegekend als bijdrage in de
professionele coördinatie van projecten die het ruimtelijk beleid op het terrein concreet uitvoeren.
Zowel op het terrein als vanuit de organisatie, de beoordelingscommissie en het beleid zijn door de
jaren heen vragen, voorstellen tot innovaties en aanpassingen van het instrument Strategische
Projecten (SP) gekomen. In de loop van 2022/2023 is als één van de lopende acties in het kader van de
transitieprioriteit “Omgeving van de Toekomst” van de Vlaamse Strategie voor Duurzame
Ontwikkeling (VSDO) een debat opgestart over de inzet van het instrument in kader van
gebiedsontwikkeling. Dit debat had o.a. als doel het instrument te evalueren, maar ook de bestaande
context scherper te krijgen. Heel wat bestaand materiaal werd samengebracht en gebundeld in een
aantal vertrekpunten, krijtlijnen die het bestaande speelveld bepalen, een begrippenkader en
relevante aspecten vanuit de huidige organisatie. Vervolgens werden perspectieven, een stelling en
uiteindelijk een aantal vragen geformuleerd - zie deze folder voor de kick-off VSDO.
In het voorjaar van 2023 werd een interne en een externe workshop georganiseerd. Op die manier
werden zo’n 75 collega’s, commissieleden, experten en partners op het terrein (o.a. coördinatoren)
betrokken. De vergaarde input werd in deze nota verwerkt tot krachtlijnen voor gebiedswerking en
inzet van het instrument strategische projecten daarbinnen. Deze nota heeft tot doel binnen de
afdeling en het departement het debat verder te zetten en in te kunnen brengen in het beleid. De nota
brengt daarom beleidsaanbevelingen om het instrument strategische projecten te kunnen plaatsen
binnen de gebiedsontwikkeling en de gebiedswerking.
2. KRACHTLIJNEN UIT HET DEBAT
De volgende globale stelling werd vrijwel unaniem onderschreven en biedt een vertrekpunt voor de
verschillende krachtlijnen naar de toekomst van het instrument toe.
Het instrument strategische projecten heeft als sterkte dat ze het ruimtelijk beleid op het terrein
realiseert. De financiering van een onafhankelijke projectcoördinatie kan ook in de toekomst verder
de gebiedswerking versterken. Vanuit een goede regie en een ruim partnerschap kan namelijk
bepaald worden op welke projecten, thema’s, instrumenten en budgetten zal worden ingezet. Zo
kunnen in principe ook middelen voor de verschillende gebieden op maat gereserveerd worden en
gekoppeld worden aan de timing en verantwoordelijkheden van elke actor.
Er werden tijdens de workshop ook voorstellen gedaan naar procedurele verbeteringen. Dit zowel naar
vorm (oproep, opsplitsing coördinatie/verwerving) als de opvolging (zie bijlage). Deze vormen evenwel
niet het voorwerk van deze nota, maar worden. Globaal was er evenwel een positieve waardering over de
organisatie en procedure van een oproep en opvolging, ook naar ‘eerlijkheid’ van behandeling. Enkele
aanbevelingen kunnen op korte termijn en met huidige inzet geïmplementeerd worden (= ‘haalbaar’),
voor andere is een verhoogde inzet nodig (= ‘mogelijk’). De suggesties ter overweging worden als bijlage
aan deze nota gevoegd. Voorstellen die een aanpassing van de regelgeving of het beleid impliceren
vragen nog verdere discussie en afweging. Op basis hiervan worden vervolgens een voorstel voor
positionering en meer concrete beleidsaanbevelingen geformuleerd.
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
1

Voortvloeiend uit de overwegingen in het debat en na interne terugkoppeling kunnen volgende
krachtlijnen worden afgelijnd, die een gedeeld begrip of een bepaalde lezing voor de context inhouden
en die bruikbaar zijn voor gelijkaardige (transversale) oefeningen rond bv gebiedsontwikkeling:
1.Om met de grote maatschappelijke dynamiek goed te kunnen omgaan is het nodig dat er
continuïteit is in de uitvoering van het (ruimtelijk) beleid op het terrein. De bestaande context
wordt dan ook best steeds in rekening gebracht. Dit kan door over langere tijd in specifieke
gebieden te werken met robuuste gebiedsagenda’s en actieve gecoördineerde uitvoering, die ook
flexibel zijn om met alle veranderingen om te gaan. De strategische projecten zijn daarbij een
effectief instrument om op maat gebiedsgerichte programma’s gestalte te geven, actoren rond de
tafel te krijgen en geïntegreerde projecten tot uitvoering te brengen.
