Wij hebben meermalen doen opmerken van welk een groot belang de
handel van Suriname met Noord-Amerika was. Amerikaansche schepen
toch bragten steeds die goederen aan, welke onontbeerlijk voor de
plantaadjes waren; terwijl hunne retourvracht uit Melassie en Dram, beide
in Europa niet zeer gewild, bestond. Door de planters was dikwijls bij de
Sociëteit van Suriname aangedrongen, om hun te vergunnen ook andere
producten als: suiker, koffij en katoen, te verkoopen, doch zij hadden hierop
immer een weigerend antwoord bekomen. De Sociëteit wilde dit verzoek
niet toestaan, omdat zij meende hierdoor het groote voordeel der
consignatie aan hare kantoren, te verliezen, en vermeende dat, zoo dit zelfs
onder vele restrictiën werd toegegeven, de planters hiervan misbruik
zouden maken. Toen door de finantiële moeijelijkheden, waarin de Kolonie
achtereenvolgens geraakte, vele plantaadjes in handen van Hollandsche
geldschieters overgingen, werd door dezen ook uitdrukkelijk bepaald, dat
de consignatie der uitgevoerde producten voortaan aan hen moest
geschieden.
Gedurende het Engelsch protectoraat had deze handel of liever het misbruik
dat, volgens begrip der Engelschen, hiervan door de Colonisten werd
gemaakt, aanleiding tot eenige verwikkelingen gegeven (zie bladz. 491). De
planters drongen nu sterk bij den Britschen Gouverneur aan, om den in- en
uitvoer in Amerikaansche schepen geheel of ten minste gedeeltelijk toe te
laten. Aan dit verzoek werd door Green gehoor verleend:
»Provisioneel voor den tijd van vier maanden wordt de invoer gepermitteerd in
Amerikaansche of andere neutrale bodems, toekomende aan onderdanen van
mogendheden in vriendschap met Z. G. B. M. levende, van: pik, teer, terpentijn,
hennip, vlas, masten, raas, boegsprieten, duiken, kuipen, deksels, timmerhout,
singels en alle andere soorten van houtwaren, paarden, hoornvee, schapen,
varkens, gevogelte en pluimvee van allerlei soort, brood, beschuit, blom, erwten,
boonen, aardappelen, tarwe, rijst, haver, garst en allerlei granen, gezouten vleesch,
spek, boter, ingelegen en drooge zoutevisch van het grondgebied van Amerika of
van zoodanige mogendheden hierboven gemeld, mits betalende op den invoer 4
pCt., zoowel van de goederen hiervoren vermeld, als van dezulken waarvan men
hierna den invoer mogt goedvinden toe te staan.
Wordende aan de hierboven bedoelde schepen den uitvoer gepermitteerd van
suiker, rum en melassie, (mits niet te boven gaande de waarde van het beloop