Deel 3 6 Executieve functies leren en ontwikkelen.pptx

sofiekdg1 1 views 30 slides Oct 13, 2025
Slide 1
Slide 1 of 30
Slide 1
1
Slide 2
2
Slide 3
3
Slide 4
4
Slide 5
5
Slide 6
6
Slide 7
7
Slide 8
8
Slide 9
9
Slide 10
10
Slide 11
11
Slide 12
12
Slide 13
13
Slide 14
14
Slide 15
15
Slide 16
16
Slide 17
17
Slide 18
18
Slide 19
19
Slide 20
20
Slide 21
21
Slide 22
22
Slide 23
23
Slide 24
24
Slide 25
25
Slide 26
26
Slide 27
27
Slide 28
28
Slide 29
29
Slide 30
30

About This Presentation

Deel 3 6 Executieve functies.pptx


Slide Content

Deel 3: Hoe leert de adolescent? 6. Executieve functies

1. Probleemstelling 2 Probleem is NIET dat Lander niet verstandig genoeg is, MAAR hij schiet wel tekort wanneer het gaat om vaardigheden om activiteiten te plannen, om gedrag te reguleren en om zijn verstand efficiënt en effectief te gebruiken

“ Executieve functie is een neuropsychologisch begrip dat verwijst naar de cognitieve processen die betrokken zijn bij het plannen en aansturen van activiteiten, zoals starten met een taak, werkgeheugen, volgehouden aandacht, monitoren van prestaties, remmen van impulsiviteit en doelgericht doorzettingsvermogen.” 2. Omschrijving 3

4 Executieve functie Omschrijving Voorbeeld Inhibitie De vaardigheid om ongewenst gedrag te stoppen of te remmen en het negeren van irrelevante informatie. Wanneer de pauze voorbij is, stoppen met praten en terug opletten. Werkgeheugen   De vaardigheid om informatie vast te houden in het geheugen bij het uitvoeren van complexe taken en om eerder opgeslagen informatie terug op te roepen. Een leuke tip, gekregen van een vriend, uittesten op je smartphone terwijl je vriend weer weg is. Flexibiliteit     De vaardigheid om je snel aan te passen aan veranderende omstandigheden. Je weekendplannen aanpassen om een bijkomende opdracht uit te werken. Planning   De vaardigheid om een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Kunnen inschatten hoeveel tijd je nodig hebt om de inhoud te verwerken voor een toets.

3. Ontwikkeling van de executieve functies 5

3. Ontwikkeling van de executieve functies 6 Waarom zijn deze vaardigheden zo moeilijk voor de adolescent? Groei- en snoeiproces in de frontale kwabben Hersenen in volle ontwikkeling

Implicaties voor onderwijs? 7

8 Inhibitie Marshmallow test  impulsen onder controle houden Impuls = een innerlijke drang, verlangen, ingeving of plotselinge gedachte. Verbale impulsen Fysieke impulsen Toegeven aan impuls geeft goed gevoel maar gaat vaak ten kosten van keuzes waarvan de resultaten uiteindelijk gunstiger zijn

9 Inhibitie = het controleren van impulsen Vermogen om je in te houden of te wachten het vermogen om bepaald gedrag te onderbreken (onderdrukken van de drang om door te gaan) Het vermogen om je aandacht vast te houden Basisvaardigheid!

10 Inhibitie Wat kunnen we op basis van onderstaand voorbeeld afleiden op basis van de ontwikkeling van inhibitie? Anna (3,5 jaar) en Sterre (1.5 jaar) zijn met hun moeder in de supermarkt. Het is bijna Pasen en de winkel staat vol met chocolade-eieren en felgekleurde paashazen. Anna en Sterre mogen allebei een kleine paashaas uitkiezen. Na lang wikken en wegen, kiest Anne een rode paashaas met een wit strikje. Sterre neemt gewoon de paashaas die vooraan staat. Anna en Sterre mogen hun paashaas zelf vasthouden als ze met hun moeder naar de kassa gaan. Anna houdt haar paashaas trots vast en bekijkt hem nog eens goed. Ondertussen frommelt Sterre ongeduldig aan het zilverpapiertje en voordat iemand het in de gaten heeft, is het hoofd van de paashaas al in haar mond verdwenen.

