Aecken, Van Keulen, Jonkheer van der Does, de Schout Hendrick Van
Broeckhoven en vele anderen, hunne medeburgers en den Magistraat
gedurig aanmanen, toch niet zorgeloos in te dommelen, maar een waakzaam
oog te laten gaan op hetgeen er buiten Leiden zoo al voorvalt. Daarentegen
doen mannen, als Pier Quaet-Gelaet, Jurrie Thijsz., ja, zelfs vele Leden van
den Magistraat, die voor een deel Spaanschgezind is, hun uiterste best om
iedereen gerust te stellen. En ze kunnen dat goed ook; want ze voeren
redenen aan, die voor de lichtgeloovigen klinken als eene klok.
Had gisteren nog bij het verlaten der kerk Pier Quaet-Gelaet niet met
nadruk gewezen op de muiterij der Spaansche soldaten, die om hunne soldij
schreeuwden? En wat was er met oproerige manschappen te beginnen,
tegen eene stad, als Leiden, die gedurende vierentwintig weken en drie
dagen getoond had, dat ze voor de goede zaak pal stond? Valdez was een te
ervaren Veldheer en te zeer op zijne eer, als Veldoverste, gesteld, om
nogmaals onverrichter zake te moeten aftrekken. Het was immers meer dan
dom, nu nog te gaan gelooven en te vreezen, dat de vijand zou terugkomen,
en nog dommer was het, levensmiddelen op te koopen, de pakhuizen er tot
het dak mede te vullen en de burgers, die duur te laten betalen om ze
naderhand, ten deele bedorven, voor eenen appel en een ei van de hand te
doen.
„Neen, maar hoor eens,” riep een dikke bierbrouwer, „onze Pieter Van
Wezel spreekt als een boek, en ze kallen als de oude wijfkens uit het Sint-
Elisabeths-gasthuis, die van een nieuw beleg spreken!”
„Er zijn toch altijd nog verstandige koppen, die verder kijken dan hun neus
lang is,” dus klonk nu de stem van Jurrie Thijsz., die natuurlijk hier ook te
vinden was. „Ik zeg: het is meer dan schande!”
„Wat is er meer dan schande, schipper?” vroeg Neeltgen Dirksdochter, de
warmoesvrouw, die overal te vinden was waar men aan het vechten, razen
of schelden was.
„Dat men eerlijke lieden, die met de penningen der arme burgerij, die
gedurende dezen winter zooveel geleden heeft, zuinig wil zijn, verdenkt van