Syntheseconclusies dossier Santens/AG

stopmisbruikverzekeringen 1,673 views 184 slides Apr 28, 2016
Slide 1
Slide 1 of 624
Slide 1
1
Slide 2
2
Slide 3
3
Slide 4
4
Slide 5
5
Slide 6
6
Slide 7
7
Slide 8
8
Slide 9
9
Slide 10
10
Slide 11
11
Slide 12
12
Slide 13
13
Slide 14
14
Slide 15
15
Slide 16
16
Slide 17
17
Slide 18
18
Slide 19
19
Slide 20
20
Slide 21
21
Slide 22
22
Slide 23
23
Slide 24
24
Slide 25
25
Slide 26
26
Slide 27
27
Slide 28
28
Slide 29
29
Slide 30
30
Slide 31
31
Slide 32
32
Slide 33
33
Slide 34
34
Slide 35
35
Slide 36
36
Slide 37
37
Slide 38
38
Slide 39
39
Slide 40
40
Slide 41
41
Slide 42
42
Slide 43
43
Slide 44
44
Slide 45
45
Slide 46
46
Slide 47
47
Slide 48
48
Slide 49
49
Slide 50
50
Slide 51
51
Slide 52
52
Slide 53
53
Slide 54
54
Slide 55
55
Slide 56
56
Slide 57
57
Slide 58
58
Slide 59
59
Slide 60
60
Slide 61
61
Slide 62
62
Slide 63
63
Slide 64
64
Slide 65
65
Slide 66
66
Slide 67
67
Slide 68
68
Slide 69
69
Slide 70
70
Slide 71
71
Slide 72
72
Slide 73
73
Slide 74
74
Slide 75
75
Slide 76
76
Slide 77
77
Slide 78
78
Slide 79
79
Slide 80
80
Slide 81
81
Slide 82
82
Slide 83
83
Slide 84
84
Slide 85
85
Slide 86
86
Slide 87
87
Slide 88
88
Slide 89
89
Slide 90
90
Slide 91
91
Slide 92
92
Slide 93
93
Slide 94
94
Slide 95
95
Slide 96
96
Slide 97
97
Slide 98
98
Slide 99
99
Slide 100
100
Slide 101
101
Slide 102
102
Slide 103
103
Slide 104
104
Slide 105
105
Slide 106
106
Slide 107
107
Slide 108
108
Slide 109
109
Slide 110
110
Slide 111
111
Slide 112
112
Slide 113
113
Slide 114
114
Slide 115
115
Slide 116
116
Slide 117
117
Slide 118
118
Slide 119
119
Slide 120
120
Slide 121
121
Slide 122
122
Slide 123
123
Slide 124
124
Slide 125
125
Slide 126
126
Slide 127
127
Slide 128
128
Slide 129
129
Slide 130
130
Slide 131
131
Slide 132
132
Slide 133
133
Slide 134
134
Slide 135
135
Slide 136
136
Slide 137
137
Slide 138
138
Slide 139
139
Slide 140
140
Slide 141
141
Slide 142
142
Slide 143
143
Slide 144
144
Slide 145
145
Slide 146
146
Slide 147
147
Slide 148
148
Slide 149
149
Slide 150
150
Slide 151
151
Slide 152
152
Slide 153
153
Slide 154
154
Slide 155
155
Slide 156
156
Slide 157
157
Slide 158
158
Slide 159
159
Slide 160
160
Slide 161
161
Slide 162
162
Slide 163
163
Slide 164
164
Slide 165
165
Slide 166
166
Slide 167
167
Slide 168
168
Slide 169
169
Slide 170
170
Slide 171
171
Slide 172
172
Slide 173
173
Slide 174
174
Slide 175
175
Slide 176
176
Slide 177
177
Slide 178
178
Slide 179
179
Slide 180
180
Slide 181
181
Slide 182
182
Slide 183
183
Slide 184
184
Slide 185
185
Slide 186
186
Slide 187
187
Slide 188
188
Slide 189
189
Slide 190
190
Slide 191
191
Slide 192
192
Slide 193
193
Slide 194
194
Slide 195
195
Slide 196
196
Slide 197
197
Slide 198
198
Slide 199
199
Slide 200
200
Slide 201
201
Slide 202
202
Slide 203
203
Slide 204
204
Slide 205
205
Slide 206
206
Slide 207
207
Slide 208
208
Slide 209
209
Slide 210
210
Slide 211
211
Slide 212
212
Slide 213
213
Slide 214
214
Slide 215
215
Slide 216
216
Slide 217
217
Slide 218
218
Slide 219
219
Slide 220
220
Slide 221
221
Slide 222
222
Slide 223
223
Slide 224
224
Slide 225
225
Slide 226
226
Slide 227
227
Slide 228
228
Slide 229
229
Slide 230
230
Slide 231
231
Slide 232
232
Slide 233
233
Slide 234
234
Slide 235
235
Slide 236
236
Slide 237
237
Slide 238
238
Slide 239
239
Slide 240
240
Slide 241
241
Slide 242
242
Slide 243
243
Slide 244
244
Slide 245
245
Slide 246
246
Slide 247
247
Slide 248
248
Slide 249
249
Slide 250
250
Slide 251
251
Slide 252
252
Slide 253
253
Slide 254
254
Slide 255
255
Slide 256
256
Slide 257
257
Slide 258
258
Slide 259
259
Slide 260
260
Slide 261
261
Slide 262
262
Slide 263
263
Slide 264
264
Slide 265
265
Slide 266
266
Slide 267
267
Slide 268
268
Slide 269
269
Slide 270
270
Slide 271
271
Slide 272
272
Slide 273
273
Slide 274
274
Slide 275
275
Slide 276
276
Slide 277
277
Slide 278
278
Slide 279
279
Slide 280
280
Slide 281
281
Slide 282
282
Slide 283
283
Slide 284
284
Slide 285
285
Slide 286
286
Slide 287
287
Slide 288
288
Slide 289
289
Slide 290
290
Slide 291
291
Slide 292
292
Slide 293
293
Slide 294
294
Slide 295
295
Slide 296
296
Slide 297
297
Slide 298
298
Slide 299
299
Slide 300
300
Slide 301
301
Slide 302
302
Slide 303
303
Slide 304
304
Slide 305
305
Slide 306
306
Slide 307
307
Slide 308
308
Slide 309
309
Slide 310
310
Slide 311
311
Slide 312
312
Slide 313
313
Slide 314
314
Slide 315
315
Slide 316
316
Slide 317
317
Slide 318
318
Slide 319
319
Slide 320
320
Slide 321
321
Slide 322
322
Slide 323
323
Slide 324
324
Slide 325
325
Slide 326
326
Slide 327
327
Slide 328
328
Slide 329
329
Slide 330
330
Slide 331
331
Slide 332
332
Slide 333
333
Slide 334
334
Slide 335
335
Slide 336
336
Slide 337
337
Slide 338
338
Slide 339
339
Slide 340
340
Slide 341
341
Slide 342
342
Slide 343
343
Slide 344
344
Slide 345
345
Slide 346
346
Slide 347
347
Slide 348
348
Slide 349
349
Slide 350
350
Slide 351
351
Slide 352
352
Slide 353
353
Slide 354
354
Slide 355
355
Slide 356
356
Slide 357
357
Slide 358
358
Slide 359
359
Slide 360
360
Slide 361
361
Slide 362
362
Slide 363
363
Slide 364
364
Slide 365
365
Slide 366
366
Slide 367
367
Slide 368
368
Slide 369
369
Slide 370
370
Slide 371
371
Slide 372
372
Slide 373
373
Slide 374
374
Slide 375
375
Slide 376
376
Slide 377
377
Slide 378
378
Slide 379
379
Slide 380
380
Slide 381
381
Slide 382
382
Slide 383
383
Slide 384
384
Slide 385
385
Slide 386
386
Slide 387
387
Slide 388
388
Slide 389
389
Slide 390
390
Slide 391
391
Slide 392
392
Slide 393
393
Slide 394
394
Slide 395
395
Slide 396
396
Slide 397
397
Slide 398
398
Slide 399
399
Slide 400
400
Slide 401
401
Slide 402
402
Slide 403
403
Slide 404
404
Slide 405
405
Slide 406
406
Slide 407
407
Slide 408
408
Slide 409
409
Slide 410
410
Slide 411
411
Slide 412
412
Slide 413
413
Slide 414
414
Slide 415
415
Slide 416
416
Slide 417
417
Slide 418
418
Slide 419
419
Slide 420
420
Slide 421
421
Slide 422
422
Slide 423
423
Slide 424
424
Slide 425
425
Slide 426
426
Slide 427
427
Slide 428
428
Slide 429
429
Slide 430
430
Slide 431
431
Slide 432
432
Slide 433
433
Slide 434
434
Slide 435
435
Slide 436
436
Slide 437
437
Slide 438
438
Slide 439
439
Slide 440
440
Slide 441
441
Slide 442
442
Slide 443
443
Slide 444
444
Slide 445
445
Slide 446
446
Slide 447
447
Slide 448
448
Slide 449
449
Slide 450
450
Slide 451
451
Slide 452
452
Slide 453
453
Slide 454
454
Slide 455
455
Slide 456
456
Slide 457
457
Slide 458
458
Slide 459
459
Slide 460
460
Slide 461
461
Slide 462
462
Slide 463
463
Slide 464
464
Slide 465
465
Slide 466
466
Slide 467
467
Slide 468
468
Slide 469
469
Slide 470
470
Slide 471
471
Slide 472
472
Slide 473
473
Slide 474
474
Slide 475
475
Slide 476
476
Slide 477
477
Slide 478
478
Slide 479
479
Slide 480
480
Slide 481
481
Slide 482
482
Slide 483
483
Slide 484
484
Slide 485
485
Slide 486
486
Slide 487
487
Slide 488
488
Slide 489
489
Slide 490
490
Slide 491
491
Slide 492
492
Slide 493
493
Slide 494
494
Slide 495
495
Slide 496
496
Slide 497
497
Slide 498
498
Slide 499
499
Slide 500
500
Slide 501
501
Slide 502
502
Slide 503
503
Slide 504
504
Slide 505
505
Slide 506
506
Slide 507
507
Slide 508
508
Slide 509
509
Slide 510
510
Slide 511
511
Slide 512
512
Slide 513
513
Slide 514
514
Slide 515
515
Slide 516
516
Slide 517
517
Slide 518
518
Slide 519
519
Slide 520
520
Slide 521
521
Slide 522
522
Slide 523
523
Slide 524
524
Slide 525
525
Slide 526
526
Slide 527
527
Slide 528
528
Slide 529
529
Slide 530
530
Slide 531
531
Slide 532
532
Slide 533
533
Slide 534
534
Slide 535
535
Slide 536
536
Slide 537
537
Slide 538
538
Slide 539
539
Slide 540
540
Slide 541
541
Slide 542
542
Slide 543
543
Slide 544
544
Slide 545
545
Slide 546
546
Slide 547
547
Slide 548
548
Slide 549
549
Slide 550
550
Slide 551
551
Slide 552
552
Slide 553
553
Slide 554
554
Slide 555
555
Slide 556
556
Slide 557
557
Slide 558
558
Slide 559
559
Slide 560
560
Slide 561
561
Slide 562
562
Slide 563
563
Slide 564
564
Slide 565
565
Slide 566
566
Slide 567
567
Slide 568
568
Slide 569
569
Slide 570
570
Slide 571
571
Slide 572
572
Slide 573
573
Slide 574
574
Slide 575
575
Slide 576
576
Slide 577
577
Slide 578
578
Slide 579
579
Slide 580
580
Slide 581
581
Slide 582
582
Slide 583
583
Slide 584
584
Slide 585
585
Slide 586
586
Slide 587
587
Slide 588
588
Slide 589
589
Slide 590
590
Slide 591
591
Slide 592
592
Slide 593
593
Slide 594
594
Slide 595
595
Slide 596
596
Slide 597
597
Slide 598
598
Slide 599
599
Slide 600
600
Slide 601
601
Slide 602
602
Slide 603
603
Slide 604
604
Slide 605
605
Slide 606
606
Slide 607
607
Slide 608
608
Slide 609
609
Slide 610
610
Slide 611
611
Slide 612
612
Slide 613
613
Slide 614
614
Slide 615
615
Slide 616
616
Slide 617
617
Slide 618
618
Slide 619
619
Slide 620
620
Slide 621
621
Slide 622
622
Slide 623
623
Slide 624
624

About This Presentation

Hier vindt u de integrale conclusies die door Santens ingediend werden bij de Kortrijkse rechtbank. De volledige stukkenbundel wordt op latere datum gepubliceerd.

Ze bevatten veel informatie over enerzijds de bedrogstrategieën die toegepast worden door verzekeringsmaatschappijen en gerechtsdeskund...


Slide Content

SYNTHESE CONCLUSIES
in het dossier SANTENS/AG met AR nr. 10A9565
Politierechtbank Kortrijk
ZITTING 06.04.2016
Er was eens een meisje
dat droomde van een betere wereld.
Van kindsbeen af
werden waarden zoals
eerlijkheid
vertrouwen
rechtvaardigheid
verantwoordelijkheidzin
er met de paplepel ingegoten.
Haar ouders waren eenvoudige mensen,
die sinds hun 14
de
hard werkten in de fabriek
om hun kinderen een mooie toekomst te kunnen geven.
Het meisje zag hoe veel inspanningen dit vroeg
en zwoer plechtig
om het goede voorbeeld van haar ouders te volgen
en op te groeien tot een goed mens
en datgene wat ze leerde,
te delen met anderen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
1

‘Als je hard werkt en steeds je best doet,
de regels volgt en doet wat juist is,
zal je in het leven nooit problemen kennen,’
zo vertelde haar vader haar.
‘Eerlijk duurt het langst’
was 1 van zijn favoriete uitspraken.
Het meisje geloofde dit.
Want papa had altijd gelijk.
Hij was streng, maar rechtvaardig.
Iemand waar ze enorm naar opkeek,
respecteerde,
en zielsveel van hield.
Ondanks de fouten,
die ook hij, net als iedere mens, had.
En ze leerde,
en werkte,
en deelde wat ze had.
Zo kon ze haar steentje bijdragen
om die mooiere wereld
te helpen creëren.
Zin geven aan haar leven
was belangrijk voor haar.
Ze was een hopeloze idealist.
En papa had gelijk.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
2

Door deze eenvoudige regels te volgen,
kende ze geen problemen in het leven.
Haar studies beëindigde ze met glans.
In haar werk was ze succesvol,
wie geld had liet ze flink betalen,
wie het moeilijk had hielp ze gratis.
Zo creëerde ze een evenwicht.
Ze bleef verder studeren,
om nog meer en nog beter te kunnen
leven, groeien als mens en delen.
Haar honger naar kennis
leek onverzadigbaar.
Ze reisde de wereld rond.
Op feestjes was ze de eerste om te komen
en de laatste om te gaan.
Ze kon dansen tot een gat in de nacht.
Ze had lief vol vuur en passie.
Naar haar vrienden toe was ze loyaal,
een rots in de branding.
Zaken die belangrijk voor haar waren,
daar vocht ze voor.
Ze was voor niets of niemand bang.
Wie tegen haar waarden inging,
kreeg haar ongezouten mening te horen.
Als het spel overliep, een schop tegen de schenen.
Leugens en onrecht
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
3

deden haar haren rechtop staan.
Als dat nodig was,
sloeg ze haar klauwen uit.
Niet om te doden,
wel om een gezonde waarschuwing te geven.
Ze was een geboren en getogen
Vlaamse Leeuw.
Ze kon zich urenlang begraven in haar boeken
en zich laten meevoeren door haar muziek.
Tact en diplomatie waren niet aan haar besteed.
Haar hart lag op haar tong.
Ze kende geen taboes.
Arbeider of topmanager,
iedereen was voor haar gelijk.
Haar vrijheid was haar heilig.
Haar ‘drukke leven’ putte haar niet uit,
zoals kwatongen later zouden beweren.
Integendeel, als een paard in volle galop
had ze een stevig ritme nodig.
Routine verveelde haar.
Haar zelfvertrouwen was groot,
zonder ooit haar eenvoud en afkomst te vergeten,
of zich boven een ander te stellen.
Ze was vastbesloten om volop te genieten
van alle moois dat het leven haar aanreikte.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
4

Na 10 jaar lang
haar vleugels te hebben uitgeslaan
besloot ze om haar nest te bouwen
dicht bij het familienest.
Het meisje keerde naar haar geboortedorp terug.
Amper was ze geïnstalleerd in haar nieuwe huis
toen donkere wolken kwamen aandrijven.
Papa had kanker. Pancreaskanker.
‘Nog 6 maanden’
voorspelden de dokters.
Hij was nog maar 51 jaar.
Het was een enorme klap
voor de hele familie.
Papa,
die er altijd was.
Papa,
de onverwoestbare.
Het idee dat papa er binnenkort niet meer zou zijn,
was ondraaglijk en hard om dragen.
Enkele weken lang was het meisje
totaal de kluts kwijt.
Ze kon de slaap niet meer vatten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
5

Ze zag hoe waardig papa zijn lot droeg.
Hij klaagde niet en hield zich zo sterk als hij mogelijks kon.
6 maanden werden 12 maanden.
‘Wees niet triest meisje,’
zei papa.
‘Ik heb een mooi leven gehad. Veel te kort, dat klopt.
Maar ik heb altijd gedaan wat ik graag deed.
Ik heb nergens spijt van.’
En voor het eerst en het laatst in zijn leven
sprak die introverte man,
die nooit over zijn gevoelens sprak,
die magische woorden uit :
‘Ik zie je graag.
En ik zal je altijd blijven graag zien.
Ook van daarboven’.
Het meisje voelde zich gedragen
alsof papa haar haar vleugels teruggegeven had.
Ze zou niet triest zijn.
Ze zou papa’s dappere voorbeeld volgen.
Als hij, stervende, kon sterk zijn,
kon zij, levende, dat ook.
Het meisje vond troost en kracht in haar paard Oro.
Samen startten ze een avontuur
dat mens, dier, natuur
en alle waarden die ze belangrijk vond,
verenigde.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
6

Paardencoaching was geboren.
Met trots zag papa
hoe naast het PR werk het paardenavontuur bloeide.
Papa’s uiterlijke innerlijke rust
gaf het meisje kracht.
Maar op 16 december 2007
moest papa gaan.
De klap, alhoewel voorzien, kwam hard aan.
Al bij al was het meisje blij,
dat papa’s lijdensweg voorbij was.
Hij zou geen pijn meer voelen.
Papa was in vrede gegaan.
Ondanks het gemis, aanvaardde ze zijn vertrek.
Maar het kleine broertje van het meisje
zat midden in de examens
en had steun nodig.
Haar andere broer trok zich stilletjes terug in zijn huis.
Mama,
de al even onverwoestbare mama,
stortte in.
Het meisje maakte zich zorgen over haar geliefden.
Ze wilde graag hun verdriet helpen dragen
maar kon dit niet.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
7

Zij hadden hun eigen proces
te doorstaan.
’s Avonds kon ze de slaap niet vatten.
Wat kon ze doen om de harmonie te herstellen ?
Terug een lach op hun gezicht te toveren ?
Ze wist het niet.
Na enkele weken van onrustig woelen in bed
sloeg de vermoeidheid toe.
Het meisje zocht raad bij dokters.
Maar de dokters konden haar niet helpen.
‘Neem een pilletje’, zei de neuroloog.
Daar bedankte ze voor.
Ze had eens pilletjes genomen toen papa ziek werd.
Die hadden haar misselijk gemaakt.
Niet beter.
Nee, geen pilletjes meer voor het meisje.
‘Hou u aan een strikt schema’, zei de psychiater.
‘Overdag werken en ontspannen, ’s nachts slapen’.
Jah, hallo ? Dat wist ze toch zelf ook ?
Maar je moet nog kunnen hé.
Maar de psychiater had geen andere of betere oplossing.
Later in haar leven
zou deze rouwperiode
misbruikt worden
om haar af te schilderen als
‘psychisch gestoord’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
8

Het was haar paard Oro die voor heling zorgde.
In de weken die volgden,
rijpte het idee om een paardencoaching center te creëren.
Een plaats van rust, welzijn en genezing
voor mensen die een moeilijke periode doorkruisen.
Het idee van zoiets moois vulde haar hart
en gaf haar haar kracht en blijheid terug.
Ze had terug een doel,
waar ze zich voor kon inzetten.
Ze zou niet eindigen zoals haar vader,
die zich zijn hele leven had kapot gewerkt in de fabriek,
om dan zo jong in het graf te belanden.
Ze zou doen wat ze echt graag deed.
In de maanden en jaren die volgden,
bouwde ze rustig en doordacht voort aan haar grote droom.
Ze kocht paarden bij, trainde ze, bestudeerde ze.
Ze volgde bijkomende opleidingen
en zorgde zo voor de nodige diploma’s.
Via de pers zette ze intussen paardencoaching
op de kaart in België.
Haar PR activiteiten zette ze verder.
Die verschaften haar de financiële middelen
om haar grote droom te realiseren.
Eind 2009 had ze genoeg gewerkt, genoeg gespaard.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
9

Het meisje zou zichzelf een sabatjaar geven.
Ze had reserves genoeg om een jaar
niet te hoeven werken.
Ze zou enkel via pc en gsm
kleine en doorlopende opdrachten
uitvoeren voor de bestaande klanten
terwijl ze de buurlanden doorkruiste.
Een sabatjaar, om haar droomlocatie te gaan zoeken.
Haar droomlocatie,
voor haar paardencoaching center.
Haar droomlocatie,
voor haar nieuwe nest.
Haar thuis.
En de thuis van de paarden.
En de thuis van haar toekomstige kroost.
En de tijdelijke thuis voor vele anderen.
En die thuis vond ze, op 29 juli 2010.
De compromis werd ondertekend.
Het was enkel nog een kwestie van wachten
op het verlijden van de akte bij de notaris.
Daarna kon het grote avontuur beginnen.
Alle grote PR projecten had ze in overleg met haar klanten
on hold gezet tot augustus 2010.
Met de opbrengst daarvan,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
10

zou ze de opstart van haar Paardencoaching Center
kunnen financieren.
Ze was volop bezig aan de uitvoering van haar PR projecten.
Het was hoogseizoen.
Tot een auto-ongeval een einde maakte aan haar levenswerk.
De eerste dagen leek het allemaal nog mee te vallen.
De dokters zeiden dat haar letsels niet zo erg waren.
Ze had niets gebroken.
Beetje rustig aan doen.
Na 3 à 6 maanden zou het meisje volledig genezen zijn.
Het meisje twijfelde.
Ze kon niet meer helder denken.
Alles was wazig.
Haar hele lichaam deed pijn.
De koppijn was ondraaglijk.
Het minste geluidje was er te veel aan.
Ze leefde voortdurend in een mist.
Tot ze niet meer kon gaan.
In stilte, in het donker, lag ze daar.
Wekenlang.
Zoiets had ze nog nooit meegemaakt.
Haar lichaam gehoorzaamde haar niet meer.
Haar geest leidde een eigen leven,
onbereikbaar, ergens heel ver weg.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
11

De zorg voor de paarden en haar huis
moest ze aan anderen overlaten.
Haar PR projecten moest ze een na een annuleren.
Haar opstartkapitaal verdween beetje bij beetje.
Het meisje besloot het Paardencoaching Center uit te stellen
en de verkoop te annuleren.
Eerst genezen.
Ze was er te erg aan toe.
Zo kon ze niet functioneren.
Maar dat mocht niet van AG verzekering.
‘Als u uw paardencoaching center niet opstart,
zullen wij niet tussenkomen in de verliezen daarvan.
Uw letsels zijn niet ernstig.
In enkele maanden bent u terug helemaal op de been.
AG zal die hoge kosten voor de annulatie van de verkoop
omwille van enkele maandjes
arbeidsongeschiktheid niet dragen.
Daar moet u zelf voor instaan.
U moet de verhuis naar Frankrijk absoluut laten doorgaan.
Wij zorgen voor de verhuiskosten,
voorschot voor de opstart en hulp ter plaatse zolang nodig.
Zo kan u herstellen en geleidelijk aan opbouwen.
Zo worden de inkomstenverliezen beperkt.
Het is uw plicht om hier op toe te zien.
Als u niet verhuist, dan achten wij ù verantwoordelijk
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
12

voor alle mogelijke verliezen die hier uit volgen.’
Wat moest het meisje doen ?
Als ze de verkoop zou annuleren,
zou ze hoge boetes moeten betalen,
zou ze haar Europese steun verliezen,
en zou ze haar spaargeld kwijt zijn.
Ze had juist maandenlang enkel het strikte minimum gewerkt.
Daarna was ze haar inkomsten verloren door ongeval.
Ze zou geen nieuw of ander Paardencoaching Center
meer kunnen opstarten.
Ze kon zich ook geen 2
de
sabatjaar meer permitteren.
Ze zou haar levenswerk moeten begraven.
Dat wilde ze niet.
‘Ik ben sterk’,
dacht het meisje.
‘Ik ben jong’,
dacht het meisje.
‘Met hulp door derden zal ik het wel redden’,
dacht het meisje.
Per slot van rekening zou ze na 3 à 6 maanden genezen zijn.
Een klein offer
voor een leven vol vreugde.
Een klein beetje op de tanden bijten,
meer was dat niet.
En onder zware druk van AG verzekering
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
13

liet ze de verkoop en
de verhuis naar Frankrijk doorgaan.
Maar AG verzekering hield haar belofte niet.
Er kwam geen voorschot.
De verhuiskosten werden niet terugbetaald.
Er kwam ook geen hulp door derden.
De toestand van het meisje evolueerde
van kwaad naar erger.
Ze belandde in het ziekenhuis.
De verzekering startte een vies spel.
Tientallen mensen kwamen helpen.
Maar het mocht niet baten.
Beetje bij beetje
verloor ze alles wat ze opgebouwd had.
Ze werd een schim
van wie ze vroeger was.
Bang, gebroken,
vol vragen over de toekomst.
Het meisje klopte op iedere mogelijke deur.
Maar alle deuren bleven gesloten.
Ze was verzeild geraakt
in een grote, vieze,
stinkende doofpot.
Er zat niets anders op.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
14

Ze zou zelf een nieuwe deur moeten maken.
En de vieze brij in de doofpot
uitgieten.
In de rechtbank
kwam ze uiteindelijk zonder advocaat
bij een rechter terecht.
Het was een goede man,
die oprecht geloofde dat wat hij deed,
juist en goed was.
Maar de rechter hield vast
aan een oude, gebarsten pot.
Een pot, waar het water
van de Waarheid uit weg sijpelde.
De rechter wist dat wel.
Hij zag dat natuurlijk zelf ook.
Al heel lang wist hij dat.
Al heel lang zag hij dat.
De andere rechters zagen de barsten ook.
Maar ze keken allemaal de andere kant op.
Ze waren vergeten dat het water hun hoogste goed was.
Dat de zorg voor het water hun verantwoordelijkheid was.
Dus deed de rechter ook maar alsof hij de barsten niet zag.
Als een barst echt te groot werd,
legde hij er wel even zijn vinger op.
Maar voor de rest liet hij de oude pot met rust.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
15

Iedereen liet de oude pot immers met rust.
En hij had per slot van rekening al werk genoeg hele dagen.
Het meisje luisterde aandachtig naar de rechter.
Ze begreep hem niet goed.
Ze hoorde hem wel spreken over Waarheid,
ze hoorde hem wel beloven dat hij zou zorgen voor Waarheid,
maar hij liet begaan
en keek zwijgend toe
toen de Waarheid
keer op keer verkracht werd.
De verkrachter was medicus.
Dat maakte het ok voor de rechter.
‘Eerlijk duurt het langst’,
zei de rechter.
Maar waarom handelde hij er dan niet naar ?
Iedere keer weer
had de rechter een andere vraag,
een nieuwe twijfel,
die hij opgelost wilde zien.
Krampachtig hield hij vast aan de oude pot,
badend in een plas van verspilde Waarheid,
verloren tijd, een weggesmeten leven, gemiste kansen.
Iedere keer weer
bezorgde ze hem
de bewijzen waar hij naar vroeg,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
16

ten koste van haar gezondheid,
haar kind, haar paarden.
Ontelbare keren had het meisje
de rechter gevraagd
‘Geef me mijn leven terug’.
Ze had geargumenteerd, gesmeekt, geweend, geroepen en gevloekt.
Tevergeefs.
Wet, Waarheid, Gezond Verstand,
zelfs Nieuw Leven, het heiligste der dingen,
moesten wijken voor de gebarsten pot.
‘Maak een nieuwe pot’,
vroeg ze hem.
En op een dag zei de rechter
‘De oven staat aan. Als jij voor de klei zorgt, zal ik voor water zorgen’.
Voor klei zorgen ?
Maakte hij een grapje of zo ?
Had hij dan nog geen klei genoeg ?
Er lag al een hele berg klei op zijn tafel !
Zijn tafel lag gewoonweg bedolven onder de klei !
Hoeveel klei had hij zo NOG nodig ?
Het meisje wist niet meer
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
17

wat ze er van moest denken.
Had ze zich echt zo mispakt aan de rechter ?
Waren zijn beloftes
niets meer dan lucht geweest ?
En wat maakte het nog uit ?
Ook het meest dierbare,
haar kinderwens,
werd haar uiteindelijk nog ontnomen.
Ze weende bittere tranen.
Niets restte haar nog van haar leven.
Niets restte haar nog van haar droom.
Niets restte haar nog om voor te vechten.
Ze verdronk
in een onnoemelijk verdriet.
Papa was goed fout.
‘Als je hard werkt en steeds je best doet,
de regels volgt en doet wat juist is,
zal je in het leven nooit problemen kennen,’
had hij gezegd.
Maar hard werken had niet geholpen.
Haar best doen had niet geholpen.
De regels volgen had niet geholpen.
Het juiste doen had niet geholpen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
18

Ze lag bedolven onder de problemen.
Had zich letterlijk kapot gewerkt.
Hoe was dat mogelijk ?
Was alles waar ze haar leven lang in geloofd had dan een illusie geweest ?
Zelfs de rechter
had zijn woorden niet in daden omgezet.
Waar kon je dan nog op vertrouwen ?
Waar mocht je dan nog in geloven ?
Ze begreep er niets meer van.
Het meisje miste haar dochtertje.
Dat zat ver van huis.
Ver van thuis.
Al meer dan een jaar.
Omdat het meisje geloofd had in Waarheid.
Omdat het meisje vertrouwd had op de rechter.
Streven naar Waarheid boven haar kind gesteld had.
Om haar kind een zorgeloze toekomst te kunnen geven.
Het meisje werd boos.
Boos op zichzelf, omdat ze al die jaren zo dom was geweest.
‘Wie goed doet, goed ontmoet’.
Wat een gezever zeg !
Boos op de rechter, omdat zelfs hij,
de Grote Beschermer van de Waarheid,
niet voor Waarheid koos.
Hoe kon hij haar haar kind laten afnemen ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
19

Hij die God is in zijn rechtbank ?
Haar kind. Haar kind !!
‘Doe wel en zie niet om’ ?
‘I don’t care’ lijkt er beter op !
Wat een idioot was ze geweest.
Boos op de wereld, die haar verlaten had.
Of toch niet ?
De Waarheid verspreidde zich als een golf
en schimmen uit wat een heel ver verleden leek,
tekenden zich scherper af.
‘Ook wij geloven in Waarheid’,
klonk het zacht.
Plots had ze terug een auto.
Juridisch advies dwarrelde binnen.
Medisch advies kwam aanwaaien.
Het goede uit het verleden bood zich aan.
Maar ze was uitgeput.
Haar geloof in de rechter was ze kwijt.
Ze kon het niet meer opbrengen
om zich nogmaals aan het schrijven te zetten.
Haar hoofd werkte niet meer mee.
Haar hart leek een diepe put.
Wat voor zin had het nog ?
‘Opgepast : als ik genoeg klei heb,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
20

zal ik enkel schrijven
dat het verslag van Tack te licht bevonden is’
had de rechter gezegd.
Nog zou hij niet voor de Waarheid opkomen.
Weer zou hij zijn vinger op een barst leggen.
Daarmee zou hij de deur wagenwijd open zetten voor beroep.
En het vieze spel
zou helemaal van voor af aan herbeginnen.
Moest ze daar serieus haar tijd
en energie nog insteken ?
Moest ze daarvoor serieus nog eens weken
van haar kind gescheiden leven ?
Sinterklaas missen ?
Kerstmis missen ?
Nee. Enough. Basta. Finito.
En wat moest ze de rechter nog gaan vragen ?
Wat telde in haar leven,
het kostbare waar ze 10 jaar lang aan gebouwd had,
waar ze zo lang en zo hard als een leeuwin voor gevochten had,
was haar voorgoed ontnomen.
Ze had geen dromen meer.
Een gebroken lichaam en een gekraakte ziel
was al dat overbleef.
Het meisje weende.
Al het verdriet van de voorbije 5 jaar kwam naar boven.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
21

Ze liet het stromen.
Er leek geen einde aan te komen.
Ze voelde zich leeg.
Nietig.
Verpletterd.
Klein.
Ze snakte naar armen om haar heen.
Iemand die haar toefluisterde
‘Alles komt goed’.
Maar er was niemand.
Wie wil er nu zijn leven delen met een halve invalide
die voor alles te moe is en waar men niet aan mag komen ?
Niemand.
Niemand ?
Toch wel.
Oro was er.
In wat mystici zouden omschrijven
als een ‘moment initiatique’
omhulde Oro het meisje
in een warme deken van pure liefde.
Geborgen onder zijn hals,
haar armen om hem heen,
tegen zijn zachte borst aangedrukt,
onder het ritme van zijn diepe ademhaling,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
22

kon het meisje zijn rust en wijsheid voelen.
‘Het is niet dat hij niet wilde kiezen voor Waarheid meisje’,
sprak Oro.
‘Hij was er gewoon nog niet klaar voor’.
‘En hij heeft procedureregels te volgen’.
‘Wees niet boos op hem. Heb vertrouwen’.
‘Nu zie je nog niet alles. Er komt een dag
waarop je zal begrijpen waarom deze weg nodig was.’
‘Ik ben daar vet mee’,
sputterde het meisje tegen.
‘Niet klaar voor, kus mijn kloten,
zijn experts indekken is het enige dat hem interesseert,
zo simpel is dat’.
‘Ik wil mijn leven terug’,
‘ik wil nog een baby’.
‘Hij kàn je je oude leven niet teruggeven meisje’,
antwoordde Oro.
‘Jij moet aanvaarden dat je oude leven voorbij is.’
‘Je moet hem een nieuw leven vragen’.
‘Hij heeft als opdracht een nieuwe pot te bakken’.
‘Jij hebt als opdracht een nieuw leven te starten’.
‘Jullie kunnen elkaar daarbij helpen. En van daaruit vele anderen’.
‘Maar jullie zijn vrij, allebei,
om je opdracht al dan niet te aanvaarden’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
23

‘Je verwacht van hem dat hij de oude pot loslaat,
maar zelf ben je niet bereid om je oude leven los te laten’ ?
‘Zo werkt het niet. Dus wees niet koppig’.
‘Herpak je. En maak af wat je begonnen bent’.
‘Geef hem de kans om de Waarheid in ere te herstellen.’
Een fractie van een seconde later
was het moment van de betovering verbroken.
Het meisje vloekte.
Verdomme toch ! Miljaarde !
Ze had echt geen goesting om haar oude leven los te laten.
Haar Grote Droom, haar Paardencoaching Center.
Wie zou ze zijn zonder haar droom ?
Wat zou ze doen zonder haar droom ?
Hoe kon ze haar leven zin geven zonder haar droom ?
Ze wist het niet.
Maar diep vanbinnen wist ze dat Oro gelijk had.
Als ze aan haar oude leven en haar droom zou vasthouden,
zou ze veel te veel moeten vragen aan de rechter
en zou ze hem zijn opdracht onmogelijk maken.
Ze zou van droom moeten veranderen.
Maar ze had geen andere droom.
Dus besloot ze haar droom af te stemmen
op de opdracht van de rechter.
Ze zou hem de klei geven die hij vroeg.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
24

Zo kon hij tenminste IETS van zin geven
aan haar lijdensweg van de voorbije jaren.
Zo kon er tenminste nog IETS goeds uit komen.
Ook de rechter vloekte.
Miljaarde !
Hij had echt geen goesting om een nieuwe pot te bakken.
Hij was de rechter
van de gulden middenweg,
de stok in twee.
Niet de rechter
van de revolutie.
Maar hij had het haar beloofd.
‘ Geen 3
de
expertise meer’ .
Het was tijd dat hij zijn rol opnam
en de verantwoordelijkheid voor zijn beslissingen
niet langer op een ander afwentelde.

Maar toen hij zag
welke weg het meisje insloeg,
en toen het ten volle tot hem doordrong,
welk structureel verzekeringsbedrog ook hijzelf
20 jaar lang had helpen legaliseren,
tot het uiteindelijk een ‘gewoonte’ werd in de Belgische rechtbanken,
dacht hij bij zichzelf :
‘Nee, dit gaat zelfs mij te ver.
Nee, daar kan ik in eer en geweten niet langer achter staan.
Ik dien de Wet, niet de verzekeringen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
25

Als zij dat kan, dan kan ik zeker de prachtigste pot ooit bakken’.
En hij bakte de nieuwe Pot van de Waarheid
en zette hem in zijn rechtbank,
waar iedereen hem goed kon zien,
en stuurde de wereld zijn boodschap toe :
‘In mijn rechtbank heerst Wet en Waarheid’.
Zelden had hij zich zo trots gevoeld.
Hij was niet langer de blinde rechter,
die deed voor wel zonder wel te doen.
Hij belichaamde de Waarheid.
De nieuwe Pot van de Waarheid
was er de afspiegeling van.
Zijn werk als rechter
kreeg een nieuwe betekenis voor hem.
Ja,
1 rechter kon door 1 krachtig signaal
wel degelijk een groot verschil maken.
Voor duizenden mensen.
En de oude pot ?
Niemand sprak nog over de oude pot.
Die belandde in het archief.
Hij was al snel vergeten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
26

Aan de Politierechtbank te Kortrijk
ZET MET EERBIED UITEEN:
Mevrouw Anke SANTENS, wonende te 8570 ANZEGEM, Elf-Novemberlaan 4,
eiseres
vertegenwoordigd door haarzelf
tegen
AG INSURANCE N.V., verzekeringsmaatschappij met zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53,
ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0404.494.849.
Verweerster
Vertegenwoordigd door M. Frederic BUSSCHAERT, advocaat te 8500 Kortrijk, President Kennedypark
26a
en mede in zake
LANDSBOND VAN DE ONAFHANKELIJKE ZIEKENFONDSEN, met zetel te 1150 Brussel, Sint-
Huibrechtsstraat 19 gesubrogeerd in de rechten van SANTENS Anke, wonende te 8570 Anzegem, Elf-
Novemberlaan 4, vrijwillig tussenkomende partij
Vertegenwoordigd door M. Kurt DEMEESTER, advocaat te 9030 Gent, Brugsesteenweg 378
***
Gelet op de procedurele voorgaande, waarbij alle reeds gemaakte conclusies en zowel mondelinge
als schriftelijke opmerkingen uitdrukkelijk hernomen worden,
Gelet op de reeds overgemaakte stukken die voorgaande opmerkingen en argumenten bijkomend
staven, mede de nieuwe aangebrachte stukken,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
27

kan uw rechtbank een overzicht bekomen op de ware toedracht van de feiten in dit dossier door :
1.voor wat betreft de aard, ernst, omvang en gevolgen van de letsels opgelopen tijdens
ongeval, alsook het causaal verband tussen de letsels en het ongeval, alsook de medische
voorgeschiedenis: de samenvattende medische verslagen te lezen van Dr Jan Van
Walleghem, Dr Jan Bolt, Professor Christophe Lafosse en Professor Edwin Verstraeten en het
overzicht van het RIZIV, de getuigenissen en de Equiboost blog artikels te raadplegen.
2.voor wat betreft het bedrog gepleegd door AG, Providis en ALLE (met uitzondering van Dr
Patrick Seynaeve) GERECHTSDESKUNDIGEN en andere twijfelachtige betrokkenen in dit
dossier, en de omstandigheden van het ongeval te kennen: de audio opnames te beluisteren,
de opmerkingen op Tack’s verslag te lezen en de Open Brieven te lezen.
3.voor wat betreft de structurele medische corruptie in justitie waar het dossier SANTENS/AG
slechts 1 van de ontelbare voorbeelden van is: de video’s te bekijken, de artikels te lezen van
de Kamer van Deskundigen ea en de artikels te lezen op www.stopmisbruikverzekeringen.be
en een voorbeeld te nemen aan de Nederlandse rechtbanken – waar er uiteindelijk ook 1
rechter de 1
ste
moest zijn ...
4. voor wat betreft de schade opgelopen door en sinds het ongeval kunnen we kort zijn : deze
kon grotendeels voorkomen geweest zijn als iedere speler in dit dossier de Wet en de regels
van zijn of haar deontologische code nageleefd had, zijn of haar verantwoordelijkheid
opgenomen had, en eerlijk was geweest. De opgelopen schade roept om een duidelijk
signaal, dat al zo lang gevraagd wordt, en dat hopelijk de weg zal mogen effenen naar meer
rechtvaardigheid in de Belgische rechtbanken.
Er is maar 1 oplossing om het dossier SANTENS/AG op een rechtvaardige en billijke manier af te
sluiten, en dat is resoluut kiezen voor een Nieuwe Weg, die Wet en Waarheid in ere herstelt, en die
de geloofwaardigheid van Justitie, op vandaag piepedood, nieuw leven inblaast.
De enige manier om dat te doen, is door de Waarheid te schrijven en de Wet toe te passen.
Dat impliceert geen vage bewoordingen meer, geen rond-de-pot-gedraai meer, geen toedekken van
corrupte artsen meer, maar simpelweg de Waarheid.
Naar schadebegroting toe, er op toe te zien dat concluante haar leven kan verderzetten op die wijze
die ze zonder het ongeval ook gehad zou hebben. Dat betekent leven in de natuur, samen met haar
paarden, samen met haar gezin, samen met haar familie, op een zo pijnloos mogelijke manier,
waarbij concluante eindelijk de kans geboden wordt om tot rust te komen en zo goed als mogelijk te
kunnen herstellen van de letsels opgelopen tijdens ongeval, verdere schade te voorkomen voor
haarzelf én haar gezin, zich zo veel als nog mogelijk ten dienste kan stellen van de medemens en zich
verder kan blijven ontwikkelen, wat voor haar een essentieel onderdeel uitmaakt van haar identiteit.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
28

En dat betekent ook afstappen van de ‘gewoonte’ die in ons land gegroeid is, om allerhande absurde
barema’s en forfaits toe te passen die gedicteerd worden door verzekeringsmaatschappijen en die
niet alleen strijdig zijn met artikel 1382-1383 BW, maar ook met het fundamenteel en universeel
recht op een menswaardig leven, in al zijn aspecten.
Concreet vertaalt zich dit in een vonnis dat :
1.Alle bestaande medische ‘deskundigen’verslagen in klare taal afwijst
2.Het medisch luik van deze procedure op gemotiveerde wijze afsluit door het
deskundigenverslag van Dr Van Walleghem te aanvaarden, dit op basis van de objectieve
medische stukken en medische verslagen van onafhankelijke artsen in het dossier, en dit op
een dusdanig onderbouwde manier, dat een rechter in beroep – want verweerster zal
hiertegen graag beroep aantekenen – geen ernstige argumenten zal kunnen vinden om de
beslissing van uw rechtbank teniet te doen en zodoende het verzekeringsbedrog verder te
blijven legaliseren
3.Er voor zorgt dat concluante haar leven kan verder zetten met inachtname van die
elementen die een wezenlijk onderdeel uitmaken van haar identiteit
4.De Wet toepast, en er op toeziet dat ALLE schade tgv ongeval vergoed wordt, en niet enkel
die schade die verzekeringen bereid zijn te vergoeden (en die rechtbanken tgv 30 jaar
lobbyen door verzekeringen mede minimaliseren, zelfs straal negeren)
5.Zodoende een duidelijk signaal stuurt naar de verzekeringssector in haar totaliteit, dat het
opstellen van valse medische verslagen niet langer getolereerd wordt in haar rechtbank
Kortom : dat uw rechtbank een nieuwe pot moge bakken, en dat die een voorbeeld mag zijn voor
andere rechtbanken, zodat op termijn een menswaardig leven voor ALLE slachtoffers van verkeers-
of arbeidsongeval of medische fout na 30 jaar verzekeringsbedrog eindelijk mogelijk mag worden
in ons land.
Uw rechtbank krijgt de klei die ze vroeg, zorg dan ook voor het beloofde water, bak een
onverwoestbare nieuwe Pot, en zie er op toe dat verweerster geen (juridische) stokken meer heeft
om mee te slaan. Zodat ze ook 2 x nadenkt in andere dossiers, waar ze juist dezelfde
bedrogstrategieën toepast, en waar al veel te veel mensen al veel te veel jaren het onschuldig
slachtoffer van zijn, met alle desastreuze gevolgen vandien. Uw rechtbank heeft meermaals tegen
concluante gezegd : “Ge hebt de mogelijkheid om u te laten bijstaan. Doet dat, doet dat.” Vandaag
zegt concluante tegen uw rechtbank : “Ge hebt de mogelijkheid om een verschil te maken voor
duizenden mensen en om de geloofwaardigheid van justitie te herstellen. Doet dat, doet dat.” Maak
een einde aan het bandwerk, wat letselschadedossiers uiteindelijk overal geworden zijn: ja knikken
op alles wat uw experts – en dus de verzekeringen – zeggen want ‘zij zijn arts’, en zodoende als
rechtbank het verzekeringsbedrog legaliseren. Want DAT is uiteindelijk wat al jaren gebeurt.
- De waarheid is altijd het sterkste argument -
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
29

(Sofocles)
Gelet op de omvang van de besluiten, en de verschillende onderwerpen die er in aan bod komen, is
voor het gemak van uw rechtbank beslist om te werken met een inhoudstafel (stuk 1).
DEEL 1 : TOESTAND VOOR HET ONGEVAL
De beschrijving van de toestand voor het ongeval is een essentieel gegeven, nu deze
illustreert :
1.Hoe het leven van concluante er uit gezien zou hebben ZONDER ongeval
2.In welke toestand concluante hersteld dient te worden cfr. art. 1382-1383 BW
1.1 PROFESSIONEEL LEVEN VOOR ONGEVAL
Concluante oefende op het moment van het ongeval 3 beroepsactiviteiten uit :
1.Persrelaties, copywriting, marcom (marketing en communicatie) consultant onder de
benaming Calliope’s – www.calliopes.be (stuk 2)
2.Paardencoaching (het coachen van mensen met de hulp van paarden) onder de
benaming Equiboost – www.equiboost.com (stuk 3) en equiboost.blogspot.com (stuk
4)
3.Natural Horsemanship (het trainen, huisvesten en verzorgen van paarden op
paardnatuurlijke wijze, lees : in respect voor de natuurlijke behoeftes en psychologie
van paarden), aanvankelijk onder de benaming The Orange Stable, na de aankoop
van het domein in Frankrijk onder de benaming Chez Oro – www.chezoro.com (stuk
5)
Deze 3 beroepsactiviteiten waren onmiskenbaar nauw met elkaar verbonden :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
30

