44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
tusschenkomst van den Staat of tusschenkomst van de kerk verhoudingen te regelen, die
haarzelf alleen aangaan, zullen zij niet vrij zijn”. In plaats van dit oude, vervallen
huwelijkssysteem, dat zoo tegenovergesteld is aan onze moderne gedachten en gevoelens,
wilde zij persoonlijke contracten hebben, gemaakt door een advocaat. In Engeland schreef
al veel vroeger Charles Kingsley, een vurig voorstander van de vrouwenbeweging, wiens
gevoel voor de vrouwen bijna tot vereering steeg, aan J. S. Mill: “Er kan nooit iets goeds
komen voor de vrouwen, eer het laatste overblijfsel van de canonieke wet door de
beschaving ter zijde is gesteld”. ↑
“Er is nooit vuiler instelling uitgevonden”, verklaarde Auberon Herbert vele jaren
geleden, en daarmee drukte hij een gevoelen uit, dat later zeer gewoon is geworden; “en
het bestaan ervan sleept zich, tot onze groote schande voort, omdat we niet den moed
hebben om vrijuit te zeggen, dat de sexueele verhoudingen van man en vrouw, of van hen,
die samen leven, hen zelf aangaan, en dat ze niet de glurende, gretige, zelfgenoegzame, en
ontzettend onware buitenwereld aangaan”. ↑
Hobhouse, op. cit., deel I, p. 237. ↑
Dezelfde opvatting van het huwelijk als een contract blijft nog tot op zekere hoogte
ook in de Vereenigde Staten bestaan, waar ze heen gebracht was door de eerste
Protestanten en Puriteinen. De Staten geven gewoonlijk geen definitie van het huwelijk,
maar, naar Howard zegt (op. cit., deel II, p. 395), “inderdaad wordt het huwelijk behandeld
als een verhouding, die zoowel iets heeft van den aard van een toestand als van een
contract”. ↑
Dit gezichtspunt is grondig uiteengezet door Paul en Victor Margueritte, Quelques
Idées. ↑
Ik wil opmerken, dat dit vele jaren geleden door C. G. Garrison aangetoond werd, die
de gevolgen hiervan besprak in zijn “Limits of Divorce”, Contemporary Review, Feb.,
1894. “We kunnen veilig zeggen”, besluit hij, “dat het huwelijk in geen opzicht op een
contract gelijkt, noch in vorm, noch als geneesmiddel, handelwijze of in resultaat; maar dat
het in al deze opzichten integendeel de rechten, van de personen, die het aangaat, verkort”.
Het huwelijk is geen contract, maar een wijze van zich gedragen. ↑
Zie b.v. P. en V. Margueritte, op. cit. ↑
Zooals aangehaald door Howard, op. cit., deel II, p. 29. ↑
Evenzoo merkt Ellen Key (Ueber Liebe und Ehe, p. 343) op, dat te spreken over “den
plicht van levenslange trouw” in veel opzichten hetzelfde is, als te spreken van “den plicht
van levenslange gezondheid”. Een mensch kan zijn best doen om zijn leven of zijn liefde te
bewaren; hij kan dit niet onvoorwaardelijk op zich nemen. ↑
Hobhouse, op. cit., deel I, blz. 159, 237–9; vergelijk P. en V. Margueritte, Quelques
Idées. ↑
“Echtscheiding”, zooals Garrison zegt (“Limits of Divorce”, Contemporary Review,
Febr. 1894), “is de rechterlijke mededeeling, dat een gedrag, hetwelk eens dat van een