Deel 4 2 Sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling.pptx

sofiekdg1 3 views 43 slides Oct 24, 2025
Slide 1
Slide 1 of 43
Slide 1
1
Slide 2
2
Slide 3
3
Slide 4
4
Slide 5
5
Slide 6
6
Slide 7
7
Slide 8
8
Slide 9
9
Slide 10
10
Slide 11
11
Slide 12
12
Slide 13
13
Slide 14
14
Slide 15
15
Slide 16
16
Slide 17
17
Slide 18
18
Slide 19
19
Slide 20
20
Slide 21
21
Slide 22
22
Slide 23
23
Slide 24
24
Slide 25
25
Slide 26
26
Slide 27
27
Slide 28
28
Slide 29
29
Slide 30
30
Slide 31
31
Slide 32
32
Slide 33
33
Slide 34
34
Slide 35
35
Slide 36
36
Slide 37
37
Slide 38
38
Slide 39
39
Slide 40
40
Slide 41
41
Slide 42
42
Slide 43
43

About This Presentation

Deel 4 2 Sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling.pptx


Slide Content

Deel 4: Wie is de adolescent? 2. Sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling

2 2.1 probleemstelling Tijdens de adolescentie groeit de jongere uit tot een volwassene. Welke gevolgen heeft deze overgang voor de sociale relaties en de emotionele ontwikkeling van de jongeren?

3 Separatie Individuatie Loskomen van het gezin om uit te groeien tot een autonomie persoonlijkheid

4 Separatie Autonoom beslissende jongere Meer gelijkwaardige relatie tussen ouders en adolescent Ouders nier meer onfeilbaar Generatiekloof doet zich beperkt voor.

5 Parentale warmte Parentale controle Opvoedingsstijl

Individuatie Intimiteit en seksualiteit Binding Beroep en studie Morele, politieke,… standpunten

identificatie experimenteren

identificatie experiment Statussen van identiteit

identificatie experiment Statussen van identiteit Vergelijk dit kwadrant met het kwadrant van de opvoedingsstijlen. Wat valt je op?

2.3 belang van de peergroup 10 = een groep van leeftijdsgenoten

2.3 Belang van de peergroup : functies

2.3 Belang van de peergroup : valkuil 12 Prefrontale cortex is nog in volle ontwikkeling, dus geen remmend effect voor risicovol gedrag .

De jeugdcultuur en zijn subcultuur = collectiviteit: Geen directe interactie Gemeenschappelijk doel en waarden Gemeenschappelijke kenmerken Samenhorigheidsgevoel

Vriendengroepen Jongeren trekken op in groep Kliek bestaat zelden uit meer dan 7 leden Kenmerken van de groep Groepscultuur en groepsnorm Sociale cohesie Conformeren

15 Kenmerken van de groep “Een groep is een begrensde sociale eenheid waarvan de leden geregeld met elkaar omgaan ( interactie ). De leden van de groep hebben gemeenschappelijke kenmerken . De groep wordt gekenmerkt door gemeenschappelijke waarden en normen met op basis daarvan gevoelens van samenhorigheid .” Lees de definitie van een groep volgens de sociale psychologie. Verklaar waarom we een vriendengroep als en echte groep kunnen beschouwen!

16 Kenmerken van de groep Het aangaan van vriendschapsrelaties is essentieel in de ontwikkeling van jongeren. Ze zoeken bij vrienden het referentiepunt voor sociale normen en ze ontwikkelen zo sociale vaardigheden!

17 Groepscultuur en groepsnorm Elke vriendengroep ontwikkelt een eigen stijl en een eigen klimaat gebaseerd op gedeelde waarde en normen. Wat zijn de groepsnomen binnen je eigen vriendengroep?

18 Sociale cohesie Hechte band – Wij-gevoel De betrokkenheid van mensen bij de groep De oriëntatie op collectieve waarden en normen De deelname aan maatschappelijke instituties en organisaties De participatie aan sociale netwerken De onderlinge sociale waardering en contacten

19 Sociale cohesie Hechte band – Wij-gevoel beïnvloed door

20 Conformeren

21 Conformeren

Zijn er ook voordelen aan risico’s nemen en groepsdruk?