2.De ruimtelijke structuur, zoals reeds erkend in het ruimtelijk beleid, biedt handvaten voor de
keuze van ‘de gebieden’ - d.w.z. schaal en voor bepalen van (geografische) prioriteiten. Gebieden
werken verbindend omdat ze samenhangend zijn met steeds een kenmerkend verhaal en met de
mogelijkheid om verschillende tegenstrijdige aanspraken op de ruimte te verenigen. Wanneer
gebieden expliciet zijn benoemd in het beleid is het mogelijk ze een plek te geven in de
programmatie en zo expliciete uitspraken en prioriteiten vast te leggen. De bestaande context en
(ruimtelijke) dragers, de gebieden, hebben met andere woorden een ‘vaste’ plek in het beleid en
moeten dus robuust en tegelijkertijd ook adaptief of flexibel zijn.
3.Gebiedsontwikkeling speelt in op een complexe realiteit. Veelal wordt er bij de
gebiedsontwikkeling werk gemaakt van de integratie van (thematische) beleidsprioriteiten
inclusief milieu of klimaat, gekoppeld aan een (gezamenlijk) verhaal of een (operationele) visie.
Deze verknoping van agenda’s of inkanteling ervan in een gebiedsprogramma sluit aan bij en geeft
invulling aan de verschillende bouwstenen voor gebiedsontwikkeling: inhoud, (be)sturen (i.e.
verankering, besluitvorming), realisatie, organisatie en regie. Strategische projecten dragen bij aan
de regie en uitwerking van deze bouwstenen en doelen (zie afbeelding sectie 3).
4. Bij strategische projecten wordt toegewerkt naar interbestuurlijke verankering en
besluitvorming over gebiedsprogramma’s en een versterking van de coördinatie (‘regie’). Vanuit
de workshop kwam appreciatie voor dit effect en de vraag om deze explicieter binnen te trekken
in het instrument. Voorstellen hierover variëren van een afgelijnd ‘contract’ voor de looptijd van
het project – met beter gedefinieerde einddoelen, outputs en realisatie – tot een sterkere
integratie van de coördinator van een SP in de gebiedswerking van de betrokken instellingen zoals
het departement. De afdeling GOP (trekkers van projecten, gebiedsregisseurs) vervult een
verbindende en integrerende rol tussen Vlaamse beleidsaccenten en gebiedscoalities.
5.Optimalisaties van het instrument dienen ingezet te worden ter versterking van de
gebiedsontwikkeling. Zo kan een stabiele werking tot stand komen en performanter gewerkt
worden rond de uitdagingen en ambities in het gebied. Regie vormt het hoofdbestanddeel van het
instrument én van de gebiedswerking. De regie bepaalt mee de richting en de invulling van de
verschillende bouwstenen van gebiedsontwikkeling (zie figuur).
6.De (complementaire) inzet van verschillende instrumenten en middelen wordt in gebieden
steeds in overeenstemming gebracht met de noden, met bestaande visies en coalitievorming, en
met de opbouw van actieprogramma’s, zodat realisaties op het terrein mogelijk zijn. Het bundelen
van middelen voor coördinatie én uitvoering werd ook tijdens de workshops erkend als een
cruciale schakel in de versterking van de goede initiatieven die via de SP kiemen.
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
2

Via het instrument SP en de opvolging wordt naast de inbreng voor de coördinatie ook
ondersteuning geboden op vlak van informatie en kennis, faciliteren interbestuurlijke
samenwerking, interactie met het (Vlaams) beleid, etc. Een slimme afstemming van instrumenten
en middelen (incl. capaciteit) kan ook de coalitie ondersteunen in de verzelfstandiging, continuïteit
en effectiviteit van de werking.