1.Calliope’s (activiteit 1) verzorgde de persrelaties voor Equiboost (activiteit 2) en The
Orange Stable (activiteit 3). Dat betekent dat concluante haar perscontacten
aanwendde om enerzijds promotie te maken voor Equiboost, anderzijds om het
beroep paardencoach bekendheid te geven, bijkomend om Natural Horsemanship te
promoten. Ter staving enkele voorbeelden van persberichten en -artikels omtrent
Equiboost via Calliope’s (stuk 6, stuk 7, stuk 8) alsook artikels gepubliceerd in diverse
magazines omtrent Natural Horsemanship (stuk 9).
2.Calliope’s stond ook in voor het schrijven van de Equiboost blog. Dagelijks werd er
een, soms meerdere artikels geschreven. In totaal schreef Calliope’s zo’n 600 artikels
voor het ongeval. Het resultaat hiervan was, dat Equiboost altijd op nummer 1 stond
in google. Wie iets wilde weten over paardencoaching, kwam dus automatisch bij
Equiboost terecht. Zo werd Equiboost al snel dé referentie op het vlak van
paardencoaching in België, maar ook in Nederland.
3.The Orange Stable werd gebruikt voor incentives voor Calliope’s. Dat betekent
concreet dat klanten, journalisten, medewerkers, partners, … kennis konden maken
met paarden en Natural Horsemanship. Het beroep Persrelaties draait namelijk
voornamelijk rond het onderhouden van goede relaties met een uitgebreid netwerk.
Dus dan zorg je er voor dat je niet enkel contact opneemt met mensen als je iets
nodig hebt van ze, maar hen ook leuke dingen aanbiedt ‘zomaar’, juist om die goede
relaties te onderhouden. Dat is mede een reden, waarom journalisten graag op vraag
van Calliope’s een artikel publiceren over een klant van Calliope’s. Een concreet
voorbeeld : een magazine heeft bvb. plaats om 1 artikel te schrijven over 1
fototoestel. Maar, er bestaan wel 100 fototoestellen, die bijna allemaal goed zijn. 20
PR consultants stellen elk 5 fototoestellen voor. Hoe kiest een journalist dan over welk
fototoestel hij een artikel zal publiceren ? Niet op basis van de kwaliteit van een
toestel, maar wél op subjectieve basis : welke persverantwoordelijke zou ik het liefste
een plezier doen ? Met wie werk ik het liefste samen ? Want persverantwoordelijken
worden beoordeeld op het aantal artikels dat ze voor hun klanten gratis, zonder het
betalen van publiciteit, in de pers krijgen. Als je weet dat 1 blz. publiciteit plaatsen in
een key-magazine toen al snel 5.000 tot 8.000 euro kostte, dan begrijp je dat een PR
consultant een bedrijf heel veel geld kan uitsparen door gratis artikels te laten
publiceren. Hoe meer artikels, hoe meer werkzekerheid als PR consultant, hoe hoger
je je uurtarief kan maken (hoe minder je moet werken, hoe meer tijd je hebt voor
leukere dingen). In ieder geval, in die zin werden demonstraties, feestjes, edm
georganiseerd in en met The Orange Stable voor het netwerk van Calliope’s. Enkele
foto’s ter staving (stuk 10).
4.Equiboost en The Orange Stable hadden ook een samenwerkingsovereenkomst met
Event Solutions, een partner van Calliope’s bij de organisatie van persevents, om
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
31

bedrijfsincentives te organiseren. Daar werd paardencoaching in opgenomen. Ter
staving 1 van de facturen (stuk 11).
5.Calliope’s stond via haar netwerk ook in voor het ontwerp van de marketing
materialen voor Equiboost : business cards, vlaggen, banners, allerhande gedrukt
promotiemateriaal zoals bijvoorbeeld de Equiboost cheque (stuk 12).
6. Er werden gezamenlijke opleidingen voorzien, zoals bvb. een PR opleiding
(Calliope’s) met het paard (Equiboost) als evaluatietool (stuk 13).
7.Enz.
Calliope’s, Equiboost en The Orange Stable waren dus 3 totaal verschillende activiteiten,
allen opgestart in 2005, die tegelijk 1 vormden. De ene activiteit liet toe om de andere te
laten groeien. Dat blijkt ook uit de financiële resultaten, die jaar na jaar aanzienlijk
toenamen. Hierbij is het belangrijk om aan te stippen, dat concluante dit alleen realiseerde :
zij had nooit personeel in dienst. De bvba was een eenmansbvba.
Een doorsnee werkdag van concluante zag er doorgaans als volgt uit :
-Voormiddag : telefoons, vergaderingen, besprekingen, emails, administratie
-Lunch : steeds op restaurant of op een event of met klanten of met journalisten of …
-Namiddag : paardenverzorging, paardencoaching, paardentraining, paardenstudie
-Avond : naargelang agenda : receptie, etentje bij vrienden of familie, lezen, piano
spelen, cinema, schrijven van hetzij persberichten, hetzij blogartikels, hetzij
copywriting, hetzij verder werken aan haar boek over paardencoaching, ontspanning,
uitgaan, romantiek, …
In geval van persevent of persreis of ander event : ganse dag op het event, ’s avonds naar de
paarden (tenzij uiteraard persreizen of meetings in het buitenland, zo’n 4 à 8 x per jaar).
Tijdens het weekend : huishouden, boodschappen, familie, vrienden, partner, paarden,
boekhouding, lezen, piano spelen ; occasioneel workshops / lezingen / opleidingen geven of
zelf bijkomende opleiding volgen ; en natuurlijk … PARTY TIME !
Concluante had maw een ideaal evenwicht tussen intellectuele arbeid (voormiddag
Calliope’s), fysieke arbeid (namiddag Equiboost en Orange Stable) en ontspanning (avond).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
32

Work hard, play hard vat haar leven voor het ongeval het beste samen.
Zij kon de veelheid aan klanten, journalisten en projecten met gemak combineren dankzij
haar grote sterkte : haar brein, dat zeer snel informatie kon verwerken, zeer snel van de hak
op de tak kon springen, en een enorme hoeveelheid informatie in het geheugen kon
opslaan. Als kind al, volstond het voor haar om iets 1 x te horen of te lezen om het te
begrijpen, maar vooral ook : te onthouden. Juist daardoor kon zij later universitaire studies
combineren met part time en soms full time werk. Dit steeds gecombineerd met LIEFDE voor
het werk dat ze deed.
Onmisbare vereisten voor het beroep PR consultant zijn :
-Flexibiliteit : je planning verandert voortdurend, je dient je aan te passen aan het
nieuws dat je klant wil brengen, je dient soms beschikbaar te zijn tijdens het
weekend of ’s avonds voor events, je weet nooit precies wat je morgen zal doen want
dat hangt vnl. af van de vragen van journalisten, bereid zijn om heel veel te leren
over heel veel verschillende onderwerpen en je er snel in kunnen inwerken, snel
kunnen switchen van Frans naar Nederlands naar Engels, in je auto wippen en van
meeting in Antwerpen naar perslunch in Brussel rijden, enz.
-Stressbestendig zijn : bvb op een persevent moet je gemiddeld 10 à 100 man tegelijk
kunnen managen en alles in goede banen leiden en controleren en tegelijk je
nerveuze klant gerust stellen dat alles prima zal verlopen ; bvb als je klant je om 18 u
opbelt en tegen ’s middags een persbericht wenst in 3 talen, moet je onder tijdsdruk
kunnen werken ; bvb als een journalist met een deadline zit en een krant in druk
moet, en je maar enkele uren tijd hebt om een directeur te strikken of beelden of
info of materiaal bezorgd te krijgen, moet je zeer efficiënt te werk kunnen gaan.
-Creatief zijn : de juiste mensen op het juiste moment met de juiste info met elkaar in
contact brengen ; saaie info toch op een leuke manier kunnen brengen dat het
interesse opwekt ; originele invalshoeken blijven vinden ; foutloos en pittig schrijven.
Onmisbare vereisten voor het beroep paardencoach zijn : zelf in evenwicht zijn, observeren
zonder te (ver)oordelen, jezelf in vraag durven stellen, eerlijk zijn met jezelf en de paarden.
Onmisbare vereisten voor het beroep Natural Horsemanship zijn : idem als boven, plus
fysieke kracht natuurlijk (paard kunnen tegenhouden, materiaal als tonnen, balken, enz.
versjouwen, zadels dragen, …).
Persrelaties kent 2 drukke periodes : maart tot eind mei en eind augustus tot midden
november waarbij het eindejaar het hoogseizoen is. Dat heeft enerzijds te maken met
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
33

onderbemanning redacties in juli en augustus en anderzijds met nieuwe productlanceringen
in de sector waarin zij actief was in maart-april en september-oktober plus de specials in de
pers net voor het zomerverlof en net voor de eindejaarsfeesten. PR werk doen laat grote
vrijheid : zo’n 6 à 7 maanden druk werken, zo’n 2 à 3 maanden verlof. Juist dit maakte het
volgen van opleidingen en het vele reizen en de uitbouw van paardencoaching mogelijk.
Door van thuis uit te werken, kon concluante haar dagindeling en tijdsbesteding vrij kiezen.
Naar juridische structuur toe, waren de 3 activiteiten op het moment van het ongeval
22.09.2010 gebundeld in 1 bvba, nl. de bvba Calliope’s. De bvba omvatte van bij de start ook
2 duidelijk omschreven doelen : alles wat met communicatie te maken had enerzijds, alles
wat met paarden te maken had anderzijds, dit telkens in de meest ruime betekenis. Zie
hiervoor de oprichtingsakte met statuten van Calliope’s bvba (stuk 14).
Voor de oprichting van de bvba begin 2007, werden identiek dezelfde activiteiten ook al
uitgevoerd, maar dit op zelfstandige basis. Calliope’s ontstond eind 2005, net als The Orange
Stable. Met dat verschil, dat The Orange Stable in het begin zowel de paardencoaching
activiteiten als de natural Horsemanship activiteiten omvatte, en dat er tot 2009 geen
betaling gevraagd werd aan de mensen. Er werd onderzoek gevoerd naar de mogelijkheden
van paardencoaching en bestudeerd welke impact dit had op mensen, naast het hoger
vermeldde relationele incentive gebruik, naast de voorbereiding van workshops,
programma’s (als voorbeeld stuk 15) en de voorbereiding van de professionele opleiding
voor paardencoaches-in-spe met de nodige try-outs, gratis demo’s (stuk 16), enz.. Ook
meende concluante dat het fout was, om hulpbehoevende mensen, en vooral kinderen, te
laten betalen voor paardencoaching. Ze had immers geen extra geld nodig, ze verdiende
genoeg aan haar PR activiteiten, en ze wilde dat paardencoaching voor iedereen toegankelijk
zou zijn. Om het verschil tussen Natural Horsemanship en paardencoaching duidelijker te
stellen, werd in 2009 beslist om het luik paardencoaching extra te promoten en verder uit te
bouwen onder de naam Equiboost. Dit mede onder de impuls van de beslissing in 2008 om
een Paardencoaching Center op te richten en het beroep verder te professionaliseren. Vanaf
dan moesten bedrijven en mensen die de professionele opleiding wilden volgen, wel betalen
voor haar diensten. Kinderen en mensen in nood, nooit.
De beslissing om een Paardencoaching Center op te richten, had verschillende gevolgen :
1.Om een locatie met veel weides (landbouwgrond) te kunnen aankopen, was een
Europees installatie attest (om zich te vestigen als landbouwer) noodzakelijk.
Hiervoor moest een opleiding gevolgd worden met 2 stageperiodes, 2 theoretische
examens, 1 uitgewerkt business plan. Dat gebeurde in 2008 en in 2009 (stuk 17).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
34

2.Een zoektocht naar een geschikte locatie ging van start eind 2009. Na het PR
‘hoogseizoen’ (eind augustus tem eind november) reisde concluante wekelijks naar
Wallonië, soms ook Duitsland. Wallonië bleek te duur, in de Eifel bleek er geen goede
internetverbinding te zijn, noodzakelijk om de PR activiteiten te kunnen blijven
verderzetten naast de paardencoaching activiteiten. Na Pasen 2010 werd er actief
gezocht in Frankrijk. Daar lagen de prijzen lager en was er wel een goede
internetverbinding beschikbaar. De vooropgestelde deadline was 31 juli 2010 : als
tegen die datum geen geschikte locatie gevonden zou zijn, dan zouden de plannen
voor een Paardencoaching Center enkele jaren opgeborgen worden. Concluante had
bijna de moed opgegeven, maar vond als door God gezonden de ideale locatie op 29
juli 2010 (stuk 18).
3.Er zou een sabatjaar genomen worden (of preciezer : 8 maanden, te weten december
2009 tem juli 2010), waarbij enkel kleine doorlopende opdrachten zouden uitgevoerd
worden voor bestaande klanten. Nieuwe klanten (oa Samsung, stuk 19) en de
voorbereiding van grote projecten zouden uitgesteld worden tot augustus 2010. Dit
zou uiteraard belangrijke gevolgen hebben voor de omzet van Calliope’s bvba.
4.De paarden zouden wegens de veelvuldige afwezigheid van concluante moeten
overgebracht worden naar manège Kerstenburg, daar waar ze tevoren steeds bij
concluante aan huis stonden.
De levensdroom van concluante, wonen en werken in de natuur samen met de paarden, en
de talrijke voordelen op lange termijn, waren de inspanningen meer dan waard. Wist ze toen
veel, welke nachtmerrie in aantocht was …
1.2 PERSOONLIJK LEVEN VOOR ONGEVAL
Concluante heeft er van jongsaf aan steeds een lange termijnvisie op nagehouden. Eerst
studeren, dan ervaring opdoen, dan je eigen ding creëren, dan zorgen voor een deftige thuis,
dan kinderen. Een beredeneerd stap-voor-stap plan waarbij zij steeds bereid was te werken
om haar doel te realiseren. Haar ouders waren arbeiders en konden financieel niet steunen.
Concluante had een zeer brede kennissenkring, uit alle lagen van de bevolking. Ze had vele
vrienden. Ze was een uitgesproken sociaal figuur.
Concluante reisde veel : minstens 2 grote reizen per jaar, regelmatig korte trips. Ze woonde
in het verleden meerdere maanden in het buitenland (Kroatië, Servië, USA, China, Italië).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
35

Concluante had brede interesses en studeerde ook regelmatig bij : ze volgde tientallen
cursussen en workshops, sinds de opstart van de paardencoaching in 2005 vooral rond
paarden, coaching en persoonlijke ontwikkeling. In 2009 was ze gestart met een 4 jarige
opleiding transpersoonlijke psychologie in Parijs.
Haar hobbies waren : paarden, honden, lezen, schrijven, reizen, piano spelen, muziek, film,
zwemmen, fietsen, badminton, lekker eten, opera, ballet, toneel, concerten, dansen.
Ook was ze vrijwilliger voor een aantal goede doelen.
1.3 FINANCIËLE SITUATIE VOOR ONGEVAL
Dit luik komt uitgebreider aan bod in de schadebegroting.
Algemeen kan gesteld worden dat concluante in de periode 2005 – 2010 beschikte over een
gemiddeld maandelijks budget van 10.000 euro per maand. Dat is ook meteen de reden
waarom AG alles op alles gezet heeft om de erkenning van de letselschade te voorkomen :
concluante zou een dure vogel zijn. In kalme maanden verdiende concluante soms niets, in
topmaanden kon dat oplopen tot 50.000 euro per maand.
De bvba betaalde ALLE persoonlijke kosten van concluante: woonst, gas, water, elektriciteit,
verzekeringen, auto, telefoon, eten, alles van de paarden, herstellingen aan de woning, … .
Haar loon was ‘drinkgeld’ om uit te gaan, te reizen, te shoppen. Echte professionele kosten
had zij niet door de aard van het werk dat ze uitvoerde (geen machines, geen personeel,
geen leningen, geen voorraden van producten, …). Een gsm, wagen en laptop volstonden.
Enig risico op een faillissement was als dusdanig praktisch onbestaande.
Concluante leefde volledig van haar bvba.
1.4 VOORAFBESTAANDE TOESTAND
Concluante heeft een quasi blanco medische voorgeschiedenis.
A.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
36

Dat wordt bevestigd in de 1
ste
medische expertise : Hans Verstraelen schrijft in zowel zijn
voorverslag als in zijn eindverslag (beiden zijn uiteindelijk een copy paste van elkaar) (stuk 38
en 39) :
Hierbij is het interessant om aan te stippen dat het oorspronkelijk verslag van Hans
Verstraelen van 30 oktober 2011 (stuk 40) een andere versie is :
Er zijn ogenschijnlijk geen bijzonderheden te weerhouden uit de systeemanamnese met relevantie voor het
het ongeval, het optreden van de letsels, noch voor de aard, de ernst en de evolutie van de letsels of de huidige
klachten.
Er is geen medicatiegebruik.
Slachtoffer draagt geen bril of lenzen.
Slachtoffer heeft geen prothesen of orthesen.
Uit de medicotraumatische anamnese weerhouden we een val van een paard 6 jaar terug, waarbij op
spoedopname geen letsels werden vastgesteld.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
37

Hans Verstraelen heeft nooit de medische voorgeschiedenis van concluante opgevraagd.
Men kan zich afvragen bij wie, waar, wanneer en hoe hij dit dan in de loop van 2012
gecontroleerd heeft om uiteindelijk te besluiten dat er met zekerheid ‘geen
voorafbestaande toestand blijkt te zijn in causaal verband met de huidige klachten’?
Waaruit blijkt dat dan, een jaar later ? Want ‘zomaar’ verkeersslachtoffers met letsels op
hun woord geloven, doet geen enkele expert. Dat zal uw rechtbank intussen toch ook al wel
vastgesteld hebben. Zelfs als verkeersslachtoffers de bewijzen van letsels en causaal verband
aanbrengen, blijven het leugenaars en profiteurs en wordt er krampachtig gezocht om
ergens een voorafbestaande toestand te kunnen inroepen.
Immers, als een slachtoffer van een ongeval - op dat moment toch al een jaar na de feiten -
nog steeds klaagt over rugpijn, in die mate dat zij op het moment dat dit verslag geschreven
wordt 6 weken lang in een revalidatieziekenhuis ligt omdat ze zelfs niet meer zonder hulp
recht kan staan, én een val van een paard vermeld had, dan zou men er toch van mogen
uitgaan dat een gerechtsdeskundige minstens de medische beeldvorming opvraagt, of een
medisch verslag, juist om na te gaan of er al dan niet een voorafbestaande toestand is die
deze dermate invaliderende rugpijn zou kunnen verklaren ? Of zou men toch minstens
mogen verwachten dat verweerster hier op aandringt, nu het actief zoeken naar
‘voorafbestaande toestand’ de favoriete verzekeringsstrategie is, zoals overvloedig gebleken
is uit o.m. het papegaaienwerk van Tack en Busschaert op de zitting in raadkamer van 3 juni
2015.
Er kunnen 2 redenen zijn waarom de medische voorgeschiedenis niét is opgevraagd door
Hans Verstraelen :
1.Hans Verstraelen wist maar al te goed dat concluante tijdens het ongeval een hoofd-
nek-rugslingertrauma had opgelopen, en wist dat bulging (‘spit’) (zie bijlage 4/1, 4/2,
4/3, 4/4 op blz. 22-25 van verslag Dr Van Walleghem, stuk 30), wat leidt tot hevige
rugpijn bij overbelasting, hierbij een typisch en vaak voorkomend verschijnsel is. Hij
wist maar al te goed dat dit de reden was waarom zij op de duur niet meer kon
stappen of rechtstaan, en o.a. 6 weken diende opgenomen te worden in het
revalidatieziekenhuis :
De axiale (in de as-richting van de wervelkolom) samendrukking van de
tussenwervelschijven veroorzaakt uitpuiling van de kern van de tussenwervelschijf.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
38

Zodra de bindweelselring rond de tussenwervelschijf (annulus fibrosus)
onderspanning komt ontstaat er acute pijn (spit). Deze rugpijn wordt nog verergerd
door de beknelling van de zenuwwortels in de tussenwervelkanalen. Hierdoor
ontstaat er blijvende economische arbeidsongeschiktheid en is vergaande werktijd
vermindering en aangepast werk alleen nog mogelijk.
Axiale druk tijdens het VKO perste de discussen naar buiten zodat
- zowel het lig. longitudinale posterior onder spanning komt
- als de uittredende zenuwwortels in de tussenwervelkanalen worden bekneld.
Bij inspanning komen de discuskernen voortaan telkens weer naar buiten en
veroorzaken terug rugblokkeringen. Hiervoor werd het SO reeds 3 maal
gehospitaliseerd, medicatie toegediend en onderhouds kinesitherapie gegeven om de
pijn en de spierspasmen te overwinnen. De onderhoudsbehandeling dient te worden
opgenomen in het voorbehoud.
OF :
2.verweerster en Hans Verstraelen wisten op dat ogenblik reeds met zekerheid dat de
val van het paard geen letsel veroorzaakt had. Guy Meersman had in 2011 nl. de
medische voorgeschiedenis van concluante reeds bezorgd aan verweerster (stuk 43).
B.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
39

Om iedere mogelijke toekomstige discussie omtrent ‘val van paard’ uit te sluiten, maakt
concluante in stukkenbundel de verslagen van de medische beeldvorming uit 2005 over.
Deze besluiten dat er geen posttraumatische letsels zijn (stuk 41 en 42). Concluante heeft
ook de beelden zelf opgevraagd bij AZ Groeninge om aan iedere mogelijke vraag naar
controle tegemoet te kunnen komen. AZ Groeninge blijkt niet meer over beelden te
beschikken die dateren van voor 2006, enkel over de verslagen. Pas in 2006 werd gestart
met PACS (digitaal bewaren van medische beeldvorming). Alle beeldvorming voor die datum
werd vernietigd. AZ Groeninge heeft vreemd genoeg ook geen samenvattend verslag (meer)
in haar computerarchief van de toenmalige behandelende arts, Dr De Moor. Een ongelukje,
toeval of in 2011 gewist door Guy Meersman ? Dit valt niet meer te achterhalen, het
computersysteem dat dateert van voor 2013 laat dit niet toe (het valt niet meer te
achterhalen of en wat Dr Meersman verder in het dossier consulteerde, stuk 43). Dr De Moor
zelf is intussen overleden, we kunnen het hem dus ook niet vragen.
C.
Het gegeven ‘voorafbestaande toestand’ dook pas op tijdens de 2
de
expertise met Tack,
toen duidelijk werd dat hersentrauma en alle daaruit volgende secundaire klachten, echt
niet meer ontkend konden worden.
In een brief van 10 december 2014 aan Tack schrijft Mr Jan Fonteyne, raadsman van
verweerster (stuk 44):
Mevrouw Santens lijkt sterk in haar poging om emoties los te weken, maar dit draagt in niets bij voor
een sereen verloop van het lopende deskundigenonderzoek. Ik verwijs naar het verslag van Dr.
Meersman dd. 2 mei 2011 in de expertise door Dr. Verstraelen. [kan iemand uitleggen waar de link
met een verslag van 3,5 jaar tevoren plots vandaan komt ?]
(…)
Mag ik U verzoeken om in het kader van dit deskundigenonderzoek de antecedenten van mevrouw
Santens na te gaan, hetgeen hier zeker aangewezen is. [kan iemand uitleggen HOE Fonteyne zo
zeker weet dat dit ‘zeker aangewezen’ is ?]
In zijn verslag heeft Dr. Meersman spijtig genoeg nagelaten navraag te doen naar de antecedenten
en de eventuele voorafbestaande toestand van het slachtoffer dus van vóór het ongeval van 22
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
40

september 2010. [kan iemand uitleggen HOE Fonteyne weet dat Meersman iets al dan niet zou
nagelaten hebben ? Fonteyne was er toch niet bij ?]
Misschien heeft hij hier bij het slachtoffer navraag gedaan maar nagelaten hiervan melding te doen
in zijn verslag. [een gekend verzekeringsarts zoals Meersman die zou ‘nalaten’ om een
voorafbestaande toestand te vermelden die mogelijks kan in verband gebracht worden met het
ongeval ? dat zou juist het eerste zijn dat hij schrijft. Als er niets over een voorafbestaande
toestand in zijn expertiseverslag in staat, dan heeft dat maar 1 reden : dat er niets te melden valt
dat in causaal verband met ongeval gebracht kan worden]
Wellicht is het nuttig om hierover navraag te doen bij Dr. Meersman. [Moest het zo nuttig zijn,
waarom heeft AG dan zélf geen navraag gedaan bij Meersman zoals Tack, die toen nog niet bereid
was zijn nek compleet uit te steken voor AG, zo fijntjes suggereerde ?][Uiteraard heeft AG wél zelf
‘navraag’ gedaan, maar weigerde Meersman eind 2014 om nog meer leugens op papier te zetten,
aangezien hij sinds januari 2014 wist dat zijn bedrog aan het licht gekomen was. Beeld u de positie
in van Meersman : hij stelt op vraag van AG arts Luc Desmet, met wie hij regelmatig samenwerkt,
een vals verslag op in 2011. Deze inhoud kan hij niet meer ontkennen, hij heeft hem zelf op papier
gezet. Anderzijds heeft hij de medische voorgeschiedenis van concluante aan AG bezorgd. AG weet
net als hijzelf dat Meersman concluante gezien heeft als behandelend arts in het kader van
slaapproblemen in 2008. Anderzijds weet Meersman dat concluante sinds 2014 op de hoogte is van
zijn bedrog en dat hij ontmaskerd is. De enige houding die Meersman kan aannemen om zijn vel te
redden, is zich stilletjes van kromme haas gebaren. Eind 2014 een bijkomende (valse) verklaring
gaan opstellen voor AG, zou zijn eigen bedrog in dit dossier bijkomend aantonen.]
Wetende dat verweerster via Guy Meersman over de volledige medische voorgeschiedenis
van concluante beschikte (stuk 43) – Guy Meersman had met zekerheid toegang tot àlle
medische verslagen ooit opgesteld : De artsen hadden destijds toegang tot alle
gevalideerde verslagen van alle disciplines (stuk 60) – moet deze brief van Mr Fonteyne
eigenlijk als volgt gelezen worden :
Mevrouw Santens bewijst haar letsels en dringt aan op erkenning daarvan en vraagt hulp, maar dit
draagt in niets bij tot de belangen van AG : geen letselschade hoeven uit te betalen. Ik kan dus niet
anders dan het ‘geheime wapen’ van AG boven te halen : Guy Meersman, een van de trouwe
Westvlaamse koopbare verzekeringsartsen met bewezen diensten voor o.m. AXA, KBC, Winterthur, …,
die ons in mei 2011 al goed geholpen had door een vals verslag op te stellen, dat vervolgens door
verzekeringsvriend Dr Verstraelen ‘voor waar’ aanvaard werd, en door ons in te lichten over de
inslaapproblemen die concluante enkele weken gehad had.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
41

Ik weet precies wat er in de medische voorgeschiedenis staat, dus ik ben zeker dat ‘de antecedenten
nagaan’ zeker aangewezen is. Zelf kan ik dat natuurlijk maar moeilijk openlijk toegeven, dus ik reken
op u Dr Tack om het vuile werk voor AG op te knappen.
Dr Meersman had uiteraard wél navraag gedaan naar de antecedenten van mevrouw Santens - het is
een pur sang verzekeringsarts, dus dat is vanzelfsprekend het eerste waar hij naar vraagt -, maar er
waren helaas geen antecedenten die in causaal verband met ongeval gebracht konden worden. Dr
Meersman is dan na de expertisezitting op 18.03.2011 (stuk 43) zelf op zoek gegaan in het digitaal
medisch archief van AZ Groeninge naar antecedenten, of naar elementen die mits een ’juiste
kadering’ - wie weet een kleine aanpassing hier en daar ? - als antecedent naar voren geschoven
zouden kunnen worden. Maar afgezien een periode van inslaapproblemen, vond hij niets. Dus kon hij
in zijn verslag ook niet verwijzen naar antecedenten. Los van het feit, dat hij dan zelf door de mand
zou vallen : hij had in het nazicht van de medische voorgeschiedenis natuurlijk ook gezien dat hij
behandelend arts van mevrouw Santens was geweest. Ai.
We komen verder terug op de rol van Guy Meersman en zijn actieve samenwerking met
Johan Baeke en AG (punt 3.3) in dit dossier.
D.
De ‘voorafbestaande toestand’ verdween even uit het debat.
Lees : Maak u geen zorgen AG, suste Tack. Mijn koopbare partners Casselman en Colpaert
zullen wel zorgen dat Santens haar geloofwaardigheid verliest. We nemen een radioloog die
niets ziet en een psycholoog die het verslag van Baeke bevestigt, desnoods in een aanvullend
besluitje waar we alle kanten mee opkunnen mocht er toch achteraf objectiveerbaar bewijs
geleverd kunnen worden van een of ander letsel, en klaar is Kees. Ik zal alvast in die zin
zonder concluante daarvan op de hoogte te stellen en zonder dit te vermelden in zijn
aanstellingsbrief (daarom voeg ik ook de aanstellingsbrief van Colpaert NIET toe in mijn
stukkenbundel aan de rechtbank die ik samen met mijn eindverslag overmaak ; waarop AG
na lectuur van deze conclusies dat snel kan laten weten aan Tack, die dan snel een zinnetje
kan toevoegen in zijn aanstellingsbrief want geen kat kan dat achteraf gaan controleren of
het er oorspronkelijk wel of niet instond), de nodige verslagen bezorgen aan Colpaert en hem
instructies geven. Afin, voor zoverre hij die nodig heeft, hij weet uit ervaring wat hij moet
opschrijven in geval van commotio cerebri, getuige daarvan zijn ‘deskundigenverslagen’ die
nooit besluiten tot organisch hersentrauma … Ikzelf zal dan ook het verslag van Johan Baeke
hernemen in mijn deskundigenverslag, zo zijn er TWEE ‘experts’ die hetzelfde bevestigen.
Met mezelf er bij zijn dat er al 3. Zo kan ik tegelijk ook het verslag van Verstraelen
bevestigen, is zijn naam gezuiverd, en blijft het bij 6 %. De rechter gaat mij toch niet
tegenspreken, ik ben arts en hij vertrouwt mij, ik ken hem al lang, en ik kan hem wijsmaken
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
42

wat ik wil. We hebben de ‘voorafbestaande toestand’ en de bijkomende verklaring van
Meersman niet nodig. Daar zorg ik wel voor.
Maar Tack had niet voorzien dat concluante zijn verzekeringsspel niet meer zou meespelen.
Een boycot van de expertise, madam wilde niet meer naar de zitting komen … Daar hadden
hij en AG niet op gerekend. Zelfs vrijwillig verschijnende partij, ziekenfonds Securex had het
bedrog doorzien, en vond het dermate ernstig en dermate overduidelijk dat zij besloot om
concluante openlijk te ondersteunen (stuk 54 + bijlage) in een niet mis te verstaan signaal :
Geachte heer deskundige,
Voor zover als nodig bevestig ik u tussen te komen als raadsman van SECUREX, ziekenfonds van Anke
SANTENS.
In die hoedanigheid neem ik kennis van de heisa in deze zaak en heb dan toch gemeend enig initiatief
te moeten nemen.
Na bespreking met betrokkene kan ik haar overtuigen u te verzoeken de zitting van 30 januari a.s. af
te gelasten en dat u dus heel eenvoudig zonder meer uw preliminaria opmaakt in de huidige stand.
Ik ben van oordeel dat het aangewezen is deze preliminaria te bekritiseren en het is volgens mij
trouwens niet gebruikelijk dat de partijen op voorhand schrijven wat u dient te schrijven.
Ik bijlage vindt u trouwens ook de e-mail van mevrouw SANTENS.
Oei.
Toen twijfelde zelfs de rechter. Ai. Kleine misrekening van Tack, de rechter zou dus toch niet
zomaar alles volgen. Ze hadden het inderdaad wel een beetje té bont gemaakt met hun
onderling overleg en valse expertiseverslagen. Vooral dat van André Colpaert, vaste
medewerker van Baeke én van Tack, blonk uit door tegenstrijdigheden en partijdigheid.
Maar een geluk, het ‘probleem Demaerel’ werd snel snel en achter de rug om geregeld, een
kleine vriendendienst om de collega’s in te dekken, voor het gemak werd ‘vergeten’ om de
niet-omkoopbare Dr Seynaeve uit te nodigen voor de radiologische studie, waarbij het
tegensprekelijk karakter van de expertisewerkzaamheden in de vuilbak vloog, en als bij
wonder : Demaerel ‘zag niets’ ! Uw rechtbank keerde weer haar kar en Tack werd weer een
heilige in haar ogen, concluante was weer eens de grote leugenaar die spoken zag. Terug
naar af.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
43

Dan kwam madam wel af zeker met een gemotiveerd verslag van de nummer 1 hersenprof
in Vlaanderen, dat brandhout maakte van de expertise en dat de axonale hersenschade in
zijn juiste context plaatste en het bewijs van het causaal verband leverde … Dju toch, wat
een ambetant mens zeg !
Daar moesten ze toch iets aan doen.
Tack en verweerster zaten op dat moment in een positie dat ze de diffuse axonale
hersenschade niet meer konden ontkennen. Maar misschien konden ze de gevolgen en de
impact ervan nog afzwakken, door die ‘voorafbestaande toestand’ terug in te roepen. Ze
moesten alleen nog een omweg zien te vinden om Meersman buiten schot te houden. Dus
stuurde Tack op 22 april 2015 een brief aan Securex (stuk 48), waarin hij Securex
aanmoedigde om de Wet Patiëntenrechten te schenden :
In het bijzonder had ik graag een overzicht gekregen van de medische verstrekkingen waar RIZIV
terugbetaling gebeurde bij Mevr. Santens Anke, °17.08.1976, Elf Novemberlaan 4, 8570 Anzegem, in
de tien jaar voor het kwestige ongeval dd. 22.09.2010.
NIEMAND heeft het recht om medische informatie op te vragen zonder het akkoord van de
betrokken patiënt. Los van de Wet Patiëntenrechten, is dit een fundamenteel en universeel
recht : het recht op privacy. Uiteraard wist Tack dat maar al te goed ! Juist daarom stuurde
hij pas enkele dagen later een copy van zijn brief naar concluante.
Maar daar stak Santens weer een stokje voor. Ze wilde wel de medische voorgeschiedenis
bezorgen, maar niet aan Tack. Enkel aan een eerlijke expert. Ook Securex wilde zich niet
voor de kar laten spannen van het verzekeringsbedrog en leefde de wetgeving na.
21 mei 2015, Panorama. Shit !
De persoonlijkheidsstoornis konden verweerster en Tack nu ook wel schrappen als
hoofdstrategie om de geloofwaardigheid van concluante te ondermijnen … half Vlaanderen
wist nu dat de ‘theatrale en narcistische persoonlijkheidsstoornis’ een typische
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
44

bedrogstrategie is bij hersentrauma … (4 slachtoffers in Panorama, 4 verschillende mensen,
4 totaal verschillende karakters, maar wel alle 4 een ‘theatrale en narcistische
persoonlijkheidsstoornis’ ?) De verslagen van Baeke en Colpaert verloren nu ook hun laatste
restje geloofwaardigheid. Gerechtspsychiater Professor Chris Dillen was bovendien flink
door de mand gevallen.
Anderzijds hadden verweerster en Tack na Panorama als voordeel dat uw rechtbank zeer
pissed was op concluante nav de Panorama uitzending. Ze vond deze ‘zeer ongepast’ (allée
Tack verdient dat nu toch niet ; dat doet men niet, experts zo te kijk zetten ; was dat nu echt
nodig – JA dat was ECHT nodig want de wetgeving moet ECHT veranderen en zonder lawaai
te maken gaat dat niet gebeuren, uw rechtbank weet dat ook dat het de mannen in Brussel
niets kan schelen wat er met de mensen gebeurt – anders hadden de politici 20 jaar geleden
al maatregelen genomen, toen de kwestie valse medische verslagen op vraag van een aantal
advocaten in het parlement aangekaart werd), en daardoor zou ze haar gerechtsdeskundige
nog een graadje meer gaan indekken. En zou ze hem zelfs een bijkomende provisie
toekennen, onder dreiging van gerechtsdeurwaarder als deze provisie niet betaald zou
worden. Maar de rechtbank wilde toch wel eerst een antwoord op het verslag van Professor
Lafosse. Haar onuitputtelijk lijkende loyaliteit t.o.v. haar gerechtsdeskundige, bracht haar
onpartijdig oordeel over de aangereikte stukken niet in het gedrang.
Er zat niets anders op. Tack en verweerster zouden toch moeten terugkeren naar de
voorafbestaande toestand. Maar : zonder Guy Meersman er bij te betrekken, want die was
intussen zeer ongerust.
Na uitgebreid overleg besloten Tack en verweerster om ditmaal uw rechtbank voor haar kar
te spannen. Ze zouden op 3 juni 2015 samen uw rechtbank overtuigen dat zij ALLEBEI
‘bewijzen in handen’ hadden van ‘ernstige psychiatrische en zware hormonale
voorafbestaande problemen’. Aangezien uw rechtbank steeds geloof hecht aan wat haar
gerechtsdeskundigen verkondigen, zou uw rechtbank wel meestappen in het verhaal. En dat
deed ze ook. Zonder aan verweerster en Tack te vragen om deze ‘bewijzen’ die ze ‘in
handen’ hadden, te overhandigen.
En zonder stil te staan bij de vraag hoe ze aan die vermeende ‘bewijzen’ gekomen waren .
Of, hoe het mogelijk was dat én Tack, én verweerster ALLEBEI over blijkbaar diezelfde
‘bewijzen’ beschikten, terwijl overleg tussen partijen en een gerechtsdeskundige wettelijk
niet toegelaten is en op zich het bewijs van partijdigheid levert.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
45

Dit staat ook te lezen in punt 4 van het schrijven dat concluante aan uw rechtbank en alle
partijen richtte op 5 juni 2015 ; een schrijven waar nooit een antwoord op kwam, ook niet in
het eindverslag dat 3 dagen later opgesteld werd (stuk 51) :
Mr Busschaert stelt over bewijzen te beschikken dat ik jarenlange ‘ernstige
psychiatrische en hormonale problemen’ zou gehad hebben voor ongeval ; Dr. Tack
bevestigt dit ; maar wat die problemen dan wel zouden zijn willen ze niet zeggen, nog
minder waarop zij zich baseren ; nog minder hoe het komt dat ze hier allebei van
overtuigd zijn zonder dat er enige tegensprekelijke communicatie gevoerd werd ;
E.
Concluante herhaalde op 3 juni 2015 nogmaals voor uw rechtbank dat zij géén
voorafbestaande psychiatrische of hormonale problemen gekend had. Ze verklaarde dat zij
als ‘hormoon’ wel de (anticonceptie)pil genomen had, voor het ongeval nooit een
endocrinoloog gezien had (‘ik wist zelfs niet wat dat was, een endocrinoloog, voor mijn
ongeval, laat staan dat ik er een geconsulteerd zou hebben of een of andere hormonale
behandeling gevolgd zou hebben’) en dat zij een moeilijke periode gekend had nav het
overlijden van haar vader en oma (sinds wanneer is een rouwperiode een ‘psychiatrisch
probleem’ ? ) en de breuk met haar partner, maar dat daar geen psychiatrische behandeling
aan te pas gekomen was, en dat zij dit ook reeds in de 1
ste
expertise zelf verteld had aan
zowel Hans Verstraelen als Johan Baeke. Getuige daarvan o.a. het verslag van Johan Baeke
van 12.05.2011 (stuk 49):
De rouwperiodes werden zelfs niet eens vermeld door Baeke nu het evident is dat zoiets
niemand onverschillig zal laten. In het besluit van gerechtspsychiater/AG verzekeringsarts
Johan Baeke staat niets te lezen over een ‘voorafbestaande psychiatrische toestand’,
evenmin over enige ‘voorafbestaande toestand’ die een invloed zou kunnen gehad hebben
op de evolutie van de klachten na ongeval. Johan Baeke is een pur sang verzekeringsarts,
mét bovendien financiële belangen bij het ‘dienen van de belangen van AG’ nu hij als
verzekeringsarts voor AG werkt. Dit blijkt o.a. uit een getuigenverklaring van een slachtoffer
dat op vraag van AG naar AG verzekeringsarts-psychiater Johan Baeke gestuurd werd (en
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
46

waarbij Johan Baeke uiteraard commotio cerebri afwees … dat ook dit verslag vals was, blijkt
uit het feit dat AG later toch instemde met de implantatie van een neurostimulator voor de
hersenen)(stuk 50).
Ditzelfde stuk wijst erop dat Johan Baeke een zware reputatie heeft als verzekeringsarts: de
huisarts van deze getuige kende ‘veel andere verhalen’ van Baeke als verzekeringsarts. Dit
dossier is niets meer dan het zoveelste voorbeeld in een jammerlijke, reeds veel te lange
lijst.

En dit ondanks het feit dat Johan Baeke voor het opstellen van zijn verslag meermaals
contact heeft gehad met Guy Meersman, die de bron is van deze ‘voorafbestaande
toestand’. Dat er wel degelijk contact geweest is tussen Baeke en Meersman, zelfs voor het
uitvoeren van de expertise onderzoeken, wordt door Johan Baeke zélf bevestigd :
Onderaan blz. 1 van zijn verslag lezen we :
We namen contact op met Dr Guy Meersman (…)
Ook de ‘naadloze aansluiting’, zoals Hans Verstraelen het zo mooi stelde (stuk 39 blz. 4),
‘tussen het verslag van Meersman en Baeke’ wijst er op dat beide ‘deskundigen’ hun
verslagen op elkaar afgestemd hebben:
Later komen we hier uitgebreider op terug.
Samengevat : reeds in 1
ste
expertise werd door verweerster alles op alles gezet om toch
maar de letsels af te wijzen en te besluiten tot simulatie aggravatie. Desondanks kwam er
geen voorafbestaande toestand ter sprake, noch in het verslag van Meersman, noch in het
verslag van Baeke, noch in het verslag van Verstraelen, alhoewel én verweerster, én alle
aangestelde deskundigen toen al over de medische voorgeschiedenis beschikten. Deze werd
op 18 maart 2011 opgevraagd en doorgespeeld door Guy Meersman (stuk 43). Kwestie van
zeker niets over het hoofd te zien – en een en ander te wijzigen en te verwijderen uit de
bestanden ? - voerde Guy Meersman een 2
de
zoektocht uit naar de medische
voorgeschiedenis van concluante op 1 mei 2015, dat is 1 dag voor het opstellen van zijn
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
47

verslag, en laat dus royaal de tijd voor verder overleg (stuk 43). Dat wijst er op dat de
medische voorgeschiedenis niet als geloofwaardig argument kan aangehaald worden.
Anders zouden zij zeker in de 1
ste
expertise al de medische voorgeschiedenis opgevraagd
hebben.