Vriendschap tussen boezemvrienden Speciale band gekenmerkt door intimiteit, gelijkwaardigheid en wederkerigheid Van een egocentrisch perspectief op vriendschap naar een relatie op basis van wederzijds vertrouwen, steun en zorg Empathie als belangrijke voorwaarde (Mediale frontale cortex) Onderlinge afhankelijkheid en autonomie Tegengewicht voor gevoelens van eenzaamheid

2.4 eerste romantische relaties 24 Onder invloed van hormonale veranderingen interesse in romantische relaties: FUNCTIES

Vier stadia in het ONTSTAAN van relaties

26 Verliefdheid activeert dezelfde hersengebieden als bij het winnen van een prijs of krijgen van een compliment. Dopamine wordt geproduceerd Adrenaline zorgt voor vernauwing Prefrontale cortex (verantwoordelijk voor rationele afwegingen) is bij verliefdheid minder actief. Door puberbrein wordt dit proces versterkt. Door prefrontale cortex die nog in ontwikkeling is en de beloningsgebieden die hypergevoelig zijn.

27 2.5 Egocentrisme van de adolescent

28 Imaginair publiek

29 Risicogedrag Als adolescenten net zo slim zijn als volwassenen waarom doen ze dan van die stomme dingen?

30 Persoonlijke fabel Gevoel uniek te zijn Gevoel van onsterfelijkheid Gevaarlijk en roekeloos gedrag

31 Maturity gap Biologische volwassenheid Sociale volwassenheid

32 Biologische en emotionele verklaring Verband tussen: Vroege puberteit en het stellen van risicovol gedrag Emotionele ontwikkeling en risicovol gedrag Mate van keuzes maken op basis van emotie Mate van impulsiviteit

33 Verklaring vanuit de neurowetenschappen Basale ganglia met daarin het beloningscentrum, de nucleus accumbens

34 Verklaring vanuit de neurowetenschappen Hersengebied wordt geactiveerd door een beloning maar ook door een teken dat er mogelijks een beloning aankomt. Dit hersengebied is belangrijk bij het inschatten van risico’s, waarbij de verwachte beloning het soms kan winnen van de analyse van mogelijk gevaar.

35 Verklaring vanuit de neurowetenschappen Wat is het probleem in de adolescentieperiode? Samenwerking tussen prefrontale cortex en nucleus accumbens in situaties waar beloning en risico een rol spelen. De nucleus accumbens is erg gevoelig voor prikkels in de omgeving die beloning representeren en de frontale cortex is het controlesysteem bij het sturen van de reactie op deze emotionele prikkel.

36 Verklaring vanuit de neurowetenschappen dual -systems-model

37 Verklaring vanuit de neurowetenschappen De adolescent is een auto, waarvan de motor op volle toeren draait, maar de remmen en het stuur om het rijgedrag in goede banen te leiden nog in volle ontwikkeling zijn.

38 Verklaring vanuit de neurowetenschappen DUS: Overactief emotiesysteem  extra gevoelig voor de mogelijkheid dat er een beloning aankomt  dit vooruitzicht wint van de prefrontale cortex die de gevaren aanduidt.

39 Verklaring vanuit de neurowetenschappen Waarom doen adolescenten van die stomme dingen? Denken ze echt niet na? Wat gebeurt er in de hersenen als je volwassenen en adolescenten laat nadenken over risicovolle situaties?

40 Probleem eenvoudig voorstellen zonder te veel details zodat goede beslissing gemaakt kan worden

41 Geef enkele voorbeelden van jongeren die meer risicogedrag vertonen dan anderen. Wat zou hiervoor een mogelijke verklaring kunnen zijn? Hoe kunnen we verklaren dat sommige adolescenten meer risico’s nemen dan anderen?

42 Invloed van de sociale omgeving op gedrag

43 Invloed van de sociale omgeving op gedrag Activiteit neemt toe in nucleus accumbens wanneer de vriend toekijkt. De adolescent verwacht een belonend effect van zijn risicovol gedrag.
Tags