7.Tijdens de workshops werd ook de opgebouwde schat aan kennis over gebiedswerking, projecten
en interbestuurlijke samenwerking doorheen de jaren aangestipt. Er is een grote vraag om
dergelijke kennis beter te ontsluiten (zie ook de conclusies van het leermoment van 2019 of de
jaarlijkse VRP-opleiding regionale gebiedsontwikkeling). Bij strategische projecten specifiek, zijn er
vooral noden aan (1) uitwisseling met en tussen coördinatoren (regie), (2) gebiedsgericht overleg
(i.e. naburige projecten, …) en (3) continue uitwisseling van kennis en beheer daarvan.
Er wordt best aangestuurd op een ‘lerend netwerk’, een cultuur van samenwerking en netwerking,
tussen coördinatoren, tussen coördinator en het departement maar ook met/tussen collega’s in
brede zin. Kennisbeheer, opleiding, monitoring en databeheer, onderzoek, rapportage,
communicatiemiddelen (websites, cartografie, sharepoints, pers, …) maar vooral de uitwisseling van
ervaringen en het samenbrengen van mensen met gelijkaardige ervaringen zijn cruciaal om richting
geïntegreerde en transversale gebiedswerking toe te werken. Voor specifieke competentie is er een
gerichte vorming nodig.
De uitbouw van een lerend netwerk over gebiedswerking overstijgt het instrument Strategische
Projecten. Wel kan het instrument dienen als startpunt, testing ground en incubator voor het
opzetten en beheren van zo’n netwerk in opstart. Echter vraagt dit een specifieke set aan skills én
voldoende capaciteit om hier constructief aan te bouwen, initiatieven te evalueren, contacten te
leggen en onderhouden en linken te kunnen leggen binnen en buiten het departement. Er is
alleszins de ambitie vanuit de werking SP om hierop gericht mee in te zetten.
3. POSITIONERING SP TOV GEBIEDSONTWIKKELING
Het departement heeft een specifieke positie in de ‘beleidscyclus’ van de Vlaamse overheid. Voor wat
betreft het ruimtelijk beleid werkt ze geïntegreerd en holistisch. Ze pakt knelpunten systematisch aan en
zorgt voor een permanente afstemming met maatschappelijke uitdagingen en de beleid(sprioriteiten).
Het operationaliseren van deze missie vergt de nodige innovatie, adaptatie en differentiatie, waarin het
departement zich ook profileert als initiator en facilitator. De afdeling GOP staat in voor de uitvoering
van het (ruimtelijk) beleid, en van daaruit het leveren van input mbt beleidsevaluatie en monitoring.
Gebiedsontwikkeling is de “motor van (ruimtelijke) transformatie” (zie ook BRV en huidig
regeerakkoord). Met het oog op het uitbouwen van een stabiele en performante gebiedsontwikkeling
op maat zal het departement wisselend een initiërende, sturende of faciliterende rol opnemen en
(lokale) gebiedscoalities versterken met de uitvoering van een visie en bijhorend actieprogramma.
Daarbij zit het departement aan tafel als partner, en kan zij binnen het beleidsdomein en over
beleidsdomeinen heen een sturende kracht uitoefenen met het oog op de uitvoering op het terrein
van Vlaamse doelstellingen. Ze staat mee in voor afstemming, besluitvorming en voorstellen rond de
inzet van instrumenten en middelen voor de uitvoering. Het instrument SP heeft bewezen bij te
dragen aan de invulling van deze rollen. Strategische projecten slaan immers een brug tussen het
ruimtelijk beleid (en de Vlaamse prioriteiten) en de gebiedsgerichte programmatie.
1
1
Eerdere inbreng (nota’s) in relatie tot ‘gebiedsontwikkeling’:
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
3

In de loop der tijd werden reeds op terrein stappen gezet en ervaring opgedaan met ‘gebiedsregie’ en
het instrument, zowel inhoudelijk als procedureel. Deze context wordt best ingezet in de toekomstige
werking die het departement momenteel definieert aan de hand van vier samenhangende hefbomen.
Eén van deze hefbomen is ‘meer slagkracht voor transversale gebiedsontwikkeling’ met focus op
uitvoering en regie. Ze vraagt een meervoudige rol van de afdeling GOP gezien haar kennis van en
ervaring met realisaties op het terrein, faciliterende rol bij coalitievorming in lopende projecten, en
bestaande instrumenten die hieraan vandaag al bijdragen, zoals de strategische projecten.