F.
Zowel Tack als verweerster negeerden op 3 juni 2015 ieder woord dat concluante sprak
maar riepen in koor uit ‘ziede wel, ziede wel, ze geeft het zelf toe dat er een pscyhiatrische
voorgeschiedenis bestaat !’. Tack zou daar in zijn eindverslag (stuk 48, laatste blz.) van
maken :
‘Op de zitting bij de Politierechter op 03.06.2015 gaf ze schoorvoetend toe dat er vroeger
psychiatrische behandeling was’.
Uw rechtbank zal akkoord zijn dat het woord ‘schoorvoetend’ niet behoort tot het gedrag of
het karakter van concluante. Uw rechtbank was daar ruim voldoende zelf getuige van. Uw
rechtbank weet maar al te goed dat de omschrijving :
‘Op de zitting bij de Politierechter op 03.06.2015 protesteerde ze met groot lawaai tegen
deze leugens’.
een realistischer weergave is van hetgeen écht gezegd werd …
Concluante zal zeker nooit ‘schoorvoetend toegegeven’ hebben dat er psychiatrische
behandeling geweest zou zijn, aangezien er, zoals verder zal blijken, nooit psychiatrische
behandeling geweest is.
G.
Het feit dat Tack in zijn eindverslag duidelijk blijft pogingen doen om concluante als een
leugenaar die iets te verbergen heeft, af te schilderen, bewijst zijn partijdigheid en zijn
streven om toch maar géén letsels tgv ongeval te hoeven erkennen. Cui bono ?
Bijkomend tracht Tack de indruk te wekken dat concluante weigert om haar medische
voorgeschiedenis over te maken. In zijn eindverslag staat op de laatste blz. :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
48

Concluante heeft nooit geweigerd om haar medische voorgeschiedenis aan uw rechtbank
voor te leggen. Wel vroeg zij meermaals een eerlijke expert aan wie zij deze kon bezorgen.
Het klopt evenwel dat concluante niet bereid was om nog verder mee te werken aan een
SCHIJNexpertise zoals deze door Tack gevoerd werd. 1 schijnexpertise met Verstraelen was
genoeg geweest. Zij volhardt trouwens tot op vandaag in dit standpunt.
Zij zal in geen geval nog deelnemen aan medische onderzoeken van artsen met banden met
verzekeringen.
Concluante bevestigde meermaals uitdrukkelijk dat zij iedere medewerking zou verlenen aan
een neutrale en onpartijdige medische expertise door een onafhankelijke arts. Bijvoorbeeld
in verzoekschrift van 4 mei 2015 (stuk 57) :
Eiseres zal iedere medewerking verlenen aan een objectieve en onpartijdige
gerechtsdeskundige waardoor de medische expertise in alle stilte een verder sereen
verloop zal mogen kennen.
Maar die onafhankelijke arts is er nooit gekomen. Waarop concluante zelf een
onafhankelijke gerechtsdeskundige gezocht heeft: Dr Jan Van Walleghem.
H.
Los daarvan kon concluante haar medische voorgeschiedenis niet voorleggen op 3 juni 2015.
Ze had ze immers niet in haar bezit.
Toen bleek dat uw rechtbank het standpunt van verweerster en Tack volgde, en blijkbaar
meende dat er ondanks een 100 tal medische verslagen die de letsels tgv ongeval
bevestigden, nog niet genoeg ‘bewijs’ op tafel lag, besloot concluante zelf haar medische
geschiedenis op te vragen. Concluante begon zich op dat moment ook serieuze vragen te
stellen over het ‘waarom’ deze medische voorgeschiedenis toch zo belangrijk was. Ze was
nooit in behandeling geweest bij een psychiater, ook niet bij een endocrinoloog. AG en Tack
zouden zich toch zelf in de vingers snijden als ze deze voorgeschiedenis zou voorleggen ?
Concluante snapte er niets meer van.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
49

Ze vertelde het hele verhaal over Tack, AG en Meersman van A tot Z aan haar moeder.
Waarop haar moeder haar zei : Meersman ? Dat is toch die neuroloog bij wie je een
slaaponderzoek gedaan hebt toen pa gestorven is ?
En toen pas begon concluante stilaan te begrijpen hoe de vork in de steel zat.
De gerechtsdeskundige uit de 1
ste
expertise die een vals verslag had opgesteld, en die
verweerster zo graag nog eens zou laten oproepen in de 2
de
expertise, was ook haar
behandelende arts geweest ! En zodoende wist hij natuurlijk van de inslaapproblemen die zij
gehad had toen haar vader gestorven was. Ze was gerust gesteld, want die
inslaapproblemen waren verre van een ‘ernstig probleem’ geweest. Als het dat maar was,
waar AG en Tack zo stonden over te schreeuwen …
Maar hoe kon Meersman in maart 2011, zich nog herinneren dat hij haar 3 jaar geleden op
consultatie gekregen had ?
Met wel 30 à 40 patiënten per dag kon die man zich toch onmogelijk iedere consultatie
herinneren jaren later ? Concluante herinnerde zich zelf niet eens meer, dat ze Guy
Meersman ooit gezien had als behandelend arts. En zij had veel minder artsen te onthouden
dan dat Guy Meersman patiënten had. Plus, als Guy Meersman zich zou herinnerd hebben
dat zij zijn patiënte geweest was, dan had hij dat toch moeten melden ? Dan had hij toch zijn
opdracht moeten weigeren ? Hij had de opdracht aanvaard, dus moest het toch zijn dat hij
ook niet meer wist dat zij elkaar gezien hadden in 2008, 3 jaar tevoren ? En tijdens de
medische expertise zelf, had zij bij Meersman geen enkel teken van herkenning bespeurd.
Anderzijds, op dat moment kon ze maar amper op een stoel blijven zitten, en rechtstaan
zonder om te vallen, had ze nog steeds onbeschrijflijke koppijn en was haar geheugen nog
een complete zeef, misschien had ze dat over het hoofd gezien toen ? Ze was zich op 18
maart 2011, datum van het expertise onderzoek bij Meersman, nog helemaal van geen
kwaad bewust, verkeerde dan nog in de waan dat gerechtelijke expertises eerlijk verlopen,
en had alle vertrouwen in de onpartijdigheid van Meersman.
Plus : wat was eigenlijk het probleem als Guy Meersman AG op de hoogte gebracht had van
de inslaapproblemen die ze had toen haar vader stierf ? Ze had dit zelf gezegd, dat ze een
moeilijke periode gehad had toen, dus waarom moest ze eigenlijk nog iets bewijzen dat ze
zelf al had verteld 4 jaar eerder en waar nooit een haan naar gekraaid had ? En een
inslaapprobleem, dat is toch geen psychiatrisch probleem ? Dat is een inslaapprobleem. En
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
50

dan nog, was dit inslaapprobleem nooit ernstig geweest, in die zin dat ze er niet meer door
kon functioneren. Jazeker, was ze moe geweest. Jazeker, was dat vervelend geweest. Dus
wat dachten AG en Tack hier eigenlijk precies mee te bewijzen ? Een inslaapprobleem kon
onmogelijk haar klachten ontstaan door het ongeval verklaren. Het klopte gewoon niet. En
het hormonale verhaal, waar kwam dat dan vandaan ?
Alleszins was duidelijk dat Meersman een rol speelde in het plotse benadrukken van de
voorafbestaande toestand. Anders had Jan Fonteyne, raadsman van verweerster, niet zo
hard aangedrongen in november 2014 om Guy Meersman te laten oproepen tijdens de 2
de

expertise en om hem bijkomende verklaringen over een ‘voorafbestaande toestand’ te laten
afleggen – gebaseerd op zijn ‘bevindingen’ van 3,5 jaar eerder tijdens zijn medische
expertise, die hij zich ‘plots’ zou herinnerd hebben ...
De opvraging van de medische voorgeschiedenis gebeurde voor het eerst op 12 juni 2015,
via de raadsman van Securex (zie stuk 56) :
Graag de “terugbetalingen RIZIV” eens opvragen bij Securex voor de periode
september 2000 – heden. Ik zou eens willen weten waar ze precies naar verwijzen
want ik heb geen “jarenlange ernstige psychiatrische en hormonale problemen”
gehad zoals Busschaert en Tack beweren.
Wel heb ik een moeilijke periode gehad waarbij ik volgens mijn moeder oa bij … GUY
MEERSMAN (expert uit 1
ste
expertise die vals verslag opstelde) op consultatie geweest
ben. Ik heb dit gemeld aan Verstraelen (1ste expertise), Baeke (1ste expertise) en
Tack en daar is nooit een probleem over gemaakt omdat het ook nooit een probleem
geweest is. Ik wil deze consultatie uiteraard graag terugvinden.
Ik wist zelfs niet meer dat ik ooit bij hem geweest was. Kan je nagaan …
Ziet u de puzzel een beetje in elkaar vallen ?
OPGEPAST : deze info dient ENKEL voor MIJN EIGEN INZICHT en ZEKERLIJK NIET om
door te sturen aan AG of TACK of om het even wie anders. Ik heb er geen problemen
mee als u dit inkijkt.
Een andere vraag : kan een arts toegang krijgen tot de RIZIV info of enkel tot de
ziekenhuisinfo waar hij werkt ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
51

Het feit dat concluante aan Securex aangeeft dat zij er geen probleem mee heeft dat Securex
integraal kennis neemt van haar medische voorgeschiedenis, wijst er op dat zij niets te
verbergen heeft.
Hier kwam geen antwoord op, en de vraag werd herhaald op 25.06.2015 (stuk 55) :
Kan u me laten weten aub of u mijn ‘medische voorgeschiedenis’ mocht ontvangen aub ?
Uiteindelijk richtte concluante zich rechtstreeks tot het ziekenfonds Securex op 16.07.2015.
De medische voorgeschiedenis werd uiteindelijk, na een aantal rappels, per post bezorgd
begin september 2015 (afdrukdatum 4 september 2015) (stuk 58 – 49 blz).
Na lectuur van de medische voorgeschiedenis werd hetgeen concluante steeds
voorgehouden had, inderdaad bevestigd : er waren 2 sessies psychotherapie op het moment
van de breuk met haar partner begin 2009, uitgevoerd door een psychotherapeut die ook
psychiater was (dus geen psychiatrische behandeling, ook geen burnout) ; er waren enkel bij
Guy Meersman neurologische consultaties geweest, dit in het kader van inslaapproblemen
na overlijden vader begin 2008 (dus geen psychiatrische behandeling, ook geen burnout) ; de
3
de
psychiatrische consultatie kaderde in het door Guy Meersman voorgeschreven
slaaponderzoek (dus geen pscyhiatrische behandeling, ook geen burnout) ; en er was nooit
een consultatie geweest bij een endocrinoloog (dus ook geen hormonale behandeling, ook
geen burnout).
Concluante meldde dit bij verzoekschrift van 16 september 2015 aan uw rechtbank (stuk 59)
in de hoop dat uw rechtbank op basis hiervan de nodige conclusies zou kunnen trekken en
de nodige hulp en behandeling zou kunnen mogelijk maken, zodat een 2
de
kindje last minute
alsnog mogelijk zou kunnen zijn :
Uw rechtbank kon zelf meermaals de vastbeslotenheid van Tack om geen letsels tgv ongeval
te erkennen, vaststellen. Dit op zich wijst op vooringenomenheid en partijdigheid. Ook kon
uw rechtbank zelf vaststellen hoe Debusschere én Tack als 2 papegaaien in koor op de zitting
van 3 juni beweerden dat er sprake was van “voorafbestaande zware psychiatrische en
ernstige hormonale problemen”. Dit werd uiteindelijk door Tack in zijn eindverslag herleid tot
“voorafbestaande burnout”, zonder dat hij daarvan enig bewijs leverde of dit besluit
motiveerde. Ook dit wijst op vooringenomenheid en partijdigheid.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
52

Tack suggereerde in zijn eindverslag dat mijn weigering om mijn medische voorgeschiedenis
aan hem over te maken (periode 2000-2010) betekent dat er wel degelijk sprake is van een
voorafbestaande psychiatrische, hormonale of neurologische (burnout) toestand. Dit is een
subjectieve veronderstelling ingegeven door partijdigheid en verre van een bewijs. Zoals ik
eerder schreef en ook aan uw rechtbank ter zitting vertelde, heb ik er geen problemen mee
om mijn medische voorgeschiedenis aan een eerlijke gerechtsdeskundige over te maken. Het
is een feit dat verzekeringsartsen en koopbare gerechtsdeskundigen niet zoeken naar het
objectief vaststellen van de letsels van een ongeval en de gevolgen daarvan, maar wel zoeken
naar een strohalm om zich aan vast te klampen om toch maar letsels te kunnen afwijzen
zodat een verzekering geen schade zou hoeven te vergoeden. Ik verwijs hierbij naar het
artikel verschenen in MediQuality, medisch platform bestemd voor artsen, dat u in bijlage
vindt. Ik heb intussen zelf mijn medische voorgeschiedenis voor de periode 2000 – 2015 bij
Securex opgevraagd en daaruit blijken volgende zaken :
In de periode 2000 – 2015 werd 3 x een psychiater geconsulteerd, zonder dat enige
medicamenteuze behandeling werd opgestart. Dit is niets nieuws, dit heb ik zelf tijdens zowel
de 1
ste
als de 2
de
expertise gemeld en daar is, tot de zitting van 3 juni, ook nooit een probleem
over gemaakt.
De 1
ste
consultatie in heel mijn leven van een endocrinoloog – ik wist zelfs niet wat dat was -
dateert van 2014, maw na ongeval, en dit ten gevolge van ongeval. Het staat m.a.w. vast dat
van een “zware hormonale voorafbestaande toestand” geen sprake kan zijn.
De 1
ste
en overigens enige neuroloog die ik consulteerde in de periode 2000 – 2010 is Dr. Guy
Meersman. Guy Meersman, die op vraag van AG als gerechtsdeskundige aangesteld werd en
tijdens de 1
ste
expertise een subjectief verslag opstelde. Guy Meersman, die contact had met
Johan Baeke (staat zelfs in het verslag van Baeke te lezen dus er kan geen discussie over
bestaan dat beide artsen overleg gepleegd hebben over hoe ze het beste mijn dossier konden
aanpakken – lees: mijn letsels afwijzen) die zelf ook een vals verslag opstelde hetgeen
bevestigd werd door Hans Verstraelen (stel hem de vraag, nodig hem uit op de zitting), door
Professor Verhelst van de Universiteit Antwerpen (in uw bezit) en door Professor Lafosse (in
uw bezit) die alle 3 het verslag van Baeke bestudeerden en waarbij een stuk of 10
tegenexpertises dit bijkomend bevestigden. Guy Meersman, waarvan AG eind 2014 zei dat hij
terug moest opgeroepen worden in de 2
de
expertise omdat het hem plots, 3,5 jaar na zijn
‘expertise’, blijkbaar te binnengeschoten was dat hij “iets” “vergeten” was te vermelden in
zijn expertiseverslag van 3,5 jaar tevoren, betreffende een “voorafbestaande toestand”. Toch
curieus dat Guy Meersman wist dat mijn expertise nog niet afgesloten was, en toch zeer
curieus dat deze brave man 3,5 jaar na een deskundigenonderzoek nog steeds spontaan
denkt aan mijn dossier, en curieus dat hij dit aan AG meldt maar niet aan mij
(tegensprekelijkheid ?). Guy Meersman, die ook betrokken is bij minstens 1 ander
bedrogdossier, te weten dat van I.D. uit 2007 met AXA als tegenpartij. Guy Meersman, die
Tack goed kent. In alle geval staat vast aan de hand van mijn medische voorgeschiedenis dat
er van een “voorafbestaande burnout” geen sprake kan zijn. Hetgeen ook blijkt uit het
gegeven dat ik steeds gewerkt heb, wat blijkt uit mijn omzetcijfers en contracten en diverse
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
53

activiteiten (voortgezette studies, paarden, lesgever NAC, enz. …). Dit zou uiteraard niet
mogelijk geweest, was er inderdaad sprake van een “burnout” . Hiermee is de partijdigheid
en vooringenomenheid van Tack aangetoond.
Ik wil graag ter zitting mijn medische voorgeschiedenis ter inzage voorleggen zodat
bovenstaande door alle partijen geverifieerd kan worden.
Maar concluante vertrouwde het hele zaakje niet. Wat waren dan die ‘bewijzen’ die
verweerster en Tack ‘in handen’ hadden ? Tack had zelfs over ‘absolute zekerheid’
gesproken. Uit dit RIZIV overzicht viel toch niets te bewijzen ? Uit dit overzicht bleken toch
geen nieuwe elementen ? Het overzicht toonde juist aan hetgeen concluante gezegd had –
dat er géén voorafbestaande toestand bestond.
Nog een geluk bij een ongeluk : concluante was voor behandelingen steeds naar AZ
Groeninge in Kortrijk geweest, zelfs toen ze in het Brusselse werkte en studeerde voor ze
zich in 2006 in Vichte vestigde. Dat had als voordeel dat haar medische voorgeschiedenis in 1
ziekenhuis gebundeld zat. Dat had als nadeel dat Guy Meersman toegang had tot ALLE
medische verslagen (stuk 60).
Concluante besloot om haar medisch patiëntendossier eens helemaal op te vragen bij AZ
Groeninge. Zo zou ze kunnen zien, wat Meersman ook gezien had. In het RIZIV overzicht
stonden immers een aantal zaken waarvan ze niet wist waar die betrekking op hadden. Wist
zij veel bij welke dokter ze 10 of 15 jaar geleden geweest was, en waarom precies ? Het
enige dat ze wel wist, is dat het steeds voor prullen was, die snel opgelost werden. Ze had
nooit iets ernstigs gehad, was nooit langer dan een dag gehospitaliseerd geweest voor kleine
ingrepen, behalve toen ze van haar paard viel, en dat had ze verteld. Tot ze in 2006 naar
Vichte verhuisde, had ze niet eens een vaste huisarts gehad. Evenmin was ze een
‘pillenmens’ : als ze kon, vermeed ze het gebruik van medicatie, zoals ook blijkt uit het
overzicht van de apotheek (zie verder).
I.
Uw rechtbank vermeldde als bijkomende vragen op de zitting in raadkamer van 21 oktober
2015 nog volgende zaken :
1.Duidelijkheid omtrent het ongevalsgebeuren (zie punt 2.1)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
54

2.Copy van alle psychiatrische verslagen
Op basis van deze bijkomende gegevens zou zij dan haar oordeel kunnen vormen.
Het RIZIV overzicht vermeldt 2 psychiaters : Koen Titeca (1 sessie in 2008) en Luc Grouwels
(2 sessies in 2009).
Om aan deze vraag tegemoet te kunnen komen, besloot concluante om bij haar huisarts en
bij AZ Groeninge het psychiatrisch verslag van psychiater Koen Titeca op te vragen (stuk 61).
Kort samengevat besluit dit tot vermoeidheidsklachten te wijten aan een verstoord slaap-
waakritme. De oplossing hiervoor is (geen psychiatrische behandeling of medicatie, maar
wel) een strikt dag-nacht schema aanhouden.
Enkele kanttekeningen bij dit verslag :
1.Het vermeldt : Sinds de zomer van 2006 heeft patiënte progressief last van
vermoeidheidsklachten.(…) Ze startte als zelfstandige en waar ze eerst vreesde voor
te weinig werk, bleek er nadien te veel werk. In die periode overleed ook haar vader
aan kanker.
Deze arts geeft een ONVOLLEDIGE, en dus ONJUISTE weergave van de feiten.
Hij omschrijft de vermoeidheidsklachten als 1 doorlopende periode, legt de oorzaak
ervan (verkeerdelijk) bij ‘te veel werk’ (begint uw rechtbank ook in te zien vanwaar
plots die “voorafbestaande burnout” uit het niets opduikt ?) en plaatst de datum
van overlijden vader in de zomer van 2006, wat niet klopt.
De juiste weergave van de feiten is dit :
Concluante was in oktober 2005 gestart als volledig zelfstandige. Ter staving hiervan
enkele facturen uit 2005 op naam van Calliope’s (stuk 62, 63, 64, 65, 66). Toen
vreesde ze inderdaad voor te weinig werk. Ze had immers nog maar 2 klanten en
werkte toen aan een zeer laag tarief. Iedere startende zelfstandige stelt zich de
vraag : ‘zal het wel lukken ?’ Dat was bij concluante niet anders. Er waren op dat
ogenblik geen slaapproblemen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
55

Al snel ontwikkelden de PR activiteiten van Calliope’s zich in positieve zin. In die
mate, dat concluante enkele maanden later al kon overgaan tot de aankoop van een
eigen woning. Er was dus genoeg werk, niet ‘te veel’ werk. In de lente van 2006
verhuisde concluante naar Vichte. De combinatie van de verhuis met het PR werk en
de zorg voor de paarden, gaf op dat ogenblik veel werk, niet ‘te veel’ werk. Er waren
op dat ogenblik geen slaapproblemen.
Enkele weken later, midden in het hoogseizoen van de persactiviteiten (zie punt 1.1)
vernam concluante dat haar vader kanker had en niet lang meer zou leven. Dat was
een immense klap. Er ontstonden spanningen tussen de ouders van concluante.
Concluante was enerzijds verdrietig over de kanker van haar vader, anderzijds
maakte ze zich grote zorgen over haar vader en haar moeder. Op dat ogenblik begon
concluante te piekeren. Het was een situatie die ze niet voor hen kon oplossen. Op
dat ogenblik (eind mei 2006) ontstonden er lichte inslaapproblemen, in die zin dat
concluante moeite had om in slaap te geraken ’s avonds. Ze lag lang te piekeren over
haar vader en over hoe het verder moest met haar moeder en haar kleine broertje
(14 jaar jonger dan zijzelf, zat nog op school) als haar vader er niet meer zou zijn.
Concluante is nooit iemand geweest die zich uit het veld laat slaan door werk-, geld-
en materiële zaken. Daar zal zij geen nacht van wakker liggen. Ze is immers een
‘plantrekker’ die zoekt naar oplossingen als er problemen zijn, ipv in een hoekje te
zitten janken of bij de pakken neer te blijven zitten. Uw rechtbank zal dat
ondertussen ook wel al gemerkt hebben. Concluante is wél iemand die zeer gevoelig
is voor wat er gebeurt met mensen (en dieren) waar zij van houdt. Ze heeft de
neiging om diegenen waar ze van houdt, te willen beschermen voor verdriet en pijn
en ze zal er steeds alles aan doen wat ze kan omdat iedereen het goed zou hebben
en niets te kort zou komen. Uw rechtbank zal dat ondertussen ook wel al gemerkt
hebben, dat concluante tot veel in staat is als er aan haar gezin en paarden geraakt
wordt. Want dat is uiteindelijk de reden waarom concluante in dit dossier het pad
gekozen heeft dat ze gekozen heeft. Er wordt aan de fundamenten van haar leven
geraakt. Noch haar kind, noch haar paarden, moeten opdraaien voor het bedrog van
AG en de gevolgen daarvan dragen. Zij moeten geen minderwaardig leven leiden
omdat AG weigert de nodige hulp en vergoeding te voorzien. Ook zij hebben recht op
een leven zoals ze ZONDER ongeval ook gehad zouden hebben. In ieder geval,
terugkerend naar 2006, bleek het in dit geval niet mogelijk te zijn om haar familie te
beschermen. Daar had ze het moeilijk mee: machteloos moeten toekijken en niets
kunnen doen, geen oplossing kunnen vinden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
56

In juni 2006 begon vermoeidheid op te treden, waardoor concluante – nochtans in
principe anti-medicatie, en voorstander van het principe dat je het lichaam de kans
moet geven om zichzelf op natuurlijke wijze te laten genezen (getuige daarvan het
feit dat concluante na ongeval nooit pijnmedicatie willen nemen heeft, ondanks
verschrikkelijke pijn ; getuige daarvan het feit dat in het RIZIV overzicht zo goed als
geen medicatie terug te vinden is ; getuige daarvan de overzichten van de apotheek
(zie verder) ; getuige daarvan dat concluante besloot om te bevallen zonder
epidurale ; getuige daarvan de keuze voor neurofeedback behandeling die de
natuurlijke elektriciteit van het mensenlichaam gebruikt ; enz.) – besloot om
slaapmedicatie te nemen.
Maar de slaapmedicatie had geen effect. Ze viel nog steeds niet in slaap. Zelfs als ze
een dubbele dosis nam, viel ze nog niet in slaap. Als ze een driedubbele dosis nam,
viel ze nog niet in slaap. Concluante was meerdere dagen simpelweg ‘niet plat te
krijgen’.
En op een avond nam concluante, die het na enkele weken kotsbeu was om de halve
nacht te liggen woelen, een goeie portie slaapmedicatie, wel 10 stuks. Het gevolg :
NOG niet kunnen slapen, wel misselijk geworden (zie verder) !
Na deze ervaring werd slaapmedicatie voor eens en voor altijd aan de kant
geschoven. Concluante heeft nooit meer een slaappil willen nemen.
Het hoogseizoen in PR land was voorbij, de werkdruk viel weg, de vakantie brak aan,
de eerste schok van vaders’ problemen was voorbij, het hele gezin stabiliseerde een
beetje, en de rust keerde langzamerhand terug. Na enkele weken verdwenen de
slaapproblemen vanzelf – zonder enige medicatie. Tegen eind augustus 2006 was
concluante weer helemaal de oude. Dat blijkt ook uit de gerealiseerde omzetcijfers :
zo’n 50.000 euro voor de periode september – december 2006 (stuk 68) en maar
liefst 50.000 euro gefactureerd in januari 2007 alleen al (stuk 67). Het spreekt voor
zich dat iemand met een ernstige slaapproblematiek, zoals verweerster wil laten
geloven, hiertoe niet in staat zou kunnen geweest zijn. Al zeker niet als men weet dat
dit inkomsten zijn uit een PART TIME job met daarnaast de zorg voor paarden (zie
punt 1.1). In het facturatie overzicht 2006 (stuk 68) kan men duidelijk zien dat het
een KORTE periode betrof waarin het wat minder ging.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
57

De laatste maanden voor het overlijden van haar vader (op 16 december 2007) – de
dokters zeiden al 3 maanden dat hij ‘maar een week meer te leven had’, maar zijn
hart was zo sterk van altijd veel te sporten, dat het maar niet stopte met kloppen –
waren natuurlijk emotioneel zwaar. Je eigen vader dag in dag uit als een skelet daar
te zien liggen aftakelen … dat is voor niemand gemakkelijk. Desondanks waren er
tussen september 2006 en december 2007 geen slaapproblemen. Concluante had
het vertrek van haar vader aanvaard. Zij was zelfs in zekere zin blij toen hij stierf,
omdat hij zo geen pijn meer zou lijden. Zijn leven had geen enkele levenskwaliteit of
menselijkheid meer. Hij was amper nog bij bewustzijn.
Dat er 1,5 jaar lang geen slaapproblemen waren, blijkt ook uit het feit dat de
beroepsactiviteiten rustig verder uitgebouwd werden.
In juni 2006 kan er inderdaad gesproken worden van een kortdurende
slaapproblematiek. Daarvoor niet. Daarna ook niet. Het bewijs dat er in de periode
september 2006 – december 2007 géén slaapproblemen waren, wordt geleverd door
het RIZIV overzicht : geen doktersbezoeken, medicatie, edm. behalve de gebruikelijke
controles tanden, uitstrijkje (voor vrouwen), bloedonderzoek ; integendeel een mooi
gevulde professionele agenda (42.000 euro gefactureerd voor de periode september
tem december, zie ook deel 7).
De slaapproblemen keerden wél progressief terug na het overlijden op 16.12.2007.
Dit niet zozeer omdat concluante zelf de kluts kwijt was, maar wel omdat haar
moeder totaal ingestort was. En haar kleine broertje totaal verloren leek. Dat
manneke was nog maar 17 jaar. Veel te jong om zijn vader te verliezen. Dus naast het
werk, én de paarden, én het eigen huishouden, kwam de zorg voor de familie er bij.
Concluante kon bij momenten ’s avonds moeilijk in slaap geraken, vooral omdat ze
zich zorgen maakte over haar familie. Op dat moment was er inderdaad te veel werk
en kwam alles op een hoop.
Om te vermijden dat de vermoeidheid zou toeslaan zoals in juni 2006 gebeurd was,
besloot concluante het wat rustiger aan te doen, en ’s namiddags een beetje bij te
slapen. Het PR hoogseizoen was voorbij, dus zij kon deze tijd vrijmaken en zichzelf
deze rust gunnen. Het middagdutje was geboren ! Maar juist omdat concluante
PREVENTIEF een middagdutje inlaste, juist om vermoeidheid te voorkomen, was ze
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
58

vervolgens ’s avonds niet meer moe, ging ze pas later slapen, stond ze dus pas later
op, en creëerde ze zodoende een verschuiving van het dag-nacht ritme. Wat na
enkele weken tot vermoeidheid begon te leiden, want ze stond ’s morgens vroeg op,
na een kortere nachtrust. Op de duur werd het middagdutje van een half uur dan ook
steeds langer, tot 1 uur, tot 2 uur.
Het was juist om dat verkeerde slaappatroon te doorbreken, en te voorkomen dat er
échte slaapproblemen zouden ontstaan, dat concluante zich tot Guy Meersman
wendde. Concluante is altijd iemand geweest van ‘beter voorkomen dan genezen’.
Guy Meersman liet door zijn collega Peeters een slaaponderzoek uitvoeren en liet
een evaluatie hierbij gebeuren door zijn collega psychiater Titeca, die in
slaapproblemen gespecialiseerd was.
Zo komt het, dat er in de ‘medische voorgeschiedenis’ van concluante een
psychiatrisch verslag opduikt. Nota bene op advies van Guy Meersman ! Hoe ironisch
kan het leven zijn …
Een bespreking van een slaaponderzoek gelijk stellen met of opblazen tot een
‘zware psychiatrische voorafbestaande problematiek’, is kortweg “van de pot
gerukt”.
Een normale, en geheel menselijke rouwperiode (die volgens klassieke vakliteratuur
gemiddeld een jaar duurt) omtoveren tot een ‘voorafbestaande burnout’ en
‘psychisch decompenseren’, is al evenzeer “van de pot gerukt”en is ronduit met de
medische waarheid een loopje nemen – of beter : de medische feiten aanpassen naar
eigen (verzekerings)wens.
Guy Meersman weet dat zelf maar al te goed, dat is juist de reden waarom hij, noch
Baeke, noch Verstraelen niet naar deze rouwperiode verwezen hebben in hun
deskundigenverslag. Dat wel doen zou eigenlijk impliceren dat iedereen die een
naaste verloren heeft, en in de nasleep daarvan enkele weken een dip heeft, geen
aanspraak zou kunnen maken op enige vergoeding na een ongeval. Dan hoeft
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
59

niemand nog een vergoeding te ontvangen. Iedereen heeft wel eens iemand verloren
die hem dierbaar is. Anderzijds klopt het dat niet iedereen daarvoor bij een arts te
rade trekt en dat de meesten de tijd zijn werk laten doen. Geduld is echter nooit de
grootste deugd van concluante geweest. Zij wil alles liefst zo snel mogelijk opgelost
zien.
2.Het verslag van Dr Titeca vermeldt : Dit alles zorgde voor uitputting en depressieve
klachten.
Concluante was op het moment van consultatie bij Dr Titeca NIET ‘uitgeput’. Vandaag
is concluante ‘uitgeput’. Concluante had begin 2008 inderdaad wat last van
vermoeidheid, dat klopt. Vergeleken met de toestand vandaag, waarbij concluante
op sommige dagen de energie zelfs niet heeft om recht te staan, waarbij een arm
opheffen al lastig is, was concluante begin 2008 zelfs superenergiek ! Op vandaag
kunnen we inderdaad spreken van uitputting. Toen niet. Op vandaag kan concluante
niet werken. Toen wel. Op vandaag heeft concluante niets van sociaal leven meer.
Toen wel.
Dr Titeca vermeldt : ‘depressieve klachten’. Ten eerste heeft concluante nooit
gesproken over ‘depressieve klachten’. Dit is een eigen invulling van Dr Titeca. Het is
niet omdat iemand zopas zijn vader verloren heeft, dat die persoon automatisch
depressief is. Integendeel, concluante was blij dat hij uit zijn lijden verlost was. De
periode voor het overlijden van haar vader vond concluante voor zichzelf emotioneel
veel zwaarder dan de periode na het overlijden van haar vader. Iemand die zegt : ik
voel me moe en futloos, en dit omwille van zorgen over de familie en een natuurlijk
rouwproces, bovenop het werk, met hieruit volgend een verstoord slaapritme, is
daarom niet per definitie depressief.
Nu, op vandaag, december 2015, is concluante depressief. Ze heeft in niets meer zin,
ziet alles negatief en is kwaad op de hele wereld. Toen niet. Nu heeft concluante het
gevoel dat haar leven voorbij is. Concluante is niet te bescheten om toe te geven of
en wanneer ze wel of niet depressief is. Er ligt geen schande in het uitdrukken van
zijn of haar gevoelens. Ten tweede is ‘depressieve klachten’ niet hetzelfde als
‘depressie’. Klachten van vermoeidheid zijn depressieve klachten, maar niet iedere
moeheid is daarom een depressie. Ten derde, was Dr Titeca overtuigd geweest van
depressie, dan had hij ongetwijfeld een anti-depressivum voorgeschreven. Dat is niet
het geval. De oplossing die hij voorstelde, was het aanhouden van een strikt
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
60

dagschema. Zijn advies was maw : heb de zelfdiscipline om op tijd in uw bed te
kruipen en schaf de middagdutjes af … Hetgeen ook gebeurde.
Professor Lafosse stelt over het lukraak labelen van patiënten in zijn verslag dd
30.11.2015 (stuk 86, blz. 1) :
Wat betreft de problemen met psychiatrische ‘labels’ ikv DSM-5. De DSM-5 heeft te
kampen met de ongelukkige combinatie van onrealistische ambities en een
onzorgvuldige methodologie. Het trieste resultaat is een DSM-classificatie die niet
veilig is en wetenschappelijk ook niet goed onderbouwd ! (Frances, A. 2010. The first
draft of DSM-V. British Medical Journal, 340, c11168). Mensen kunnen aldus ten
onrechte een verkeerd etiket opgeplakt krijgen wat leidt tot onnodige stigma’s. Zo
zijn in de huidige DSM-5 bijvoorbeeld 2 weken van normaal verdriet een
depressieve stoornis geworden, waarvoor men dan ook veelal ‘verkeerde’ medicatie
voorschrijft.
Inderdaad krijgt de DSM-classificatie wereldwijd steeds meer tegenwind : het betreft
een verderbouwen op een out-of-date model dat geen rekening houdt met recente
medische inzichten en dat er vooral op gericht is om de farmaceutische industrie te
ondersteunen, en het voorschrijven van allerhande psychofarmaca, die vaak meer
kwaad dan goed doen, te rechtvaardigen … Meer en meer stemmen gaan op om over
te schakelen naar de ICD-10 classificatie. Dat zal wellicht pas gebeuren als de
generatie psychiaters die opgroeide met de DSM-classificatie, op pensioen vertrekt.
Ook baseren steeds meer psychiaters zich op het gegeven dat ‘geesteszieken’
eigenlijk niet bestaan, maar het neurobiologische afwijkingen in de hersenen betreft
– hetzij aangeboren, hetzij veroorzaakt door trauma. De nieuwe medische
technologie hiervoor bestaat al, en laat steeds meer toe om dit ook daadwerkelijk te
bewijzen. En gelukkig maar …
3.Het verslag van Dr. Titeca werd niet gewijzigd door Guy Meersman. Dat blijkt uit het
feit dat de huisarts van concluante in zijn patiëntendossier nog het originele verslag
uit 2008 had. Dit is identiek aan het verslag dat in 2015 door AZ Groeninge bezorgd
werd (stuk 69). Ook had Guy Meersman technisch gezien niet de mogelijkheid om
wijzigingen aan te brengen in de verslagen van zijn collega’s, enkel in de zijne.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
61

4.Het staat met zekerheid vast dat Guy Meersman toegang had tot het verslag van Dr
Titeca. Hij kon het lezen, afdrukken, emailen, maar NIET wijzigen (stuk 60).
(26.10.2015) :
Betreft uw vraag m.b.t. de toegang die dokter Meersman had in 2011 en of hij al dan
niet wijzigingen kon aanbrengen in het dossier van dokter Titeca: Ik legde uw vraag
opnieuw voor aan de manager IT en deze informeerde me het volgende: “Men heeft
toegang tot de gevalideerd verslagen, dus indien de verslagen van dr. Titeca
gevalideerd waren, kon Dr Meersman deze bekijken, maar niet bewerken.“
Verder : Dus ivm Dr Titeca kon Guy Meersman daar alles mee doen (kijken, afdrukken,
mailen)*, behalve inhoud wijzigen. Alleszins vermijdt dat de discussie : wat is origineel
en wat werd gewijzigd.
* : werd telefonisch zo meegedeeld
J.
Naast Koen Titeca stond er in het RIZIV overzicht nog een 2
de
psychiater genoteerd : Dr Luc
Grouwels.
Concluante contacteerde deze psychiater – psychotherapeut gespecialiseerd in gezins- en
relatietherapie, bij wie ze 2 sessies had begin 2009, met de vraag om copy van zijn verslag.
Zijn verslag (stuk 70) is duidelijk : ook hier is geen sprake van “zware psychiatrische
problematiek”, er werd zelfs geen verslag opgesteld. Voor een zgn. “burnout” zoals Tack als
(4
de
of 5
de
??) nieuwe drogreden suggereert, zal men wellicht niet bij een gezins- en
relatietherapeut te rade gaan …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
62

Had deze psychiater enige problemen vastgesteld, dan had hij ongetwijfeld een of andere
test laten uitvoeren, of had hij een behandeling voorgesteld, of opname, of …
Opnieuw, niets van dat alles. De mening van een gespecialiseerd iemand willen horen om
een beter inzicht te krijgen in de mechanismes die spelen binnen een relatie, getuigt niet van
een psychiatrische problematiek. Wel integendeel, van de capaciteit om zichzelf in vraag te
durven stellen en op een bewuste manier in het leven te willen staan.
Samenvattend kan er op basis van de 2 psychiatrische verslagen aldus tot het volgende
besluit gekomen worden aangaande de beweerde “zware psychiatrische voorafbestaande
problematiek” :
Ja, er zijn gedurende enkele weken midden 2006 inderdaad slaapproblemen geweest.
Neen, deze zijn NIET ‘progressief toegenomen’. Deze zijn na enkele weken VERDWENEN.
Juist om te vermijden dat de slaapproblemen zoals in juni 2006 ZOUDEN terugkeren, werd
bij de eerste tekenen van verstoorde slaap reeds, begin 2008 medische bijstand gezocht. De
oplossing ‘middagdutje’ bleek contra-productief te zijn.
Er was GEEN NOOD aan medicamenteuze behandeling, noch bij Dr Titeca, noch bij Dr
Grouwels.
Er was GEEN nood aan opvolging. Voor wat betreft het advies van Dr Titeca om opvolging te
voorzien, zag concluante weinig toegevoegde waarde in een vervolggesprekje met een
psychiater genre : ‘En, lukt het nu om op tijd in uw bed te kruipen, vertel het eens’.
Deze fase van slaapproblemen wordt verklaard door een EXOGENE factor : een plotse,
onverwachte, ingrijpende gebeurtenis in het leven van concluante. Het is niet iedere dag dat
je te horen krijgt dat je vader binnenkort zal sterven en dat je je familie ziet uiteen vallen.
Deze periode van slaapproblemen wordt NIET verklaard door een ENDOGENE factor : een
problematiek ontstaan door een aangeboren psychiatrische afwijking of een
persoonlijkheidsstoornis. Moest dat wél zo zijn, dan zou concluante haar hele leven lang
psychiatrische en andere problemen gehad hebben.
Immers, een aangeboren psychiatrische afwijking of een persoonlijkheidsstoornis, cfr.
verslag Professor Lafosse, kenmerken zich door o.a. :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
63

1.Steeds terugkerende psychiatrische problemen ; alcohol-, medicatie-,drugverslaving ;
laag zelfvertrouwen, negatief zelfbeeld, …
2.Problemen op school, problemen om studies af te maken, problemen om met mede-
studenten om te gaan
3.Problemen op het werk, problemen om een carrière uit te bouwen, problemen om met
collega’s om te gaan
4.Problemen met vrienden, familie, partners, niet in staat zijn om duurzame relaties uit
te bouwen, voortdurend in conflict komen met vrienden, enz.
5.Problemen met justitie, met het gerecht in aanraking komen, zoals slagen en
verwondingen, vandalisme, brandstichting, wanbetaler, enz.
Geen van alle zijn van toepassing op concluante (zie verder).
Een periode van inslaapproblemen tgv een traumatiserende gebeurtenis herleiden tot een
psychiatrische aandoening, valt medisch niet te verantwoorden.
K.
Concluante begreep dus niet waar Tack & AG het haalden om beiden met zo veel overtuiging
en ‘absolute zekerheid’ tegenover uw rechtbank te verklaren dat zij ‘de bewijzen in handen
hadden’ van ‘zware psychiatrische en ernstige hormonale voorafbestaande problematiek’.
Op basis van welgeteld 1 psychiatrisch verslag op 10 jaar tijd konden zij dat alleszins niet
hard maken. Er moest dus iets anders zijn. Maar wat ?
De aap kwam uit de mouw toen concluante op 17 november 2015 haar medisch
patiëntendossier van AZ Groeninge mocht ontvangen. Daarin stak namelijk een bijzonder
interessante ‘persoonlijke nota’ van … Guy Meersman.
De betreffende nota heeft als datum 31.03.2008 (stuk 71). Deze datum stemt overeen met
hetgeen op het RIZIV overzicht (stuk 58, blz. 18, helemaal bovenaan) staat. Er was toen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
64

inderdaad een consultatie bij Guy Meersman, dit om de resultaten van het uitgevoerde
slaaponderzoek te bespreken.
Op 14.02.2008 had concluante’s huisarts Rik Boydens haar aangeraden om een
slaaponderzoek te laten uitvoeren, nu zij sinds enkele weken moeilijk in slaap geraakte.
Diezelfde dag nog had ze een eerste consultatie bij Guy Meersman. Hij stuurde concluante
door naar zijn collega Peeters voor het slaaponderzoek. Na dit slaaponderzoek volgde op
31.03.2008 een bespreking met zowel Guy Meersman als met psychiater Koen Titeca, die
gespecialiseerd was in slaapproblemen.
De openingszin van het verslag van Guy Meersman luidt :
Patiënte met slaapproblemen sinds 10 jaar waarvoor slaapanalyse.
Eindelijk viel de puzzel in elkaar … Geen wonder dat Tack en AG ter zitting om het luidst
stonden te roepen dat ze de ‘bewijzen in handen’ hadden !! Geen wonder dat Tack en
Busschaert ‘absoluut zeker’ waren van een ‘ernstige psychiatrische voorafbestaande
toestand’ !!
Iemand die 10 jaar lang aan een stuk slaapproblemen heeft, die moet inderdaad ergens met
een ernstig probleem zitten. Een moeilijke periode doormaken is 1 zaak. Maar 10 jaar lang
onafgebroken slaapproblemen … dat is inderdaad niet normaal te noemen. Daar zit een
probleem. Die mens moet ocharme een compleet wrak zijn.
Er is wel 1 ‘maar’. Concluante had geen 10 jaar slaapproblemen. Hoe zou ze na 10 jaar nog
op haar benen staan ? Laat staan professioneel functioneren ? Laat staan al haar studies en
nevenactiviteiten er bij doen ? De vakliteratuur wijst uit, dat er zelfs na 1 nacht verstoorde
slaap, problemen met bvb. aandacht kunnen opduiken, en dat enkele nachten met
verstoorde slaap leiden tot duidelijk voelbare problemen zoals concentratieproblemen en
irritatie. Wie 10 jaar lang slaapproblemen heeft, KAN onmogelijk nog op een normale manier
functioneren. Getuige daarvan de toestand van concluante na 5,5 jaar slaapproblemen.
Maar laat ons eerst de rest van het verslag bekijken. Verder staat :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
65

Beeld van een delayed sleepfase syndroom, met anderzijds slaap van goede kwaliteit.
Hypersomnie in de dag met positieve MSLT test.
Patiënte had vroeger dagen van 16 tot 18 uur en begon uiteindelijk pas om 2 uur ’s nachts in
te slapen, met miskweken van het slaapritme.
Dat is wel een correcte weergave, het slaapritme van concluante was inderdaad verschoven,
er was inderdaad sinds enkele weken een middagdut, en concluante had inderdaad tevoren
genoeg aan 6 à 8 uur slaap per dag, waardoor ze inderdaad 16 à 18 wakkere, actieve uren
had voor de inslaapproblemen opdoken.
Dus hierop heeft concluante geen opmerkingen. Met dat verschil, dat het later inslapen pas
na het overlijden van haar vader begon. En NIET ‘10 jaar’ eerder …
Tot slot vermeldt het verslag :
Een slaaphygiëne wordt opgelegd ; tevens Remergon 15 mg 1 co. ’s avonds gedurende een
maand, waarna herevaluatie.
Het deel ‘slaaphygiëne’ (dagschema) klopt (zie bespreking Dr Titeca) ; aan deze ‘remergon’
heeft concluante geen herinnering.
Uit recente navraag bij de apotheek bleek, dat dit een anti-depressivum betreft. Concluante
is een principiële tegenstander van anti-depressiva (en andere pillerijen trouwens). Het is
namelijk haar overtuiging dat pillen geen oplossing zijn om genezing te bekomen – zij het
voor lichamelijke kwalen (pijn, ziekte) of mentale zaken (verdriet of angst of …). Concluante
meent dat pillen symptomen verdoezelen, terwijl deze juist noodzakelijk zijn : ze zijn een
barometer, een boodschapper die je vertellen hoe het echt met je gaat. Wie wil genezen van
een (lichamelijke of mentale) kwaal, moet de oorzaak zoeken en deze aanpakken. Dat is
precies de filosofie waarop Equiboost en het Paardencoaching Center gebaseerd zijn. Slechts
in hoogdringende gevallen zal concluante medicatie nemen. Toen zij nierblokkage had begin
2012 bvb stemde zij in het ziekenhuis in met morfine. Ze kon toen wel niet meer op haar
benen staan van de pijn. Pas toen ze dermate verzwakt was dat haar hart voortdurend op
hol sloeg en zij totaal geen kracht meer had, en er sociale inspectie kwam om te controleren
of ze wel in staat was om voor haar dochtertje te zorgen, is ze gestart met hartmedicatie en
groeihormoonbehandeling. Bij voorkeur kiest concluante voor homeopathie (zo neemt zij
voor pijnbestrijding tgv ongeval bvb geen pijnstillers, wel arnica montana – geen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
66

bijwerkingen en puur natuur en slechts 3 euro voor een tubetje). Het zou concluante dan
ook zeer sterk verbazen, dat zij ooit deze ‘remergon’ zou ingenomen hebben.
Vooral na een eerste slechte ervaring met een anti-depressivum : in juni 2006, toen ze
kampte met de eerder vermelde inslaapproblemen, had ze ook enkele dagen een anti-
depressivum ingenomen. Na enkele dagen was ze daarmee gestopt want ze werd er
draaierig, slaperig en misselijk van, en kon niet meer eten en zich concentreren. Dit leek haar
niet de goede manier om een probleem op te lossen. Dat blijkt ook uit het feit dat er geen
verlenging was voor dit anti-depressivum, noch een vervolgconsultatie bij de arts. Anti-
depressiva werken pas na 6 weken en moeten minstens 3 maanden genomen worden om
effect te hebben. Dat is nooit gebeurd. Concluante gelooft dus niet dat zij deze ‘remergon’
genomen heeft.
En die ‘herevaluatie binnen een maand’ die Meersman vermeld: waarom is die er dan nooit
geweest ? Er staat geen herevaluatie in het RIZIV overzicht bij Guy Meersman eind april
2008, ook niet begin mei 2008.
L.
Concluante vermoedt dan ook dat Guy Meersman in 2011 aanpassingen gemaakt heeft in
dit verslag, om een verslag op maat van AG te bekomen, en dat hij vervolgens dit verslag
bezorgd heeft aan AG.
De cocktail is alleszins perfect : én (zogezegd) 10 jaar slaapproblemen, én een (zogezegd)
anti-depressivum – de ideale ingrediënten om de SCHIJN van een ‘ernstige psychiatrische
voorafbestaande toestand’ te creëren zijn aanwezig !
Maar hoe dit vermoeden bewijzen ? Concluante heeft geen “harde” bewijzen. Misschien
ziet ze inderdaad spoken ? Toch zijn er verschillende aanwijzingen die hier op duiden :
1.De dienstdoende psychiater in het verhaal is Koen Titeca. ALS er al iemand een anti-
depressivum zou voorgeschreven hebben, dan lijkt het toch logisch dat Dr Titeca dat
zou gedaan hebben. Hij is psychiater. Hij is de depressie specialist. Toch had de
behandelende psychiater geen enkele medicatie voorgeschreven. Waarom zou
Meersman dan wél medicatie voorgeschreven hebben ? Ondanks het feit dat
psychiater Titeca exact hetzelfde verhaal als Guy Meersman te horen gekregen had
en hetzelfde slaaponderzoek te zien had gekregen EN DAT OP DEZELFDE DATUM : 31
maart 2008 (zie stuk 58 – op blz. 17 onderaan staat : consultatie met Dr Titeca op 31
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
67

maart 2008 – op blz. 18 bovenaan staat : consultatie met Dr Meersman, ook op 31
maart 2008). Het kan dus niet ingeroepen worden dat concluante bij de ene arts ‘al
veel beter’ of ‘nog meer moe’ was, aangezien beide artsen op hetzelfde moment
geconsulteerd werden. Heeft Guy Meersman ‘remergon’ voorgeschreven op
31.03.2008 of heeft hij dit na overleg met AG en/of Baeke gemakshalve toegevoegd
tijdens 1 van zijn 2 logins in het computerarchief van AZ Groeninge ?
2.Hoe komt het dat er in het verslag van Guy Meersman (verkeerdelijk) te lezen staat dat
patiënte ‘sinds 10 jaar’ slaapproblemen had – terwijl in het verslag van Koen Titeca
te lezen staat dat patiënte ‘sinds zomer 2006’ slaapproblemen had (wat klopt, toen is
dat gestart, met weliswaar als opmerking dat deze NIET progressief waren, zie
hierboven). Tussen ‘sinds 10 jaar’ en ‘sinds zomer 2006’ zit wel 8,5 jaar verschil. Dat
is een aanzienlijk verschil. Maar wel ideaal als men van een moeilijke fase in iemands
leven een ‘zware psychiatrische voorafbestaande toestand’ wil maken …
3.De stellingen van Meersman zijn tegenstrijdig : enerzijds zou de patiënte ‘vroeger’ 16 à
18 ‘actieve uren’ per dag hebben (en dus 6 à 8 u slaap per nacht, wat normaal is, en
wat overeenstemt met het slaapgedrag van concluante voor 2008) ; anderzijds
zouden er zo maar eventjes 10 jaar slaapproblemen bestaan ? Lichamelijk is het
onmogelijk om met 10 jaar slaapproblemen 16 à 18 uur per dag actief te zijn. En als
we in 2008 zijn, en 10 jaar terugkeren, brengt ons dat in 1998. In 1998 was
concluante student aan de KU Leuven. Daar combineerde ze de 2
de
licentie Moderne
Geschiedenis met het 2
de
jaar Aggregaat, werkte ze haar thesis af en werkte ze in het
weekend soms voor Studio Brussel (VRT). Ze reisde in dat jaar ook naar Tsjechië,
Italië en Kroatië. En dit alles terwijl ze zogezegd al een jaar lang ‘slaapproblemen’ had
? Hoe deed zij dat dan ? In de jaren die er op volgden, zette ze haar studies voort en
bouwde ze een mooie carrière uit. Dit alles terwijl er al die tijd zgz. slaapproblemen
zouden hebben bestaan ? Een medisch mirakel …
4.Het is fysiek onmogelijk om al 10 jaar slaapproblemen te hebben, en het leven te
leiden, de studies te volgen, de carrière uit te bouwen, uit te gaan, te reizen, enz.
zoals concluante had / deed.
5.Als deze ‘remergon’ ooit aangekocht werd, dan moet er een spoor van terug te vinden
zijn op het RIZIV overzicht, want dit is enkel verkrijgbaar op voorschrift. Uit nazicht
van het RIZIV overzicht blijkt dat er geen aankoop gebeurde bij een apotheker na
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
68