11 Inhibitie Ontwikkelt zich al vroeg in de kinderjaren. Ontwikkeling is het sterkst tussen 4 en 8 jaar. Maar…ontwikkeling loopt nog tot ver door in de adolescentie!

12 Inhibitie Maar…ontwikkeling loopt nog tot ver door in de adolescentie!

13 Inhibitie Welke conclusie neem je op basis van deze inzichten mee naar je klaspraktijk?

14 Stimuleer de inhibitie door zelf de beperkingen op te leggen. Overdrijf niet, het moet wel haalbaar zijn. Leer leerlingen geduldig te zijn. Leer leerlingen de consequenties (ook voor zichzelf op sociaal vlak) van slechte impulsbeheersing. Inhibitie Tips?

15 Werkgeheugen = cognitief systeem dat er voor zorgt dat we informatie voor een korte tijd kunnen vasthouden , manipuleren en gebruiken

16 Werkgeheugen Informatie vasthouden Het voor korte termijn opslaan van informatie is bijvoorbeeld nodig als je: *even naar boven loopt om iets op te halen (je onthoudt wat je moet pakken). *een gesprek voert (je onthoudt wat er net is gezegd). *geld uit je portemonnee pakt om te gaan betalen (je onthoudt het bedrag).

17 Werkgeheugen Informatie manipuleren Bij het maken van een rekenoefening moeten leerlingen tussentijdse bewerkingen kunnen onthouden. Wanneer een leerling de oefening 22X13 moet uitvoeren zal hij eerst 22X10 bereken. Deze uitkomst moet hij vasthouden in het werkgeheugen en indien nodig herhalen terwijl hij verder 22X3 berekent. Vervolgens telt hij de beide uitkomsten op om tot het juiste resultaat te komen.

18 Werkgeheugen Informatie manipuleren Deze vaardigheid ontwikkelt zich nog ver tot in de adolescentie

19 Werkgeheugen Informatie gebruiken/terug oproepen Een leraar zegt bijvoorbeeld tegen een groepje leerlingen dat ze goed moeten doorwerken bij het maken van de oefeningen omdat er anders geen tijd zal overblijven om een leuke afsluitend spel te spelen. Wanneer de leerlingen bij een volgende les opnieuw een reeks oefeningen moeten afwerken, schieten ze onmiddellijk in actie. Ze hebben onthouden dat wanneer ze tijdig klaar zijn er meer tijd is voor leuke werkvormen.

20 Werkgeheugen Welke conclusie neem je op basis van deze inzichten mee naar je klaspraktijk?

21 Werkgeheugen Tips? Ontwikkel samen met de leerling manieren om dingen te onthouden. Maak gebruik van effectieve leerstrategieën zoals retrieval practice , worked examples Kies bij nieuwe inhouden voor geleide instructie

22 Flexibiliteit = het vermogen om vrijwillig je houding en opvatting aan te passen aan veranderende omstandigheden.

23 Flexibiliteit Jonge kinderen kunnen maar moeilijk van regel veranderen bij een sorteertaak in hun gedrag, hoewel ze het wel kunnen uitleggen. => Lage cognitieve flexibiliteit!

24 Flexibiliteit Belangrijke veranderingen in kindertijd en adolescentie!

Welke conclusie neem je op basis van deze inzichten mee naar je klaspraktijk? Flexibiliteit

26 Flexibiliteit Tips? Zorg voor een basisstructuur en houd je daar (in het begin zeker) aan. Introduceer nu en dan een verandering (indien nut) Waarschuw vooraf Verklaar de oorzaak van je verandering Deel complexe taken op in deeltaken

27 Planning Beschikken over een duidelijk overzicht Doel voor ogen Vooruit kunnen denken

28 Planning Deze vaardigheid blijft zich tot ver in de adolescentie ontwikkelen.

Welke conclusie neem je op basis van deze inzichten mee naar je klaspraktijk? Planning

30 Planning Tips? Zorg voor worked examples van goede planningen Leer leerlingen plannen via ‘ scaffolding ’ Bespreek prioriteiten en haalbare tijdschema’s met leerlingen Integreer het plannen in verschillende vakken Evalueer gemaakte planningen: Was je plan haalbaar? Wat zou je anders doen?
Tags