De wijze waarop het instrument strategische projecten wordt ingezet zal mee richting geven aan de
gebiedswerking en coalities van morgen. De vermelde krachtlijnen zoals hierboven beschreven maken
deel uit van de bestaande context of zijn een vorm van lezing van het bestaande ruimtelijk beleid.
effectieve uitgangspunten zijn voor de visie van gebiedsontwikkeling, vandaag en voor de toekomst.
Hiermee kan mee richting worden gegeven aan de visie over de gebiedswerking en de coalities van
morgen. Prioriteitstelling en rolverdeling dienen echter beter afgestemd te worden om zo ook het
instrument gerichter in te kunnen zetten.
Vanuit deze conclusie blijkt dat de meest erkende en prominente meerwaarde van het instrument ligt
in het procesmatige in functie van de coördinatiekracht voor concrete uitvoering op het terrein.
Volgende positie wordt vanuit voorgaande ingenomen ivm de inzet van het instrument voor
gebiedsontwikkeling en gebiedscoalities van morgen:
Het instrument strategische projecten zet in op de versterking van transversale partnerschappen,
coalities en bestuurskracht, smeden van verbintenissen door een onafhankelijke professionele
coördinatie/regie voor de opmaak en uitvoering van (delen van) gebiedsprogramma’s en de link
met visievorming en het beleid. De regie over een gebiedsprogramma is dan een meervoudige
opdracht.
Strategische projecten situeren zich in de kern van de gebiedswerking, die kan samenvallen met of
ruimer zijn het project. Het samenbrengen van thematische of sectorale engagementen, inzet,
verantwoordelijkheden en investeringen/budgetten in een programmatie met verschillende
tijdshorizonten zijn taken die hierbij in beeld komen. Het verder en meer systematisch bundelen
van instrumenten en middelen in een pakket voor de realisatie van ruimtelijke interventies zal de
gebiedswerking versterken, dit kan een ‘Gebiedsfonds’ worden genoemd.
Bij de strategische projecten kunnen naast de concrete realisaties in het programma ook andere
relevante acties rond ruimere beleidsdoelen in een gebied worden opgenomen, bv rond identiteit,
specifieke onderwerpen, kennisbeheer,… waardoor de gebiedswerking integrerend werkt en
maatschappelijk relevanter wordt.
-Gebieden. Criteria, argumentatie over het nut, de mogelijkheden van ‘gebieden’   – LINK_01
-Bouwstenen Gebiedsontwikkeling (GoGo) – resultaat van lange en brede oefening binnen de directie/team GO
over de vraag ‘wat is GO’ – LINK_02
-10 kernpunten GO – formele inbreng van de afdeling GOP naar BJO en toenmalige werking BRV bij de uitwerking
van een specifiek beleidskader GO (in uitwerking van het BRV), opgemaakt door een directieoverschrijdende
werkgroep binnen GOP - LINK_03
-VRP opleiding inzake gebiedsontwikkeling – introductie >> LINK_04
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
4

4. BELEIDSAANBEVELINGEN - STERKERE REGIE IN GEBIEDSONTWIKKELING
Het instrument wordt dus best ingezet als runway in een ambitieuze gebiedswerking, waar geïntegreerde
en interbestuurlijke samenwerking leiden tot het gecoördineerd inzetten van (thematische) middelen en
er meer duurzaam en flexibel gewerkt wordt aan een ‘Vlaanderen in beweging’. Vertrekkend van de
krachtlijnen en positionering van het instrument in de ruimere gebiedswerking worden verschillende van
de voorstellen voor de aanpak in de workshops hier samen genomen in de vorm van
beleidsaanbevelingen. De beleidsaanbevelingen geven richting aan de vraag hoe zaken kunnen worden
aangepakt. De vorm en mate waarop dat gebeurt is voorwerp van verdere bespreking.
1.Gebiedscoalities van de toekomst – interbestuurlijk verbinden van actoren
In gebieden komen vele thema’s, initiatieven en complexe ruimtelijke projecten samen.
Samenwerking en afstemming is dan cruciaal om tot geïntegreerde gebiedsontwikkeling te komen. Dit
beslaat niet alleen integratie van verschillende beleidsthema’s en -initiatieven, maar ook het
aanpakken van ruimtelijke opgaves met de juiste partners en verankering via (interbestuurlijke)
besluitvorming. Tijdens de workshops werd herhaaldelijk onderlijnd dat een sterke organisatie met
een interbestuurlijk overleg essentieel is. Voorstel is om hierin te definiëren waar en welke rollen
eenieder vanuit de eigen organisatie opneemt en dit in de resp. programmatie een plek te geven.