31.03.2008. De eerst vermelde apothekersaankoop op het RIZIV overzicht dateert
van 27.10.2008.
6.Concluante besloot om haar ‘farmaceutische voorgeschiedenis’ op te vragen bij haar 2
vaste apothekers (zie verder). Noch bij de ene, noch bij de andere, is daar remergon
op terug te vinden. Maar misschien waren deze apothekers die dag gesloten geweest
? En was ze naar een andere apotheek gegaan ? Concluante weet dit niet met
zekerheid te zeggen. Misschien heeft ze dit wel nooit gekocht. Misschien heeft ze wel
nooit dit voorschrift ontvangen. Zij weet niet meer wat Meersman 8 jaar geleden wel
of niet gezegd of gedaan heeft. Ze had hem zelfs niet herkend in 2011 – laat staat dat
ze zich eind 2015 nog zou herinneren wat er 3 jaar voor de expertise uit 2011
gebeurd was …
7.Guy Meersman had vanuit technisch oogpunt de mogelijkheid om zijn verslagen aan te
passen. Het probleem hierbij: vanaf 2013 werd de registratie in het
informaticasysteem KWS verplicht ingevoerd in AZ Groeninge. Vanaf 2013 kan
opgespoord worden of een arts inderdaad een verslag ge-ontvalideerd, aangepast,
en gehervalideerd heeft. Guy Meersman is 2 x in het informaticasysteem
binnengedrongen in 2011. Het systeem dat toen in gebruik was, liet enkel toe om te
registreren welke arts op welke datum welk patiëntendossier consulteerde. Het valt
niet meer te achterhalen wat Guy Meersman in 2011 precies gedaan heeft in het
systeem : enkel medische verslagen gelezen ? Ook afgedrukt ? Ook geëmaild ? Ook
gewijzigd ? Verwijderd ? De IT – manager bij AZ Groeninge is formeel : het is echter
niet meer te achterhalen … Maar Guy Meersman had de medische voorgeschiedenis
al uitgepluisd (en afgedrukt ? geëmaild ?) op 18 maart 2011. Waarom zou hij dan nog
een 2
de
keer inbreken in het computersysteem ? Hij had al alles. Of niet ? Of om
zaken te gaan aanpassen ? Of wijzigen ? Of … verwijderen ? De enigen die deze vraag
kunnen beantwoorden, zijn Guy Meersman en verweerster. Toen Guy Meersman
ondervraagd werd door AZ Groeninge, was volgens de Ombudsdienst zijn enige
reactie : “Ik herinner me niet dat ik ooit Anke Santens’ patiëntendossier
geconsulteerd heb, dat moet een vergissing zijn, dit dossier zegt me niets”.
Daarmee was de kous af. Officieel weet meneer dus van niets.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
69

Op basis daarvan mag en kan je natuurlijk niet iemand beschuldigen van schriftvervalsing.
Het is, gelet op het verloop van beide expertises, wel een ZEER REËLE mogelijkheid, maar
desalniettemin is deze mogelijkheid niet met 100 % zekerheid te bewijzen.
Frappant detail : Concluantes huisarts heeft geen copy ontvangen van de ‘persoonlijke
nota’s’ van Guy Meersman (stuk 84). Als een specialist een verslag opstelt, wordt copy
doorgaans onmiddellijk aan de huisarts bezorgd. Dr Boydens had wél copy van Dr Titeca’s
verslag ontvangen. Dus waarom krijgt hij van de ene arts wél copy verslag en van de andere
niet ? Misschien omdat het verslag van Meersman pas achteraf is opgesteld ? En er in 2008
nooit een verslag werd opgesteld ? Hij dit in 2011 opstelde op basis van Titeca’s verslag ?
M.
Concluante deed hierop 2 zaken om klaarheid te bekomen : ze schreef enerzijds Guy
Meersman aan, anderzijds contacteerde ze AZ Groeninge opnieuw voor bijkomende
informatie.
Op 27.11.2015 werden onderstaande vragen aan Guy Meersman gericht. Het kan per slot
van rekening ook zijn (voor zoverre iemand NOG naïever zou zijn dan ik) dat het een typfout
betreft … of 1 of andere vergissing. Iedereen verdient steeds de kans om zijn of haar fout
recht te zetten.
Beste Dr Meersman,
Met grote interesse las ik uw “persoonlijke notities” (zie bijlage) waarin enerzijds staat dat ik
zo maar eventjes TIEN JAAR LANG slaapproblemen zou gehad hebben met slaap overdag,
terwijl ik anderzijds 16 tot 18 u per dag actief was. Beetje contradictorisch, maar kom, ik ben
al een en ander gewoon intussen de laatste 5 jaar.
Voor ik dit overmaak aan parket - in tegenstelling tot verzekeringsartsen beschuldig ik niet
graag iemand valselijk - kunt u als u dat wenst aangeven of u bij uw 10 blijft, of als dit een
“typfout” zou kunnen zijn.
Als het geen typfout zou zijn, kan u dan eens uitleggen
1.Waarop u zich baseert om daar TIEN JAAR te noteren ? Want ik heb dat alleszins niet
gezegd.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
70

2.Hoe een mens na TIEN JAAR slaapproblemen eigenlijk nog op zijn benen kan staan,
laat staan nog kan functioneren ?
Ook wil ik graag een copy van uw medische verslagen over mij ontvangen, die zaten niet in
het dossier dat ik bij AZ Groeninge opgevraagd heb (maar AG verwees er wel naar).
Als u voor de rest iets te vertellen hebt dat u graag zou rechtzetten, dan is het nu de
moment.
Met dank,
anke
Hierop kwam tot op heden geen enkele reactie. We gaan er dus van uit dat het géén typfout
betreft en dat Guy Meersman bij zijn standpunt blijft. Zoniet had hij deze “typfout”, die toch
een aanzienlijke onjuistheid betreft, uiteraard wel snel rechtgezet.
N.
Via AZ Groeninge werd vervolgens ook een 2
de
verslag bezorgd : het betreft persoonlijke
nota’s van Guy Meersman die (als we het mogen geloven) dateren van 14.02.2008. Met
andere woorden : (zgz) genomen tijdens de 1
ste
consultatie met Guy Meersman (stuk 74):
We ontcijferen links 3 woorden omcirkeld : enerzijds slaapproblemen ; anderzijds
professioneel. De combinatie van deze beiden leidt tot de slaapproblemen op heden.
Naast de slaapproblemen zien we een pijltje (dat wellicht betekent : in stijgende lijn), met
daaronder het getal 1 (dat wellicht betekent : het voorbije jaar). Maar !! Als we deze bijlage
UITVERGROTEN, zou men er ook 10 jaar in kunnen zien, ipv 1 jaar. Dit laat ruimte tot twijfel.
Maar !! Als je dit zou lezen als een 10, dan verschilt deze 10 toch wel zeer veel met de
onderste 10. Bij de onderste 10 zijn de 1 en de 0 even groot, en staan ze los van elkaar. Bij de
bovenste 10 (als het al een 10 is), dan is de 1 van gelijke grootte met de onderste 1, maar
hangt er een klein bolletje aan vast. Of is het de pen die uitgeschoten is ? Maw : als je kijkt
naar de 1, dan schrijft Meersman een 1 losstaand (onderaan). Bij deze 1 bovenaan lijkt het er
op, dat daar een streepje aan toegevoegd is, met een mini bolletje eraan, waarbij het niet
duidelijk is, of dit bolletje als ‘uitschieten’ gelezen moet worden, of als een 0. Met andere
woorden : staat hier oorspronkelijk 1 jaar, en is achteraf getracht om daar 10 jaar van te
maken ? Of staat hier sowieso 1 jaar met een uitschieter ? Of staat hier eigenlijk 10 jaar ? Als
opmerking hierbij staat rechts : kan niet in slaap geraken (deze opmerking is correct).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
71

Naast professioneel zien we (onder voorbehoud van juistheid, dit is wat wij er in lezen) de
subjectieve mening : ‘eigengereid’ (wat klopt, maar wat de medische relevantie is ? of is dit
in 2011 genoteerd ?) ; daaronder de woorden (voor zover correct ontcijferd) ‘geen (???
onleesbaar ???)’ en daaronder ‘geen (??? onleesbaar ???)’. Met aan de rechterzijde een
woord dat we ook niet kunnen ontcijferen. Misschien dat uw rechtbank er wel in slaagt.
Verweerster zal het wel even navragen voor ons allen bij Meersman …
Onderaan het ‘eindbesluit’ ‘slaapproblemen’ staat in duidelijk geschreven letters : 1
e

maand ; waarbij de vraag rijst of er nadien een 0 boven een e gezet geweest is om er 10
maand van te kunnen maken. Ware het werkelijk 10 maanden geweest, dan zou er wellicht
ook 10 maanden staan, en niet 10 maand, met toch een opvallende 0 en duidelijk iets
ONDER die 0 van 10 geschreven. We verzoeken uw rechtbank uitdrukkelijk om deze bijlage
op de bijleverde digitale drager te willen bekijken, en UIT TE VERGROTEN. Want als we
deze bijlage uitvergroten, zien we onmiskenbaar dat de 0 geschreven werd met een dikkere
pen in een meer waterachtige inkt, dan de rest van de tekst. Is er geprobeerd om de
originele tekst uit 2008 (1
e
maand) te overschrijven op een later tijdstip (bijvoorbeeld
2011) ?? Daaronder staat dan te lezen, opnieuw in het gewone geschrift met dunne pen :
‘slaaponderzoek via Dr Titeca’.
Het kan op muggenziften lijken – en dat is het ook – maar er is WEL een zeer groot verschil
tussen persoonlijke nota’s die spreken van 1 jaar moeilijker in slaap geraken, met het
ontstaan van storende slaapproblemen sinds de 1
e
maand ; en nota’s die spreken van 1 jaar
moeilijker in slaap geraken, met het ontstaan van storende slaapproblemen sinds 10 maand ;
en een nog groter verschil tussen sinds 10 jaar moeilijker in slaap geraken, met het ontstaan
van storende slaapproblemen sinds 1
e
maand ; en 10 jaar moeilijker in slaap geraken, met
het ontstaan van storende slaapproblemen sinds 10 maand.
De geloofwaardigheid van de ‘persoonlijke nota’s’ van Guy Meersman krijgt ook een totaal
andere lading, als zou blijken dat 1
e
maand inderdaad nadien overschreven is met een
andere pen en als daar op latere datum 10 maand van zou gemaakt zijn. Idem voor 1 jaar –
of 10 jaar. Het maakt het verschil tussen een waarheidsgetrouwe weergave van de realiteit –
of het creëren van ‘bewijzen’ van voorafbestaande toestanden !
Want op het moment van consultatie met Guy Meersman op 14.02.2008, waren de
slaapproblemen inderdaad sinds een maand storend aan het worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
72

Misschien dat concluante spoken ziet, maar voor haar is, bij het digitaal uitvergroten van
deze nota’s, die 0 van 10 maand er ACHTERAF bovenop geschreven.
Die 0 van 10 maand staat er VEEL TE NADRUKKELIJK op, dat kan niet ontkend worden, en is
onmiskenbaar met een andere, dikkere, zachtere pen geschreven.
De vraag is ook, of deze persoonlijke nota’s van 2008 dateren, of op een later tijdstip (2011)
toegevoegd zijn aan het dossier van Guy Meersman.
Frappant detail : deze nota’s vermelden het overlijden van concluantes vader NIET !
En dat is toch wel zeer bijzonder, want juist het overlijden van concluantes vader vormde de
aanleiding voor de inslaapproblemen. Dit zal concluante zeker vermeld hebben. Als de nota’s
van Meersman van 14.02.2008 inderdaad pas in 2011 opgesteld werden, is het logisch dat
hij zich in 2011 niet meer kon herinneren dat concluantes vader enkele weken gestorven
was. Wel past het dan weer prima in het kraam van verweerster en Tack, die trachten de
oorzaak van concluantes klachten ontstaan na ongeval, op haar ‘drukke levensstijl’ af te
wentelen … Juist, het is door veel te werken dat men dubbel ziet, geen spierkracht meer
heeft, botoedeem ontwikkelt in de nek, te pas en te onpas omvalt, dementieverschijnselen
vertoont, … Straks zijn er geen gezonde zelfstandigen meer …
Alleszins staat vast, dat Guy Meersman sinds 01.01.2013 GEEN ongeregistreerde wijzigingen
meer kon aanbrengen in het dossier. Dit zou aan het licht komen in KWS.
Als er iets gewijzigd is – zeg wel : ALS - dan moet dat m.a.w. in 2011 gebeurd zijn.
VAST STAAT OOK, dat Guy Meersman liegt : toen hij in september 2015 ondervraagd werd
door AZ Groeninge over zijn onwettig gebruik van de medische database van het
ziekenhuis inzake dit dossier, en geconfronteerd werd met zijn 2 onwettige logins,
antwoordde hij “dat hij zich niet herinnerde ooit ingelogd te hebben in Santens’ dossier”.
Het moest een vergissing zijn. Een toevallige vergissing op de datum van de expertise, en
toevallig ook 1 dag voor de datum op zijn verslag. Right.
Op 29 januari 2014 werd Meersman via email gecontacteerd door concluante om
duidelijkheid te scheppen over zijn rol in dit dossier (stuk 286). Hier kwam geen reactie op. In
maart 2014 werd Meersman opgebeld door concluante (stuk 75, audio). In november 2014
was er nog besproken dat Guy Meersman nog eens opgeroepen zou worden in de 2
de

expertise door Tack, dit op vraag van AG. In januari 2015 werden de eerste SMV video’s
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
73

gelanceerd, waarin een fragment van Guy Meersman te horen was. Hij zal gegarandeerd 1
van de 1
ste
geweest zijn, die ingelicht werd over deze video. In mei 2015 was er Panorama,
mede over dit dossier. Het is ondenkbaar dat Guy Meersman NIETS over Panorama gehoord
heeft. We merken het genoeg : zodra er een video gelanceerd wordt, zijn alle betrokkenen
er als de kippen bij om hem te komen bekijken (zie verder). Plus Meersman was door
concluante zelf ingelicht over zijn Open Brief. Die was niet mals, en Meersman had copy
daarvan ontvangen VOOR publicatie op de website, met de kans om zijn bedrog recht te
zetten.
En na dit alles is zijn enige officiële commentaar tov AZ Groeninge enkele dagen later, dat
hij zich “niets herinnert over het dossier SANTENS/AG” ?
Als uw rechtbank DAT nog gelooft …
Vast staat, dat er op vandaag NIET MET ZEKERHEID kan gezegd worden of Meersman’s
nota’s “echte” nota’s zijn, “half-echte-half-aangepaste” nota’s zijn, of vervalste nota’s zijn.
Vast staat ook, dat concluante GEEN slaapproblemen had sinds 1998 zoals Meersman
beweert.
Alleszins eindigt het verhaal hier nog niet voor wat Guy Meersman betreft. Uw rechtbank zal
akkoord zijn, dat het alleszins een goede zaak zou zijn voor verweerster, als uw rechtbank
geloof zou hechten aan de authenticiteit van Meersman’s verslagen, en geloof zou hechten
aan “10 jaar slaapproblemen”. Maar wacht, het verhaal wordt nog straffer …
O.
Het medisch patiëntendossier van AZ Groeninge had nog een verrassing in petto ...
Meerbepaald het verslag van ‘epsi’ van 12.06.2006 (stuk 83, 1 tem 4).
Concluante kreeg bijna een hartaanval toen ze dat las !
Daar staat namelijk kort samengevat in, dat concluante een ‘suicidale reactie’ gehad zou
hebben in juni 2006 !
Afin, de stagiair ginder was het wel niet zeker, maar heeft het toch wel zo in zijn verslag
geschreven …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
74

GEEN WONDER DAT AG EN TACK ZICH ZO IN DE HANDJES WREVEN BIJ HET VOORUITZICHT
DAT DE ‘MEDISCHE VOORGESCHIEDENIS’ OP TAFEL GELEGD WORDT !
Een ‘suicidale reactie’, wat een godsgeschenk, als dàt geen bewijs is van psychische
problemen !
Dat is dus waar Busschaert en Tack mede op doelden op 3 juni 2015 …
Want het verhaaltje van de slaapproblemen toen concluantes vader stierf, dat kan geen
enkele ernstige arts als ‘zware psychiatrische voorafbestaande problemen’ verkocht krijgen.
Maar als je daar een zogenaamde ‘suicidale reactie’ kan aan toevoegen, kan dat wel een
begin van twijfel oproepen. En wie twijfel wil zien, aanvaardt de twijfel voor waar.
En bijkomend : concluante had dat nooit verteld, dat ze een ‘suicidale reactie’ zou gehad
hebben. Zie je wel, zie je wel, betrapt, ze had dan toch iets te verbergen, ze is dan toch een
leugenaar …
De enige reden dat concluante geen ‘suicidale reactie’ vermeld heeft, is omdat zij er nooit
ene gehad heeft.
Wel is zij op aanraden van haar moeder en haar moeder’s huisarts voor controle naar spoed
geweest toen ze misselijk geworden was, toen ze die avond in juni 2006 te veel
slaapmedicatie had ingenomen (zie hoger).
En dat is – zo leest concluante 9,5 jaar later - blijkbaar genoteerd geweest als een ‘suicidale
reactie’. Hallucinant gewoonweg. Daaraan zie je : luister NOOIT naar je moeder ...
Concluante was beter gewoon in haar bed blijven liggen, en had beter gewoon de uitwerking
van de slaapmedicatie afgewacht … Maar ja, beter voorkomen dan genezen …
Wat is er écht gebeurd op 11 juni 2006 ?
Zoals hierboven omschreven, kende concluante een korte periode met inslaapproblemen na
het vernemen van het nieuws over haar vader :
In juni 2006 werden de slaapproblemen erger, waardoor concluante (…) besloot om
slaapmedicatie te nemen.
Maar de slaapmedicatie had geen effect. Ze viel nog steeds niet in slaap. Zelfs als ze
een dubbele dosis nam, viel ze nog niet in slaap. Als ze een driedubbele dosis nam,
viel ze nog niet in slaap. Concluante was meerdere dagen simpelweg ‘niet plat te
krijgen’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
75

En op een avond nam concluante, die het na enkele weken kotsbeu was om de halve
nacht te liggen woelen, een goeie portie slaapmedicatie. Het gevolg : NOG niet
slapen, wel misselijk geworden (zie verder) !
Inderdaad vond concluante het de hoogste tijd om eindelijk eens een goede nachtrust te
hebben. Ze liep gestresseerd en geïrriteerd rond, overdag was ze wel bezig maar presteerde
ze minder dan anders, en ’s avonds in bed kon ze niet stoppen met denken aan haar vader.
Ze was moe, maar kon desondanks de slaap niet vatten. In een impuls had ze er dus niet
beter op gevonden dan een heleboel slaappillen te nemen, met het gedacht van ‘dat zal mij
wel plat krijgen, ik wil en ik zal nù slapen !’.
Maar niets daarvan. Ze viel nog steeds niet in slaap ! In de plaats daarvan werd ze draaierig
en misselijk. Ze besloot haar moeder te bellen. Haar moeder kwam naar haar huis, en vond
het verstandiger om haar huisarts, Eric Vandeputte, op te bellen. Concluante zelf had op dat
moment geen eigen huisarts. Ze was pas recent naar Vichte verhuisd.
Dus de huisarts van concluantes moeder kwam even later ook toe. Die huisarts had
concluante nog nooit gezien, en kende haar dus niet. Dr Vandeputte vond het beter om toch
even op spoed te laten controleren of alles in orde was (stuk 85).
Zo gezegd, zo gedaan. Op spoed bleek het allemaal mee te vallen, het was lichte
slaapmedicatie, gewoon een kwestie van uitslapen. Concluante stond al klaar om terug naar
huis te vertrekken. De arts zei dat het beter was om een nachtje ter plaatse te blijven ‘in
geval er alsnog iets fout zou lopen – je weet maar nooit’. ’s Morgens zou concluante dan
naar huis kunnen. Dus (eindelijk !) sliep concluante haar roes uit in het ziekenhuis.
Maar ’s morgens mocht concluante niet naar huis. Ze moest eerst een psychiater zien. Dat
was niet naar haar goesting. Ze was naar het ziekenhuis gekomen omdat ze zich misselijk
voelde – niet om haar privé-léven uit de doeken te doen tegen een wildvreemde waar ze
niet om gevraagd had. Ze zou enkel naar huis mogen gaan, nadat ze ‘bekend’ had waarom ze
‘zelfmoord’ had willen plegen. Ze zei dat ze niet kon ‘bekennen’ wat ze niet gedaan had. Als
‘straf’ moest ze nog langer blijven – ‘tot ze zou meewerken’, zo klonk het. Mooi niet, en
concluante bolde het te voet af.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
76

Maar ze geraakte nog niet te ver: het ziekenhuis had wel de politie gebeld zeker ! Die had
haar snel gevonden en bracht haar terug naar het ziekenhuis. Haar uitstapje leverde haar …
een verblijf in de isoleercel op ! Concluante was woest – met welk recht beroofden zij haar
feitelijk van haar vrijheid ?? En dat omdat ze de veronderstelling van die psy niet wilde
bevestigen ?? Is dat dan ‘luisterd oor’ of is dat dan ‘vastzitten in vooroordelen’ en iedereen
over dezelfde kam scheren ? Een geluk, concluantes moeder was naar het ziekenhuis
gekomen en bevestigde dat de psy de bal misslagen had en er in geen geval sprake was van
‘suicidale reactie’. Concluante mocht hierop direct naar huis. Einde verhaal, dacht ze, tot ze
enkele weken geleden dus het verslag van deze spoedopname las … een gedroomde stok om
mee te slaan voor AG.
Enkele kanttekeningen bij dit verslag :
1.Het positieve eraan is, dat het uitdrukkelijk vermeld dat er geen psychiatrische of
somatische antecedenten zijn. Dat blijkt ook uit het RIZIV verslag.
2.Er wordt geen medicatie gegeven. Zou er werkelijk een probleem bestaan hebben, dan
zou er wel voorgeschreven geweest zijn.
3.Er wordt geen opvolging voorzien.
4.Concluante is nooit gezien geweest door een psychiater. Uit de verslagen blijkt dat het
een stagiair was : GSO (geneesheer specialist in opleiding). (en die had nog veel te
leren …) Was er sprake geweest van een reëel (vermoeden van) probleem, dan was
er ongetwijfeld wel een ‘echte’ psychiater bijgeroepen.
5. In het verslag staat : enkele myolastan (spierontspanner) : dat klopt niet. Concluante
had enkel slaapmedicatie genomen. 15 stuks zullen dat ook niet geweest zijn.
6. ‘Suïcidale ideaties zijn niet in te schatten’ : jamaar, als je niet kan inschatten of er
zelfmoordgedachten zijn ja dan nee, dan moet je ook niet in je verslag schrijven dat
iemand opgenomen wordt tgv ‘suicidale reactie’ !!
7. Natuurlijk dat de ‘stemming depressief en dysfoor’ (het omgekeerde van euforisch) is
en dat patiënte ‘niet coöperatief’ is : als je tegen je zin vastgehouden wordt ! Wie
wordt daar nu euforisch van ? Concluante alleszins niet, die was woest.
8.Patiënte kan niet al te “geïntoxiceerd” zijn als ze een half uur na aankomst op spoed
terug naar huis wil en als ze ’s morgens te voet naar huis kan stappen …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
77

9.Het betreft originele verslagen : ze zijn niet gewijzigd. Guy Meersman had daar
technisch gezien niet de mogelijkheid toe. Bovendien heeft Dr Vandeputte dezelfde
versie in zijn archief.
Enkele algemene opmerkingen :
1.De dag dat concluante zou beslissen om er een einde aan te maken, zou ze er wel voor
zorgen dat het van de eerste keer ‘prijs’ is, en al zeker geen lichte slaapmedicatie
daarvoor kiezen. Eerder zou ze van een gebouw van 20 verdiepingen hoog springen,
zou de wettelijke weg van euthanasie niet mogelijk zijn.
2.Een inslaapstoornis tgv een ingrijpende gebeurtenis is niet hetzelfde als een
‘psychische stoornis’. Moest er sprake zijn van een ‘psychische stoornis’, dan zouden
er voortdurend psychische problemen opduiken. Dat is niet het geval.
3.Wie er een eind aan wil maken, belt zijn moeder toch niet ?
4.Wie zwaar ‘geïntoxiceerd’ is, is niet meer bij bewustzijn. Concluante was wakker.
5.Zou concluante ‘suicidale ideaties’ hebben, dan had ze zich de voorbije 5 jaar
waarschijnlijk al 100 keer van kant kunnen maken. Ze had veel meer redenen nu dan
toen !
6.Concluante is niet het type dat in een hoekje zit zielig te doen. Ze is het type dat
terugvecht.
7.Hoe wetenschappelijk en medisch verantwoord is het, om als arts de volgende
redenering te maken :
inslaapprobleem met slaapmedicatie = ‘suicidale reactie’
bij een patiënt die je niet kent, nooit ontmoette, nooit onderzocht, niets over weet ?
8. Concluante nam na kennisname van dit verslag contact op met het ziekenhuis, met de
vraag of deze toch wel extreme interpretatie van de feiten door de stagiair, kon
rechtgezet worden. Dit kon blijkbaar niet. Er kon enkel een ‘toevoeging’ aan het
medisch dossier gebeuren waarin de patiënt de inhoud van een verslag betwist.
9.Terzelfdertijd werd aangegeven dat, in geval er sprake is van slaapmedicatie bij een
spoedopname, het standaardprocedure is om iemand een dag in het ziekenhuis te
houden, dit omwille van de aansprakelijkheid. ‘Dit is overal zo’. In geval iemand
meteen uit het ziekenhuis zou mogen vertrekken, en kort daarop écht zelfmoord zou
plegen, dan zou het ziekenhuis daarvoor verantwoordelijk gesteld kunnen worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
78

Blijkbaar was het in het verleden al meermaals gebeurd, dat mensen het ziekenhuis
verlieten en meteen erna in de vlakbij gelegen Leie sprongen. In die zin ‘nemen ze
liever geen risico’s’. Dit op papier bevestigen, wilden ze echter niet … En pech voor
die mensen, die door deze ‘preventieve maatregel’ opgezadeld worden met een
dergelijk medisch verslag dat de feiten totaal uit hun context rukt !
10. Tussen dit eenmalig gebeuren en het ongeval ligt een periode van meer dan VIER (4)
jaar. Het is absurd om een eenmalige gebeurtenis ten gevolge van dermate pijnlijk
nieuws te willen (mis)gebruiken als ‘oorzaak’ van symptomen van nota bene
hersentrauma ! En dit VIER jaar later !
11.De slaapproblemen in 2006 betroffen inslaapproblemen : de slaap niet kunnen vatten
(psychische insomnia). De slaapproblemen sinds ongeval zijn het omgekeerde : altijd
en overal kunnen slapen, dag en nacht, zonder ooit uitgerust te zijn, met een blijvend
gevoel van uitputting, voortdurende pijn, en dit volgend op een hersentrauma. De 2
zijn niet met elkaar te vergelijken.
Samenvattend besluit :
Ja, er bestond een kortstondig inslaapprobleem in juni 2006. Ja, daar is een (op 15 jaar tijd 1-
malige) ongelukkige en impulsieve oplossing voor gekozen. Neen, er was geen sprake van
een psychiatrische problematiek, evenmin van een ‘suicidale reactie’.
Aangezien de inslaapproblemen tgv overlijden vader het enige element zijn die uit de
medische voorgeschiedenis naar voor komen, kan op basis hiervan niet besloten worden tot
een “zware voorafbestande psychiatrische problematiek”.
P.
Dit wordt ook bevestigd door Dr Boydens, huisarts van concluante (stuk 84) :
Ik ken Anke Santens als patiënte sinds 2006. Behalve een korte periode eind 2007 – begin
2008 met vnl. slaapstoornissen, vnl. door stress, o.a. palleatieve situatie van haar vader,
werden voor het ongeval géén majeure psychische problemen vastgesteld.
(In bijlage (verso) een verslag van de psychiater. Het slaaponderzoek zelf heb ik niet
ontvangen.)
Q.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
79

Dit wordt ook bevestigd door Professor Lafosse, wiens standpunt we bijkomend wensten te
bekomen, kwestie dat een ‘medisch geschoold’ iemand ook zijn visie kan geven.
Hij stelt o.a. (stuk 86) op blz. 2 :
Bedenk dus dat niet alle symptomen en problemen in het leven veroorzaakt worden door
psychische stoornissen en dat ten onrechte gestelde diagnoses extreem schadelijk kunnen
zijn voor de betrokkene.
(…)
Voordat symptomen als een psychische stoornis beschouwd mogen worden, moet er voldaan
worden aan:
·Ten eerste moeten de symptomen op een kenmerkende manier onderling
samenhangen en een cluster vormen. Afzonderlijke symptomen van depressie,
angst, slapeloosheid, geheugenproblemen, aandachtsproblemen, enz. zijn op zichzelf
nooit voldoende om een psychiatrische diagnose te rechtvaardigen.
·Ten tweede, moeten de symptomen klinisch significant lijden of een klinisch
significante beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren veroorzaken.
Dit voorbehoud is een centraal en essentieel aspect van de differentiële diagnose bij
de psychiatrische stoornissen.
oGegeven het feit dat patiënte attesten kan voorleggen waaruit blijkt dat er
geen klinisch significant lijden aanwezig was die haar sociaal en beroepsmatig
functioneren beperkten, gezien er geen diagnoses werden gesteld door
psychiaters, alsmede dat er geen systematisch psychotroop medicatiegebruik
was voor het ongeval, gezien er op vlak van schoolse prestaties en opleiding
(hoger universitair onderwijs) geen noemenswaardige problemen zijn te
melden in verband met haar studiecarrière, lijken mij deze argumenten
suggestief voor de AFWEZIGHEID van een psychiatrisch ziektebeeld reeds
voor het ongeval.
* Men hoeft geen arts te zijn om in te zien dat een periode van verdriet of moeheid na een
overlijden, die deel uitmaakt van het mens-zijn, niet gelijkstaat met een stoornis. Anders was
iedere mens die ooit een dip had of een depressieve periode kende, ‘psychisch gestoord’.
Ook geldt dat een slaapstoornis is wat ze is : een slaapstoornis. PAS als ze tegelijk optreedt
met een HELEBOEL ANDERE symptomen, en ahw 1 deeltje vormt van een geheel van
‘afwijkingen’ (de cluster waar Professor Lafosse het over heeft), kan er van een
“psychiatrische problematiek” sprake zijn. Dat is hier niet het geval. En BIJKOMEND moet er
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
80

bovendien een klinisch vaststelbaar lijden of functieverlies optreden (zoals bvb. niet meer
kunnen werken, een opname in een psychiatrische instelling, …). Ook dat was niet het geval.
R.
Concluante legt als bijkomend stavingsstuk de attesten van de Verzekering Gewaarborgd
inkomen (stuk 87) en haar Hospitalisatieverzekering (stuk 88) voor. Hieruit blijkt dat er geen
langdurige werkonderbrekingen optraden, noch opnames in instellingen of ziekenhuizen
waren.
Voor de volledigheid overlopen we bijkomend de vermelde tussenkomsten van de
hospitalisatieverzekering :
Dossiernummer: L09-01086/2818 PLAATSEN SPIRAALTJE (gynaecologie) (zie ook
Datum ongeval 18/12/2008 RIZIV overzicht ter controle, Dr Thys)
Uitbetaling: 18,60 euro
Dossiernummer: L11-01649/1930 FACTUUR MBT HOSPITALISATIE NOVEMBER 2010
Datum ongeval 16/02/2011 (tgv ongeval)
Uitbetaling: 1589,33 euro
Dossiernummer: L12-03324/1930 FACTUUR MBT SPOEDOPNAME JANUARI 2012
Datum ongeval 18/01/2012 (tgv ongeval)
Uitbetaling: 50 euro
Dossiernummer: L13-00933/1930 FACTUUR MBT BEVALLING JANUARI 2013
Datum ongeval 03/01/2013
Uitbetaling: 771,39 euro

S.
BIJKOMEND wordt het feit dat concluante een zo goed als blanco medische
voorgeschiedenis had, bijkomend gestaafd door de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen die
zij ontving.
Deze staan namelijk vermeld op de formulieren van de belastingsaangifte. Deze laten toe om
11 jaar terug te keren in de tijd, en laten maw een beeld toe voor een periode van ZEVEN
jaar voor het ongeval (het was niet mogelijk voor de belastingsdienst om op korte termijn
meer dan 10 jaar terug te keren in de tijd) : zie stuk 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96 ,97, 98, 99 :
In 2004 :er werd 0 EURO ziekte- of invaliditeitsuitkering uitbetaald
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
81

In 2005 :er werd 1.263,68 EURO ziekte uitkering betaald na val van paard – dit stemt
overeen met 1 maand arbeidsongeschiktheid (concluante was toen nog in
vaste loondienst, dus er is geen sprake van een maand carensperiode)
In 2006 :er werd 0 EURO ziekte- of invaliditeitsuitkering uitbetaald
In 2007 :er werd 0 EURO ziekte- of invaliditeitsuitkering uitbetaald
In 2008 :er werd 417 EURO ziekte uitkering betaald na overlijden vader – dit stemt
overeen met 1 maand arbeidsongeschiktheid (de zgn carensperiode waarvoor
bij zelfstandigen geen ziekte uitkering bestaat) + 1 à 2 weken
arbeidsongeschiktheid (er was geen tijd meer om de historiek van het exacte
aantal dagen op te vragen), hetgeen overeenstemt met een totale periode
arbeidsongeschiktheid van 5 à 6 weken
In 2009 :er werd 0 EURO ziekte- of invaliditeitsuitkering uitbetaald
In 2010 :vanaf 22.09.2010 (datum ongeval) werden er invaliditeitsuitkeringen
uitbetaald ; anders niet
BESLUIT op basis van de uitbetaalde ziekte-uitkeringen :
Deze bevestigen wat concluante zowel tijdens de 1
ste
als tijdens de 2
de
expertise verklaard
heeft aan de deskundigen, en bevestigen wat concluante keer op keer aan uw rechtbank
verklaard heeft :
1.Zij was kerngezond VOOR het ongeval
2.Zij had geen voorafbestaande lichamelijke letsels
3.Zij had geen voorafbestaande psychiatrische of hormonale problemen of burnout
4.Zij had een korte dip nav overlijden van haar vader (trouwens ook na overlijden oma,
ook na breuk met partner begin 2009 – dat maakt haar MENSELIJK, niet ‘psychisch
gestoord’ !)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
82

Op basis van deze overzichten kan er besloten worden dat in een periode van ZEVEN jaar
voor het ongeval, er TWEE KORTE periodes van arbeidsongeschiktheid waren : 1 na val van
paard in 2005 en 1 na overlijden vader in 2008. Dit rechtvaardigt geenszins het inroepen van
enige “zware voorafbestaande problematiek”, nog minder ene die in causaal verband zou
staan met de klachten ontstaan na ongeval bijna 3 jaar later !
Het overzicht bevestigt ook de voorgaande opmerkingen bij het verslag van Dr Titeca : nl. dat
er sprake was van een korte inslaapstoornis in juni 2006, die nadien verdwenen is. Waarbij
er 1,5 jaar lang géén slaapproblemen waren. Waarbij deze inderdaad begin 2008
terugkeerde. Anders zou er logischerwijze ook een arbeidsongeschiktheid geweest zijn in of
na juni 2006, of in 2007.
MAAR BELANGRIJKER NOG : DIT OVERZICHT MAAKT KOMAF MET DE STELLING VAN GUY
MEERSMAN ALS ZOUDEN ER 10 JAAR LANG SLAAPPROBLEMEN BESTAAN HEBBEN.
DIT OVERZICHT MAAKT KOMAF MET DE BEWERINGEN VAN TACK EN BUSSCHAERT OP 3
JUNI 2015 ALS ZOUDEN ER ZWARE PSYCHIATRISCHE PROBLEMEN EN ERNSTIGE
HORMONALE PROBLEMEN BESTAAN HEBBEN VOOR ONGEVAL.
Moest dat waar zijn, dan zouden er veel meer en veel langere periodes van
arbeidsongeschiktheid en tussenkomsten van de ziekenkas geweest zijn.
T.
Het luik “zware psychiatrische voorafbestaande problematiek” menen we voldoende
weerlegd te hebben.
Maar … Tack en Busschaert spraken OOK “met absolute zekerheid” van een “ernstige
hormonale voorafbestaande problematiek” waarvan ze de “bewijzen in handen” hadden.
Hoe de vork daar aan de steel zat, kwam concluante te weten op 02.12.2015.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
83

Concluante geloofde immers niet dat zij ooit de ‘remergon’ die Guy Meersman zgz.
voorschreef, genomen had. Zij had daar geen herinnering aan en ze was anti-pillerijen.
Dus besloot ze dit bijkomend te controleren door haar medicamenteuze voorgeschiedenis
op te vragen. Ze zou op zoek gaan naar ‘remergon’. Maar ze vond iets anders …
Concluante had 2 vaste apothekers : Verhoest in Vichte en Declercq in Deerlijk.
Ze besloot beiden om een historiek te vragen van de aangekochte medicatie sinds 1 januari
2000.
EN WIENS NAAM ZAG ZE OPDUIKEN IN DE HISTORIEK VAN APOTHEEK DECLERCQ IN 2008 ?
Guy Meersman.
EN WELK VOORSCHRIFT HEEFT GUY MEERSMAN AFGELEVERD IN 2008 ?
Circadin 0,2 mg.
EN WAT IS CIRCADIN ?
Melatonine.
EN WAT IS MELATONINE ?
Melatonine is de natuurlijke stof in de hersenen die het slaap-waak ritme regelt.
Het is een voedingssupplement dat wereldwijd door miljoenen mensen gebruikt wordt.
Het zou ook de immuniteit bevorderen.
In veel landen is melatonine tot 0,3 mg zonder voorschrift te verkrijgen.
Melatonine wordt bvb. gebruikt na jetlag, maar wordt ook gebruikt als natuurlijk middel in
geval van … inslaapproblemen / insomnia.
Juist, insomnia, precies de reden waarom concluante zich tot Guy Meersman gericht had.
Melatonine staat geklasseerd als … een HORMOON. (stuk 102)
HET LAATSTE STUKJE VAN DE PUZZEL VIEL HIERDOOR OP ZIJN PLAATS.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
84

DE ‘ HORMONALE BEHANDELING ‘ WAAR BUSSCHAERT EN TACK IN KOOR ZO HARD OP
HAMERDEN, WAS EINDELIJK GEVONDEN !
TOT HAAR APOTHEEK HAAR INLICHTTE OP 02.12.2015, DAT CIRCADIN ONDER DE
‘HORMONEN’ VALT, WIST CONCLUANTE NIET EENS DAT ZIJ IN 2008 ‘HORMONEN’
GENOMEN HAD !!
ZIJ HAD WEL EEN NATUURLIJK, SLAAP ONDERSTEUNEND, NIET VERSLAVEND
VOEDINGSSUPPLEMENT GEVRAAGD AAN GUY MEERSMAN, DIT OM EEN EVENTUELE
HERVAL VAN HET LAATTIJDIG IN SLAAP VALLEN, TE VOORKOMEN.
MET HET PR HOOGSEIZOEN IN AANTOCHT, DE DRUKSTE PERIODE VAN HET JAAR, WILDE ZE
OP VEILIG SPELEN EN HAAR HERVONDEN ENERGIE OP PEIL HOUDEN.
MELATONINE IS EEN VOEDINGSSUPPLEMENT, MAAR IS DUS OOK IN WEZEN … EEN
HORMOON.
BUSSCHAERT EN TACK WISTEN M.A.W. OVERDUIDELIJK DAT CONCLUANTE EEN TIJDJE
CIRCADIN GENOMEN HAD !
CONCLUANTE HEEFT IMMERS NOOIT EEN HORMONALE BEHANDELING ONDERGAAN VOOR
HET ONGEVAL. HET KAN DUS ALLEEN MAAR OVER DEZE MELATONINE – CIRCADIN GAAN.

