steeds ongewapend, overladen met pakjes en toestellen (die te zamen 18
kilo wogen), dag in dag uit, geheel alléén, de steilste punten beklom of
tegen de gevaarlijkste hellingen opklauterde, „to choose his
picture,” zooals hij dat uitdrukte.
Meermalen na vier uren onafgebroken klimmen, bleek al die moeite voor
niets geweest te zijn, namelijk als tot zijn diepe teleurstelling een dikke mist
kwam opzetten voor hij geheel klaar was om de schoone photographie te
nemen.
„’s Nachts was hij dan doorgaans werkzaam in zijn „donkere kamer,” en als
men bedenkt dat iedere „dry-plate-exposure” hem vijf kwartier aan
één stuk bezighield, zal men kunnen begrijpen, dat hij gewoonlijk met het
aanbreken van den dag ternauwernood klaar was gekomen met zijn werk
van den vorigen dag; maar nauwelijks was er weder een zonnetje zichtbaar,
of men zag hem belast en beladen met stille trom van boord slippen, om,
niettegenstaande koude, mist, regen en wind, met hetzelfde feu sacré en
met onverklaarbare taaiheid, nieuwe teleurstelling te gemoet te gaan.
Grant is in elk opzicht een artist; hij leeft voor zijn kunst, waarin hij om zoo
te zeggen geheel opgaat, en volop geniet hij, wanneer hij de schoonheden
van moeder natuur mag bewonderen.
Zoo blikt hij ook nu in stilzwijgende opgetogenheid uit het kraaiennest voor
zich uit naar de onafzienbare ijsmassa’s, die in alle richtingen het scheepje
omringen, en zijn ziel met een gevoel van ernst en eerbied vervullen.
Men voelt zich zoo klein in die schier grenzenlooze woestenij van
glinsterende ijsmassa’s, waartusschen zich het ranke schoenertje schijnbaar
zoo rustig voortbeweegt, terwijl de officier der wacht met ingespannen
aandacht de kronkelende wakken en lanen uitkiest waarlangs hij zijn koers
het beste kan vervolgen.
Den in de ijsvaart oningewijden zou de geheele omgeving een
ondoorgrondelijk doolhof toeschijnen, waar hij zich noode in waagde, maar
voor hem, die zich langzamerhand aan die toestanden gewend heeft, ziet
alles er geheel anders uit, en hij beaamt het volkomen wat Mr. Grant zich