Willen we de huidige en toekomstige uitdagingen inzake omgeving constructief en proactief het hoofd
bieden, dan is een sterke interbestuurlijke governance op niveau van gebieden en gekoppeld aan
gebiedsprogramma’s cruciaal. Zo’n interbestuurlijke samenwerking vraagt een stabiele samenwerking
in de tijd. Een belangrijk element bij de SP is de verbinding tussen de lokale prioriteiten en ambities en
werkingen met die van de Vlaamse overheid. Dit moet als uitgangspunt genomen worden bij het
bepalen van de rol die de betrokken administraties opnemen. Hiervoor zullen de gebiedscoalities aan
(bestuurs-)kracht moeten winnen en is een robuuste, flexibele organisatie een must. Bestaande
gebiedswerkingen en overleg worden daartoe best gebundeld in een efficiënte structuur. Hierin
werden ook via de strategische projecten al stappen gezet.
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
5
Figuur. Samenvattend begrippenkader en
speelveld strategisch project en
bouwstenen gebiedsontwikkeling (boven)

Volgende acties kunnen de duurzaamheid in de tijd en (mede daarmee) de impact van het
departement versterken:
-Stabiliteit in de werking: gebiedsregisseurs, gemengde teams en gerichte inzet waar en wanneer nodig.
-Ontwikkelen en inzetten van de juiste competenties en vaardigheden voor ‘programmaregie’ .
-Vlaanderen is een (belangrijke) partner in de gebiedswerking en draagt best bij in de continuïteit van
een gebiedscoalitie en gebiedswerking, ook na het vervallen van de erkenning tot strategisch project,
afhankelijk van de reguliere taken en inbreng vanuit / op Vlaams niveau.
-Bijdragen in de monitoring, rapportering en evaluatie van de organisatie.
2.Geïntegreerde gebiedsprogramma’s als spil in de uitvoering.
De realisatie op het terrein is het uiteindelijke doel van elk initiatief gerelateerd aan gebieds-
ontwikkeling. Uitvoering van het ruimtelijk /omgevingsbeleid gebeurt o.m. via gebiedsprogramma’s.
Ruimtelijke opgaves worden vanuit de verschillende schaalniveaus geformuleerd waarbij de
verschillende agenda’s worden samengebracht. Het is noodzakelijk om selectief te zijn en prioritaire
geïntegreerde acties te formuleren die daadwerkelijk op gebiedsniveau een hefboom vormen.
Gebiedsprogramma’s zijn samenhangend en worden best integraal aangevat: planning wordt vanaf de
eerste stap gekoppeld aan communicatie, participatie, besluitvorming en overeenkomsten. Een
gebiedsprogramma bevat deelprojecten en initiatieven die nodig zijn voor de realisatie, maar ook een
(gebundeld) voorstel voor de inzet van (thematische en sectorale) instrumenten en middelen en
overzicht van de verantwoordelijkheden van de betrokken actoren. Elk gebied vraagt een aanpak op
maat en dus ook een specifieke inbreng van de Vlaamse overheid.
Het is een uitdaging om gebieden en gebiedsprogramma’s een meer expliciete plaats te geven in het
beleid dan vandaag en omgekeerd, als ook de focus, de prioritaire omgevingsdoelen en de link met
bovenlokale planningsprocessen aan te scherpen. Binnen de organisatie (DOMG, GOP,..) moeten een
goede (interne) programmatie hebben (prioriteitsstelling en rolverdeling) en de verschillende
instrumenten en inzet moeten gericht worden ingezet, maar kan variëren in de tijd.
Strategische projecten kunnen gericht bijdragen aan de coördinatie van de uitvoering van (een deel
van) het gebiedsprogramma.