DIT VOORSCHRIFT VAN CIRCADIN LEVERT HET BEWIJS VAN 2 ZAKEN :
1.HET CONTACT TUSSEN GUY MEERSMAN EN AG
2.HET GEZAMENLIJK BEDROG VAN TACK EN AG
En wel zo :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
85

1.Er bestaat geen centraal systeem, geen nationale database die bijhoudt welke arts
welk geneesmiddel voorgeschreven heeft aan welke patiënt en wanneer. Dat is
bewust zo georganiseerd door de apothekersverenigingen om de privacy van de
mensen te beschermen.
2.Zelfs het RIZIV weet niet welke arts welk geneesmiddel voorgeschreven heeft aan
welke patiënt. Het RIZIV kan enkel weten dat de SIS kaart gebruikt werd in apotheker
X op datum Y. Dat blijkt ook uit het RIZIV overzicht. Daar staat geen naam van
medicatie naast of naam van arts die medicatie voorschreef.
3.Ook de ziekenfondsen weten niet wie wat krijgt als medicatie. Het mechanisme
werkt als volgt : de apothekers zamelen de ontvangen voorschriften in, waarvoor ze
aan de mensen medicatie hebben afgeleverd. De mensen betalen enkel het remgeld,
de apothekers worden pas nadien betaald voor het saldo. De apothekers maken deze
voorschriften maandelijks over aan een ‘tarificatiedienst’ of ‘tariferingsbureau’. Er
zijn verschillende ‘tarificatiediensten’ of ‘tariferingsbureau’s’ in België, meestal per
provincie georganiseerd. Deze tarificatiediensten controleren de voorschriften, en
rekenen per apotheker uit, hoeveel geld hij nog moet ontvangen van de
ziekenbonden ter betaling van de reeds afgeleverde medicatie. Deze
tariferingsbureau’s sturen vervolgens een lijst naar de ziekenbonden, waarop een
overzicht staat van het soort medicament, het aantal, de prijs. Maar waar GEEN
vermelding op staat van WELKE ARTS een medicament voorschreef, ook niet aan
WELKE PATIENT een medicament afgeleverd werd. Simpelweg kan je zeggen : een
lijst waarop staat : X medicamenten, waarvoor de apotheker nog Y euro moet
ontvangen. Het ziekenfonds betaalt hierop de apotheker. Het tariferingsbureau
stuurt vervolgens de voorschriften (die afgerekend, en dus betaald zijn) terug naar de
apotheker. Deze apotheker moet de voorschriften een aantal jaar bijhouden (ik
geloof 10 jaar maar ben het niet zeker).
Je kan het een beetje vergelijken met een boekhouderskantoor, dat alle facturen van
een bedrijf inzamelt, verwerkt, en dan de balans en jaarrekening opstelt om hetzij
belastingen te betalen, hetzij terug te krijgen. Daarna krijgt het bedrijf zijn
boekhouding terug, en moet zij alle facturen en documenten X tijd bewaren.
4.Er zijn dus maar 3 partijen die kunnen weten welk geneesmiddel door welke arts
werd voorgeschreven, en wanneer :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
86

oDe patiënt zelf (maar wie houdt nu een overzicht bij van welk medicament hij
waar en wanneer gekocht heeft ?? concluante alleszins niet)
oDe arts, die dit in zijn verslag noteert
oDe apotheek, die de verkoopshistoriek van zijn klanten bijhoudt
5.Enkel de patiënt kan bij de apotheek zijn verkoopshistoriek opvragen en dit enkel
ter plaatse, in de apotheek. Een arts kan dus geen apotheek opbellen en zeggen : fax
me even de verkoopshistoriek door voor patiënt X. Apothekers geven enkel een
uitgeprinte versie aan de patiënt zelf in persoon, in de apotheek. Apothekers sturen
geen verkoopshistorieken op per post of per email. Als patiënt moet je die zelf gaan
halen – in de apotheek. Het ziekenfonds stuurt WEL per post overzichten op van je
medische voorgeschiedenis.
WAT HEEFT DIT TE MAKEN MET HET BEDROG IN DIT DOSSIER ?
Tack en Busschaert hebben “de bewijzen in handen” van enerzijds “zware psychiatrische
voorafbestaande problematiek” en anderzijds “ernstige hormonale voorafbestaande
problematiek”.
Als deze problematiek zou bestaan, dan hoort daar logischerwijze ook een behandeling bij.
Maar de 2 geconsulteerde psychiaters hebben GEEN medicatie voorgeschreven. Wil men de
stagiair van 12 juni 2006 hier ook bij rekenen, dan heeft ook deze GEEN medicatie
voorgeschreven. Een endocrinoloog werd nooit geconsulteerd voor ongeval, er kan bijgevolg
geen hormonale medicatie voorgeschreven zijn door een endocrinoloog.
Dan schiet enkel Guy Meersman over, want hij is de enige neuroloog die concluante in de 10
jaar voor ongeval consulteerde. In zijn verslag van 31 maart 2008 schreef hij namelijk dat hij
‘remergon’ voorschreef. Dat is een anti-depressivum en kan als psychiatrische medicatie
beschouwd worden. Er is GEEN VERSLAG van Guy Meersman beschikbaar dat Circadin
vermeldt. Toch staat het met zekerheid vast dat Guy Meersman Circadin voorgeschreven
heeft. Concluante herinnert zich dat zij een natuurlijk voedingssupplement van hem kreeg.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
87

En dit voedingssupplement staat op de verkoopshistoriek van apotheek Declercq. Op naam
van Guy Meersman.
Toen ze de doosjes verloren was, kreeg ze 2 nieuwe voorschriften van Frederik Vanhee
(startend neuroloog in AZ Groeninge en toen vervanger van Guy Meersman – verlof ?). Met
deze Frederik Vanhee was er GEEN consultatie, hij gaf enkel de vervangende voorschriften
voor Circadin af. Dit blijkt uit het RIZIV overzicht.
Alhoewel er dus GEEN consultatie was, gaf Frederik Vanhee toch 2 vervang voorschriften.
Een arts zal dat niet zomaar doen, als hij een patiënt niet kent en niet onderzocht heeft.
Hij moet zich daarvoor dus gebaseerd hebben op een medisch verslag van Guy Meersman.
En dit medisch verslag moet Circadin vermeld hebben. En dit medisch verslag is op vandaag
spoorloos. Foetsie. Maar verweerster heeft er wél een copy van.
Volgend op het apothekersbezoek, waaruit bleek dat het voorschrift voor Circadin van Guy
Meersman op 17 juli 2008 ingediend werd, hercontroleerde concluante nog eens het RIZIV
overzicht. Want waarom zou ze wachten tot 17 juli 2008 om een voorschrift in te dienen dat
ze zogezegd al had sinds 31 maart 2008 ?
En jawel ! Er stond een DERDE consultatie op bij Guy Meersman. Concluante dacht
verkeerdelijk dat de datum van 9 juli 2008 bij het labo onderzoek hoorde. Neen, op 9 juli had
ze blijkbaar een 3
de
afspraak gehad met Guy Meersman. Maar noch in het 1
ste
, noch in het 2
de
medisch dossier van AZ Groeninge stak er een verslag van Guy Meersman op datum van 9
juli 2008. Enkel het gekriebel van 14.02.2008 en de ‘persoonlijke nota’s’ van 31.03.2008.
Concluante hercontacteerde nog maar eens AZ Groeninge, dat bevestigde dat ze “niets
anders ontvangen hadden” van Guy Meersman. Het zijn immers de artsen die hun medisch
dossier bezorgen aan de Ombudsdienst, als iemand zijn medisch dossier opvraagt.
Dat laat maar 2 mogelijkheden :
1. Guy Meersman heeft zijn verslag van 9 juli 2008, waarin Circadin genoteerd staat,
doorgespeeld aan AG en vervolgens laten verdwijnen.
2.Guy Meersman heeft op 9 juli 2008 geen verslag opgesteld, maar heeft de Circadin
die in het verslag van 31 maart 2008 stond, veranderd door ‘remergon’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
88

Hoe concluante zeker weet dat de Circadin ergens opgeschreven moet gestaan hebben ?
Heel eenvoudig : als Guy Meersman in 2008 NERGENS nota genomen zou hebben van
Circadin, HOE ZOU HIJ DAN IN 2011 NOG WETEN WAT HIJ 3 JAAR TEVOREN
VOORGESCHREVEN HAD AAN CONCLUANTE ? Want in 2011 wist hij het nog: hij heeft dit aan
AG doorgegeven. En hoe zou Frederik Vanhee anders vervangvoorschriften gegeven
hebben ?
Meersman heeft zo veel patiënten. Hij heeft concluante maar 3 x gezien ; en 3 x 5 minuten ;
en dit 3 jaar voor de aanvang van de expertise. Lang duurt dat niet bij Guy Meersman … En
zo’n genie met zo’n wondergeheugen dat hij 3 jaar na datum nog steeds weet wat hij voor
iedere patiënt heeft voorgeschreven, is hij ook niet. Anders zou hij wel wat anders doen dan
als verzekeringsarts ‘werken’.
HET IS ONMOGELIJK dat Guy Meersman in 2011 nog uit het hoofd wist wat hij in 2008 had
voorgeschreven. En hij kon het nergens anders, behalve in zijn nota’s / verslag, opzoeken :
Wetende dat er nergens een centrale database bestaat van medicatie, zoals hierboven
uiteen gezet.
Wetende dat hij dit niet bij het RIZIV kon opvragen.
Wetende dat hij dit niet bij de apotheker kon opvragen.
Wetende dat hij dit niet via de ziekenbond kon opvragen.
Meersman had alleen maar zijn eigen nota’s als bron. EN WAAR ZIJN DIE ? Foetsie !
Plus, Tack en Busschaert waren formeel : ZE HADDEN DE BEWIJZEN IN HANDEN. En voor
een keer gelooft concluante hen. Het staat vast dat Meersman GESCHREVEN DOCUMENTEN
aan AG overhandigd heeft – hetzij aan Luc Desmet (het meest waarschijnlijke, nu ze elkaar
regelmatig zien en samen’werken’) ; hetzij aan Jan Fonteyne, de AG advocaat ; hetzij beide.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
89

Hopelijk via email, want dan zal daar een spoor van terug te vinden zijn (dat al lang
verdwenen gaat zijn tegen dat het parket in actie schiet). Maar waarschijnlijk eerder mooi
afgedrukt en overhandigd. Verzekeringsartsen laten geen sporen na van hun gekonkelfoes …
AG heeft van bij de start in dit dossier zeer zwaar voor de bedrogweg gekozen. AG wist maar
al te goed, dat ze een zeer groot risico namen door Guy Meersman (expertise maart 2011) in
november 2014 terug bij de 2
de
expertise te betrekken. De brief van Fonteyne is zo goed als
openlijk hun bedrog uit de 1
ste
expertise toegeven. Ze zouden dat risico NIET genomen
hebben, als ze niet ‘zeker’ waren van hun stuk.
’t Is te zeggen : als ze niets op papier staan hadden. Fonteyne is een wezel, de man van
achterbaks doen met 2 gezichten, maar alleen zolang hij zich ingedekt voelt. Concluante
herinnert zich maar al te goed de uitval van uw rechtbank naar Fonteyne toe op 2 april 2014.
Uw rechtbank kent de werkwijze van Jan Fonteyne veel beter dan concluante.
Vast staat : Fonteyne gaat niet het risico nemen om te “vallen” als zou blijken dat Meersman
alleen maar lucht verkocht had. Fonteyne is een advocaat. Die wil bewijzen op PAPIER. Die
gaat zijn nek niet uitsteken voor “Meersman heeft het gezegd”. De enige reden dat hij in
november 2014 zijn brief stuurde om marionet Meersman weer ten tonele te voeren, is
omdat hij wist dat hij “Meersman bij de ballen had”, bij manier van spreken. Hij had
verslagen uit concluantes medisch dossier bij AZ Groeninge van Meersman op papier
ontvangen sinds 2011.
Plus, niet vergeten, in 2014 was het Tack die als gerechtsdeskundige aangesteld was. Het is
niet logisch om aan te nemen dat Meersman, Baeke, Desmet en Fonteyne Tack in 2011 al op
de hoogte zouden gesteld hebben van hun ‘bewijzen’. Voor Meersman, Baeke, Verstraelen
en Verstraete was dit dossier het zoveelste “bandwerk” dossier : een paar
schijnonderzoeken, een paar valse verslagen, 3 %, en hop naar de volgende. Zoals ze bij
IEDEREEN doen. Al JAREN.
Zij konden in 2011, zelfs in 2012, ONMOGELIJK voorzien dat er een 2
de
expertise zou komen.
Al zeker niet bij uw rechtbank, die haar experts niet graag desavoueert. En al zeker lieveling
Hans Verstraelen niet. Ze waren er gerust in. Ze waren er allemaal gerust in. Omdat ze er al
al die jaren mee wegkomen, met hun gefoefel. Want ‘ze zijn arts’. En ‘omdat ik het zeg’
volstaat in de Belgische rechtbanken.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
90

Concluante is er van overtuigd dat Tack NOG VOOR DE START van de 2
de
expertise door AG
arts Luc Desmet op de hoogte gesteld geweest is van de “verslagen” die via Guy Meersman
sinds 2011 in het bezit van AG waren en daar copy van had.
Waarom ? Omdat Tack van bij de 1
ste
zitting al blijk gaf van zijn partijdigheid. Hij stak dat niet
eens onder stoelen of banken. Uw rechtbank weet dat, concluante heeft direct een
verzoekschrift ingediend toen ze fits had dat het weer van dadde was.
Tack heeft met Desmet contact gehad voor de start van de expertise, hij heeft dat zelf
gezegd aan concluante (‘Desmet is niet beschikbaar voor 1
ste
zitting voor eind juni heeft hij
me dat gisteren nog gezegd’). En omdat Tack in wezen een bange Kwezel is. Hij zou zich niet
zo opgesteld hebben, al van bij de 1
ste
zitting toen Desmet last minute arriveerde, als hij toen
al niet heel zeker was geweest van zijn stuk : de die gaan we er op het gemak nog een 2
de

keer instinken, we hebben alles wat we nodig hebben. Hij zou zich voorzichtiger en
afwachtender opgesteld hebben, moest hij toen de medische voorgeschiedenis nog niet
gehad hebben.
Tack is het voorzichtige type ‘de kat uit de boom kijken’ en ‘onnodige risico’s vermijden’. Hij
houdt zich rustig aan de buitenkant, en geeft geen krimp, is diplomatisch, zegt niet veel, blijft
altijd beleefd, maar observeert voortdurend alles en iedereen en analyseert voortdurend
alles. Het is een angsthaas, en hij kende concluante nog niet goed in het begin. Toen hij zag
dat er direct een gepeperd bericht volgde na het voorstel van Jan Fonteyne om Meersman
terug op de proppen te brengen, trok hij zijn staart in, en koos hij voor de voorzichtigheid, en
rekende hij vooral op de bescherming van uw rechtbank.
Tack kent uw rechtbank en speelt zijn rol op een manier waarvan hij weet dat ze door uw
rechtbank gewaardeerd zal worden: rustig en bedaard. Dat heeft concluante tegen, haar
‘scherpe bewoordingen’, die ergernis opwekken bij uw rechtbank. Maar concluante heeft
haar van haar leven nog niet anders voorgedaan dan dat ze is, en ze gaat daar nu ook niet
mee beginnen. Zeker nu niet, want moest ze geen scherpe bewoordingen gebruiken, ’t zou
weer het ene oor in en het ander oor uit zijn. Het is nodig van scherpe woorden te
gebruiken, zodat ze kunnen blijven hangen in de oren, en nazinderen, en hun weg vinden
naar het geweten van alle betrokkenen – voor zover sommige dat nog hebben, om zo’n
miserie aan je medemens te kunnen aandoen. Er zal nooit iets veranderen aan het
verzekeringsbedrog als er eens niet deftig – maar onderbouwd - met de vuist op tafel
geklopt wordt.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
91

Moest het aan Tack alleen gelegen hebben, hij zou gezwegen hebben over de medische
voorgeschiedenis, want hij wist dat hij dat niet verkocht zou kunnen krijgen. Hij wist, zelfs
met de nodige aanpassingen, dat het ‘voorafbestaande toestand’ verhaal niet zou pakken.
Anders had hij dat natuurlijk al van bij de start van de expertise ingeroepen. Waarom heeft
Tack in augustus 2014 de medische voorgeschiedenis niet opgevraagd als hij dat zo’n
doorslaggevende factor vond om zijn verslag te kunnen opstellen ? Waarom heeft Tack
niet eerder tegen uw rechtbank gezegd dat hij het absoluut noodzakelijk vond om de
medische voorgeschiedenis te consulteren ? Hij was al opgeroepen geweest in zitting in
raadkamer nav de vraag tot zijn vervanging na de zomer van 2014. Tack heeft toen niet
gepiept over het belang van de medische voorgeschiedenis. Omdat hij er toen nog van
uitging dat hij de klus wel geklaard zou kunnen krijgen via de valse verslagen van zijn
vriendjes Casselman en Colpaert.
En zelfs nà de brief van Fonteyne, piepte hij niet over de ‘medische voorgeschiedenis’.
Waarom niet ? Te groot risico. Het bedrog van Meersman zou uitkomen.
Begin 2015 werd Tack nog een keer opgeroepen in raadkamer. En NOG piepte hij niet over
de medische voorgeschiedenis.
Zelfs op de zitting van april 2015, piepte hij NOG niet over de medische voorgeschiedenis.
De zitting is opgenomen, er is niets te horen over medische voorgeschiedenis.
Wanneer heeft uw rechtbank Tack voor het eerst horen piepen over de medische
voorgeschiedenis ? NA HET VERSLAG VAN PROFESSOR LAFOSSE. (verslag Lafosse 6 april
2015 ; gepresenteerd op de zitting 8 april 2015 ; eerste melding Tack over medische
voorgeschiedenis : 22 april 2015). Omdat hij toen wist, dat het game over was : de letsels
waren aangetoond, het causaal verband met ongeval was aangetoond, én de
expertiseverslagen uit de 1
ste
zitting werden als valse verslagen ontmaskerd.
“Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat in dit dossier actief gezocht wordt om te kunnen
besluiten tot simulatie aggravatie”, schrijft Lafosse bijkomend. KAN HET DUIDELIJKER
GESTELD WORDEN ?????????
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
92

Verweerster en Tack hadden maar die uitweg meer. En als gerechtsdeskundige moet Tack
niets bewijzen. “Omdat ik het zeg ” is voldoende argument. Het volstaat dat hij als
gerechtsdeskundige twijfel zaait bij uw rechtbank. Maar Busschaert kwam ter vervanging
van Fonteyne. Busschaert is liever gezien door uw rechtbank dan Fonteyne. Busschaert mag
ook een beetje meer. Die psychologische factor heeft doorgewogen bij Tack. Tack is een
kuddedier, hij voelt zich sterker in een groep dan alleen. Alleen is het rap rap staart tussen
de benen en wegwezen. Dan komt er geen piep meer uit, als hij alleen is. En Busschaert is
een geruststellende partner. Stoer, speelt prima toneel, doet vooral graag alsof hij een
‘sereen verloop van de expertise’ nastreeft, de rechtbank hoort dat graag. Hij kan perfect
het onschuldig engeltje uithangen, hij is slim en houdt van blufpoker. En het is met dat
laatste, dat ze zich mispakt hebben.
De samenwerking tussen Tack en verweerster kon al vermoed worden op basis van de
hieropvolgende brief van Busschaert van 11 mei 2015 (stuk 120):
Sinds wanneer moet een (‘onpartijdige’) deskundige ‘ondersteuning’ krijgen van tegenpartij
in zijn vraagstelling ? Wie dicteert hier wie ? En wat motiveert Busschaert om hier zo hard op
aan te dringen, dat hij er zelfs een briefje voor schrijft ? Normale gang van zaken ?
Vooral aangezien Tack zelf aangaf, oa op 11 december 2014, dat hij juist GEEN reden zag tot
opvragen bijkomende informatie, dat hij voldoende info had om de slotzitting te laten
doorgaan op 30.01.2015 (hij had toen verslag Colpaerten Casselman al binnen en ging er van
uit dat dat genoeg zou zijn om op het gemak te kunnen besluiten tot “geen letsels”) (stuk
121):
Ik zie momenteel geen reden om bijkomende inlichtingen in te winnen over vroegere
expertise-onderzoeken.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
93

De expertise zal haar verder verloop kennen met de slotzitting 30 januari 2015. Er is geen
reden tot verder uitstel.
Eind 2014 is er m.a.w. geen reden tot verder uitstel.
Na verslag Lafosse moet plots de medische voorgeschiedenis opgevraagd worden.
Het kot is zelfs bijna te klein op de hierop volgende zitting van 3 juni 2015 in raadkamer !
Op de zitting van 3 juni 2015 hebben ze alle 2, als papegaaien, in koor, te veel, te luid, te
lang, te triomferend, te overtuigend staan roepen dat ze alle 2 ‘de bewijzen van de zware
psychiatrische en hormonale voorafbestaande problematiek’ in handen hadden.
Tack sprak zelfs over ‘absolute zekerheid’ !! Waar kwam die ‘absolute zekerheid’ dan
vandaan ?
Juist door dit meermaals zo te benadrukken, hebben ze concluante de pap in de mond
gegeven over waar ze kon gaan zoeken om het bewijs van het bedrog in haar dossier te
leveren. Dank u Meester Busschaert.
Maar verweerster en Tack hadden op dat moment geen keuze. Ze moesten toch iets zeggen,
toen ze door de mand vielen en de letsels tgv ongeval aangetoond bleken met het
deskundigenverslag van Professor Lafosse ?
Het was OF letsels erkennen, OF blufpoker spelen. Met Meersman als inzet.
Soit, om een lang verhaal kort te maken : met zijn karakter zou Tack nooit ofte nooit, zelfs
niet met Busschaert aan zijn zijde, aan uw rechtbank “met absolute zekerheid” en
meermaals gezworen hebben dat hij de “bewijzen in handen” had, van de voorafbestaande
toestand, ZONDER dat hij ze effectief ook in zijn handen zou hebben.
En Tack kan enkel deze “bewijzen” via AG ontvangen hebben. Van wie anders ? Hun
onderlinge afspraken en hun samenwerking is daarmee aangetoond.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
94

DE ENIGE MOGELIJKHEID DIE VERWEERSTER HEEFT OM BOVENSTAANDE TE
ONTKRACHTEN, BESTAAT ERIN OM DE ‘BEWIJZEN VAN ZWARE PSYCHIATRISCHE EN
ERNSTIGE HORMONALE VOORAFBESTAANDE PROBLEMATIEK’ OP TAFEL TE LEGGEN.
Als verweerster achteraf zou beweren dat zij GEEN medische verslagen van Guy Meersman
ontvangen heeft, en GEEN medische verslagen doorgespeeld heeft aan Tack, dan komt het
haar toe om haar ANDERE bewijzen van voorafbestaande toestand voor te leggen. Ze
hadden ze immers ‘in handen’. Met een woordje uitleg natuurlijk, hoe zij aan die zgn.
‘bewijzen’ gekomen is.
Als verweerster zou beweren dat de hierboven vermelde medische verslagen de ‘bewijzen’
zijn die ze bedoelde, dan is haar samenwerking met Guy Meersman aangetoond, tevens
het bedrog in de 1
ste
expertise, en tevens de onbruikbaarheid van de 2
de
expertise die de
1
ste
expertise bevestigt. Hoe kon verweerster anders weten welke medische verslagen in
het medisch dossier van concluante zaten ? Ze is toch niet helderziend ? Laat staan ze ‘in
handen hebben’ ? Die verslagen zijn toch niet uit de hemel komen dwarrelen ?
Als verweerster achteraf zou komen te beweren dat ze ‘dat nooit gezegd heeft’ – ze kan
dat goed, ze weet al 5,5 jaar van niets - dan weet uw rechtbank ook hoe laat het is.
En hetzelfde geldt voor Tack. OFWEL hadden Tack en Busschaert het over DEZELFDE
“bewijzen” – en is hun onderlinge samenwerking en dus de partijdigheid van Tack en dus
het bedrog in mijn dossier aangetoond – OFWEL hadden Tack en Busschaert ‘toevallig’
ALLE 2 elk hun eigen ‘bewijzen’ en zou Tack dus ANDERE bewijzen dan deze van
verweerster op tafel moeten leggen.
Tack moet niet afkomen dat hij geen bewijzen zou hebben. Hij had “met absolute
zekerheid” bewijzen en hij had ze ook “in handen”. WAT HIJ ONDER EDE VERKLAARD
HEEFT want hij stond op dat moment onder ede als gerechtsdeskundige ! En uw rechtbank
heeft dat in viervoud gehoord : de rechter, de griffier en 2 jonge dames griffier in
opleiding. Plus concluante heeft dit na de zitting schriftelijk aan alle partijen gemeld (stuk
122).
Concluante verwacht in het stukkenbundel bij de conclusies van verweerster een verklaring
van Tack omtrent de ‘bewijzen zware psychiatrische en ernstige hormonale problematiek’
die hij ‘in handen’ had (maar naliet toe te voegen aan zijn eindverslag, tiens ?), samen met
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
95

een copy van deze ‘bewijzen’. Het behoort verweerster toe hiertoe contact op te nemen met
Tack. Een keertje meer of minder … het zal er nu ook niet meer op aankomen nietwaar.
BIJ GEBREKE DAARAAN BESCHOUWT CONCLUANTE HET
BEDROG VAN VERWEERSTER, MEERSMAN EN TACK ALS BEWEZEN.
U.
DE BEDOELING VAN HET PAPEGAAIENWERK VAN TACK EN BUSSCHAERT IS DUIDELIJK :
Aangezien op 3 juni 2015 :
1)De letsels tgv ongeval en het causaal verband NIET meer op geloofwaardige wijze
ontkend konden worden na samenvattend deskundigenverslag van Professor Lafosse
2)Er zich GEEN NIEUWE feiten (ongeval, ziekte, infectie, …) voordeden NA ongeval
3)De typische bedrogstrategie ‘theatrale en narcistische persoonlijkheidsstoornis’ sinds
Panorama, meer het verslag van Professor Lafosse en de talrijke tegenexpertises, en
de ronduit verwerpelijke aanpak van André Colpaert die zo maar eventjes ieder
mogelijk (negatief) besluit opsomt, niet meer toegepast kon worden
schoot er enkel nog “voorafbestaande toestand” over als piste om te trachten de impact van
de letselschade te minimaliseren en te verwijzen naar een zgn. “voorafbestaande toestand”
die dan zogezegd een rol zou gespeeld hebben in de evolutie van de klachten ontstaan tgv
ongeval. (en trouwens : kan een schizofreen, autist, borderline patiënt, … dan geen
hersentrauma oplopen misschien ?)
De voorziene strategie hiertoe is : VAN EEN MUG EEN OLIFANT MAKEN.
·Zo wordt een korte periode (juni 2006) inslaapproblemen tgv kanker vader
omgetoverd tot een “zware psychiatrische voorafbestaande toestand”.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
96

·Ook een geheel normale rouwperiode (begin 2008) wordt als dusdanig
gecatalogeerd.
·Een natuurlijk voedingssupplement – dat tevens een hormoon blijkt te zijn – wordt
dan een “zware hormonale voorafbestaande problematiek”.
Veel mensen hebben bij het woord 'hormoon' een negatieve emotionele reactie, als iets
kunstmatigs waarmee de natuurlijke werking van het lichaam wordt verstoord. Een
dergelijke reactie is niet rationeel en bovendien onterecht omdat hormonen juist de meest
natuurlijke manier zijn om processen in het lichaam te beïnvloeden - zo doet het lichaam
het immers zelf ook.
Ter illustratie :
Morfine blijkt ook een hormoon te zijn. Dat zou betekenen dat iemand die ooit een periode
pijnstilling via morfine kreeg, OOK een “zware hormonale voorafbestaande problematiek”
zou hebben in geval van ongeval ?
Antihistaminen worden courant gebruikt in de klassieke geneeskunde. Ook dit blijken in
wezen hormonen te zijn. Dat zou dan betekenen dat iemand die ooit met antihistaminen
behandeld werd om een allergische reactie de kop in te drukken, een “zware hormonale
voorafbestaande problematiek” zou hebben in geval van ongeval ?
DIT STANDPUNT VALT NOCH IN HET ALGEMEEN, NOCH IN DIT CONCRETE DOSSIER,
MEDISCH TE VERANTWOORDEN EN BETREFT INTELLECTUELE VALSHEID IN GESCHRIFTE.
Men kan op de duur dan zeggen dat iemand die soms een pijnstiller neemt bij hoofdpijn of
wat voor pijn dan ook, een verslaving aan medicatie heeft …
V.
OVERZICHT HOSPITALISATIES 2000 – 2010 (RIZIV OVERZICHT)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
97

2002 : 1 dagsingreep verbreding sinussen (stuk 103 – 104)
2003 : 1 dagsingreep verwijderen stembandknobbel gevolgd door logopedie
2005 : val van paard 28.03.2005 (stuk 105) gevolgd door hospitalisatie 10.04 – 16.04.2005 ;
nadien kinesitherapie (aanvankelijk door val paard ; kon niet rusten want was zopas
gestart met nieuwe job, wilde geen slechte indruk maken dus ben (te) snel gaan
werken waarbij ik iedere dag minstens 3 u in de auto zat waardoor spierpijn
aanhield ; kort nadien vriendin helpen verhuizen : weer spierpijn ; kort nadien zelf
verhuisd : weer spierpijn)
2006 :1 dagshospitalisatie inslaapstoornis (zie boven + stuk 83)
2008 : 1 dagshospitalisatie plaatsen spiraaltje (halve dag)

Wat kunnen we hier uit besluiten ? Juist … dat concluante een zo goed als blanco medische
voorgeschiedenis heeft …
W.
OVERZICHT HOSPITALISATIES, BEHANDELINGEN SINDS ONGEVAL (RIZIV OVERZICHT)
Maar ook in omgekeerde richting biedt het RIZIV overzicht interessante inzichten :
Met uitzondering van de bevalling van concluante, zijn ALLE DOKTERSBEZOEKEN, ALLE
HOSPITALISATIES, ALLE BEHANDELINGEN terug te brengen tot een GEVOLG VAN HET
ONGEVAL en staan zij IN CAUSAAL VERBAND met het ongeval. Alle medische verslagen van
alle artsenbezoeken vermeld in dit RIZIV overzicht steken in de stukkenbundels van Hans
Verstraelen en Tack. Allen staan zij in causaal verband met het ongeval.
Er is dus GEEN ENKEL NIEUW FEIT dat zich voorgedaan heeft sinds het ongeval van
22.09.2010 : geen nieuw ongeval, geen ziekte, geen aandoening, geen breuk, geen infectie,
… NIETS is ontstaan NA het ongeval dat ook maar enige verklaring zou kunnen bieden voor
de evolutie van de klachten van concluante. Integendeel levert het RIZIV overzicht het
bewijs van de ernst en omvang van de klachten ontstaan door ongeval.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
98

X
OVERZICHT APOTHEEK HISTORIEK
Concluante heeft 2 vaste apotheken : Declercq uit Deerlijk en Verhoest uit Vichte.
In een periode van TIEN (10) jaar voor het ongeval werd er in deze apotheken samen enkel :
·medicatie gekocht die kadert in de inslaapproblemen tgv kanker / overlijden vader
(juni 2006 citalopram + 2008 circadin), waarbij melatonine dan nog een natuurlijk
voedingssupplement is (in tegenstelling tot de “zware hormonale behandeling” die
verweerster daarvan wil maken …)
·eenmalig een product voor maagzuur (sedasid)
·eenmalig een pijnstiller voor pijnlijke maandstonden (apranax)
·eenmalig een jaardosis marvelon (anti-conceptie ; beëindigd na plaatsen spiraal)
·eenmalig oogzalf (toen concluante meststof in haar ogen kreeg toen ze zelf haar
weides met de hand aan het bemesten was)
Ook dit wijst op een zo goed als blanco medische voorgeschiedenis.
Wel is het zo dat concluante gelezen heeft op het RIZIV overzicht dat er ook aankopen
gebeurd zijn in andere apotheken toen zij nog in het Brusselse / Kortrijkse woonde. Zij had
niet de tijd om zich naar die apotheken te begeven – vooral vanuit Frankrijk ! Alleszins zal
ook daar niets te vinden zijn dat zou kunnen herleid worden naar een “zware psychiatrische
en ernstige hormonale voorafbestaande toestand”, zoals verweerster uw rechtbank wil
wijsmaken. Dat blijkt uit het RIZIV overzicht.
Samenvattend kunnen we stellen dat er bijna MEER MEDICATIE aangekocht werd voor de
paarden, hond en katten van concluante, dan voor concluante zelf … (Landuyt is trouwens
dierenarts, was poeder voor mank paard)

Ook is het overzicht van apotheek Verhoest visueel zeer verhelderend : voor ongeval van
22.09.2010 was er slechts “de pil” en een oogzalf – AL DE REST DATEERT VAN NA ONGEVAL.
Bijkomend heeft concluante het overzicht van haar Franse apotheek opgevraagd (stuk 193).
Deze apotheek heeft eind 2011 de deuren geopend. Daaruit blijkt naast homeopathie :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
99

·monocrixo pijnstiller voorgeschreven door Dr Plieweiss (tgv ongeval)
·nekkraag (zonder nekkraag autorijden toen niet mogelijk) door Dr Jeudy (tgv ongeval)
·hormonale behandeling : genotonorm : groeihormoon + naalden (tgv ongeval)
BESLUIT uit de historiek van de medicatie voor de periode 2000 – 2015 : NIETS wijst op een
voorafbestaande toestand en NIETS wijst op een nieuw feit dat zich na het ongeval zou
voorgedaan hebben.
Y
DIXIT TACK : DE KLACHTEN ZIJN TE WIJTEN AAN EEN BURN-OUT DOOR HAAR DRUKKE
LEVENSSTIJL !
(en we benadrukken : ‘dixit’ : hij zegt maar staaft niet – motiveringsplicht ?) In het
eindverslag van Tack (stuk 106) lezen we op de laatste blz. :
Deze stelling werd door verweerster volmondig bevestigd o.a. ter zitting 3 juni 2015.
Verweerster zal de BEWIJZEN van VOORAFBESTAANDE :
1.psychische decompensatie
2.chronische stress
3.burn-out
4.oververmoeidheid
willen voorleggen ter staving van hetgeen zij in koor met Tack beweerde en zal het causaal
verband tussen haar klachten vandaag en haar “drukke levensstijl” dienen aan te tonen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
100

Voorts zouden “deskundigen in vorige expertises” gesuggereerd hebben dat er sprake zou
zijn van een voorafbestaande toestand te wijten aan deze “drukke levensstijl”. De
“deskundigen in vorige expertises” zijn :
-Guy Meersman
-Johan Baeke
-Koenraad Verstraete
-Patrick Seynaeve
-Hans Verstraelen
-Joke Demeester
Uit nazicht van deze deskundigenverslagen blijkt, dat er nergens melding gemaakt wordt
van VOORAFBESTAANDE psychische decompensatie ; chronische stress ; burn-out ;
oververmoeidheid. Evenmin vindt concluante enige verwijzing terug in 1 van de 5
voormelde deskundigenverslagen naar een “drukke levensstijl” die de klachten ontstaan
tijdens en na ongeval zouden kunnen verklaren.
Verweerster zal de passages willen oplijsten waarin het woord VOORAFBESTAAND in
voorkomt en zal de relevante verwijzingen naar de hierboven vermelde aandoeningen willen
vermelden. Concluante vindt ze immers niet terug ?
Als zij het ook niet terug zou vinden, kan ze de vraag stellen aan Tack, die ze toch zal dienen
te contacteren mbt zijn ‘bewijzen’ die ook hij ‘in handen’ had.
Zouden dit mondelinge ‘suggesties’ geweest zijn, dan had concluante graag vernomen in
welk kader deze mondelinge suggesties gebeurd zijn en waaruit het contact bestond
tussen de deskundigen uit de 1
ste
expertise en Tack en verweerster. Alleszins zijn deze
suggesties niet tegensprekelijk gebeurd, want concluante weet van niets.
Concluante verwacht wél dat verweerster om duidelijkheid hierover te scheppen, hetzij :
1.Uitdrukkelijk bevestigt dat er in de 1
ste
expertise nooit sprake geweest is van enige
voorafbestaande burnout ; chronische stress ; oververmoeidheid ; psychisch
decompenseren – haar arts Luc Desmet woonde immers alle zittingen bij
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
101

2.ALLE voormelde ‘deskundigen in vorige expertise’ contacteert met de volgende
vragen (want dat was per slot van rekening toch wat verweerster ZELF gevraagd had
nietwaar, eind 2014) :
a)is een voorafbestaande voorafbestaande burnout ; chronische stress ;
oververmoeidheid ; psychisch decompenseren ooit ter sprake gekomen tijdens
uw expertisewerkzaamheden ?
b)wat maakt dat u dit uiterst belangrijk gegeven NIET vermeld hebt in uw
deskundigenverslag ?
c)kan u het causaal verband aantonen en staven tussen de klachten van concluante
vandaag, te weten rugpijn, nekpijn, duizeligheid, spierzwakte, tendinitis,
immunitaire problematiek, hormonale ontregeling, hyperacousis, uitputting, … en
die vermeende voorafbestaande voorafbestaande burnout ; chronische stress ;
oververmoeidheid ; psychisch decompenseren ?
d)kan u aantonen en staven dat de klachten van concluante vandaag NIET
compatibel zijn met nek / hersen / rugtrauma / PTSS ?
Als er inderdaad een voorafbestaande toestand zou bestaan, en als die inderdaad de
oorzaak zou vormen van de nek, rug, cognitieve, hormonale, musculaire, ligamentaire,
immunitaire, … klachten die concluante vandaag heeft, dan zal het een koud kunstje zijn
voor de deskundigen uit de 1
ste
expertise om dat als dusdanig aan te tonen. Ze zijn immers
allemaal even ‘deskundig’ als Tack. En als Tack dit beweert, als gerechtsdeskundige én onder
ede, dan moeten logischerwijze alle andere ‘gerechtsdeskundigen’ hetzelfde kunnen
bevestigen – EN STAVEN. Waar zijn de bewijzen van Tack’s en andermans “suggesties” ?
Los daarvan is het toch belangrijk om aan te stippen dat Tack spreekt over een
voorafbestaande burn-out.
De DEFINITIE VAN BURN-OUT luidt :
Burn-out is de naam van een psychische aandoening waarbij de patiënt emotioneel uitgeput
is en weinig kan presteren.
Als Tack en verweerster BEWEREN dat er sprake is van een burn-out, dan moeten zij daar
ook het BEWIJS van aanleveren. Concluante vraagt uitdrukkelijk dat het bewijs van burn-
out geleverd wordt. Het volstaat natuurlijk niet om louter te gaan beweren, zoals al 5 jaar
gebeurd. “Omdat ik het zeg” is niet genoeg als argument.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
102

Professor Verstraete laat geen twijfel (stuk 80) :
Een alternatieve verklaring van de klachten onder de vorm van burnout kan op basis van
de diverse qEEG-resultaten niet worden weerhouden.
Zelf levert concluante het bewijs dat er GEEN sprake was van burn-out VOOR het ongeval.
Dat is eenvoudig, want concluante hield een “internet dagboek” bij zodat de
geïnteresseerden in Equiboost en paardencoaching, de groei van het Paardencoaching
Center zouden kunnen mee volgen.
Concluante verwijst o.m. naar enkele artikels die zij op de Equiboost blog schreef VOOR het
ongeval. Dat zijn er in totaal zo’n 600, en IN GEEN ENKEL van die 600 artikels VOOR
ONGEVAL zal een spoor te vinden zijn van ‘emotionele uitputting’ of ‘weinig presteren’.
Waarom niet ? Omdat er geen ‘emotionele uitputting’ was en omdat Equiboost in volle groei
en bloei was !
Wel getuigen deze artikels integendeel van levensvreugde, enthousiasme, je dromen
nastreven en een positieve kijk op het leven. Concluante plukt enkele citaten uit artikels die
in de 3 maanden voorafgaand aan het ongeval gepubliceerd werden. Ze was toen volop
bezig aan de voorbereiding van haar grote droom : haar Paardencoaching Center. Ze bieden
als grote voordeel dat ze een WAARHEIDSGETROUW beeld geven van de dagelijkse
bezigheden van concluante in de maanden en jaren die het ongeval vooraf gingen – en
volgden.
Vrijdag 3 september 2010, 3 weken voor ongeval (stuk 107) :
J’ai hâte de pouvoir réaliser mon rêve !
(ik sta te popelen om mijn droom te kunnen realiseren)
Zondag 5 september 2010, 2,5 weken voor ongeval (stuk 108) :
(…) zal het paardencoaching center eind dit jaar een feit zijn.
We kijken er naar uit en barsten van energie om na 2 jaar voorbereidend werk
eindelijk aan de slag te mogen gaan !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
103

Dinsdag 31 augustus 2010, 3 weken voor ongeval (stuk 109) :
Vivement la naissance du Centre de Coaching Equin !
(Lang leve de geboorte van het Paardencoaching Center !)
Concluante was BLIJ ! DOLGELUKKIG ! Vol plannen voor de toekomst !
IEMAND DIE PSYCHISCH DECOMPENSEERT SPREEKT ZO NIET. Schrijft helemaal niets. Want
is moedeloos, pompaf.
En niet veel presteren ?
Op 21 juni 2010 had concluante er net een rondrit in Duitsland opzitten (stuk 114).
Op 24 juni 2010 (stuk 110) maakte concluante zich klaar voor haar zoektocht in Frankrijk.
Een maand lang zou ze Frankrijk doorkruisen. Ze had de ene afspraak na de andere
vastgelegd. Tegelijk bleef ze onderweg haar persrelaties voor Calliope’s verzorgen en bleef
ze publiciteit maken voor Equiboost en persacties voeren voor Equiboost. Iemand met een
burn-out kan dat niet aan.
Op 29 juni 2010 (stuk 111) zit concluante in Saone & Loire. In het artikel staat onderaan te
lezen, dat er 2.000 km afgelegd werden op 3 dagen tijd. Diezelfde dag nog, zit ze in het
departement Nièvre (stuk 112). En dat met een burn-out ?
Op 23 juli 2010 (stuk 115) had concluante na een zoektocht in Nantes, Tours, Chatelleraut,
Montluçon, Manzat, … 3.000 km extra op de teller staan. En dat met een burn-out ?

Op 26 juli 2010 (stuk 113) was concluante klaar om de compromis voor haar
paardencoaching center in Allier te ondertekenen.
“Ok, ok, je had duidelijk geen burn-out enkele maanden voor je ongeval … Maar je hebt
wél een burn-out opgelopen NET voor je ongeval, zie je wel, juist door zo veel rond te
rijden”, hoort concluante AG al afkomen …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
104

NEEN mannekes. Concluante was goed georganiseerd en efficiënt, en voorzag steeds de
nodige rust na een drukke periode. Bovendien kon ze rekenen op heel wat hulp en steun
van vrienden.
Zo werd op 15 augustus 2010 (stuk 116), 5 weken voor ongeval, een week lang – letterlijk –
de stekker er uit getrokken. De gsm werd aan een vriendin gegeven en het zou een week
lang enkel tijd worden voor concluante met de paarden ! Het is juist door haar grenzen te
kennen, en te respecteren, en de nodige ‘speeltijd’ in te lassen, dat concluante jarenlang zo
veel kon realiseren. En zo geschiedde …
Ze had zelfs geen week nodig om te recupereren. Op 20 augustus 2010 (stuk 117) waren de
batterijen terug opgeladen :
Intussen zijn we goed uitgerust na een drukke periode heen en weer crossen tussen
België en Frankrijk en zijn we helemaal klaar om er in te vliegen !
‘Dat zijn maar woorden’ zegt u nu ?
Hieronder hebt u een BEELD. Zo zag concluante er uit op 18.08.2010, 1 maand voor ongeval.
De fotosessie ging door n.a.v. een reportage verschenen in Het Laatste Nieuws (stuk 118).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
105

EEN PAARD BLIJFT NIET RUSTIG STAAN NAAST IEMAND DIE NIET GOED IN ZIJN VEL ZIT ;
DAT IS DE BASIS VAN PAARDENCOACHING
Dat is maar 1 beeld zegt u ? 1 foto zegt niets over de ‘emotionele uitputting’ van toen ?
Wel dan hebt u hier een video. Het betreft een kort stukje dat de VRT kwam maken voor
1000 zonnen (stuk 119).
De opname werd gemaakt op 31 augustus 2015 – m.a.w. 3 weken voor ongeval.
EEN MEER WAARHEIDSGETROUW BEELD VAN DE LICHAMELIJKE EN ‘PSYCHISCHE’
TOESTAND VAN CONCLUANTE ENKELE WEKEN VOOR ONGEVAL BESTAAT NIET.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
106

Voor uw rechtbank, mocht ze na het lezen van al het voorgaande, NOG twijfels hebben over
de reële toestand van concluante op het moment van het ongeval, of mocht uw rechtbank
NOG twijfelen aan het al dan niet bestaan van “zware psychiatrische en ernstige hormonale
voorafbestaande problemen”,
dan hoef ze zich zelfs NOG niet te baseren op “concluante zegt” of “verweerster zegt”, maar
kan ze de ‘voorafbestaande’ toestand van concluante MET HAAR EIGEN OGEN ZIEN.
ZIET UW RECHTBANK DAAR IEMAND DIE PSYCHISCH AAN HET DECOMPENSEREN IS ?????
DIE ER UITGEPUT UITZIET ??
DIE OPGEBRAND IS ??
DE PAARDEN ZOUDEN WEGLOPEN VAN CONCLUANTE MOEST ZE NIET GOED IN HAAR VEL
ZITTEN.
De ‘voorafbestaande’ toestand van concluante was : blij, gelukkig, energiek !
Al ooit eens een join-up gedaan ? Dat betekent : een paard vrijwillig naar je toe laten komen
en je te volgen waar je ook gaat ? ZE DOEN HET NIET TENZIJ JE 100 % IN EVENWICHT BENT –
lichamelijk, emotioneel, geestelijk.
En op de video ziet u VIER (4) paarden tegelijk in join-up. AARTSMOEILIJK.
Sinds ongeval heeft concluante NIET 1 JOIN UP kunnen doen !! Juist omdat ze sinds ongeval
uit balans is.
En een TV opname brengt altijd stress met zich mee. TOCH IS ER VAN STRESS NIETS TE
MERKEN BIJ CONCLUANTE. Terwijl mensen met een ‘burn-out’ extreem stress gevoelig zijn.
DAAR IS NIETS VAN TE MERKEN !! Omdat het ‘burn-out’ verhaal een zoveelste verzinsel is !!
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
107

Gewoon om geen schade te hoeven vergoeden – noch aan concluante, noch aan al die
anderen die in juist hetzelfde bedrogcircus zitten !!
CONCLUANTE WAS ZOALS STEEDS RELAX, WELGEZIND, EN NIET OP HAAR MOND GEVALLEN.
Aan haar “lichamelijke en psychische toestand” valt nu ne keer NIETS, maar dan ook NIETS
op te merken.
BEHALVE DAT ZE TOEN EEN MOOI LIJNTJE HAD, EN NU EEN LELIJK, VERRIMPELD EN
UITGEZAKT LIJF HEEFT WAAR GEEN SPIER MEER IN ZIT EN DAT ZO GOED ALS KRACHTELOOS
IS !
Waar ze allerminst gelukkig mee is. Concluante mist de energie van haar oude zelf …
Om terug te keren op het “voorafbestaande burn-out” verzinsel van Tack, hierbij de 3
criteria waaraan een “burnout” moet voldoen cfr. Christina Maslach :
1.Uitputting, extreme vermoeidheid
2.Cynisme, afstand nemen van het werk, afstand nemen van de mensen met wie men
werkt
3.Laag zelfbeeld
Heeft uw rechtbank in de voorbije artikels, foto’s en video OOK MAAR IETS GEMERKT van
“extreme vermoeidheid” ?
Neen, integendeel ! Het omgekeerde is waar ! Grenzeloze energie ! Als een paard in galop !
Heeft uw rechtbank OOK MAAR IETS GEMERKT dat er zou kunnen op wijzen dat concluante
zich desinteresseerde voor haar werk en er afstand van nam ?
Neen, integendeel ! Dit uitbouwen vormde juist haar grootste plezier en was ze volop mee
bezig !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
108

Heeft uw rechtbank OOK MAAR IETS GEMERKT van een laag zelfbeeld ?
Neen, integendeel ! Concluante stond psychisch juist heel sterk in de schoenen !
Daar is maar 1 passend antwoord voor : heel het “voorafbestaande burnout en psychisch
decompenseren” verhaal van verweerster en Tack (inclusief zijn deskundigenverslag dat
op hetzelfde genre leugens gebaseerd is) NAAR DE VUILBAK VERWIJZEN !
Trouwens, we zitten hier niet in de kleuterklas met een welles-nietes spelletje, maar wél in
een gerechtelijke medische expertise, die als doel heeft om de LETSELSCHADE tgv ongeval te
BEGROTEN.
Om die te begroten moet men die METEN.
Om die te meten moet men die OBJECTIVEREN.
Verweerster en Tack en co objectiveren NOUGABOLLEN, NIETS.
Alleen maar “OMDAT IK HET ZEG” zou het standpunt van Tack en verweerster gevolgd
moeten worden ?
Want dat is uiteindelijk waar heel dit dossier al 5,5 jaar op neerkomt. En het dossier van
talloze anderen in JUIST HETZELFDE GEVAL.
Omdat de expert ‘het zegt’ dat ‘het niets is’, zou het ‘niets zijn’ ?
IEDERE ERNST IS VER ZOEK.
Hoe kan een gerechtsdeskundige nu in godsnaam beweren VAKKUNDIG en OBJECTIEF te
zijn, als hij spreekt van premorbiede psychiatrische predisponerende factoren, en dat zonder
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
109

concluante ooit VOOR het ongeval te hebben gezien of onderzocht OF zonder enige inzage in
de medische voorgeschiedenis van concluante ?
Hoe kan men verklaren dat Tack en verweerster spreken van een premorbiede
psychiatrische problematiek zonder dit ook maar enigszins te kunnen objectiveren ?
1 reden : samenwerken om valse medische verslagen te bekomen zodat er zeker geen
schade zou hoeven hersteld te worden.
Z.
Kwestie van zeker genoeg klei aan te dragen, voegt concluante bijkomend een aantal
getuigenverklaringen toe als stavingsstuk.
Verklaringen van mensen met wie concluante VOOR het ongeval in contact stond, tussen
2004 en 2010, en die dus vanuit hun eigen ervaring JARENLANG zicht hadden op de
‘psychische voorafbestaande toestand’ van concluante voorafgaand aan het ongeval. De
getuigen zijn geen vrienden van concluante, die als subjectief beschouwd zouden kunnen
worden. Hierbij is vooral gekozen voor mensen die concluante kende in 2007 – 2008, de
periode die verweerster aanvoert als “bewijs” van “ernstige psychiatrische en hormonale
problematiek” …
Concreet legde zij uit aan de betrokkenen, waarvan ze sommigen al 5 jaar of langer zelfs,
niet meer gehoord of gezien had, dat zij :
1.Een ongeval gehad had
2.Beschuldigd werd van o.a. : liegen, verzinnen, overdrijven, profiteur zijn, labiel zijn,
psychisch gestoord zijn, burnout hebben, geldwolf zijn, psychisch decompenseren,
persoonlijkheidsstoornis hebben, simulatie-aggravatie, enz.
3.Hun visie wenste te kennen, of zij ooit iets gemerkt hadden van deze ‘psychiatrische en
hormonale problemen’, en of zij ooit iets gemerkt hadden van haar
inslaapproblemen n.a.v. overlijden vader
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
110

Uw rechtbank kan middels deze stavingsstukken een zicht krijgen op wie concluante nu écht
was voor haar ongeval. Een psychisch decompenserende, oververmoeide persoon met
burnout ? Of iemand die lichamelijk en psychisch gezond was ?
Patrick Stoop, zaakvoerder Event-Solutions, was aanwezig op de begrafenis van concluante’s
vader eind 2007 (stuk 123):
Een belangrijke getuigenverklaring is deze van Tim Goditiabois, arbeids- en
organisatiepsycholoog, die in 2005 psychologische tests afnam van concluante (stuk 124).
Tim Goditiabois werkte toen voor een headhunting kantoor, en contacteerde concluante
voor communicatie posities. Ze heeft er uiteindelijk voor gekozen om geen
managementsfunctie meer op te nemen maar om volledig zelfstandige te worden.
Alleszins zijn er toen uitgebreide en verschillende psychologische tests afgenomen, die er
bijkomend op wijzen dat er voor het ongeval geen psychiatrische problematiek bestond.
Bijkomend zouden eventuele ‘persoonlijkheidsstoornissen’ toen zeker aan het licht gekomen
zijn.
Als er in 2005 geen persoonlijkheidsstoornis bestond, kan er per definitie na het ongeval
ook geen bestaan hebben.
Een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt en manifesteert zich nl. al tijdens de jeugdjaren …
Het was 8 jaar geleden dat concluante nog contact gehad had met Tim Goditiabois. Het feit
dat hij concluante nog herinnerde, en bereid was om een verklaring op te stellen, spreekt
boekdelen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
111

Olivia Arend werkte 6 jaar met conluante samen (stuk 125). Op 6 jaar tijd leer je iemand
kennen. Iemand met een psychiatrische problematiek, kan geen 6 jaar lang goede relaties
onderhouden … Olivia Arend heeft nooit enige problemen vastgesteld na overlijden vader :
Frans De Kuyssche, journalist, is zoals steeds kort en bondig  (stuk 126). De meeste PR
Consultants waren bang van hem. Hij was super kritisch. Concluante had nooit problemen
met hem.
Michael Keck was ten tijde van overlijden vader en ten tijde van de inslaapproblemen
Country Manager voor Olympus Belux waarmee concluante op dagelijkse basis
samenwerkte (stuk 127). Concluante heeft 1 à 1,5 miljoen euro beheerd (en uitgegeven)
voor Olympus. Zou men een psychisch gestoord iemand dergelijke bedragen toevertrouwen ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
112

Ook tonen deze getuigenverklaringen aan dat de inslaapproblemen 2008 zeer beperkt waren
: beperkt in tijd en beperkt in omvang. Niemand heeft daar ooit iets van gemerkt, behalve
Guy Hochepied, directeur uitgeverij New Idea, met wie concluante dagelijks zeer intensief
moest samenwerken in december 2007 – januari 2008 (publicatie magazine steeds eind
januari / begin februari),
dus pal in de periode voor, van en na overlijden vader
en die dus een beeld geeft van concluante OP HET MOMENT DAT ZIJ BIJ GUY MEERSMAN OP
CONSULTATIE GING. Tegen het volgende magazine (maart – april) waren er al geen
inslaapproblemen meer … (stuk 128) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
113

Kristien Hens werkt momenteel in het domein van … Medische ethiek ! Ze trok als ethicus
nogal ogen toen ze hoorde hoe het er aan toe gaat in de gerechtelijke geneeskunde …
Concluante ondersteunde haar vzw met gratis persrelaties in 2007 – 2008 (stuk 129).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
114

Karel Demeulemeester, directeur gemeenteschool Vichte en zijn echtgenote Carine Van
Braekel leerden concluante kennen in 2007, het jaar dat haar vader stierf (stuk 130).
Geen oververmoeidheid, geen psychisch decompenseren, geen slaapproblemen, wel :
gedrevenheid, enthousiasme, evenwichtige indruk :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
115

Geert Clarebout, directeur NAC, leerde concluante kennen in 2008, tijdens haar “dip” (stuk
131). Het contact werd verbroken na het ongeval.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
116

Met journalist Erik Derycke vonden naast de gebruikelijke perscontacten 2 persreizen plaats
in 2007, waarvan 1 amper enkele weken voor het overlijden van concluantes’ vader (stuk
132) . Tijdens deze persreizen ben je 3 – 4 dagen constant bij de journalisten van bij het
ontbijt tot ze in bed kruipen, dus ‘psychisch problemen’ verstoppen kan je niet :
Daarnaast regelde Anke Santens ook persbijeenkomsten, interviewsessies en
persreizen waaraan ik deelnam. Ik herinner me ondermeer meerdaagse reizen
naar Hamburg in april 2007 en naar Istanbul in november 2007. Ik vernam
onlangs dat deze laatste reis plaatsvond enkele weken voor het overlijden van de
vader van Anke Santens; op het moment zelf heeft zij daar met geen woord over
gerept en was er aan haar gedrag niets te merken. Dat was correct, professioneel
en efficiënt, zoals steeds. Ook bij de bedrijven waarmee ik rechtstreeks contacten
had merkte ik grote tevredenheid over de samenwerking en de manier waarop
Anke Santens hen vertegenwoordigde.
Ook Dirk Blanchart, voorzitter van BLID kende concluante in 2007 – 2008 (stuk 133).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
117

Opnieuw is daar geen sprake van ‘psychisch decompenseren’ en andere
verzekeringsbeweringen die als enige doel hebben, het beeld te schetsen van een labiel
persoon :
Als dierenvriend was zij bereid om onze werking te ondersteunen. Zij stond in voor
onze persrelaties. Ze schreef tientallen persberichten en organiseerde
persbijeenkomsten. Hierdoor kreeg het thema dierenwelzijn veel aandacht in de pers.
Ze heeft hier nooit geld voor gevraagd.
Mede onder haar impuls zijn we er in geslaagd om verschillende
dierenrechtenorganisaties waaronder Gaia te verenigen in 1 front om een nieuwe wet
gestemd te krijgen (verbod verkoop dieren in winkels).
Ze heeft mee een optocht georganiseerd waar veel pers op aanwezig was en heeft haar
netwerk gemobiliseerd hiervoor. Daarna is het verbod er na jarenlang tevergeefs
aandringen, vrij snel gekomen. Ook hier heeft ze nooit geld voor gevraagd.
Ik mag gerust stellen dat Anke Santens -belangeloos -indertijd een belangrijke
bijdrage geleverd heeft om het thema dierenwelzijn op de politieke agenda en in de
media te krijgen. Een profiteur of geldwolf zie ik hier toch zijn tijd niet insteken.
Aan onze samenwerking is een einde gekomen toen Anke Santens haar
paardencoaching project in Frankrijk begon voor te bereiden. Haar manier om
dierenwelzijn in de praktijk om te zetten en langs deze weg mee te sensibiliseren rond
paarden. Onze samenwerking is altijd heel vlot verlopen en in opperbeste relatie
geëindigd. Dat zij psychiatrische problemen zou hebben, is te gek voor woorden. Ze is
zeker en vast iemand die ongezouten haar mening geeft, en dat valt nu eenmaal niet
altijd in goede aarde.
MAAR HET BELANGRIJKSTE BEWIJS DAT ER GEEN VOORAFBESTAANDE ZWARE
PSYCHIATRISCHE EN HORMONALE PROBLEMATIEK NOCH BURNOUT BESTOND
WORDT GELEVERD DOOR DE PAARDEN !!!
Het is gewoonweg ONMOGELIJK om het beroep paardencoach uit te oefenen
als je mentaal / psychisch niet in evenwicht bent. Je zou de oefeningen met
de paarden niet kunnen uitvoeren !!!!! Zie quantumfysica !!!!
(dit uitleggen is een boek op zich dus gaan we niet aan beginnen)
WELKE OPMERKINGEN KAN AG NU MOGELIJKS NOG MAKEN ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
118

1.Er waren enkele maanden kinesitherapie na de val van het paard .
Dat klopt, en dat is ook reeds in de 1
ste
expertise vermeld geweest, het staat in
Verstraelen’s verslag. Deze betroffen SPIERPIJN.
Feit is dat NIET alle kinesitherapie sessies in verband staan met de val van het paard
(zie hoger).
Feit is ook dat na het beëindigen van de kinesitherapie sessies begin 2006 er geen
enkele consultatie was bij een arts, noch andere kinesitherapie tot 2010.
Feit is ook dat dit gegeven dateert van VIJF JAAR VOOR ONGEVAL. Het zou toch wel
zeer bijzonder zijn om iets van 5 jaar voor ongeval aan het ongeval te koppelen.
Feit is ook dat de radiologische bevindingen geen twijfel laten : géén post
traumatische letsels.
Feit is ook dat concluante nadien steeds zelf ingestaan heeft voor alle fysiek
belastende taken zoals het uitmesten van stallen, het voederen van paarden (20 kg
per zak), het versleuren van hooi (15 kg per baal), het verversen van de stallen met
vlaslemen (16 à 20 kg per pak), herstellen omheiningen, plus paarden trainde (sinds
ongeval niet meer mogelijk), heffen en dragen van zadels (sinds ongeval niet meer
mogelijk), enz.. Als zij dat 5 jaar lang kon, kan het niet zijn dat ze dat plots niét meer
kon door iets van 5 jaar eerder. Dan had zij veel eerder al klachten moeten
ontwikkelen.
2.Uit nazicht van de rekeningsuittreksels botst concluante op een betaling die concluante
uitvoerde van haar bvba spaarrekening naar haar zichtrekening in 2010. Daarop staat
vermeld op 8 juli 2010 :
En nog maar eens aanvullen werkkapitaal zolang de voorraad strekt of tot we
doodvallen van 16 u/dag werk
Verweerster kan in haar wanhoop dit mogelijks aanhalen als ‘bewijs’ van
‘voorafbestaande burnout’.
Dat klopt niet.
Ten eerste kan je met een burnout geen 16 u/dag werken, dan lig je 16 u/dag plat.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
119

Ten tweede kent uw rechtbank concluante intussen al een beetje : zij SCHRIJFT haar
frustraties van zich af. Als er iets op haar lever ligt, dan moet dat eruit. Zo is het ook
‘weg’ uit haar systeem.
Op het ogenblik dat concluante bovenstaande zinnetje schreef, was zij al enkele
weken bezig aan haar zoektocht naar een paardencoaching center in Frankrijk.
Vanzelfsprekend dat het toen lange dagen waren, van 16 u per dag bezig zijn.
Bovendien had ze al wekenlang niets verdiend, want ze was voortdurend onderweg
en kon niet werken zoals ze graag wilde. Ze moest de ene opdracht na de andere
afzeggen omdat ze nog steeds geen geschikte locatie gevonden had. Concluante laat
niet graag opdrachten passeren. Plus ze miste haar paarden, die ze al enkele weken
niet gezien had. Plus werd ze keer op keer geconfronteerd met ‘vals alarm’ : wat een
geschikt paardencoaching center LEEK te zijn, bleek dat niet te zijn. Dat was zeer
frustrerend. Bijkomend was concluante ongerust, dat ze niet op tijd een geschikte
locatie zou vinden. De deadline – 31 juli 2010 – kwam in zicht, en nog steeds had ze
geen goede locatie gevonden. Ze vroeg zich af, of ze misschien haar tijd verspild had.
Plus, concluante zat niet graag aan haar spaargeld. Dat moest dienen voor haar
paardencoaching center in Frankrijk, niet om facturen van de bvba voor te schieten.
In deze context dient dit zinnetje gelezen te worden.
Het is m.a.w. een momentopname : op 8 juli 2010 was concluante gefrustreerd en
heeft zij dat geuit.
Daarna vond zij haar paardencoaching center en kon ze rusten, wat ze ook deed. Zie
daartoe stuk 116, 117, 118, 119 en hetgeen hoger omschreven staat.
Stuk 209 is een ander voorbeeld van ‘stoom afblazen’ – tegen uw rechtbank nota
bene … een hele litanie die concluante achteraf uit de conclusies weggelaten heeft
wegens ‘niet constructief’. Maar op het moment dat dit geschreven werd –
Kerstavond 2015 – was dit wél wat concluante op dat moment dacht. Heel haar
familie zit Kerst te vieren in Center Parcs 800 km verder en zij zit alleen in het vuil in
Frankrijk, te treuren over haar 2
de
kindje, en waar ze juist het nieuws kreeg dat haar
inboedel op 8 januari 2016 in beslag genomen wordt, waarbij ze zich de vraag stelt :
hoe kan een rechter dat zo ver laten komen ? Hoe is dat mogelijk dat die niets
onderneemt om dat te voorkomen ? Hoe is het mogelijk dat hij iedere drogreden
van verweerster voor waar aanneemt en deze gelooft, maar nooit geloof hecht aan
wat zij zegt, alsof ze een crimineel is ? En dan reageert zij haar frustraties af door
deze van zich af te schrijven. Dat wil niet zeggen dat zij alles wat zij schrijft effectief
zo denkt of gelooft – concluante zou de moeite niet meer nemen om aan deze
conclusies verder te doen als zij er daadwerkelijk van overtuigd zou zijn dat uw
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
120

rechtbank slechts als doel heeft om Tack in te dekken - dat wil wél zeggen dat zij dat
OP DAT MOMENT zo AANVOELT en dat het OP DAT MOMENT allemaal even te veel
werd en er uit moest en dat zij OP DAT MOMENT alles negatief zag. Inclusief uw
rechtbank. Sorry …
3.Geen idee wat verweerster voor de rest nog uit haar duim gaat zuigen, maar
concluante hoopt dat uw rechtbank ondertussen door heeft welk spelletje hier al 5,5
jaar gespeeld wordt en dat zij zal ‘passende’ geloofwaardigheid hechten aan de
beweringen van verweerster.
Dat verweerster al sinds 1 maand na ongeval wist dat de klachten in causaal
verband met het ongeval stonden, blijkt uit het medisch verslag van AG arts
Luc Desmet (stuk 213):
Uw rechtbank leest : (voor zover relevant). Dat wijst er op dat de medische voorgeschiedenis
IRRELEVANT is, want dat de toestand van concluante op het moment van dit onderzoek
OVERDUIDELIJK wijst op hoofd- nek- rugslingertrauma zoals door Dr Van Walleghem
omschreven EN GESTAAFD.
Onderstaande zijn allemaal typische symptomen bij axonale hersenschade :

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
121

Onderstaande wijzen allemaal op nekletsel :
Onderstaande bevestigt dat verweerster zelf de klachten als zijn POST TRAUMATISCH en
dus IN CAUSAAL VERBAND MET ONGEVAL erkende 1 maand na ongeval :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
122

MEDISCHE BESLUITEN OMTRENT DE VOORAFBESTAANDE TOESTAND VAN
PROFESSOR LAFOSSE (stuk 86):
1)Bij elke psychiatrische diagnose is het van belang om eerst ‘neurogene’ factoren uit te
sluiten. De aandacht mag niet worden afgeleid van de kern van het probleem na het
ongeval: met name is er sprake van een Mild Traumatic Brain Injury of mTBI ? In geval
van patiënte dient tot een volmondig ‘ja’ besloten te worden. Er is ondertussen heel wat
evidentie die beschrijft waarom men makkelijk een MTBI over het hoofd ziet. Dit omdat
de gehanteerde beeldvormingsmethoden vaak niet sensitief genoeg zijn om het
probleem in kaart te brengen. Immers ‘absence of evidence, is niet evidence of absence’.
De niet-aantoonbaarheid van structurele lestels via zwak-sensitieve technieken ter
opsporing van mTBI, sluit organiciteit niet uit ! Cfr eerder verslag van mij. De diverse
profielen van de QEEG-analyses spreken voor zich.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
123

2)als gedragsneurowetenschapper en clinicus, vind ik nergens een objectief bewijs dat
patiëntes klachten kunnen verklaard worden vanuit een psychiatrische etiologie. Een
diagnose van deze categorie impliceert eerst uitsluiting van een organische etiologie. De
uitsluiting van een organische basis kan in dit dossier niet gemaakt worden aangezien
er een duidelijk onset is (ongeval) die onvermijdelijk correleert met de ontwikkeling
van haar gedragveranderingen, wat impliceert dat een directe psychiatrische of
psychogene verklaringsfactor niet zuiver mag geponeerd worden zonder uitsluiting van
de neurogene factoren. Nogmaals, in mijn eerder verslag heb ik beargumenteerd
waarom de neurogene factoren vaak ondergediagnosticeerd worden;
3)Binnen een biologisch kader is het aannemelijk dat sommige symptomen zelfs later
beginnen op de voorgrond te staan omwille van toenemende mate van lichamelijke
uitputting. Ik heb dit reeds in mijn vorig verslag gedocumenteerd. Ik herhaal hier nog
eens het onderzoek van Prof Nijs. Vanuit een meer algologische benadering heeft Prof
Nijs van de VUB dit dynamisch aspect in de tijd aangetoond met betrekking tot de vraag
waarom bijvoorbeeld pijnklachten na een whiplash nog steeds kunnen verergeren
(Interrelationships between pain processing, cortisol and cognitive performance in
chronic whiplash associated disorders; The Lancet). Zij tonen aan dat de klachten bij
chronische whiplash patiënten reëel zijn. Bovendien wordt de natuurlijke pijnstilling van
het lichaam al vanaf de eerste maand na onset steeds minder. De patiënt krijgt steeds
meer pijn en heeft andere klachten zoals concentratiestoornissen, korte-termijn
geheugenstoornissen enz. ondanks het feit dat men via medische beeldvorming weinig
kan vaststellen. Intussen heeft uitgebreid wetenschappelijk onderzoek in binnen- en
buitenland heel wat klaarheid gebracht om het chronische whiplash syndroom te
verklaren. Er is sprake van een overprikkeld centraal zenuwstelsel. Dat verklaart de
groeiende pijnklachten en de overgevoeligheid voor verschillende prikkels, zoals daglicht
en stress. De onderzoeksgroep van Prof. Nijs heeft recent aangetoond dat het lichaam
zelf niet meer haar eigen natuurlijke pijnstilling kan activeren. Verder heeft 40% van
deze patiënten ook te kampen met post-traumatische stress. Dit sluit aan bij observaties
dat de biologische stresssystemen in het lichaam van mensen met chronische whiplash
vaak niet meer in staat zijn om gepast te reageren op dagelijkse stressoren. Dit wordt
vaak samen geobjectiveerd met de cognitieve problemen die deze patiënten hebben.
Conclusie
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
124

‘Gezien de afwezigheid van premorbiede psychiatrische diagnoses, gezien de psychiatrische
consultaties enkele gelinkt zijn aan een moeilijke fase uit het leven van patiënte en aldus eerder als
normale stressreacties moeten gezien worden, gezien de duidelijke veranderingen in haar leven zijn
opgetreden na het ongeval, gezien de evidence-based waarschijnlijkheidsdiagnostiek eerder pleit
voor neurogene gevolgen na het ongeval ikv een mild traumatic brain inury, lijkt het onwaarschijnlijk
dat de huidige klachten kunnen verklaard worden door een psychiatrische predispositie.‘
MEDISCHE BESLUITEN OMTRENT DE VOORAFBESTAANDE TOESTAND VAN DR.
VAN WALLEGHEM (stuk 84):
‘De medische voorgeschiedenis van SO is beperkt. Er kunnen geen elementen weerhouden
worden die in causaal verband gebracht kunnen worden met de letsels en klachten ontstaan
tijdens het ongeval. Van een voorafbestaande toestand is geen sprake. Een zoals door GR
gesuggereerde ‘voorafbestaande psychische problematiek’ zou trouwens onmogelijk de
fysieke letsels en klachten van SO kunnen verklaren.’
MEDISCHE BESLUITEN OMTRENT DE VOORAFBESTAANDE TOESTAND VAN DR.
BOLT (stuk 389):
De terugbetalingen van Securex voor Anke SANTENS van 01.01.2000 - 26.08.2015 werden
bestudeerd.
De wezenlijkste zaken betreffen:
In 2002 consultatie neus-, keel- en oorarts ivm met sinusproblemen. Opname op 04.03.2002
voor sinus operatie.
Op 25.11.2003 dagopname NKO voor laryngoscopische wegname hemangioma stemband.
Aansluitend logopedie.
Van 10.04.2005 tot 16.04.2005 opname na val van een paard (2 weken voordien).
Aansluitend kinesitherapie.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
125

11.06.2006 opname - 12.06.2006 na inname van 10 à 15 slaappillen.
In 2008 slaaponderzoek.
Laatste verstrekking voor 22.09.2010 een bezoek aan de huisarts op 08.09.2010.
Eerste verstrekking na 22.09.2010 een bezoek aan de huisarts op 23.09.2010.
CONCLUSIE :
Bij bestudering van de medische voorgeschiedenis werden geen relevante, in verband met
de klachten, bestaande aandoeningen vastgesteld.
1.5 TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
a)Doelstelling Frankrijk
De aankoop van het domein in Frankrijk had een dubbele doelstelling : enerzijds zou
concluante een gezin stichten (1
ste
kindje gepland 1 jaar na verhuis, eind 2011 ; 2
de
kindje 1
jaar later ; eventueel 3
de
kindje 1 jaar later ; kindjes kort na elkaar zodat het leeftijdsverschil
beperkt zou zijn), anderzijds haar Paardencoaching Center / Chez Oro uitbouwen.
De doelstelling van het Paardencoaching Center was vierledig : opleidingen voor
paardencoaches organiseren ; werken met bedrijven (HR) ; werken rond gezondheid ; verder
onderzoek verrichten naar paardencoaching (stuk 20 en 21).
Daarnaast de Natural Horsemanship activiteiten van The Orange Stable hernemen, onder de
noemer Chez Oro (stuk 5).
Wie niet vertrouwd is met dit werk, en de locatie in Frankrijk niet kent, kan zich afvragen :
jamaar, is dat wel realistisch, dat is toch veel te veel ?
Helemaal niet, want :
1.Het is identiek hetzelfde als wat in België al bestond
2.Al deze activiteiten samen zijn realiseerbaar op PART TIME basis
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
126

3.Het betreft een dubbel gebruik en optimaal laten renderen van 1 en dezelfde locatie
4.Veel van de activiteiten zijn overlappend : de basisprincipes voor Natural
Horsemanship komen terug in paardencoaching + de basisprincipes voor
paardencoaching zijn dezelfde bij bedrijven als psychiatrische patiënten als kinderen
als minder valide mensen als autistische kinderen als relatietherapie als … (het zijn
steeds dezelfde mechanismes met paarden, waarbij je aangepaste oefeningen
geeft) ; paardencoaching gaat hand in hand met Natural Horsemanship, en
omgekeerd. Zo is er bvb Klaus Ferdinand Hempfling : hij is wereldwijd autoriteit op
het vlak van Natural Horsemanship. Maar als je een workshop bij hem volgt, geeft hij
voor 90 % … paardencoaching. Je kan geen resultaten bekomen bij paarden in
vrijheid als je niet volledig (mentaal) in evenwicht bent. Ze gaan hand in hand.
5.Al het voorbereidende werk was sinds 2005 reeds gebeurd in België : de opleiding
was klaar (was zelfs al doorgegaan in België) ; de programma’s waren klaar (kan ze u
allemaal bezorgen indien nodig maar denk dat er zo al genoeg bijlagen en stukken
zijn) ; de website was klaar en dit in 3 talen ; de perscommunicatie was klaar ; de
contacten met Franse mensen en bedrijven waren reeds gelegd ; het netwerk was
klaar ; er was een wachtlijst van geïnteresseerden om naar Frankrijk te mogen komen
; onderzoeksprojecten met universiteiten waren reeds afgesproken ; het Franse
promotiemateriaal (flyers, folders, visitekaartjes, zelfs spandoeken om aan de ingang
van het domein te plaatsen, enz.) was klaar ; kortom : alles, werkelijk alles, was tot in
het kleinste detail voorbereid.
Het enige dat nog moest gebeuren, waren Franse persrelaties opstarten voor het Equiboost
Paardencoaching Center via Calliope’s en promotie voeren in Frankrijk voor de korte
workshops (weekend programma’s) van Chez Oro. Deze korte workshops Natural
Horsemanship van Chez Oro, verspreid over 2 à 3 dagen (lange weekends) waren in wezen
een korte versie van enkele modules uit de Equiboost opleiding tot paardencoach (stuk 22).
Zonder ongeval zou er in principe begin 2011 gestart kunnen worden met de activiteiten,
met de eerste klanten / workshops / opleidingen in de Paasvakantie 2011.
Een vergelijking om dit te verduidelijken voor uw rechtbank :
Op de Paasfoor zie je kraampjes van mensen die hamburgers en frieten verkopen. Laat ons
zeggen, in een soort van bestelwagen of aanhangwagen of camion. Als het geen Paasfoor is,
zie je ze niet in Kortrijk. Als er Paasfoor is, komen ze af met hun kraampje. Als het
Sinksenfoor is in Antwerpen, gaat datzelfde hamburgerkraam naar Antwerpen. Enzovoort.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
127

Het frietvet wordt gebruikt én voor hamburgers, én voor frieten. De basis, het frietvet, is
dezelfde. Zo ook met project van concluante. Het hamburgerkraam kan je vergelijken met
The Orange Stable. Met het frietvet (de paarden) bak je én hamburgers (paardencoaching)
én frieten (natural horsemanship). Je kan het frietvet (de paarden) inzetten, gebruiken ofwel
voor hamburgers (paardencoaching), ofwel voor frieten (natural horsemanship), ofwel voor
alle 2. Natuurlijk is het het interessantste als je je frietvet voor de 2 gebruikt. Je moet immers
sowieso je frietvet verversen (je paarden eten geven, bekappen, ontwormen, dierenarts, …),
je moet sowieso je hamburgerkraam kuisen (de stallen mesten), ongeacht of je nu alleen
hamburgers bakt, of alleen frieten, of de 2. Het werk errond blijft hetzelfde en de tijd die je er
in steekt ook. Alleen verkoop je meer als je én hamburgers (paardencoaching) én frieten
(Natural Horsemanship) verkoopt, want de ene klant eet liever hamburgers (heeft meer
interesse in paardencoaching), de andere klant eet liever frieten (heeft meer interesse voor
Natural Horsemanship).
Maar de mensen van het hamburgerkraam, die moeten iedere keer staangeld betalen op een
foor of kermis (zoals Equiboost / The Orange Stable iedere keer huurgeld moest betalen voor
huur weide, huur piste, huur lokaal voor opleiding, enz.). Het staangeld dat de mensen van
het hamburgerkraam iedere keer betalen, zijn ze kwijt (het huurgeld dat Equiboost / The
Orange Stable moest betalen, was ook ‘verloren’, een kostenpost die niets opbracht).
Ook moeten de mensen van het hamburgerkraam regelmatig van locatie veranderen (bij
Equiboost was dat ook : klant wil evenement in Leuven ? hop naar Leuven en daar huurgeld
betalen). Dat kost hun dus transportkosten (idem, om paarden te vervoeren). Ook verliezen
ze veel tijd met heen en weer rijden. Ze slapen immers niet in hun hamburgerkraam. ’s
Avonds rijden ze naar huis (idem, paarden niet aan huis hebben, betekent iedere dag 1 à 1,5
uur tijd verliezen met heen en weer rijden van en naar de paarden). En een hamburgerkraam
laat geen ruimte voor uitbreiding.
Dus de mensen van het hamburgerkraam moeten én hun huis betalen (idem), én staangeld
betalen voor hun hamburgerkraam (huurgeld piste, weides, stalling, enz.).
Plus, beeld je in dat klanten die hamburgers en frieten zoooo lekker vinden, dat ze graag 2 of
5 dagen na elkaar van die hamburgers en frieten willen eten : dan moeten die klanten een
hotel nemen in de buurt van het hamburgerkraam (idem : bij opleiding paardencoaching of
workshop Natural Horsemanship vinden mensen het niet leuk om ’s morgens heel vroeg op
te staan en ’s avonds laat pas thuis, en de dag erop van ’t zelfde liedje, ze blijven liever ter
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
128

plaatse logeren, maar ter plaatse logeren maakt de opleiding of de workshop veel duurder
want ze moeten hotel bijbetalen).
Dus de mensen van het hamburgerkraam werken hard en sparen alles wat ze verdienen.
Ze besluiten om een snackbar te kopen op het platteland, waar tafeltjes en stoeltjes zijn voor
hun klanten, én boven enkele kamers voor de mensen die graag een weekend lang
hamburger met friet willen eten. Hun snackbar is bovendien zo groot, dat ze er zelf ook
kunnen wonen. De mensen van het hamburgerkraam sparen veel tijd uit aan heen en weer
gerij. Ze zijn van hun staangeld af. Ze kunnen naast de hamburgers en de frieten ook hotdogs
aanbieden en frikadellen en … (punt 3) want hun snackbar is veel groter dan hun
oorspronkelijke kraam. En het frietvet is nog steeds hetzelfde (punt 4). Je kan het dus
evengoed optimaal gebruiken. Bovendien hebben ze grond naast hun snackbar : ze kunnen
nu dus ook zelf hun aardappelen planten. Bio-aardappelen, veel gezonder (weidegras zonder
pesticiden, veel beter dan hooi dat god-weet-hoeveel-keer bemest werd). Zo hoeven ze zelfs
geen industriële aardappelen met pesticiden meer aan te kopen, nog meer winst. Meer nog :
ze hebben zo veel grond, en zo veel aardappelen, dat ze ¾ van hun oogst (hooi) kunnen
verkopen. Nog meer winst. Ze hebben daar zelf geen werk mee, want ze laten dat doen door
een boer. De mensen van het hamburgerkraam moeten niet MEER werken dan tevoren. Ze
zijn nog altijd ’s middags en ’s avonds open, en ’s voormiddags en ’s namiddags gesloten,
zoals tevoren (punt 2).
Idem : het Paardencoaching Center is maw niets nieuws, maar gewoon een vaste eigendom,
ipv jaar in jaar uit huurgeld te gaan betalen. Plus, er kan logement ter plaatse aangeboden
worden. Dat maakt het meer de moeite voor mensen die van ver komen. Of die klanten nu
komen voor paardencoaching of voor Natural Horsemanship, blijft hetzelfde. De vaste kosten
voor onderhoud paarden zijn dezelfde. En de paarden hebben veel weide : veel gezonder
voor hen ! En geen hooi meer kopen, want ze eten gras. Er is zo veel weide dat er zelfs
andere paarden kunnen bijgezet worden. Dat zijn extra inkomsten die op zich al de lening
afbetalen.
Het enige wat de mensen van het hamburgerkraam nog moeten doen, is reclame maken
voor hun snackbar. De mensen die van de Paasfoor uit Kortrijk komen, die weten dat al, dat
ze nu een snackbar hebben op het platteland. Maar de mensen van het platteland, die weten
dat nog niet. En met het Paardencoaching Project is dat juist hetzelfde.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
129

O, de snackbar is groter dan het hamburgerkraam op wielen ? Ja, dat klopt. Maar 1 à 1,5 uur
per dag tijd uitsparen aan heen en weer rijden, compenseert dat royaal, geeft zelfs
TIJDSWINST.
O, de snackbar heeft nu veel eigen grond ? Ja, dat klopt. Maar dat wordt sowieso door een
boer onderhouden, in ruil voor een deel van de aardappeloogst. Op het Paardencoaching
Center is dat juist hetzelfde : alle gronden worden gratis onderhouden, in ruil voor hetzij de
helft van het hooi, hetzij koeien op de weide zetten ‘s winters. De vele grond kost dus niets
aan materiaal, noch aan tijd, noch aan werk.
Moesten de mensen van het hamburgerkraam uit dit verhaal opnieuw leren frieten
bakken ? Nee, ze konden dat al. Opnieuw leren frietvet verversen ? Nee, ze konden dat al.
Opnieuw leren kuisen ? Nee, ze konden dat al. Opnieuw hun menukaart (website) maken ?
Nee, die bleef dezelfde. Het enige dat ze nog moesten doen, is hun reclamefoldertjes bij hun
nieuwe klanten krijgen want ze zijn nieuw in de regio. Wanneer gingen deze mensen kunnen
starten met hun snackbar ? Wel, zodra ze op regelmatige manier de snackbar kunnen
openhouden, en er niet alleen klanten van Kortrijk (België) komen, maar ook lokale (Franse)
omwonenden.
Maar ja … als een hamburgerleverancier een lading hamburgers verliest vlak voor ze naar
hun snackbar trekken, en de mensen van het hamburgerkraam krijgen dat over zich heen en
zitten daar onder … en krijgen een slag op hun hoofd, nek en rug waardoor ze 2 jaar later
nog in het ziekenhuis liggen en 5 jaar later zo gekraakt zijn dat ze hun frituurmand niet meer
kunnen opheffen … DAN ZIJN ZE ER VET MEE, MET HUN MOOIE SNACKBAR.
b)Toekomstperspectieven 2011 - 2015
Bvba Calliope’s zou zo’n 250.000 euro omzet draaien in de periode 2011 - 2015. Het nieuwe
jaarcontract alleen al met Samsung zou minstens 10.000 à 15.000 euro per maand
opgeleverd hebben. Dat is op zich al 120.000 à 180.000 euro.
Deze omzet dekt ruimschoots de vaste kosten en garandeert een mooi loon en laat toe de
paardencoaching activiteiten geleidelijk aan uit te bouwen, tegelijk rustig zwanger te
worden, én te investeren, én te sparen.
Het boek van concluante over paardencoaching zou in volle verkoop gaan. Daar was al een
wachtlijst van 350 geïnteresseerden voor met een bereik van 5.000 mensen (x 22 euro !).
Bijkomend zou dit voor extra publiciteit en naamsbekend zorgen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
130

2011 zou dienen voor de promotie en opstart van het Paardencoaching Center, met een
eerste zwangerschap, 1 opleidingscyclus van 10 dagen, 1 workshop om de 2 maand, ofte 6 x
2 dagen per maand. Totaal aantal te werken dagen in 2011 : 22 dagen.
2012 idem.
2013 een 2
de
zwangerschap, 1 opleidingscyclus van 10 dagen, 1 opleidingscyclus van 22
dagen, 1 workshop om de 2 maand, ofte 6 x 2 dagen per maand. Totaal aantal te werken
dagen in 2013 : 44 dagen.
2014 idem.
2015 hetzij een 3
de
zwangerschap, hetzij het uitbouwen van het programma naar 1 workshop
per maand, ofte 10 x 2 dagen per maand. Totaal aantal te werken dagen in 2015 : 52 dagen.
De inkomsten uit Frankrijk zouden telkens worden geherinvesteerd, dit in een paddock
paradise voor paarden, uniek in zijn soort. Kostprijs : zo’n 250.000 euro.
Het paddock paradise laat toe om 20 paarden te houden op 10 ha, met een inkomst van 300
euro per paard per maand, ofte 20 x 300 = 6.000 euro per maand, met als enige “werklast” :
2 x per dag toezicht houden op de paarden, ofte 1 uur wandelen in de weides met de
kinderen als “werk”. Maw : meer verdienen door minder te werken én veel gezonder en
leuker voor de paarden dan op stal te staan.
De PR activiteiten zouden in deze periode verder gezet worden. Dit kan perfect van ‘op
afstand’ : een pc met internetverbinding en gsm om steeds bereikbaar te zijn, volstaan.
Concluante zou in België verblijven in haar woning op het moment dat er persevents of
besprekingen in België zouden doorgaan. Ook zouden er in België Equiboost activiteiten
blijven doorgaan. Een planning voor najaar 2010 in België was voorzien (stuk 134). Daarvoor
was een samenwerking opgezet met Géraldine Vandevenne die haar locatie en haar paarden
zou ter beschikking stellen (stuk 135). Daarom ook dat de woning niet verkocht werd na de
verhuis naar Frankrijk.
Ook zou het uurtarief van Calliope’s bvba in 2011 opnieuw verhoogd worden. Idem voor de
daarop volgende jaren, tot een tarief van 200 euro / uur bereikt zou zijn (tarieven tot 225
euro zijn gekend voor senior profielen).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
131

Kort samengevat zouden door de toevoeging van de Franse inkomsten, naast de Belgische
inkomsten, en de talrijke uitbreidingsmogelijkheden (los van commissies via partnerships),
de publicatie van haar boek (was halverwege op het moment van ongeval – stuk 194 + 195),
de inkomsten van concluante minstens VERDUBBELD zijn op 5 jaar tijd.
Dit is ook meteen de reden waarom AG van bij de start zo ver gegaan is in haar bedrog.
Tussen het moment van het ongeval (concluante 34 jaar) en de pensioenleeftijd van
concluante ligt een periode van ruwweg 30 jaar. 30 x (minstens) 400.000 euro geeft
(minstens) 12 miljoen euro …
Aangezien :
1.verzekeringsmaatschappijen allerlei trucs hebben om zowel letselschade als
schadebegrotingen te minimaliseren, en de uiteindelijke schadevergoeding van
slachtoffers van ongeval vaak maar een derde bedraagt, soms maar een vijfde, soms
nog geen tiende, soms NOG minder dan waar slachtoffers eigenlijk recht op hebben
zou artikel 1382 BW correct toegepast worden, en aangezien
2.verweerster na de vaststellingen van de erbarmelijke toestand van concluante door
enerzijds haar economisch inspecteur Yves Deman, anderzijds haar verzekeringsarts
Luc Desmet, perfect op de hoogte was van de ernst van de letsels,
3.verweerster reeds 1 maand na ongeval in het bezit was van de inkomsten en
contracten van concluante, en dus perfect op de hoogte was van de
inkomstenverliezen
kan dit verklaren waarom AG arts Luc Desmet reeds 1 maand na ongeval melding maakte
van een bedrag van “minstens 2 miljoen euro” ten overstaan van Dr Patrick Seynaeve (zie
verder).
Concluante mocht in geen geval de kans krijgen om haar project op te starten. Eens
opgestart, ook al zou dit slechts gedeeltelijk zijn, zou zij immers bijkomend haar
inkomstenverliezen uit Frankrijk kunnen bewijzen. Mede daarom werd de beloofde hulp van
4 uur per dag last minute ingetrokken. De andere reden : verweerster wist op dat ogenblik
met zekerheid dat er 15 % kans bestond dat concluante levenslange letsels zou
overhouden aan het ongeval. Zij wilde niet het risico lopen dat zij levenslang zou moeten
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
132

instaan voor hulp door derden. Het scenario ‘simulatie aggravatie’ en alle
gerechtsdeskundigen benaderen, en concluantes bvba failliet laten gaan, haar thuis in beslag
laten nemen, was goedkoper.
c)Toekomstperspectieven 2015 – 2020
Het Franse domein laat enorm veel mogelijkheden voor verdere uitbreiding. Er kunnen nog
minstens 4 bijkomende ruime wooneenheden gecreëerd worden binnen de bestaande
gebouwen en infrastructuur, die geen renovatie behoeven, enkel interieurinrichting.
De bedoeling was om op langere termijn een heuse “school” op te zetten, genaamd
l’Université du Cheval Autrement. Samenwerkingen waren voorzien met Jacques Charandack
en Christian Bernard, beiden uit Frankrijk, beiden pioniers inzake Natural Horsemanship,
voor ad hoc projecten in dit kader, nadien een ‘vaste’ rol. Een website werd gecreëerd. Dit
project is in 2013 afgeblazen, toen bleek dat de klachten tgv ongeval niet verbeterden, maar
erger werden na de geboorte van concluantes dochtertje.
Ook was het de bedoeling om een paardenkliniek op te starten. Er zou geïnvesteerd worden
in een paardenzwembad voor revalidatie van geblesseerde paarden. Besprekingen met
paardenosteopaten, manuele therapeuten, homeopaten, fysiologen, dierenartsen edm zijn
gaandeweg stilgelegd – deze mensen waren “sorry nog niet hersteld van ongeval” beu
gehoord ...
Concluante zou een louter coördinerende rol in het geheel opnemen. Elke specialist zou
zijn / haar taak uitvoeren binnen zijn / haar vakgebied. Een overkoepelende juridische
structuur zou hiervoor gecreëerd worden. Concluante zou (delen van) haar domein (ad hoc)
verhuren voor de diverse deelprojecten, werken op commissiebasis en zodoende
bijkomende inkomsten genereren.
Het boek zou intussen ook vertaald zijn naar het Frans en Nederlands (oorspronkelijke versie
in het Engels geschreven).
In deze periode zouden de PR activiteiten behouden blijven ; de winsten uit de Franse
activiteiten zouden telkens geherinvesteerd worden. Dit tot er een Europees
referentiecentrum inzake paardenwelzijn en paardencoaching zou bestaan. Calliope’s bvba
zou de stabiele bron van inkomsten blijven om de gewone vaste kosten en het loon te
blijven dragen, dit met Equiboost en Calliope’s activiteiten. Dit tot alle geplande
investeringen in Frankrijk uitgevoerd zouden zijn en de samenwerkingsverbanden voldoende
stevig zouden blijken. Daarna zouden de PR activiteiten geleidelijk aan verminderd worden,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
133

zonder evenwel te verdwijnen, dit minstens tot de woning in Vichte zou afbetaald zijn
(Calliope’s bvba betaalde huur aan concluante, deze huur betaalde de lening van de privé
woning).
Deze aspecten worden nader toegelicht in de schadebegroting.
Het lijkt weinig zinvol om nader in te gaan op de lange termijn toekomstperspectieven die
voor ongeval bestonden. Ze lijken bijzonder veraf nu.
1.6 BESLUIT
Als algemeen besluit kunnen we op basis van bovenstaande elementen stellen dat
concluante in 2010, net voor het ongeval gebeurde :
1)Lichamelijk gezond was, geen lichamelijke klachten had
2)Psychisch / geestelijk gezond was, geen psychische klachten had
3)Zicht had op een zorgeloos moederschap en gezinsleven
4)Zicht had op een zorgeloze financiële toekomst
5)Beschikte over 3 woningen : 1 in België, 2 in Frankrijk
6)Samen zou wonen met haar gezin en paarden en andere dieren in de natuur
7)Zicht had op een gevarieerd leven, in lijn met haar identiteit en waarden
8)Zicht had op een verdere persoonlijke en professionele ontplooiing
9)Zicht had op interessante sociale en professionele contacten
10)Een bijdrage zou kunnen leveren aan een betere en mooiere wereld
Vast staat, dat er geen sprake is van enige ‘voorafbestaande toestand’ die als oorzaak kan
ingeroepen worden om de klachten ontstaan na ongeval te verklaren.
Vast staat ook, dat er zich geen nieuwe feiten voordeden na het ongeval.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
134

In principe is op basis hiervan het causaal verband tussen de klachten en het ongeval reeds
aangetoond.
Het ongeval van 22.09.2010 vormde het startschot van een fysiek en mentaal
aftakelingsproces.
Citaat Dr. Vanderbruggen :
“Mij is steeds geleerd dat men het causaliteitsvraagstuk kan oplossen door het ongeval in de
geschiedenis te trachten weg te denken.”
DEEL 2 : HET ONGEVALSGEBEUREN EN CAUSAAL VERBAND
1.1 AG BETWIST HET ONGEVALSGEBEUREN
A.
In zijn brief van 10.12.2014 schrijft Jan Fonteyne (stuk 44):
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
135

De verklaringen van het slachtoffer zelf dienen met de nodige omzichtigheid gelezen te
worden.
Ik verwijs naar het besluit van Dr. J. Baeke in de eerste expertise.
Dr. Ann Lechat, één van de geneesheer-specialisten die mevrouw Santens bijstond, schrijft in
haar verslag van 14 juni 2012 (stuk ) :
“Hierdoor werd zij in een fractie van een seconde totaal verblind en zag zij niets meer,
nu de platen zowel op haar voorruit als tegen de zijruit terechtkwamen, dit gepaard
gaande met een enorm lawaai van metaal op metaal. De schok was zo onverwacht,
hevig, totaal en luid dat betrokkene meende te sterven en daaropvolgend het bewustzijn
verloor.”
Zeer krachtig heeft zij alvast niet geremd nu haar airbag niet in werking trad.
Mevrouw Santens overdrijft schromelijk in haar beweringen. Wanneer men de foto’s van
het voertuig bekijkt, dan merkt men enkel wat eerder oppervlakkige schade in indeukingen
onder de ruitenwisser, de linkerspiegel en de linkerkant van het voertuig. Niet op de
rechterzijde.
Het verslag van de autodeskundige vermeldt een totale schade van amper 1.813,41 € + BTW.
In haar ongevalsverklaring zegt het slachtoffer :
“Precieze omschrijving van de omstandigheden van het ongeval met schets (indien
nodig kan u de verso gebruiken) :
Ik reed aan 50 km per uur op weg en lading van remorque is uit het niets tegen
auto gevlogen voor mijn voorruit waardoor ik niets meer zag plots. Hoofd achteruit
geslagen in reflex en heel hard geremd om tegen niemand te botsen.
De chronologie van de “feiten” verloopt in dit document “hoofd achterover geslagen (eerst)
en heel hard geremd (nadien) om tegen niemand te botsen”.
Van deze beweringen ligt geen bewijs voor.
We ontleden punt per punt :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
136

Fonteyne : De verklaringen van het slachtoffer zelf dienen met de nodige omzichtigheid
gelezen te worden. Ik verwijs naar het besluit van Dr. J. Baeke in de eerste expertise.
Antwoord:
Verweerster doet nog steeds haar best om het simulatie-aggravatie pad op te gaan en de
SCHIJN te wekken als zou concluante een leugenaar, overdrijver, profiteur zijn. In die zin mag
niets van hetgeen zij vertelt, geloofd worden.
Intussen zijn we echter wel zo ver, dat alles wat concluante sinds 5 jaar verteld heeft, ook
aangetoond en bewezen is. Dat geldt zowel voor het bedrog als voor haar letsels.
Verweerster maakt hierbij dankbaar gebruik van een VALS DESKUNDIGENVERSLAG, dat OP
HAAR VRAAG opgesteld werd door een psychiater die TEVENS VERZEKERINGSARTS is voor
AG : Johan Baeke.
We verwijzen naar punt 3.3 van deze conclusie, die de rol van Johan Baeke en de waarde van
zijn ‘deskundigenverslag’ schetst.
Kort samengevat kunnen we stellen, als zelfs Hans Verstraelen bevestigt dat het verslag van
Johan Baeke subjectief is, en dat hij er om die reden (zogezegd) geen rekening mee
gehouden heeft, dat het argument van verweerster ‘Johan Baeke heeft gezegd dat ze een
leugenaar is’ eerder lachwekkend wordt.
Integendeel : met deze opmerking bevestigt verweerster net hoe het bedrogmechanisme bij
medische expertises in elkaar steekt : we laten artsen valse deskundigenverslagen opstellen
en vervolgens verwijzen we naar die verslagen om een slachtoffer ongeloofwaardig te laten
overkomen… Triest. Zeer triest.
Besluit : dit argument kan niet weerhouden worden.
Fonteyne : Dr. Ann Lechat, één van de geneesheer-specialisten die mevrouw Santens
bijstond, schrijft in haar verslag van 14 juni 2012 (stuk ) :
“Hierdoor werd zij in een fractie van een seconde totaal verblind en zag zij niets meer,
nu de platen zowel op haar voorruit als tegen de zijruit terechtkwamen, dit gepaard
gaande met een enorm lawaai van metaal op metaal. De schok was zo onverwacht,
hevig, totaal en luid dat betrokkene meende te sterven en daaropvolgend het bewustzijn
verloor.”
Zeer krachtig heeft zij alvast niet geremd nu haar airbag niet in werking trad.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
137

Antwoord :
De rechtbank kan opnieuw akte nemen van de toon die voortdurend gevoerd wordt : ‘één
van de geneesheer-specialisten’.
De achterliggende boodschap : concluante moet wel bijzonder psychisch gestoord zijn, haar
bijstandsartsen vallen als vliegen … Zelfs uw rechtbank heeft dat letterlijk gezegd toen door
Tack dezelfde twijfel gezaaid werd !
Dat het verweerster zelf is, die raads(genees)heren telkens voor haar kar spant, waardoor
die vervolgens het dossier van concluante niet verdedigen, verzwijgt ze hierbij wijselijk.
Concluante verwijst hiervoor naar de Gids Verzekeringsbedrog, die tegen 6 april 2016
wellicht wel klaar zal zijn, en waaruit blijkt dat dit een typische bedrogstrategie is van
verzekeringen.
Slachtoffers van een ongeval met ernstige letsels, moeten systematisch 3, 4, 5 keer of meer
zelfs, van advocaat en/of bijstandsarts veranderen, omdat deze telkens door tegenpartij
benaderd worden. Opnieuw : triest. Zeer triest.
De link maken tussen het ‘krachtig remmen’ en het in werking treden van de airbag, houdt
geen steek en dient enkel om het ongevalsgebeuren te banaliseren en uw rechtbank te
misleiden : een airbag treedt immers nooit in werking bij een remmanoeuver ! Dit is
natuurkundig onmogelijk zelfs. De auto MOET een vertraging hebben die HOGER ligt dan 12
meter per seconde, zoniet worden de airbags NIET geactiveerd.
De vertraging van een voertuig wordt gemeten door vertragingssensoren. Als de
vertraging een stuk groter wordt dan de maximale remvertraging van de auto, moet dat
wel worden veroorzaakt door een botsing. Wanneer de airbagsensoren zo’n dermate
hoge vertraging meten die hoger ligt dan 12 meter per seconde, geven deze sensoren een
signaal naar het airbag regelapparaat. Deze zal dan op zijn beurt de airbags activeren.
Een gemiddelde personenauto met goede remmen heeft een remvertraging van tussen de
5 en 7 meter per seconde, sportauto’s kunnen een vertraging tot max. 8 meter per
seconde halen. Dat betekent dat je nooit door het remmen de maximale remvertraging
van 12 meter per seconde kunt halen. Ook bij het rijden met lage snelheid tegen een paal
of muur wordt deze vertraging niet altijd gehaald, en zullen de airbags dus niet
geactiveerd worden (stuk 136).
Dit geldt voor zowel de stuurairbag als de passagierairbag als de zij airbag als de
gordijnairbag als de knie airbag.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
138