3.Bestendiging van de regie als een gedeelde opdracht
Draagvlakcreatie en engagement bij de juiste partners zijn cruciaal om de juiste acties op de juiste
schaal (cfr. context) te garanderen. Een performante aansturing voor een gebiedswerking is nodig. De
aansturing zal steeds meer een gedeelde verantwoordelijkheid van de kernactoren betekenen, eerder
dan een unieke verantwoordelijkheid bij één superman. Er zal meer en meer gewerkt worden met een
klein coördinatieteam, op te bouwen vanuit bestaande situatie, al dan niet ondersteund door een
procesbegeleider of intendant als aanspreekpunt of spelverdeler. De vraag naar een meer
performante en stabiele structurele regie in gebieden werd erkend door interne en externe actoren
gedurende de workshops. Via het instrument strategische projecten groeit zo’n coördinatie(team)
vaak uit tijdens de subsidieperiode. Dit gebeurt dan best complementair en/of aangevuld met een
uitvoeringsgericht luik voor een geïntegreerde realisatie.
Voor de inbreng en inzet vanuit het DOMG en de afdeling GOP is het aangewezen dat er een meer
doorgedreven koppeling komt met de programmatie en dat de complementariteit met andere
instrumenten en van coördinerende taken wordt bewerkstelligd.
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
6

Het is overigens zo dat er voor de aansturing meerdere vormen van rollen en ondersteuning zijn.
Naast financiële ondersteuning (investeringssteun, subsidies,…) kan de gebiedsregie worden versterkt
door de eigen rollen meer expliciet te maken, inzet van personeel, vertaling van beleid, afstemming
van agenda’s of de stroomlijning van instrumenten op Vlaams niveau. Ook gerichte beleidsmatige
initiatieven bv. in kader van het BRV of aanpassingen van de regelgeving kunnen worden opgezet. Het
bundelen en verspreiden van kennis en uitwisselen van ervaringen is eveneens een belangrijke vorm
van ondersteuning.
4.Verbinden van instrumenten en middelen - naar een gebiedsfonds en ontwikkelingsorgaan
Er zijn heel wat oefeningen waar de bundeling van instrumenten en middelen voorop staat. Een
gebiedsdeal (en ook Regiodeal) is een gestructureerde aanpak van een aantal (lokale) projecten in een
gebied, veelal aan één thema gekoppeld (droogte, bouwshift,…). Het doel is het afsluiten van een
soort contract met bestaande interbestuurlijke coalities om meer gecoördineerd aan de slag te gaan.
De looptijd van zo’n deals, wie van het departement of beleidsdomein aan tafel zit en welke rol
opgenomen wordt, alsook hoe dit op lange termijn uitgebouwd kan worden om ook andere
beleidsdomeinen volwaardig te integreren, zijn allen onderwerp van deze lopende oefeningen.
Een gebiedsfonds gaat een stap verder en is een middel om op een coherente manier gebiedsgericht
investeringsprogramma’s in uitvoering van het ruimtelijk beleid op het terrein te realiseren. Hierbij zal
een goede (interbestuurlijke) gebiedsgerichte werking de garantie zijn voor afstemming, bundeling en
coördinatie van (bestaande), sectorale instrumenten, middelen en verantwoordelijkheden. Een
gerichte strategie rond grondbeleid is in deze een doorslaggevende factor. De grootste uitdaging
bestaat er vandaag in om de huidige eerder aanpak om te keren en toe te werken naar een
thematische inkanteling of verknoping. Naar een gebiedsfonds moet je groeien, er zijn enkele
mogelijke vereisten of gradaties van tussentijdse situaties. Dit zijn verschillende gelijktijdige pijlers of
bouwstenen met elk een bepaald niveau van volwassenheid. Een Gebiedsfonds verbindt
belanghebbenden, stimuleert de uitbouw van een gebiedscoalitie, versterkt de coördinatie en de
bevordert de kennisdeling. Naar de toekomst is er vraag om dit mee onder te brengen in een soort
uitvoeringsgericht ‘ontwikkelingsorgaan’ op gebiedsniveau. Het instrument en de werking dragen bij
aan de discussies, de stroomlijning van initiatieven om de Vlaamse agenda inzake omgevingsbeleid
samen te bekijken met lokale visies en plannen. Het uitbouwen van deze positie met
(interbestuurlijke) beslissingen en link aan bestaande procedures vraagt een geïntegreerde aanpak.