Zelfs was het ongeval gebeurd aan 150 km/uur, DAN NOG ZOUDEN DE AIRBAGS NIET IN
WERKING GETREDEN ZIJN. Zonder botsing met een ander voertuig is dit fysiek onmogelijk.
Zelfs al had concluante tijdens het ongeval ook een stoeprand of paaltje geraakt, DAN NOG
ZOUDEN DE AIRBAGS NIET IN WERKING GETREDEN ZIJN.
Te onthouden voor toekomstige bedrogdossiers waarde rechtbank …
Het enige wat het niet in werking treden van de airbags ons leert, is dat er geen botsing met
een ander voertuig is opgetreden. Dat is ook nooit beweerd.
Besluit : dit argument kan niet weerhouden worden
Fonteyne : Mevrouw Santens overdrijft schromelijk in haar beweringen. Wanneer men de
foto’s van het voertuig bekijkt, dan merkt men enkel wat eerder oppervlakkige schade in
indeukingen onder de ruitenwisser, de linkerspiegel en de linkerkant van het voertuig. Niet
op de rechterzijde.
Het verslag van de autodeskundige vermeldt een totale schade van amper 1.813,41 € + BTW.
Antwoord :
Uw rechtbank kan vaststellen hoe het pad van simulatie – aggravatie opnieuw gesuggereerd
wordt. Het is juist door woorden als ‘overdrijven’ om de haverklap te vermelden, dat op de
duur de lezer het voor waar aanneemt …
Concluante heeft nooit iets overdreven. Integendeel zelfs. Het feit dat zij zich – en dat klopt -
expressief uitdrukt, betekent daarom niet dat de inhoud van hetgeen ze verkondigt,
overdreven is. Het aspect ‘communicatiestijl’ staat los van het aspect ‘inhoud’.
Ook het feit dat de schade aan het voertuig beperkt is – hetgeen concluante nooit ontkend
heeft overigens – is totaal naast de kwestie. Whiplash trauma’s en de bijhorende
hoofdletsels kunnen optreden vanaf een snelheid van 5 km/uur. Andere bronnen vermelden
10 km/u, andere 15 km/u (zie stuk 137). Iedereen is het er wél over eens dat MET
ZEKERHEID hoofd-nek-rug slingertrauma’s kunnen optreden vanaf 20 km/u. Concluante reed
50 km/u. Of er nu veel of weinig beschadigingen aan de wagen zijn, is m.a.w. totaal
irrelevant. Wat telt is de snelheid op het moment van het remmen. En daarover bestaat
geen discussie. Zie voor nadere toelichting ook punt 2.2 in deze conclusies.
In deze passage staat niets ‘overdreven’ :
Hierdoor werd zij in een fractie van een seconde totaal verblind en zag zij niets meer,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
139

nu de platen zowel op haar voorruit als tegen de zijruit terechtkwamen, dit gepaard
gaande met een enorm lawaai van metaal op metaal. De schok was zo onverwacht,
hevig, totaal en luid dat betrokkene meende te sterven en daaropvolgend het bewustzijn
verloor
Het is de logica zelve, dat als er metalen platen op de voorruit terecht komt, dat de
bestuurder een seconde totaal verblind is en niets meer ziet.
Iedereen kent ook het geluid van metaal dat over metaal schraapt : vlijmscherp is dat. Met
een nagel op een auto krassen gaat al dwars door de oren heen. Laat staan metalen platen,
met een veel groter oppervlak, die over een wagen schuren …
Dat de schok onverwacht was, is evenmin overdreven : concluante zag de platen niet
aankomen. Ze KON ze ook niet zien aankomen. Dat wordt bevestigd door getuige Van
Esbroeck en door de verkeersdeskundige (zie punt 2.2).
Dat concluante meende te sterven, is gebleken in het revalidatieziekenhuis. Concluante zelf
had, behalve het feit dat ‘iets’ tegen de ruiten aanvloog, het scherpe geluid en ‘alles werd
zwart’, geen herinnering aan het ongevalsgebeuren. Deze herinnering werd 1 jaar na het
ongeval geheractiveerd in het revalidatieziekenhuis, zoals ook omschreven staat in
expertiseverslag Van Loo van 01.04.2014 blz. 50 + 51 (stuk 138) :
Tekenend is in dit kader het voorval in het revalidatieziekenhuis, waarbij mevrouw
SANTENS tijdens een mobilisatie oefeningen via video, plots een flashback kreeg van het
ongeval en een hevige angstaanval kreeg, waarbij zij bang was te sterven – dit nota
bene RUIM EEN JAAR na het ongeval. Dit zegt alles over de impact en traumatiserende
psychologische gevolgen van het ongeval. Mevrouw Santens begon te hyperventileren,
te beven en hevig te wenen waarbij ze riep dat ze niet wilde sterven. Er diende zelfs een
injectie valium gegeven te worden om mevrouw SANTENS te laten kalmeren. De enige
juiste conclusie die we hier uit kunnen trekken, is dat het ongeval (onbewust) zeer diepe
sporen nagelaten heeft en maandenlang doodsangsten veroorzaakt heeft dit zowel in als
buiten het verkeer.
In het verslag van klinisch psychologe CHOTARD Solène lezen wij bijvoorbeeld:
Au cours d'une crise d'angoisse, après avoir visionné une vidéo, elle a eu I'impression
de revivre son accident et pour la première fois, elle a eu surtout peur de mourir.
In de dagverslagen lezen wij volgende meldingen op 20.10.2011 :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
140

‘appel de I'ergothérapeute vers 11h15 pour signaier que Mme S. ne se sentait pas
bien.
Monte de suite en ergothérapie: la patiente était en train de pleurer, de trembier, de
dire qu'elle avait mal au cou, à une respiration saccadée et difficile.
Puis dit qu'elle ne veut pas mourir, et ne nous voit plus et ne nous repond plus,
continue de dire qu'elle ne veut pas mourir, qu'il faut qu'elle fasse son projet.
à 11h50, j'arrive à communiquer de nouveau avec elle, elle me dit qu'elle doit aller au
kiné pour aller mieux, pour pouvoir s'occuper de ses chevaux, à toujours une
respiration saccadée. TA: 13/7
appel au Dr Di Costanzo
installée dans le fauteuil d'urgence puis redescendu dans sa chambre pour être
installée dans son lit.
Donné un lexomil* + injection de valium* en IV des que communication possible:
rassure, écoute
ID s'est endormie à 12h15’
En ook Dr Di Costanzo vermeldt de angstaanval in de dagverslagen:
‘Vers 11 H 30, I'ergothérapeute m'appelle pour me signa Ier que Mme SANTENS
n'était pas bien pendant la séance d'ergothérapie, elle a eu très mal au rachis cervical
en faisant peut être un faux mouvement mais I'ergothérapeute me signale aussi que
déjà en rentrant dans la salie d'ergo, elle n'était déjà pas bien. Quand j'arrive, je la
trouve en position antalgique car elle est très douloureuse, elle n'est pas bien
psychologiquement, elle pleure, elle ne controle pas bien ses émotions. La tension
artérielle est correcte à 13/7, on lui administre tout de suite une barrette entière de
LEXOMIL et on la transporte avec son fauteuil roulant dans sa chambre. Une fois
allongée, elle est encore très agitée, on essaie de la rassurer mais en vain. Je lui dis
que pour la tranquiliser, on va lui faire une injection de VALIUM intraveineux, elle
accepte et après 15 - 20 minutes, elle s'est calmée et s'est endormie.’
Dr Elena DI COSTANZO - Médecin MPR - 20/10/2011 //
Dit is dus niet ‘overdreven’, dit is aangetoond in 3 verschillende medische verslagen, en
bewijst overigens de post traumatische stress stoornis. Dergelijke herbelevingen zijn een
typisch verschijnsel bij een post-traumatische stress stoornis. Nochtans was deze PTSS zelfs
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
141

al in de 1
ste
expertise erkend, zie verslag Hans Verstraelen. Dit blijven minimaliseren heeft
dus weinig zin.
Dat concluante het bewustzijn verloor, wordt uitvoerig geïllustreerd in punt 2.2.
Besluit : deze argumenten kunnen niet weerhouden worden
Fonteyne : In haar ongevalsverklaring zegt het slachtoffer :
“Precieze omschrijving van de omstandigheden van het ongeval met schets (indien
nodig kan u de verso gebruiken) :
Ik reed aan 50 km per uur op weg en lading van remorque is uit het niets tegen
auto gevlogen voor mijn voorruit waardoor ik niets meer zag plots. Hoofd achteruit
geslagen in reflex en heel hard geremd om tegen niemand te botsen.
De chronologie van de “feiten” verloopt in dit document “hoofd achterover geslagen (eerst)
en heel hard geremd (nadien) om tegen niemand te botsen”.
Van deze beweringen ligt geen bewijs voor.
Antwoord :
Ik reed aan 50 km per uur op weg en lading van remorque is uit het niets tegen auto
gevlogen
voor mijn voorruit waardoor ik niets meer zag plots.
Zie hierboven + punt 2.2
Hoofd achteruit geslagen in reflex en heel hard geremd om tegen niemand te botsen.
De chronologie van de “feiten” verloopt in dit document “hoofd achterover geslagen (eerst)
en heel hard geremd (nadien) om tegen niemand te botsen”.
Van deze beweringen ligt geen bewijs voor.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
142

De “chronologie van de feiten” is een geheel eigen interpretatie van Jan Fonteyne. HIJ maakt
daarvan : concluante heeft EERST haar hoofd achterover geslagen en heeft NADIEN heel
hard geremd om tegen niemand te botsen. Dat is niet wat er staat.
Deze “versie” van Jan Fonteyne is uiteraard niet “toevallig” : ze insinueert namelijk dat
concluante BEWUST zou geremd hebben. Dat zou dan weer impliceren dat concluantie NIET
bewusteloos was. Juist daarom kiest Fonteyne voor deze “chronologie”.
Feit is : concluante heeft GEEN HERINNERING aan wat er precies gebeurd is na de klap
waarbij “iets” tegen haar voorruit aanvliegt en het scherpe geluid van metaal op metaal. Ze
“weet” niet of ze haar hoofd naar rechts geslagen heeft om de platen die tegen de linkerkant
vlogen, te ontwijken. Ze “weet” niet of ze haar hoofd naar achter geslagen heeft om de
platen die tegen de voorruit vlogen, te ontwijken. Ze “weet” niet of ze misschien beiden
gedaan heeft. Ze “weet” niet of en hoe en wanneer ze geremd heeft, ook daar heeft ze geen
herinnering aan. Ze “weet” niet of en hoe haar hoofd tegen de hoofdsteun gebotst is. Ze
“weet” niet of en hoe en wanneer haar gordel zich aangespannen heeft. Ze “weet” gewoon
niets. Juist omdat ze bewusteloos was.
Ze VERONDERSTELT – ACHTERAF - op basis van logisch denken. En haar
VERONDERSTELLINGEN heeft ze enkele weken na ongeval opgeschreven. Dit in een
toestand, en op een moment, dat ze bovendien nauwelijks helder kon denken.
Concluante heeft geschreven : hoofd achteruit geslagen in reflex en heel hard geremd.
In de zin dat dit TEGELIJKERTIJD of ZO GOED ALS tegelijkertijd moet gebeurd zijn.
Zij heeft dit geschreven op basis van haar VERONDERSTELLING. Immers, had ze GEEN
HERINNERING aan wat er precies gebeurd is na de klap.
Het leek haar evenwel, en het lijkt haar trouwens tot op vandaag, LOGISCH te zijn dat
iemand zich zou achteruit slaan als hij of zij plots vanuit het niets “iets” tegen zijn of haar
voorruit krijgt. Dit is een NORMALE reflex. Mensen ontwijken instinctief een aanvliegend
voorwerp – zonder daar bij stil te staan, zonder daarover na te denken. Dit is een
ONBEWUSTE handeling.
Bovendien zit er altijd een seconde reactietijd bij dergelijke gebeurtenissen. Ook dat is
gekend.
Ook is het LOGISCH dat zij geremd heeft, aangezien haar wagen tot stilstand is gekomen. De
auto is nergens tegenaan gebotst, en stond stil midden op de weg. Dus moet er
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
143

logischerwijze geremd geweest zijn ! Het feit dat de auto stilstond, levert het bewijs dat er
geremd is. Want de auto is niet tot stilstand gekomen door de impact van de metalen platen,
zoals het verslag van de verkeersdeskundige uitwees (stuk 76). De auto is ook niet tot
stilstand gekomen door ergens tegenaan te rijden. Dan schiet er logischerwijze maar 1
mogelijkheid meer over : concluante moet op een bepaald punt geremd hebben.
Feit is : volgens de getuigenverklaring van Hilde Van Esbroeck (stuk 36 + 37) is de wagen zo’n
tiental meter verder tot stilstand gekomen. Als een auto een remsnelheid heeft van 5 à 7
meter per seconde, dan moet er ergens rond de 1,5 seconde na de initiële klap geremd
geweest zijn. WAT IS NU 1,5 SECONDE ? In 1,5 seconde KAN JE ZELFS NIET NADENKEN over
‘wat ga ik nu doen’. Dat gebeurt automatisch.
Alleszins moet het acceleratie-deceleratiemoment BIJNA gelijktijdig opgetreden zijn met het
remmen. Ook moet er een hevige zijdelingse rotatie van het hoofd gebeurd zijn. Maar wat
kwam eerst ? Wie kan het met absolute zekerheid zeggen ? Niemand.
Want niemand was er bij. Alles ging razendsnel. En concluante weet het niet meer.
Opnieuw, is het enige relevante gegeven : wat was de snelheid van de wagen toen het
remmanoeuver werd uitgevoerd. En die snelheid bedroeg 50 à 55 km/uur, het criterium
voor een hoofd-nek-rug slingertrauma met hersenschade is vervuld.
Dokter Bolt (stuk 389) ziet verschillende factoren die hersentrauma kunnen veroorzaken :
Naar de beschrijving van het verloop van het ongeval kwamen plotseling van het
kruisende voertuig meerdere platen van links voor op het voertuig van Anke
SANTENS.
Een instinctieve reactie is dan dat de bestuurder zich probeert te beschermen en te
verwijderen van het gevaar.
Mogelijks is Anke SANTENS bij het plots naar haar toekomen van de platen in een
schrikreactie met haar hoofd naar achteren gevlogen of heeft ze het stuur plots kort
naar rechts geslagen of zich met het hoofd van het gevaar gedraaid. Daarbij kan ze
met het hoofd ergens tegenaan geslagen zijn (B-balk, zijruit, stuur).
Ondertussen zou ze sterk geremd hebben, waarbij bijkomend een voorwaartse
beweging van het hoofd optreedt.
Al met al genoeg mogelijkheden voor een whiplash en een hersentrauma.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
144

Voor hem – en iedere dokter behalve de ‘gerechtsdeskundigen’ - is het causaal verband
tussen de letsels en het ongeval EVIDENT.
Bovendien is DISSOCIATIE bij hersentrauma gekend : de “geest” is “weg”, maar mensen
verrichten nog een handeling op “automatische piloot”. Dit is uitgebreid geïllustreerd in
vakliteratuur.
Een concreet voorbeeld : zo is er bvb. bij Stop Misbruik Verzekeringen een slachtoffer van
een ongeval met commotio cerebri, dat langs achter aangereden werd op de autosnelweg,
aan 120 km/uur. Haar wagen schoot hierbij vooruit, ze liep ook whiplash en hersentrauma
op, ze had geen enkel zichtbaar letsel. Deze dame heeft nog haar auto aan de kant gezet,
heeft haar kinderen uit de auto gehaald, heeft haar kinderen over de vangrails gezet, heeft
tegen haar kinderen gezegd dat ze mooi daar moesten blijven staan, dat ze zeker niet op de
weg mochten komen, zij is teruggekeerd naar de wagen, zij heeft haar pinkers opgezet, zij
heeft de hulpdiensten gebeld, zij heeft de veiligheidsjasjes uitgehaald, zij is terug over de
vangrail gekropen, bij haar kinderen, heeft hen de veiligheidsjasjes aangedaan, en is
vervolgens ingestort. Ze was nog steeds buiten bewustzijn toen de hulpdiensten haar
vonden, zo’n 20 minuten later. Zij had nadien GEEN ENKELE HERINNERING aan het
ongevalsgebeuren. Het laatste dat zij zich herinnerde, was dat ze aan het rijden was, dat er
een groot lawaai was, een harde klap, en het gevoel naar voren geduwd te worden. Het zijn
haar kinderen en de aanrijder en de mensen die gestopt waren nadien, die achteraf verteld
hebben wat ze na de klap allemaal nog gedaan heeft. Zelf wist ze het niet meer.
Het klinkt dus ongelooflijk, het klinkt dus onlogisch, maar het kan dus wel. Het menselijk
lichaam is een enorm krachtige machine met ‘verdedigingsmechanismes’ die er alles zullen
aan doen om lichaam en geest veilig te houden en te beschermen voor gevaar – zij het fysiek
of psychisch gevaar. Het lichaam kan handelingen verrichten zonder dat de geest zich daar
bewust van is, of zonder dat daar een herinnering aan bestaat. Denk bvb aan
slaapwandelaars : die staan ’s nachts op, lopen rond, maar hebben daar geen weet van.
De verzekering beweerde natuurlijk ook bij deze dame, dat ze NIET bewusteloos geweest
was na het ongeval, aangezien ze nog al deze handelingen verricht had, en dat ze daardoor
geen hersentrauma kon opgelopen hebben. Zij kreeg ook ‘simulatie-aggravatie’ opgeplakt
door een psychiater en was zgz. ook een leugenaar en profiteur. Gelukkig – afin … gelukkig
precies - had zij afwijkingen én op Q-EEG, én op SPECT-scan, waardoor haar hersentrauma
uiteindelijk moest aanvaard worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
145

Verzekeringen weten maar al te goed, dat hersentrauma, amnesie, bewusteloosheid en
dissociatie hand in hand gaan. In expertises doen ze echter alsof hun neus bloedt …
regelrechte intellectuele valsheid in geschrifte plegen ze. 1 boodschap aan uw rechtbank :
HOEDT U DAARVOOR ! Weet dat dit bestaat !
WAT ECHTER WEL MET ABSOLUTE ZEKERHEID KAN GEZEGD WORDEN DAARENTEGEN IS, dat
concluante het bewustzijn verloor. Ze werd wakker door een getik op de venster. Getuige
Hilde Van Esbroeck bevestigt het bewustzijnsverlies. De aard en evolutie van de letsels
getuigen ervan. Zie verder hiervoor punt 2.2.. En dat is de ESSENTIE van de zaak.
Besluit : ook dit is een non-argument dat niet weerhouden kan worden
B.
Het bewustzijnsverlies werd betwist door Busschaert ter zitting 08.04.2015 e.v..
Concluante verwijst hiervoor naar punt 2.2.
De getuigenverklaring van Hilde Van Esbroeck bevestigt het bewustzijnsverlies.
Maar beter nog : Tack aanvaardde aanvankelijk het bewustzijnsverlies !!
In video 4 (stuk 28) hoort u in het begin van de video de reactie van Tack : ja, ok, u verloor
het bewustzijn, en dan ?
U hoort hem niét zeggen : ola ola, wacht een minuutje, dat lijkt me toch bizar te zijn – of : hé
dat lijkt vreemd – of : tiens dat is ongewoon.
Neen, voor Tack was het volstrekt LOGISCH en AANVAARDBAAR dat er bewustzijnsverlies
opgetreden was op het moment van het ongeval en in die specifieke
ongevalsomstandigheden. Het past nl. perfect in het klinisch beeld bij TBI – het klinisch beeld
waarvan concluante ALLE symptomen vertoonde, zoals hij kon vaststellen.
Hij had geen enkele reden om te twijfelen aan het bewustzijnsverlies.
C.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
146

De botssnelheid en impact van de metalen platen werd betwist door Busschaert ter zitting
21.10.2015.
Concluante verwijst hiervoor naar punt 2.2.
Ook hier betreft het weer een poging om uw rechtbank zand in de ogen te strooien, het
zoeken naar een strohalm om zich aan vast te klampen en de aandacht af te leiden van het
kerngegeven : wat was de snelheid van de wagen toen het remmanoeuver werd
uitgevoerd . En die snelheid bedroeg 50 à 55 km/uur, het criterium voor een hoofd-nek-rug
slingertrauma met hersenschade is vervuld.
Of daar nu 1, 10 of 100 platen tegenvlogen ; of die nu veel of weinig schade veroorzaakten –
het doet er in wezen niet toe.
D.
Luc Desmet verzekeringsarts van AG heeft op de zitting van 4 februari 2011 reeds het
causaal verband tussen het ongeval en de letsels erkend !
Dat staat te lezen in een brief van Serge Carton, raadsman van concluante (stuk 297). Hij
snapte niet wat het probleem was : het causaal verband was erkend door AG, en plots, toen
concluante gehospitaliseerd werd in 2011, werd dit pas voor het eerst betwist. De reden :
toen was overduidelijk dat het BLIJVENDE LETSELS betrof, en dat er géén sprake zou zijn van
‘spontaan herstel’, zoals in 65 à 85 % van de gevallen wel gebeurt :
Één en ander ontsnapt mij nu uit het door de gerechtsdeskundige VERSTRAELEN aan
alle betrokken partijen overgemaakte preliminaire verslag blijkt dat dr. DESMET zich op
de zitting van 4 februari ll. zou akkoord verklaard hebben met het causaal verband
ongeval – letsel.
2.2OMSTANDIGHEDEN VAN HET ONGEVAL EN CAUSAAL VERBAND
MET OPGELOPEN LETSELS EN HUIDIGE KLACHTEN
Op 22.09.2010 reed concluante aan een snelheid van 50 – 55 km per uur op een gewestweg.
Foto’s van de plaats van het ongeval in de stukkenbundel (stuk 77). Een tegenligger met
aanhangwagen, een ijzerhandelaar, verloor omstreeks 13.55 uur zijn lading op het moment
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
147

dat hij concluante’s wagen kruiste. Deze lading bestond uit verschillende metalen platen van
verschillende grootte en dus verschillend gewicht. Deze metalen platen vlogen oa :
-op de motorkap
-tegen de voorruit
-op het dak
-tegen de linker zijkant vooraan
-tegen de linker zijkant bestuurdersdeur
-tegen de linker zijkant passagiersdeur achter
en schoven door zowel over het dak en langs de zijkant van de wagen. Overal zijn krassen,
op sommige plaatsen is de verf af, er zijn enkele deuken in de wagen. De linkerspiegel werd
hierbij afgerukt. 1 metalen plaat bleef staan tegen de voorruit van concluante. Het staat vast
dat het metalen platen betrof, want het scherpe gekras van metaal dat op metaal schraapt,
staat letter in het geheugen van concluante ‘gegrift’.
De beschadigingen aan een groot deel van de wagen worden bevestigd door :
1.de foto’s van de autoschade (stuk 23)
2.het bestek opgesteld door de expert van AG (stuk 24)
3.het attest van Perfekt Car (stuk 25)
4.de factuur van Perfekt Car (stuk 26)
5.het aanrijdingsformulier (stuk 27)
Over dit aanrijdingsformulier dient te worden opgemerkt dat de aanrijder een onjuiste (valse
? zie verder) verklaring heeft opgesteld. Uw rechtbank kan lezen in het vak “opmerkingen”
onderaan rechts, ingevuld door de aanrijder :
“Stuk afgevallen op auto en heeft dan weerkaatst op andere auto”
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
148

Dat klopt, maar dat is sterk geminimaliseerd en slechts een deel van de waarheid. Er zijn
MEERDERE platen op de auto van concluante gevlogen, waarvan 1 inderdaad weerkaatst
heeft op de auto die achter de aanrijder reed. De rijweg lag alleszins bezaaid met
brokstukken na het ongeval. Een deel daarvan hebben de wagen van concluante geraakt,
een deel niet.
Verder lezen we, opnieuw in het handschrift van de aanrijder, bij vakje 11 links onder
‘zichtbare schade’ :
“Spiegel deur voorkant links”
Opnieuw klopt dat, en opnieuw is dat sterk geminimaliseerd en slechts een deel van de
waarheid.
De deuk die men bvb op de foto hieronder ziet (afkomstig uit fotodossier, stuk 23), kan men
toch moeilijk over het hoofd zien ?
Ook de tekening van het ongevalsgebeuren is onvolledig. Er dienen nog pijlen toegevoegd te
worden van voertuig A naar voertuig B, met doorschuiven van de platen naar achteren toe.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
149

Het is simpelweg ONMOGELIJK dat 1 enkele plaat én terugkaatste naar voor, om de auto aan
de andere kant van het rijvak, in tegenovergestelde rijrichting te raken, én tegelijk
doorschoof naar achteren, en de spiegel afrukte, en de gehele linker zijkant van voor tot
achter beschadigde, én tegelijk tegen de voorruit van concluante bleef staan.
PVC kon de verf niet van de auto geschraapt hebben zoals nu gebeurd was. Daarvoor was
het materiaal te licht.
Concluante was helemaal groggy, duizelig, verward na ongeval en kon niet helder meer
denken. Zij heeft toen weinig aandacht geschonken aan deze details zoals waar welke plaat
precies lag of wie wat waar invulde in het aanrijdingsformulier. Het handschrift van
concluante is dat in het vakje 14 onderaan links, waarin zij noteerde ‘hoofdpijn + nekpijn ;
voorbehoud’.
Opnieuw, is bovenstaande in wezen bijzaak, en is het enige relevante gegeven : wat was de
snelheid van de wagen toen het remmanoeuver werd uitgevoerd. En die snelheid bedroeg
50 à 55 km/uur, het criterium voor een hoofd-nek-rug slingertrauma met hersenschade te
kunnen oplopen is dus vervuld.
Over het ongevalsgebeuren en de bewusteloosheid werd NOOIT (openlijk) een probleem
gemaakt. Integendeel zelf : dit werd door Philippe Tack aanvaardt ! Hij zegt dit zélf in de
video (stuk 28).
Tot plots op 8 april 2015, pas na kennisname van het verslag van Professor Lafosse, uw
gerechtsdeskundige Philippe Tack samen met Busschaert het ongevalsgebeuren betwistte,
en meerbepaald de bewusteloosheid, zoals te horen valt in deze video (stuk 28).
Concluante legde het vraagstuk over het ongevalsgebeuren voor aan haar bijstandsarts,
gerechtsdeskundige –chirurg Dr Jan Van Walleghem. Deze vatte het ongevalsgebeuren als
volgt samen (stuk 30) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
150

(citaat uit deskundigenverslag Dr Van Walleghem)(stuk 30)
Bi-frontale botsing tussen een kruisende aanhangwagen en de auto van het SO.
De metalen platen op de aanhangwagen waren tijdens het rijden over de wagenrand
gevallen en overspanden een deel van de weg vóór de auto van het SO vlak voor het moment
van kruising. SO zag de platen niet komen aanvliegen.
Een bi-frontale botsing aan volle snelheid 2 x 50 km/u was onvermijdelijk.
Het impact gebeurde met de energie van een bi-frontale botsing aan 100km /uur.
Laatste herinnering van vóór het impact: aan het rijden…plots een hevige knal.
Daarna was het licht uit.
Van het ongevalsgebeuren heeft het SO geen persoonlijke herinnering.
Eerste herinnering van nà het impact: het stilstaan dwars op de weg en het kloppen op de
venster van de wagen.
Het SO kon niet op eigen krachten het voertuig verlaten. Zij werd door omstaanders uit het
voertuig bevrijd. Het SO was versuft, misselijk, duizelig en ontredderd. Er was meteen nek-
en hoofdpijn. Zie ook aanrijdingsformulier ter plaatse ingevuld. Eerst liggen, dan zitten op
het voetpad. Vallen bij rechtstaan. Wankel.
De schadeverwekker heeft, - naar eigen zeggen aan het SO nadien -, in overleg met zijn
makelaar geen politie verwittigd en geen 100-dienst gevraagd. Hij was bang dat de politie
zou vaststellen dat hij zijn lading niet veilig had vastgemaakt (ze waren gehaast). De
makelaar had hem gewaarschuwd dat AG het ongeval niet ten laste zou nemen als de politie
vaststellingen zou doen.
Inderdaad had concluante, reeds tijdens de 1
ste
expertise met Dr Hans Verstraelen contact
opgenomen met de getuigen van het ongeval : Larry Demeyere (aanrijder), Hilaire Demeyere
(aanrijder) en Hilde Van Esbroeck (2
de
betrokken voertuig). Dat was nodig, omdat AG arts Luc
Desmet op 4 februari 2011 tegen Hans Verstraelen vertelde dat ‘enkel linkerspiegel’ was
afgereden, en er geen botsing was geweest, en er dus geen sprake kon zijn van enig letsel.
Hij riep hierbij luidop : ‘U bent een LEUGENAAR mevrouw, een LEUGENAAR die zoekt te
profiteren, Dokter Verstraelen en ik, wij kennen uw soort, we zien dat hele dagen, we
kunnen ze er zo uithalen de leugenaars, we zien daar door, is het niet Dokter Verstraelen’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
151

Concluante vroeg hierop ter zitting naar de foto’s van de autoschade. AG arts Luc Desmet
weigerde ze te geven. Men kan zich de vraag stellen waarom AG het nodig vond om te
weigeren de stukken over te maken die het ongevalsgebeuren illustreren, als daar toch niets
te verbergen is en het allemaal leugens betreft ? Hans Verstraelen vroeg hem of hij ze bij
had. ‘Ja, ze zitten hier in mijn map,’ antwoordde Luc Desmet, ‘maar ik mag ze niet geven, dat
is eigendom van AG.’ Hans Verstraelen drong NIET aan om te foto’s te bekijken. Niemand
kreeg ze te zien. (tegensprekelijk debat ?)
Later belde concluante eerst naar de aanrijder (vader en zoon). Ze kreeg de Nederlandstalige
van de twee Demeyere’s aan de telefoon (wellicht de zoon ?). De man was aanvankelijk zeer
vriendelijk en zei dat het hem oprecht speet, maar dat hij echt geen getuigenverklaring kon
geven. Concluante verwijst naar haar verklaring aan het parket van 26 oktober 2015, feiten
welke zij ook mondeling tijdens de klachtbevestiging reeds verklaard had (stuk 32, 2
de
deel
van het mailbericht) :
Mbt punt 1 deelde ik u al mee dat ik enkele jaren terug contact opnam met de aansprakelijke
voor het ongeval, vader en zoon Hilaire Demeyere, Rue du Breda 14, 7700 Luignge ;
ijzerhandel.
Ik vroeg hen toen om de ongevalsfeiten te bevestigen : hoe gebeurde het ongeval, welke
lading precies, enz. en vooral : wat was mijn toestand onmiddellijk en kort na ongeval. Zij zijn
immers degene die me bewusteloos zagen, toch 1 van hen, of beiden. Ik herinner me geen
gezicht, enkel het getik tegen mijn venster. Ik weet niet of het vader of zoon was. Dit
bewustzijnsverlies en nadien groggy/duizelig/verward/omvallen wijst op axonale
hersenschade. En toont ook het bedrog van de gerechtsdeskundigen aan, vnl. deze uit de 2de
expertise, en vnl. Philippe Tack, alsook AG. Want zij beweren (bewijzen niet, beweren wel)
dat er zgz géén bewustzijnsverlies/duizelingen/omvallen/verward geweest is. Dit ondanks
getuigenverklaring van andere betrokkene bij ongeval (Van Esbroeck) die tijdens 1ste
expertise al verklaring hierover aflegde. Mr Demeyere zei dat hij onder druk stond van /
bedreigd was door AG. Hij mocht NIETS verklaren mbt mijn ongeval, anders zou AG de
kosten/schade tgv ongeval op hen verhalen. Ze waren immers gehaast VOOR vertrek, en ze
wisten dat ze hun lading niet goed vastgemaakt hadden. Maw, ze wisten dat het risico
bestond dat er iets zou kunnen loskomen. Of ik daar begrip voor wilde hebben, dat zij het
risico niet konden nemen om met alle kosten van schade opgezadeld te worden.
Onmiddellijk na ongeval zouden zij hun AG makelaar gebeld hebben. Deze had hen toen
geadviseerd : “bel vooral geen politie, ruim alles snel op, en maak dat je zo snel mogelijk
wegkomt, zodat er zeker geen vaststellingen kunnen gebeuren, zeker als die mevrouw niet
goed is”. Dat is precies wat er gebeurd is. Ikzelf was absoluut niet in staat om helder te
denken. Enkele weken/maanden na ongeval (hij wist het niet meer goed) zouden zij volgens
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
152

zijn zeggen een bijkomende verklaring mbt ongevalsgebeuren moeten invullen hebben van
AG (heb ik nooit copy van gezien) en zouden zij beiden instructies gekregen hebben van AG
“om hun mond te houden” en “zeker nooit iets te getuigen”. En dat hebben zij sindsdien
gedaan. Met alle gevolgen vandien voor mij. Ik weet niet of zij met “AG” hun AG makelaar
bedoelen of iemand anders van AG verzekeringen. Zij hebben nooit een naam genoemd.
Hierop belde concluante naar de andere getuige, Hilde Van Esbroeck, de bestuurster van het
2
de
voertuig betrokken bij ongeval. Zij was wel bereid om een verklaring op te stellen, had
behalve 1 formulier invullen niets van AG gehoord, en bezorgde haar verklaring via email
(stuk 31). Deze verklaring werd aan tegenpartij en aan Hans Verstraelen bezorgd.
Iedereen wist dus maar al te goed, reeds in de 1
ste
expertise , dat er wel degelijk sprake was
van bewustzijnsverlies, dat concluante in de auto bleef zitten, en nadien klaagde van pijn
en groggy was – HETGEEN HET CAUSAAL VERBAND TUSSEN DE KLACHTEN VANDAAG EN
HET ONGEVAL AANTOONT ALSOOK HET HERSENTRAUMA. En het manifest bedrog in dit
dossier.

Naar aanloop van de zitting in raadkamer van 21 oktober 2015 besloot concluante nogmaals
de Demeyere’s te contacteren. Dat gebeurde op 16.10.2015. Hoe dat gesprek verliep, kon
uw rechtbank reeds lezen op 4 november 2015 (stuk 32, 2
de
deel emailbericht) :
Op 16 oktober 2015 heb ik de familie Demeyere terug opgebeld. ’s Namiddags nam niemand
op. ’s Avonds rond 19 u kreeg ik mevrouw Demeyere aan de lijn. Daar is een audio opname
van (zie bijlage). Haar verklaringen wisselden voortdurend. Ik was op het verkeerde adres.
Haar man geen ongeval gehad. Toen was haar man dood. Toen lag hij in het ziekenhuis. Ook
de zoon, ook aanwezig bij ongeval, was niet te bereiken. Nu niet, morgen niet, nooit. Maar ze
herinnerde zich wél met absolute zekerheid dat ik zeker en vast NIET het bewustzijn verloren
had of groggy was na het ongeval (dat ze zich dus eerst niet herinnerde).
Waarna ze zegt dat ik me tot de verzekeringsmakelaar, Bart De Groote, moet richten. Hij
heeft alle verklaringen ivm ongeval. Waarna ze zegt dat ze alleen thuis is, terwijl ze alles wat
ik haar zeg, herhaalt tegen iemand naast haar. Tot besluit laat ze weten dat noch haar man,
noch haar zoon, een verklaring zullen afleggen ivm het ongevalsgebeuren, en legt ze de
telefoon neer.
Ik stond perplex, besloot haar even te laten kalmeren, en probeerde het nog een keer. Ik
kreeg de dochter aan de lijn.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
153

Zij luisterde even, verwees door naar AG makelaar Bart De Groote, herhaalde de weigering
van vader en zoon om een verklaring af te leggen ivm het ongevalsgebeuren en sloot het
gesprek af met een dreiging tot ‘klacht wegens stalking’ als ik ooit nog eens zou bellen. Deze
audio opname vindt u in volgende mail.
Naast ongeloof over het egoïsme van deze mensen en hun leugens, onthoud ik vooral dat ze
BANG lijken.
Concluant verzoekt uw rechtbank om de audio opnames van de beide gesprekken te willen
beluisteren en haar eigen oordeel te vormen over de (betrouwbaarheid van de) verklaringen
van de Demeyere’s (stuk 33 en stuk 34).
Vervolgens kwam het onderwerp “ongevalsgebeuren” opnieuw ter sprake in de zitting in
raadkamer van 21.10.2015. Verweerster argumenteerde dat het onmogelijk was, dat de
impact zou gebeurd zijn aan 100 km/uur zoals aangeduid op de tekening van Dr Van
Walleghem. Uw rechtbank vroeg om te laten zien hoe het ongeval gebeurd was. Concluante
illustreerde dat met behulp van een tafel. Uw rechtbank volgde weer eens het AG voorstel
‘dat een deskundige zou moeten aangesteld worden’ en gaf aan dat het ‘doorslaggevend’
was om de precieze impact van de metalen platen te kennen tijdens de botsing. On-voor-
stel-baar dat uw rechtbank daarin mee zou gaan.
Concluante herhaalde dus nog maar eens dat zij zich het ongeval slechts in flarden herinnert
en dat zij dus niet met zekerheid kon zeggen hoeveel platen er waren, hoe groot, hoe zwaar,
enz.. Concluante argumenteerde ook nog maar eens dat de precieze impact van de platen
feitelijk geheel naast de kwestie is, omdat de criteria voor axonale hersenschade opgelopen
tijdens het ongeval BEWUSTELOOSHEID, DUIZELIGHEID, HOOFDPIJN, GEHELE OF
GEDEELTELIJKE AMNESIE zijn. En die elementen zijn ALLEMAAL aanwezig op het moment
van / vlak na ongeval en zijn ALLEMAAL al JARENLANG bewezen. Juist hetzelfde dus zoals
concluante al op 8 april 2015 (en de zitting nadien) tot in het oneindige toe aan uw
rechtbank verklaarde, met tekeningske en al, zucht. Ne mens moet dan rustig blijven …
Hierbij is het kerngegeven dat deze letsels kunnen optreden reeds aan een snelheid van 5
km/uur. Andere bronnen spreken dan weer van 10, 15 of 20 km/uur. Vast staat, dat de
snelheid van 1 van de wagens, deze van concluante, MINSTENS 50 km/uur was. Het
criterium voor een whiplash (= zweepslag = hoofd-nek-rug slingertrauma) beweging die kan
leiden tot axonale hersenschade, is vervuld.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
154

Bijkomende tijd verliezen, en bijkomende kosten maken, om te gaan bepalen of het nu een
impactsnelheid was van 50 km / uur of 100 km / uur of ergens daartussenin, is m.a.w.
absurd en een zoveelste afleidingsmanoeuvre van verweerster om uw rechtbank zand in de
ogen te strooien. Aan het criterium – een snelheid hoger dan 5 km (zou men de meest
strenge en voorzichtige bronnen verkiezen: 20 km) per uur – is met 50 à 55 km/uur
ruimschoots voldaan.
Het doel van verweerster is duidelijk : het ongevalsgebeuren blijven banaliseren. Nochtans is
daar geen nood aan :
1.ter zitting 21.10.2015 verklaarde concluante zich vrijwillig akkoord om de
impactsnelheid te herleiden tot het strikte minimum, nl. 50-55 km / uur om verdere
discussies te vermijden. Sowieso is met 50 km/uur de minimum drempelwaarde van
5 km (of 20 km)/uur ruimschoots bereikt. Er zijn in dit dossier al meer dan genoeg
overbodige discussies geweest die afwijken van de kern van de zaak.
2.concluante heeft op zitting van 8 april 2015 én op zitting 3 juni 2015 én op zitting 21
oktober 2015 zélf gezegd dat het inderdaad een banaal ongeval betrof. Ze heeft dat
zelfs ook zo op Panorama verklaard. Daar bestaat dus niet eens discussie over ! Het
wàs een ‘banaal’ ongeval. Maar dat zegt niets over de aard van de letsels. Zelfs een
banaal ongeval kan ernstige letsels veroorzaken ! Als iemand uitglijdt op een pas
geboende vloer, en op zijn hoofd valt, is dat ook een banaal ongeval. Maar deze
persoon kan hierdoor wel in coma geraken of hersebletsel oplopen. Evengoed kan
die persoon terug rechtstaan en nooit enige hinder ondervinden van diezelfde
valpartij. Als iemand, zelfs gewoon al stappen, zijn voet omslaat (wat in de meeste
gevallen binnen het uur overgaat), dan kan het ook gebeuren dat in die voet een
ligamentje of een pees scheurt door een domme, verkeerde beweging. En dat kleine
gescheurde ligamentje kan er toe leiden dat die persoon levenslang last heeft aan die
voet. En door het compenseren van het lichaam, op termijn ook last krijgt van de
knie. En nog later van de heup. Omdat, als 1 deeltje van het lichaam geraakt is, dat
onvermijdelijk een invloed heeft op de rest van het lichaam. Alles hangt samen. Alles
is een ketting. En alles werkt op elkaar in als een kettingreactie. Een voet staat niet
los van de rest van het lichaam net zomin een nek, of zelfs 1 nekwervel, of zelfs 1
ligament tussen nekwervels, als een losstaand gegeven kan beschouwd worden. Het
is de globale impact die geëvalueerd moet worden.
Als men een klein kiezelsteentje in zijn schoen heeft, en dat drukt tegen de voet, dan
is dat banaal en leidt dat niet tot klachten. Maar als je dat kleine kiezelsteentje niet
uit je schoen haalt (= geen hulp, geen behandeling), en je blijft stappen, dan zal je
voet pijn beginnen doen. En als je nog blijft doorstappen (want geen hulp, geen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
155

behandeling), dan zal je voet op de duur beginnen bloeden. En als je nog blijft
doorstappen, kan je voet beginnen infecteren. En zo veel pijn doen dat je op de duur
niet meer kan stappen op die voet. Enz. En dat alles door 1 klein ‘banaal’
kiezelsteentje in je schoen …
Aldus contacteerde concluante, die blijkbaar NIET MAG rusten, en die blijkbaar nog niet
genoeg van het kastje naar de muur gestuurd is, hieropvolgend een verkeersdeskundige op
22 oktober 2015 om aan de nieuwe vraag van verweerster tegemoet te komen, en om te
vermijden dat deze expertise OPNIEUW gerokken wordt met een zoveelste overbodig,
zinloos en duur ‘deskundigenonderzoek’. Deze verkeersdeskundige liet weten dat hij
onmogelijk de precieze impact kon berekenen zonder de precieze lading te kennen en
positionering van de platen voor, tijdens en onmiddellijk na ongeval. Er werden geen foto’s
genomen onmiddellijk na ongeval. Concluante bezorgde alsnog het fotodossier,
herstelfactuur wagen en de verklaringen van beide getuigen (zowel Demeyere als Esbroeck).
De deskundige bezorgde zijn verslag uiteindelijk op 11.12.2015 (stuk 76). Hieruit
weerhouden we volgende zaken :
1.Minstens 2 platen zijn op de wagen terecht gekomen, waarschijnlijk 3
2.De wagenschade is compatibel met aluminium platen, niet met pvc platen
3.Het waren grote platen want ze werden door de wind opgespeeld
4.Het waren lichte platen (klein gewicht) want ze werden door de wind opgespeeld
5.De auto is niet tot stilstand gekomen door de klap met de platen
6.De auto was in beweging op het moment van de impact
7.De impact was beperkt
8.De wagenschade is compatibel met een rijsnelheid van concluante van 50-55 km/uur
9.Concluante kon de platen niet zien aankomen
10.Concluante kon de platen niet ontwijken
11.De snelheid van beide voertuigen was weliswaar 50 km + 50 km, maar de impact zelf
had geen impactsnelheid van 100 km / uur zoals Dr Van Walleghem noteerde.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
156