5.Realisatie van Omgevingsdoelen via gebiedsgerichte werking
Voor Omgeving is het logisch, mogelijk en wenselijk om de ruimtelijke structuur als vertrekpunt te
nemen voor de gebiedswerking. Je kan dus (bepaalde) milieudoelen voor lucht, bodem, water of
ondergrond (of ‘lagen’) ruimtelijk een plaats geven door ze aan de ruimtelijke structuur te relateren.
Aangezien gebieden uitgaan van die ruimtelijke structuur is dat de beste optie.
De strategische projecten fungeren als hefboom voor de realisatie van de doelstellingen in de
verschillende ruimtelijke plannen en visies. In de praktijk geven ze eveneens uitvoering aan uitdagingen
en nieuwe omgevingsdoelen rond bijvoorbeeld klimaatadaptatie of natuurontwikkeling, door ze te
koppelen aan (ruimtelijke) gebiedsagenda’s. Het komt er op aan om in het omgevingsbeleid en in de
uitvoering ervan ruimtelijke ambities (ruimtelijk beleid) te koppelen met milieudoelen (milieubeleid)
in de verschillende deelgebieden en te komen tot een meer duurzame en effectieve gebiedswerking.
Gebiedsagenda’s fungeren daarbij als spil, zijn op maat, flexibel en bij de tijd. Een nieuwe generatie
strategische projecten zal dus een bredere vorm van realisaties op terrein impliceren.
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
7

6.Complementariteit in de inzet en ondersteuning in het beleidsdomein
Beleidsmatig wordt vaak gesteld dat we best werken vanuit een gezamenlijke agenda, programmatie
en inzet van middelen. Dit heeft betrekking op de gebiedsgerichte inzet van instrumenten en
middelen. De eerste vereiste is daarbij overeenstemming over de gebieden waar er wordt
samengewerkt. Het is mogelijk dergelijk doel en focus te bereiken op basis van een doorgedreven
programmatie, samenwerking, strategie en inzet van instrumenten in het departement, het
beleidsdomein en andere Vlaamse entiteiten. Naast de overeenstemming over de gebieden waar rond
wordt gewerkt zal er helderheid moeten zijn over de (wijze van) inzet, het verdelen van
verantwoordelijkheden, prioriteiten voor investeringen en de link met de besluitvorming. Een
optimale opvolging kan aldus worden verzekerd. Het verbinden van regietaken en de gebiedswerking
vraagt een duidelijke afbakening of afspraken over de verschillende instrumenten, waaronder de SP.
5. VERDERE AANPAK
Vanuit het gevoerde debat – zoals in het begin van deze nota beschreven, en na een eerste
terugkoppeling in de portfoliocel en de afdeling – werden met name de krachtlijnen van
gebiedsontwikkeling en de positionering van het instrument SP daarin uitgekristalliseerd. Hiermee
vormt deze nota een belangrijke bron van input in de actuele departementale oefeningen en andere
lopende trajecten omtrent gebiedsontwikkeling. Ook terugkoppeling naar het beleid en naar de insteek
Regeerakkoord (strategie O) is mogelijk. Op korte termijn is doorwerking wenselijk in het lopende traject
“Focus op omgeving”, enkele kennisnetwerken van GOP en in departementale werkingen rond bv.
subsidies of het BRV. Tegelijk kan voorliggende nota samen met specifieke strategische projecten als
concrete illustratie meegenomen worden als case in het traject “Focus op omgeving –
gebiedsontwikkeling”, en kan o.a. het geplande gesprek met andere afdelingen mee worden gevoed.
Via de beleidsaanbevelingen worden verder ‘hoe-vragen’ geformuleerd en daarmee richting gegeven
voor het toekomstige speelveld van het instrument (en gebiedsontwikkeling bij uitbreiding). Hierover
werden echter vanuit het afgelegde traject nog eenduidige keuzes gemaakt. Ze worden best mee
opgenomen in de verdere (bredere) discussie binnen de organisatie en in relatie gebracht met de
lopende werkingen en beleidsvorming. In april 2024 zal verder mee voeding worden geleverd aan de
workshop rond het VSDO dat door BJO wordt georganiseerd.
beleidsaanbevelingen strategische projecten – oktober 2023
8
Een ruimtelijk verhaal is zo sterk als de
actoren willen. Een goed ruimtelijk
verhaal is zo sterk dat de actoren het
graag willen. Er zijn vele goede
ruimtelijke verhalen ??????