Hopelijk is daarmee het welles-nietes spelletje van verweerster tot haar voldoening
beëindigd, is zij nu tevreden gesteld en kunnen wij – hopelijk – eindelijk overgaan tot de kern
van de zaak : het causaal verband tussen ongeval en de opgelopen letsels.
Dus hierbij nogmaals : ja Meester Busschaert, u had gelijk, de impactsnelheid van de platen
op de auto was GEEN 100 km/uur.
Opnieuw, is bovenstaande in wezen bijzaak, en is het enige relevante gegeven : wat was de
snelheid van de wagen toen het remmanoeuver werd uitgevoerd. En die snelheid bedroeg
50 à 55 km/uur, het criterium voor een hoofd-nek-rug slingertrauma met hersenschade is
dus vervuld.
De tekening van Dr Van Walleghem blijft weerhouden, de omschrijving van het
ongevalsgebeuren in het deskundigenverslag van Dr Van Walleghem dient dus als volgt
aangepast en herlezen te worden :
Bi-frontale botsing tussen een kruisende aanhangwagen en de auto van het SO.
De metalen platen op de aanhangwagen waren tijdens het rijden over de wagenrand
gevallen en overspanden een deel van de weg vóór de auto van het SO vlak voor het moment
van kruising. SO zag de platen niet komen aanvliegen.
Een bi-frontale botsing aan volle snelheid 2 x 50 km/u was onvermijdelijk.
Het impact gebeurde met de energie van een bi-frontale botsing aan minstens 50 km /uur.
Laatste herinnering van vóór het impact: aan het rijden…plots een hevige knal.
Daarna was het licht uit.
Van het ongevalsgebeuren heeft het SO geen persoonlijke herinnering.
Eerste herinnering van nà het impact: het stilstaan dwars op de weg en het kloppen op de
venster van de wagen.
Het SO kon niet op eigen krachten het voertuig verlaten. Zij werd door omstaanders uit het
voertuig bevrijd. Het SO was versuft, misselijk, duizelig en ontredderd. Er was meteen nek-
en hoofdpijn. Zie ook aanrijdingsformulier ter plaatse ingevuld. Eerst liggen, dan zitten op
het voetpad. Vallen bij rechtstaan. Wankel.
De schadeverwekker heeft, - naar eigen zeggen aan het SO nadien -, in overleg met zijn
makelaar geen politie verwittigd en geen 100-dienst gevraagd. Hij was bang dat de politie
zou vaststellen dat hij zijn lading niet veilig had vastgemaakt (ze waren gehaast). De
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
157

makelaar had hem gewaarschuwd dat AG het ongeval niet ten laste zou nemen als de politie
vaststellingen zou doen.
Om uw rechtbank alle mogelijke nuttige inzichten omtrent het ongevalsgebeuren te kunnen
bezorgen, maakte concluante een afspraak met AG makelaar De Groote op 23 oktober 2015
- kwestie van toch vooral IEDERE DAG met deze shit te moeten bezig zijn, je zeker nooit eens
te laten rusten in de hoop dat je op de duur totaal instort, want je moet blijven bewijzen,
zelfs wat al 5 jaar bewezen is maar door de experts niét als bewijs aanvaard mag worden van
de verzekering ... – soit. Relaas (zie stuk 32) :
Op 23 oktober 2015 ontmoette ik de bewuste AG makelaar Bart De Groote in het kantoor te
Waregem, die volgens de familie Demeyere alle antwoorden had.
Alle verklaringen over ongeval waren – volgens familie Demeyere - aan hem bezorgd (stuk 33
en 34). Bart De Groote zelf, had vreemd genoeg “niets in zijn dossier”, behalve het
aanrijdingsformulier. Ook hij draait voortdurend rond de pot : eerst herinnert hij zich niet
veel, dan weet hij wel heel precies dat mijn ongeval “2 golfplaten” betrof, dan weer niet
zeker, was het maar 1 plaat, maar alleszins waren het geen diverse zware metalen platen,
die herinnerde hij zich niet. (* NOOT NA HERBELUISTEREN : elders in het gesprek vermeldt hij
dan weer wel “metalen platen”, curieus hé)
De informatie kwam “uit zijn geheugen” want de aangifte was “mondeling” gedaan via de
telefoon en hij “dacht dat het dossier sinds 2011 afgesloten was”.
Later geeft hij dan plots toe dat hij de familie Demeyere gesproken heeft eerder die week, ze
hadden hem gebeld dat ik om informatie vroeg.
Anderzijds hield hij zich wel van de domme toen ik aankwam : “gaat het over het ongeval
met die stoel of over het ander ongeval” ; “later : o ik dacht dat het misschien een nieuw
ongeval was” (alsof hij het niet wist … ik had hem een paar uur voordien gebeld om de
afspraak te maken en te zeggen dat het over dossier Demeyere – AG – Santens ging en hij
beloofde het te zullen opzoeken).
Bart De Groote ontkende dat hij vader en zoon Demeyere na ongeval geadviseerd zou
hebben om snel te boel op te ruimen. Dat vanuit AG gedreigd zou zijn om de schade op
Demeyere te verhalen, als zij durfden een verklaring afleggen over het ongevalsgebeuren,
was volgens Bart De Groote een verzinsel van de familie Demeyere zelf. “Dat zal hij zelf
bedacht hebben, het is geen domme man, maar ik noch AG hebben daar ooit mee gedreigd”,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
158

verklaarde De Groote. Integendeel : het verlies van lading, goed vastgemaakt of niet, was
ALTIJD gedekt door AG.
Dus Demeyere maakte zich zorgen voor niets, er zou in geen geval schade op hem verhaald
worden, of hij nu zou getuigen of niet. Wel dan zou dit toch geen probleem mogen vormen ?
Ik vroeg Bart De Groote om zich te informeren bij zijn klant over 2 zaken :
1.Hoeveel platen waren er afgevallen ? Welk materiaal ? Gewicht ? Grootte ? Hoe
waren de platen gestapeld ? Op elkaar of rechtstaand / verticaal ?
2.Verklaring over mijn toestand na ongeval
Bart De Groote meent dat hij zijn klant niet kan verplichten om een verklaring af te leggen. Ik
benadruk dat ik geen last wil voor de familie Demeyere, maar dat ik het na 5 jaar bedrog
kotsbeu ben om belogen te worden en dat ik duidelijkheid wil over de ongevalsfeiten –
desnoods door het parket te onderzoeken.
Daarop antwoordt Bart De Groote dat hij de vraag zal stellen aan zijn klanten. (gesprek is
opgenomen maar staat nog niet op pc, kabeltje ligt in Frankrijk)
Intussen staat dat gesprek wel op pc en zit het in de stukkenbundel (stuk 35). Uw
rechtbank zal met aandacht de tegenstrijdigheden in de opname en met de eerdere
opnames van de dames Demeyere en met de onderstaande verklaring kunnen vaststellen.
Op 26 oktober 2015 bezorgde Bart De Groote onderstaande verklaring (zie stuk 32) :
Geachte mevrouw,
Hierbij kom ik terug op de attesten die u vrijdagavond 23/10/2015 vroeg op te vragen aan
mijn klant, uw tegenpartij, van het ongeval.
De heer Demeyere bevestigde vanmorgen dat het geen metalen platen waren die van de
camion vielen. Dit ging over een ongeval van 2009. Niet over uw ongeval van 2010.
Het ging ook niet om meerdere platen. Uw dossier betrof één plaat in PVC bevestigde hij
mij.
De plaat bevond zich op de zijwand van een uitgebroken frigo (gekleefd) en door de
windverplaatsing bij het rijden is deze plaat onverwacht losgekomen en opgewaaid.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
159

Wat uw tweede vraag naar een attest betreft waarin mijn klant bevestigt dat u duizelig was
na het ongeval kan hij hier als niet-medicus onmogelijk op antwoorden.
Hiermee zijn uw twee vragen beantwoord.
Tenslotte moet ik vragen om mijn klanten niet meer lastig te vallen.
U dient zich tot uw verzekeringsmaatschappij en uw raadsman te wenden die best geplaatst
zijn om uw dossier te verdedigen. Het is echt niet passend om rechtstreeks met uw
tegenpartij, of zijn makelaar, te onderhandelen om attesten te bekomen.
Met vriendelijke groeten,
Bart De Groote
Begrijpt uw rechtbank stilaan waarom concluante alles opneemt nu ? Wat GEZEGD wordt
is steeds het omgekeerde van wat GESCHREVEN wordt.
Commentaren op de “getuigenverklaring” van de Demeyere’s (stuk 32) :
Het ongeval uit 2009 (dat Bart De Groote dus gecontroleerd had in zijn bestanden voor ik
toekwam op 23 oktober, en dat “met zekerheid” een stoel betrof die afgevallen was en op
een geparkeerde auto was gevallen, zonder letselschade) zou nu plots het ongeval zijn met
de metalen platen. Het ongeval uit 2010, het mijne dus, zou “maar 1 PVC plaat” betreffen.
(* NOOT : wat is er dan met het ongeval met de stoel gebeurd eigenlijk ???)
Ge moet aan mij ne keer uitleggen hoe 1 (lichte !!) pvc plaat MEERDERE deuken kan maken
én aan de zijkant van de auto ter hoogte van wiel, andere deuken aan de bestuurdersdeur
links, én aan de passagiersdeur links (1 plaat kan toch maar 1 keer tegen mijn auto vliegen
hé) én hoe diezelfde ENE (lichte !!) pvc plaat TEGELIJK aan de bumper, én op de capot, én op
het dak schade kan toebrengen ???
Los van het feit dat ik mij dat vlijmscherpe geluid van metaal dat schraapt op metaal en de
oorverdovende knal nog ZEER GOED herinner ! Dat staat in mijn geheugen GEGRIFT, het is
mijn laatste herinnering van ongeval voor alles zwart werd.
Plus het feit dat ik mij flarden herinner van platen die op de weg liggen, die ze aan het
oprapen zijn.
Plus het feit dat er een metalen plaat rechtop stond tegen mijn voorruit en de hele voorruit
bedekte !! Terwijl ANDERE platen de auto achter mij raakten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
160

(* CORRECTIE : de auto achter de aanrijder, niet achter mij ; Hilde Van Esbroeck reed achter
Demeyere, niet achter mij)
Die zitten hier gewoon te LIEGEN DAT ZE BARSTEN !!!
En alsof het “toeval” is dat het plots geen metaal meer zou zijn, maar wel pvc – “toevallig”
een licht materiaal, dat “toevallig” opduikt als ik gegevens inzamel om de schok van de
impact te kunnen berekenen voor de rechter.
En “toevallig” pvc bij een IJZERHANDELAAR ?????
En over mijn bewusteloosheid / duizeligheid / pijn / verwardheid kunnen de heren Demeyere
zich ONMOGELIJK uitspreken “omdat ze geen arts zijn” ?
DAT STINKT NAAR EEN VERZEKERINGSANTWOORD.
(* het is precies een nieuwe mode aan het worden, dat zinnetje “ik ben geen arts”)
U moet geen arts zijn om te zien of iemand op zijn stuur ligt, of iemand omvalt als die
probeert recht te staan, of iemand wankel op zijn benen staan, of iemand zijn woorden niet
vindt, of als iemand zegt mijn hoofd doet pijn, mijn nek doet pijn.
Zo’n antwoord interpreteer ik alleszins als : ik ga hier niet liegen en zeggen dat het NIET zo is,
maar ik ga ook niet bevestigen dat het WEL zo is.
Sorry maar dat is even erg als liegen. De vraag is : WAAROM ? Wat maakt het zo moeilijk
voor deze mensen om de waarheid te spreken ?
Ik had gehoopt dat de Demeyere’s – want alhoewel zij NIET verantwoordelijk zijn voor het
bedrog van AG, zijn zij WEL verantwoordelijk om er aan mee te doen, los van het feit dat
MIJN leven wél kapot is omdat ZIJ hun lading niet goed vastgemaakt hebben – na 5 jaar en
na bevestiging van hun AG makelaar dat zij zeker NIET zouden moeten opdraaien voor de
schade tgv ongeval, TENMINSTE het fatsoen zouden gehad hebben om eindelijk eerlijk te
zijn. Blijkbaar is zelfs dat teveel gevraagd.
Dus – opnieuw, kwestie vooral nooit eens een dag zonder aan dit bedrogdossier te hoeven
denken of werken – heb ik na het ontvangen van het officiële standpunt van Demeyere de
andere betrokkene bij het ongeval opgebeld. Het betreft mevrouw Hilde Van Esbroeck,
Leegstraat 68, 8780 Oostrozebeke. 0474-409152 (zie opnieuw stuk 32).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
161

Ik had haar tijdens de 1ste expertise al gecontacteerd voor een getuigenverklaring (waar
niemand ooit rekening mee gehouden heeft – tiens waarom wordt het bewijs van causaal
verband nergens vermeld door de gerechtsdeskundigen ??)(zie bijlage). Metalen platen zijn
ook op haar auto terecht gekomen.
Ze had autoschade maar geen letselschade. En zij herinnert zich het ongeval maar al te
goed !
Zo bevestigde zij :
1.Dat het MET ZEKERHEID metalen platen betrof, zij sprak van aluminium / ijzer /
metaal
2.Dat de plaat die haar auto raakte, minstens 1 meter 60 (of 1 meter op 60, te
controleren) was
3.Dat het zeker GEEN golfplaten waren
4.Dat het zeker GEEN pvc platen waren
5.Dat het MEERDERE metalen platen betrof
6.Dat er ook “latten” en andere stukken metaal waren, van verschillende grootte
7.Dat er MEERDERE METALEN platen van verschillende grootte mijn auto geraakt
hebben
8.Dat de platen nadien verspreid over de weg lagen, over redelijke lengte / afstand, dat
het verkeer hierdoor vertraagde
9.Dat het de plaat is die mijn linkerspiegel er af knalde is, die uiteindelijk op haar auto
is beland
10.Dat zij toen minder gelet heeft op wat er tegen mijn auto aanknalde omdat er dingen
op haar auto afkwamen
11.Dat zij toen haar auto geparkeerd heeft aan de kant van de weg nabij een oprijlaan
12.Dat de heren Demeyere inderdaad zeer snel in een haast alle metaal opgeruimd
hebben (wat de oorspronkelijke verklaring over advies makelaar van Demeyere
bevestigt)
13.Dat ik MINSTENS 5 MINUTEN op mijn stuur ben blijven liggen
14.Dat 1 van de Demeyere’s 5 minuten na ongeval bij mijn auto stond, tegen het venster
tikte en vanuit de verte teken naar haar deed : “die mevrouw ziet er echt niet goed
uit, moeten we een ambulance bellen” (dus ge gaat me niet vertellen dat de heren
zich dat niet meer herinneren !!!)(zie ook haar eerdere verklaring : Samen met de
bestuurder van de andere wagen drongen we er op aan dat Anke een dokter zou
raadplegen betreffende haar nekpijn – dus de heren Demeyere zijn dat plots allemaal
vergeten ???)
15.Dat ik het ongeval / de platen onmogelijk kon zien aankomen omdat ze loskwamen
pal op het moment van kruisen (en ik had ook niets zien aankomen)
16.Dat zij het ongeval wel had zien aankomen
17.Dat ik ben blijven doorrijden na de schok en pas een tiental meter verder geremd heb
en tot stilstand gekomen ben (wat ik me niet herinner, alles was zwart na de klap)
18.Dat ik niet tegen een ander voertuig gereden ben (dat de schade aan de bumper zou
kunnen verklaren)
19.Dat mijn auto midden de rijweg tot stilstand is gekomen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
162

20.Dat zij niet benaderd is door AG om een 2de, andere of valse verklaring op te stellen
tgv ongeval
21.Dat zij vond dat er een ambulance moest komen, omdat ik zo verward deed
22.Dat ik zou gezegd hebben dat dat niet nodig was omdat ik niets (zichtbaars) had van
letsels (heb ik geen herinnering van, maar is wel typisch iets voor mij : niet trunten en
voortdoen) (na ongeval had ik maar 1 idee: dat ik al laat aan was voor de paarden)
23.Dat er een buur naar buiten gekomen was, dat die buur ook de klap gehoord had en
de metalen platen op straat had zien liggen, dat die buur terug naar binnen gegaan
was om water te halen (ik herinner me dat iemand water geeft, maar ik herinner me
de buur of het gezicht niet)
24.Dat de lading (allemaal metalen platen) HORIZONTAAL OP ELKAAR gestapeld lagen
25.Dat het een relatief kleine / lage aanhangwagen betrof (ikzelf heb geen flauw benul
van welke aanhangwagen het was, geen herinnering aan)
26.Dat het relatief druk was op de weg
27.Dat onze snelheid rond de 50 – 55 km per uur bedroeg
28.Dat zij niet weet hoe zwaar de metalen platen waren
29.Dat zij bereid is om een verklaring hierover af te leggen bij de politie / het parket en
dat ik haar contactgegevens mag doorgeven
Naar het ongevalsgebeuren toe, impliceert dat dat er MEERDERE IMPACTS geweest zijn :
Enerzijds een impact van DIVERSE METALEN PLATEN die mijn auto geraakt hebben (geen
idee wat ik toen gedaan heb, alles was zwart ; heb ik mij willen wegtrekken van de
aanvliegende platen ?? links naar rechts beweging ?? mij achteruit geslagen ?? geen idee)
Anderzijds een 2de impact door het remmen kort daarop (ik heb geen herinnering aan het
remmen ; dat is dan op automatische piloot gebeurd, zekerlijk niet bewust of ik had het nog
geweten ; logischerwijze is er bij het remmen acceleratie deceleratie beweging geweest)
Er zijn 2 audio opnames van het gesprek met Hilde Van Esbroeck (stuk 36 en 37) die het
bovenstaande staven.
Concluante had liever deze opnames uit de stukken gehouden, want deze dame verdient het
niet om stiekem opgenomen te worden. Concluante betreurt tot dergelijke maatregelen te
moeten overgaan maar heeft na 5 jaar bedrog weinig andere keuze meer nu de ervaring
leert dat wat GEZEGD wordt nadien het omgekeerde blijkt van wat op PAPIER komt te staan
(vb. Sieben, Verstraelen, Verstraete, … zie verder).
Anderzijds hoort concluante verweerster al afkomen … ‘jamaar het is niet bewezen dat
mevrouw Van Esbroeck dat ook écht verklaard heeft, mevrouw Santens kan dat wel in een
email schrijven maar mevrouw Santens kan schrijven wat ze zelf wil. We kunnen met de
email geen rekening houden want het is niet bewezen dat mevrouw Van Esbroeck dat zo
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
163

gezegd heeft’. Concluante is per slot van rekening in 2014 door verweerster beschuldigd
van schriftvervalsing ! Door op te nemen is iedere discussie van de baan over wat getuige
mevrouw Van Esbroeck wel of niet verklaard heeft.
Ook vermijdt de opname bijkomend tijdsverlies en verder rekken van deze procedure om
mevrouw Van Esbroeck op te laten roepen als getuige. Dat zou de hele boel opnieuw met 2
jaar uitstellen. Daar is verweerster uiteindelijk naar op zoek … blijven rekken, concluante
zonder verdediging zetten, dit tot concluante er ziek van wordt, in de hoop dat concluante
uiteindelijk opgeeft.
Naar de benadering van AG van ALLE betrokkenen in mijn dossier toe, geven de – op basis
van bovenstaande duidelijk - VALSE VERKLARINGEN van de heren Demeyere en Bart De
Groote bijkomend aanleiding om te geloven dat de heren Demeyere inderdaad door AG
onder druk gezet worden om te liegen. WELKE ANDERE REDEN ZOU ER MOGELIJKS KUNNEN
BESTAAN voor de DEMEYERE’S OM TE BLIJVEN LIEGEN ?
Ook de ommezwaai in de mondelinge verklaringen van Bart De Groote en zijn verklaring
nadien op papier, wijst er op dat De Groote mogelijks contact kan genomen hebben met AG.
Want AG weet heel goed : zodra de Demeyeres bevestigen dat concluante inderdaad
bewusteloos op haar stuur lag, dan versuft in de auto bleef zitten, en nadien duizelig was,
moeilijk kon rechtstaan, verward was, is zowel het bewijs van hersentrauma geleverd als het
causaal verband aangetoond. Dat wil zij uiteraard kost wat kost vermijden !
De getuigenverklaring van de Demeyeres wordt gelukkig overbodig door de
getuigenverklaringen van Van Esbroeck.
De eerdere getuigenverklaring maar vooral recente mondelinge verklaringen van mevrouw
Van Esbroeck laten geen twijfel meer bestaan over de precieze omstandigheden van het
ongeval. Daarin zijn slechts 2 gegevens relevant : (1) was concluante buiten bewustzijn /
duizelig / groggy / verward / versuft / hoofdpijn – ja of nee. Deze vraag is beantwoord: JA.
Het causaal verband tussen de letsels en het ongeval is hiermee bewezen. Het commotio
cerebri is (voor zoverre nog nodig) bewezen. De criteria die bepalend zijn voor
hersentrauma zoals omschreven door Mumenthaler (stuk 30, bijlage 2), zijn vervuld. (2)
kon concluante de platen zien aankomen ? Deze vraag is beantwoord : NEE. Dat maakt de
impact van de nekslag des te groter.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
164

Nogmaals : de hele discussie over : wat was nu de precieze snelheid van de voertuigen ? Wat
was nu de precieze impact van de platen ? Waren het aluminium of pvc platen ? Waarom
liegen de Demeyere’s ? Is het aanrijdingsformulier (on)volledig ingevuld, is het per abuis zo
ingevuld of opzettelijk ? is in wezen bijzaak.
Temeer nu het deskundigenverslag van de verkeersdeskundige aantoont dat de impact van
de platen op de wagen van concluante beperkt was en hierdoor de wagen NIET tot stilstand
is gekomen.
Opnieuw, is het enige relevante gegeven : wat was de snelheid van de wagen toen het
remmanoeuver werd uitgevoerd. En die snelheid bedroeg 50 à 55 km/uur, het criterium
voor een hoofd-nek-rug slingertrauma met hersenschade is dus vervuld.
Concluante kan enkel hopen, dat de rechtbank dit eindelijk zal inzien. En dat de rechtbank
zal begrijpen WAAROM haar gerechtsdeskundige Tack, net zoals zijn collega’s, zo hard hun
best deden om het bewustzijnsverlies te ontkennen. Ze leggen daar uiteraard niet zomaar de
nadruk op ! Ook zij weten maar al te goed dat dit én hersentrauma, én causaal verband
aantoont.
Wat telt voor het causaal verband is : is er op het moment van het ongeval
bewustzijnsverlies opgetreden ? Was er onmiddellijk na het ongeval sprake van hoofdpijn,
nekpijn, duizeligheid, verwardheid, … ?
A.HOE STAAT DIT BEWUSTZIJNSVERLIES IN RELATIE MET HET CAUSAAL VERBAND ?
De beste manier om aan uw rechtbank duidelijk te maken wat er op lichamelijk vlak precies
gebeurd is tijdens het ongeval, is deze video (stuk 78). Geen nood, hij duurt slechts enkele
minuten … En hij is niet ingewikkeld en niet technisch.
We kennen intussen de mening van uw rechtbank over ‘medische zaken’. Echter deze video
is een ESSENTIEEL STAVINGSSTUK OM HET CAUSAAL VERBAND te bewijzen. We durven er
dan ook op aan te dringen dat uw rechtbank deze zeer aandachtig bekijkt. Als zij écht een
grondig inzicht wil in het ongevalsgebeuren, dan maakt deze video daar integraal deel van
uit en mag deze in geen geval ‘overgeslagen’ worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
165

Want wat verweerster samen met Tack, en Verstraelen voor hem, tracht te bekomen, is uw
rechtbank te overtuigen van het feit dat er helemaal géén letsel is opgetreden op het
moment van het ongeval. DEZE VIDEO BEWIJST VAN WEL.
Herinner u de uitleg van 8 april 2015. De tekening met de neuronen en axonen. Kort
samengevat : de neuron is de hersencel. De axon is de ‘kabel’ of ‘leiding’ die deze neuronen
met elkaar verbindt.
De informatie die van de ene hersencel naar de andere verstuurd wordt, verloopt via deze
axonen. Ze gebeurt via chemische stoffen, die neurotransmitters heten.
In de video ziet u wat er gebeurt met enerzijds HET HOOFD, anderzijds DE NEK, als er een
voorwaarts-achterwaartse beweging gebeurt (acceleratie-deceleratie) zoals bij een
remmanoeuver, zelfs vanaf 5 km/uur en zelfs zonder ergens tegen te botsen !
De video laat zien wat er tijdens het ongeval van concluante met het hoofd en de nek van
concluante gebeurd is.
Door de video te bekijken, zal uw rechtbank ook vaststellen dat de zo vaak gebanaliseerde
‘whiplash’ in realiteit hand in hand gaat met hersentrauma ! DAT IS WAT VERZEKERINGEN
VOOR SLACHTOFFERS, ADVOCATEN EN RECHTBANKEN VERBORGEN WILLEN HOUDEN !
Whiplash 0 à 3 % BI … Hersentrauma naargelang de ernst, secundaire klachten, al dan niet
hypofyseletsel … 25 à 100 % BI ! SCHONE WINSTEN VOOR VERZEKERINGEN nietwaar, als ze
zo 10.000 à 15.000 mensen per jaar die daar levenslange klachten aan overhouden, niet
hoeven te vergoeden ! Het is logisch : als je je nek beweegt, bewegen de hersenen mee. Als
het hoofd naar achter geslingerd wordt, beweegt de nek mee. ZE HANGEN SAMEN. Als de
nek op zijn beurt zo hevig beweegt, zet de beweging zich verder in de rug. Zo komt men tot
de benaming hoofd-nek-rug SLINGER trauma. Het is 1 van de meest besproken onderwerpen
op ‘lesdagen’ verzekeringsgeneeskunde. Omdat de hersenen alles controleren. En als daar
iets fout loopt, het soms grondig fout loopt.
De strategie van verweerster en Tack bestaat erin, om uw rechtbank wijs te maken dat
“geen klap OP of TEGEN het hoofd = geen letsel”.
DAT DRUIST IN TEGEN IEDERE MEDISCHE BASISKENNIS DIE SINDS TIENTALLEN JAREN
WERELDWIJD GEKEND IS en is bovendien een strafbaar feit : INTELLECTUELE VALSHEID IN
GESCHRIFTE. Dat is zekerlijk een neuroloog als Tack onwaardig. Als er een klap OP of TEGEN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
166

het hoofd is, dan komt die klap juist op de SCHEDEL terecht en de SCHEDEL vangt die klap
deels op. De hersenen worden in meer of mindere mate ‘door elkaar geschud’.
Maar het eigenlijke hersentrauma krijg je NIET door een klap OP of TEGEN het hoofd, maar
wél door de hersenen die VAN BINNEN tegen de schedel kwakken enerzijds, en die door
elkaar geschud worden anderzijds, waardoor dieper gelegen lagen witte stof over elkaar
heen geschoven worden, waardoor diep in de hersenen ook schade kan ontstaan !
Uiteraard zal een schedelbreuk of barst in de schedel (= letsel aan de schedel) geen
losstaand feit zijn en zal dit ook gepaard gaan met een hersentrauma (= letsel aan de
hersenen).
In de video zal uw rechtbank ook zien WAAROM men spreekt van ‘frontaal hersenletsel: het
voorste deel van de hersenen kwakt tegen voorkant van de schedel (en daar zitten juist de
zones die geheugen, concentratie, aandacht, werkgeheugen, executief, … regelen en die een
normaal dagelijks functioneren mogelijk maken). Frontaal hersenletsel wil dus NIET
automatisch zeggen : met je hoofd tegen de voorruit botsen of een voorwerp tegen je
voorhoofd krijgen. Het slaat op de zone van de hersenen die tegen de schedel gekwakt
wordt.
Het achterste deel van de hersenen kwakt tegen de achterkant van de schedel (en daar
zitten juist de zones die het zicht – VISUSPROBLEMEN ! – en de motoriek – TRAGER
BEWEGEN, spierspasmen, … e.a.) aansturen.
Bij een ‘banale whiplash’ met hersentrauma worden m.a.w. MEERDERE ZONES VAN DE
HERSENEN GERAAKT.
Dat verklaart juist waarom er een GROOT AANTAL KLACHTEN optreedt.
Op 2 : 19 minuten in de video ziet u wat er gebeurt bij de zgn. ‘axonale hersenschade’ : de
axonen scheuren door. Dit noemt ‘shearing’ of ‘axonal shearing’.
M.a.w. : de verbindingen, de kabels, de leidingen die de neuronen met elkaar verbinden,
gaan stuk doordat de hersenen enerzijds tegen de schedel kwakken, anderzijds door elkaar
geschud worden, en hierbij ook zones diep in de hersenen over elkaar heen geschoven
worden. De hersencellen kunnen na het doorscheuren van deze axonen NIET meer met
elkaar communiceren.
Dat is waarom alles trager gaat : de netwerken tussen de neuronen worden onderbroken,
zijn verstoord. Dat is waarom verwardheid en duizeligheid optreedt : de hersenen krijgen de
informatie niet meer of niet snel genoeg meer verwerkt. Herinner u de autostrade met de 5
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
167

rijvakken, waarbij er 3 of 4 rijvakken afgesloten worden : alle verkeer moet nu over 1 rijvak
passeren …
Op 2 : 38 minuten in de video ziet u wat er vervolgens gebeurt : de kapot gescheurde axonen
STERVEN AF. Belangrijk hierbij is dat :
1.De boodschappers, de informatie(dragers), de neurotransmitters, verlaten de kapot
gescheurde axonen, komen vrij en komen in het hersenvocht / in de extracellulaire
hersenzones (de vrije ruimte, de ‘leegte’ in de hersenen tussen de axonen en
neuronen door) terecht. Dit zijn chemische stoffen. Daar leiden deze tot toxiciteit.
Zeer simplistisch gezegd worden de hersenen ahw vergiftigd. Als er veel axonen
scheuren, komen er dus veel van die ‘gifstoffen’ in het hersenen terecht. Ze kunnen
niet weg uit de hersenen, want die zitten vast in de schedel. Als je neus verstopt is,
kan je je neus snuiten en het vuil er uit krijgen. Bij de hersenen kan je dat niet. Het
leidt tot ontsteking van de hersenen. Dat vertaalt zich o.m. in hoofdpijn.
2.Het afsterven van deze axonen kan UREN tot DAGEN NA HET OORSPRONKELIJKE
ONGEVAL blijven doorgaan ! Waarom ? Omdat, zoals u kan zien in de video, die
axonen allemaal met elkaar in verbinding staan. Er ontstaat een KETTINGREACTIE,
een domino-effect. De gevolgen van het moment van het ongeval zijn dus NIET
beperkt tot het moment van het ongeval, maar tot DAGEN NA het ongeval. U kan het
zien als een domino. Als u tegen de eerste domino tikt, ligt de laatste niet
tezelfdertijd om. Daar zit tijd tussen. Juist daarom werden de klachten van
concluante ERGER de volgende dag, en NOG ERGER de dag erop, enz.
Op 3 : 00 minuten in de video ziet u wat het gevolg daarvan is : omdat de axonen scheuren,
vervolgens afsterven, beginnen ook de NEURONEN (de eigenlijke hersencellen) af te sterven.
Ook dit proces kan 24 tot 48 uur doorgaan, nadat de axonen die er mee in verbinding
stonden, afgestorven zijn.
Op 3 : 08 minuten hoort u een zeer belangrijke opmerking : het afsterven van de neuronen
(dus 24 tot 48 uur na het afsterven van de axonen) LEIDT TOT EEN VERERGERING VAN HET
INITIEEL TRAUMA.
In geval dat de kettingreactie van het doorscheuren van de axonen bvb. in erge gevallen (of
wanneer de nodige rust niet mogelijk blijkt !) een week lang duurt, dan betekent dat dat er
na die week nog bijkomend gedurende 24 à 48 uur later neuronen blijven afsterven.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
168

Op 3 : 20 minuten krijgt u een overzicht van de typische symptomen van axonale
hersenschade :
-Kort bewustzijnsverlies (zoals het geval was bij concluante)
-Geheugenstoornis (zoals het geval was bij concluante)
-Verminderd ‘praktisch denken’, probleemoplossende capaciteit,
organisatievermogen (zoals het geval was bij concluante)
-Verminderd sociaal functioneren (zoals het geval was bij concluante)
-Aandachts/perceptiestoornis (zoals het geval was bij concluante)
Zeer ernstige gevallen leiden tot coma, soms een blijvende vegetatieve staat (vrij vertaald en
een beetje overdreven om u een goed beeld te geven : leven als een plant)(en dat is juist het
vooroordeel dat leeft rond hersentrauma : men hoort ‘hersentrauma’ en men denkt
automatisch aan iemand die als een plant leeft. Er zijn veel vormen van hersentrauma’s of
NAH : niet-aangeboren hersenletsel. Niet iedereen met NAH leeft als een plant. Voor zij die
niet leven als een plant, wil dat omgekeerd niet zeggen dat ze geen hersentrauma hebben !)
Op 1 miljoen mTBI slachtoffers houden er meer dan 300.000 blijvende klachten aan over.
Dat is 1 op 3, ofte zo’n 35 %.
(tiens, in België niemand volgens de gerechtsdeskundigen = verzekeringsartsen, is dat niet
een beetje raar ?)
Op 4 : 13 minuten wordt bevestigd dat axonale hersenschade doorgaans NIET zichtbaar is
op MRI en CT scan.
Dit werd ook al gemeld door Dr Seynaeve en door Professor Lafosse en door Dr Van
Walleghem en staat ook in het VAPH protocol (zie verder). Terwijl uw gerechtsdeskundige
Tack u, MET KENNIS VAN ZAKEN, BEWUST, bleef voorhouden – voorliegen beter – dat MRI
hét middel bij uitstek is om hersenschade vast te stellen !! Ook dit is intellectuele valsheid in
geschrifte.
Vb : Citaat verslag Professor Lafosse (stuk 79) blz. 10 : blijvende invaliditeit, toch geen
afwijkingen op CT en MRI scan :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
169

Detecting DAI in vivo is not always possible, as diffuse injury does not necessarily present with
gross abnormalities on CT and MRI scans. Especially poignant are cases of mild complicated
TBI, where patients suffer from post-concussive symptoms that may lead to long term
disability, yet have normal appearing CT and MRI scans (Bazarian et al. 2007 ; Inglese et al.
2005 ; Hughes et al. 2004; Scheid et al. 2003 ).
Blz. 11 zelfde verslag :
Het is belangrijk mee te delen dat het organisch substraat van cognitieve stoornissen zoals
tengevolge van DAI na bv. een mTBI niet altijd zichtbaar is op de klassieke STRUCTURELE
hersenscans zoals CT en MRI/NMR.
Ook wordt gezegd dat artsen zich moeten baseren op het KLINISCH BEELD (maw : de
symptomen) om TBI als diagnose te stellen.
En wat doen uw experts ? De symptomen en het klinisch beeld straal negeren …
B.HOE VERTAALT DEZE ALGEMENE VIDEO ZICH NAAR HET BEWIJS VAN NEK- EN
COMMOTIO CEREBRI EN CAUSAAL VERBAND MET ONGEVALSGEBEUREN IN DIT
CONCRETE DOSSIER ?
·Er was acceleratie-deceleratie tijdens het ongeval. Er was een remmanoeuver. De
snelheid bedroeg 50 à 55 km / uur. Dit werd door alle partijen erkend.
·Er is een groot aantal klachten opgetreden na ongeval. Tack en verweerster gaan dit
juist benadrukken en zelfs ridiculiseren : allée, zoveel klachten, het is te veel om
geloofwaardig te zijn … Terwijl juist dit er op wijst dat er VERSCHILLENDE zones in de
hersenen geraakt werden, zoals de video laat zien. Alle partijen hebben erkend dat er
een veelheid aan klachten ontstond na ongeval.
·De verwardheid en sufheid en duizeligheid en omvallen onmiddellijk na ongeval
wijzen er juist op dat er axonen doorgescheurd zijn : de communicatie in de hersenen
was totaal verstoord. Getuige Hilde Van Esbroeck bevestigt dit.
·Er was onmiddellijk hoofdpijn. Niemand kan dat ontkennen, het staat ook op het
aanrijdingsformulier.
·Er was onmiddellijk nekpijn. Niemand kan dat ontkennen, het staat op het
aanrijdingsformulier. Dat wijst juist op de ernst van de ‘schudding’ van de hersenen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
170

In geval de ‘schudding’ beperkt zou geweest zijn, dan was er ook geen of tenminste
minder nekpijn geweest. De omvang van de schudding is evenredig met de nekpijn.
De nekpijn was net als de hoofdpijn niet te harden na enkele dagen. Om ligamentair
letsel op te lopen (ligamenten die doorscheuren, zoals vastgesteld door Dr Seynaeve,
en zoals voelbaar zelfs met de blote hand door osteopaten, kinesisten), moet de ruk
aan het hoofd aanzienlijk geweest zijn.
·Verweerster en Tack zeiden zelf op de zitting van 8 april 2015 : “U bent pas daags
nadien naar de dokter geweest”. Dit in een poging om de SCHIJN te wekken dat het
‘allemaal niet erg geweest was’ en dat er feitelijk ‘niets gebeurd was op het moment
van ongeval’. Dit in een zoveelste poging om uw rechtbank te misleiden. En het klopt:
concluante is pas de dag na ongeval naar de huisarts geweest. Dat wijst er juist op
dat het proces van ‘shearing’, de kettingreactie waarbij steeds meer en meer
neuronen en axonen afsterven, en waarbij er dus steeds meer neurotransmitters /
chemische stoffen (lees: vergif) in de hersenen terecht kwamen, nog steeds bezig
was, en meer nog, zich verder uitbreidde.
Dat is geen bewijs van afwezigheid van letsel, zoals zij zo graag zouden laten
geloven, maar juist een bewijs van de ERNST en OMVANG van de axonale
hersenschade opgelopen tijdens ongeval ! Bijkomend toont het aan, dat concluante
NIET de intentie had om ‘te profiteren’ van het ongeval zoals verweerster en Tack en
co graag willen laten geloven. Moest concluante willen ‘profiteren’, dan had ze zich
toch onmiddellijk laten wegvoeren met de ambulance ? Dan had ze toch moord en
brand geschreeuwd en meteen haar klachten beginnen overdrijven om die erger
voor te stellen ? Of dan had ze een valse verklaring afgelegd en gezegd dat ze wél
haar hoofd gestoten had ? Moest concluante een ‘theatrale persoonlijkheidsstoornis’
hebben, dan had ze toch een hele show verkocht na ongeval ? Dan had ze toch van
het ongeval een heel drama gemaakt meteen na ongeval en was ze meteen naar
huisarts of spoed gerend ? Moest concluante een ‘voorafbestaande psychische
stoornis’ of ‘burnout’ gehad hebben, dan zou ze toch ter plekke in huilen
uitgebarsten zijn ? Of ingestort zijn ? Maar nee. Ze zat zij daar. Afin. Haar lichaam zat
daar. En haar geest was ergens heel ver weg aan het zweven. Zonder veel goesting
om terug te keren in haar lijf.
·De klachten van concluante VERMINDERDEN niet in de dagen na ongeval.
Integendeel, ze werden steeds erger ! Tot concluante uiteindelijk niets meer kon,
niets meer kon verdragen, in stilte in het donker lag de hele dag. Dit MAANDEN aan
een stuk. Ook dit wijst juist op axonale hersenschade en vormt een indicatie van de
OMVANG van de sterfte van axonen en neuronen !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
171

·Alle vermelde symptomen zowel uit de video als uit de definitie van Mumenthaler
zijn van toepassing op concluante.
Vast staat, dat zowel verweerster als uw gerechtsdeskundigen MET OPZET, BEWUST,
algemeen geweten, algemeen gekende, algemeen aanvaarde MEDISCHE FEITEN verdraaid
hebben, en zoals reeds meermaals gezegd, vlakaf in uw gezicht staan liegen hebben, met 1
doel : in geen geval hersenletsel erkennen ! Zij hebben zich schuldig gemaakt aan
intellectuele valsheid in geschrifte.
Uw rechtbank zal zich herinneren dat Tack van bij het begin van de expertise liet weten :
“Aanvaard nu eens mevrouw dat uw letsels nooit aanvaard zullen worden.” Wel, tenminste
is hij toen eerlijk geweest … hij heeft woord gehouden.
C.OOK PROFESSOR LAFOSSE BEWIJST IN ZIJN VERSLAG VAN 06.04.2015 ZEER
UITGEBREID DAT DE KLACHTEN VAN CONCLUANTE TOT OP VANDAAG IN CAUSAAL
VERBAND MET ONGEVALSGEBEUREN STAAN. (stuk 79)
HIERBIJ DIENT TE WORDEN OPGEMERKT DAT GERECHTSDESKUNDIGE TACK OP GEEN ENKELE
OPMERKING DIE HIERONDER STAAT, IS INGEGAAN EN DAT HIJ GEEN ENKELE OPMERKING,
DIE HET CAUSAAL VERBAND TUSSEN DE KLACHTEN ONTSTAAN NA ONGEVAL EN TOT OP
VANDAAG, TEGENGESPROKEN HEEFT OF WEERLEGD HEEFT.
DIT IMPLICEERT DAT GERECHTSDESKUNDIGE TACK AKKOORD IS MET ONDERSTAANDE.
ANDERS ZOU MEN REDELIJKERWIJS MOGEN VERWACHTEN DAT HIJ ALLE ONDERSTAANDE
BEWIJZEN VAN CAUSAAL VERBAND ZOU BETWIST HEBBEN.
EEN ARTS DIE ONDERSTAANDE BETWIST, ZOU ZICH IMMERS SCHULDIG MAKEN AAN
INTELLECTUELE VALSHEID IN GESCHRIFTE.
TACK WENSTE NIET ZO VER TE GAAN. HIJ BEPERKTE ZICH TOT HET LOUTER NEGEREN VAN
ALLE BEWIJZEN VAN CAUSAAL VERBAND EN GEEN OPMERKINGEN TE FORMULEREN. DAT IS
OP ZICH REDEN GENOEG OM ZIJN DESKUNDIGENVERSLAG AF TE WIJZEN.
EEN DESKUNDIGENVERSLAG DAT NIET ANTWOORDT OP MEDISCH GEFUNDEERDE FEITEN EN
KRITIEK, DAT NIET ANTWOORDT OP OPMERKINGEN OP HET VOORVERSLAG, GETUIGT VAN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
172

ONDESKUNDIGHEID EN ONVOLLEDIGHEID EN KAN BIJGEVOLG NIET WEERHOUDEN
WORDEN.
C.1
Bijkomend toont Professor Lafosse het causaal verband tussen ongeval, whiplash en
axonale hersenschade, dat hierboven aan de hand van de video werd aangetoond,
uitgebreid aan.
Uw experten erkennen allemaal dat er whiplash is, maar de bijhorende (en aangetoonde)
axonale hersenschade, die zou er niet zijn ? Dat op zich klopt al niet en zij weten dat maar al
te goed.
Het is hetzelfde als zeggen : ja we hebben een tand getrokken, maar nee, er zit geen gat in
uw kaakbeen daar waar de tand stond. De 2 zijn even onlosmakelijk met elkaar verbonden
als een nekletsel dat is met een hoofdletsel. Het een erkennen impliceert het ander
erkennen, wil men medisch correct te werk gaan. Er is een nekletsel met doorgescheurde
ligamenten (kan je nagaan hoe groot de wrong moet geweest zijn), maar nee, het hoofd dat
heeft niet meebewogen, die hersenen hebben geen duwtje gekregen. Komaan …
De bovenstaande video is duidelijk, men kan er met de beste wil van de wereld niet
omheen : nek- en commotio cerebri gaan hand in hand.
Citaat verslag Professor Lafosse blz. 7 : whiplash veroorzaakt commotio cerebri (maw :
hersentrauma, commotio cerebri, TBI, allemaal andere woorden die op commotio cerebri
neerkomen). Maw : als de whiplash erkend is (en die is erkend, er is 3 % voor toegekend),
is meteen ook de oorzaak van commotio cerebri erkend.
Immers, de oorzaak van commotio cerebri in dit dossier ligt NIET bij een slag OP of TEGEN
het hoofd. Er was geen impact met het hoofd. Dan schiet er maar 1 verklaring meer over :
het is de hoofd-nek-rug-slingerbeweging zoals omschreven door Dr Van Walleghem die het
hersentrauma veroorzaakt heeft.
In het verslag van Professor Lafosse staat duidelijk dat commotio cerebri veroorzaakt wordt
door een whiplash beweging en dat van daaruit de volgende hersenzones geraakt kunnen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
173

worden : temporale cortex, amygdala, hippocampus, mediale temporale cortex (en dat zijn
degene die in de Q-EEG verslagen opduiken !!)
In Ommaya stated (Ommaya AK et al (1968) Whiplash and brain damage. JAMA 204:75–79;
Ommaya AK (1988) Mechanisms and preventive management of head injuries: a paradigm for injury
control. In: 32nd annual proceedings of Association of the Advancement of Automobile Medicine,
Seattle, WA, Sept 12–14 1988) that the centripetal forces during acceleration-deceleration lead to an
abnormal stretching of the cerebrum with, furthermore, a sudden transient increase of the pressure
of the cerebrospinal fluid (Swenson MY et al (1990) Transient pressure changes in the spinal canal
under whiplash motion. Report R-008. Department of Injury Prevention, Chalmers University of
Technology,Gothenbur). Conclusion: whiplash provokes a commotio cerebri with potential injuries
of temporal cortex, amygdala, hippocampus, medial temporal cortex, corpora mamillaria, medial
thalamus, basal nuclei, prefrontal cortex, and retrosplenial cingulate cortex. All these structures
may be involved in the genesis of neuropsychological symptoms (Jenkins A et al (1986) Brain lesions
detected by magnetic resonance imaging in mild and severe head injuries. Lancet 23:445–446;
Hofstad H, Gjerde IO (1985) Transient global amnesia after whiplash trauma. J Neurol Neurosurg
Psychiatry 48:956–957; Kischka U et al (1991) Cerebral symptoms following whiplash injury. Eur
Neurol 31:136–140).
C.2
Meer nog: het is juist de ‘shearing force’ (scheurkracht) die ontstaat tijdens de acceleratie-
deceleratie die de meest voorkomende HOOFDOORZAAK (primary) is van axonale
hersenschade !
Citaat uit verslag Professor Lafosse blz. 13 :
Diffuse axonal injury produced by shear forces generated during acceleration-deceleration of the
nervous tissue is considered to constitute the primary pathophysiologic cause of traumatic brain
injuries especially to the parasagittal white matter
Het houdt dus geen steek dat én Verstraelen én Tack de WAD (whiplash associated disorder)
erkennen, maar NIET de shearing (het scheuren) van de axonen die hiermee gepaard gaan.
C.3
De klachten vandaag zijn te herleiden tot het ongevalsgebeuren.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
174

Dat blijkt oa uit blz. 14 van Professor Lafosse’s verslag : zelfs na jaren kunnen de cognitieve
stoornissen aanhouden : de verminderde aandacht is zelfs na jaren niet compleet hersteld.
Decreased attention is a major result of mild traumatic brain injuries and is also considered to cause
concomitant cognitive deficits (Binder LM (1986) Persisting symptoms after mild head injury: a review of the
postconcussive syndrome. J Clin Exp Neuropsychol 8:32). The decreased attentiveness may remain for a longer
period depending upon the age of the patient and may not be completely restored even after years.
Ook uit stuk 341 blijkt de NEFASTE invloed van de voorwaarts-achterwaartse beweging, én :
al even belangrijk, de rotatie van de hersenen die ook Dr Van Walleghem in zijn verslag
vermeldt. Herstel van verminderd hersenfunctioneren kan jaren duren, schrijft Thatcher,
gespecialiseerd in TBI, en dit zélfs bij TBI waar geen bewustzijnsverlies optreedt :
The human brain is vulnerable to traumatic injury by the fact that it sits
on a hard bony vault. Rapid acceleration/deceleration forces often result in
contusions or bruising of the frontal and temporal lobes which are located at
the interface between the soft tissues of the brain and the hard bone of the
skull. For example, because of physics even blunt impacts to the occipital
bone result in frontal and temporal brain injuries (Ommaya, 1986; 1994;
Sano et al, 1967). In addition to linear percussion forces, rapid
acceleration/deceleration often produces shear forces in which different
regions of the brain move at different rates resulting in stretching of axons
with effects on the myelin and on conduction velocities. Similarly,
rotational forces can also be imparted to the brain and both the shear and
rotational forces can damage the cerebral white matter as well as brain stem
structures even in whiplash injuries (McLean, 1995; Ommaya and Hirsch,
1971). The duration of reduced brain function following traumatic brain
injury can be many years even in the case of mild head injuries in which
there is no loss of consciousness (Ommaya, 1995, Barth et al, 1983; Rimel et
al, 1981).
Frappant detail : deze informatie is GEKEND sinds de jaren ZESTIG : Ommaya 1967 ;
Ommaya 1971 (we zijn 50 jaar later en Tack weet het nog niet ??)
C.4
Causaal verband ongevalsgebeuren en hersenvocht.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
175

Bijkomend verwijst Professor Lafosse naar literatuur die aantoont dat tijdens een intense
deceleratie van het hoofd, zoals gebeurt bij een whiplash (en die whiplash is erkend door uw
deskundigen !) de druk verhoogt op het hersenvocht. In de video zag u dat de hersenen
omhuld zijn door dit hersenvocht. Het functioneert als een ‘kussen’ juist om te vermijden dat
hersenen gekneusd zouden geraken als zij tegen de schedel drukken. Deze verhoogde druk
op het hersenvocht kan ook schade veroorzaken aan het neuraal weefsel (lees :
hersenweefsel). Citaat :blz. 14 :
During the intense deceleration of the head, there is a fast and short rise of the intracranial and
also intraspinal cerebrospinal fluid pressure, approaching values as high as 150 mmHg. The
authors argue that such a pressure peak may cause damage to the neural tissue and be responsible
for the concomitant symptoms.
C.5
TBI : onomkeerbare, invaliderende klachten tgv ongevalsgebeuren.
Op blz. 17 wordt geduid dat de klachten tgv TBI zich ‘onzichtbaar’ (unapparant) verderzetten
(progression), tot snelle tekens en symptomen leiden en tot onomkeerbare (irreversible),
invaliderende (disabling) complicaties kunnen leiden – vandaar de nood om tot accurate
biomarkers te kunnen komen zodat de ziekte zo snel mogelijk vastgesteld en opgevolgd kan
worden :
The unapparent progression of TBI consequences and the rapid resolution of signs and symptoms
post-mTBI along with the irreversible disabling complications emphasize the need for accurate
specific biomarkers for diagnosis, classification and monitoring of the disease and its progression.
Dit wordt zelfs door Hans Verstraelen bevestigt in zijn eindverslag (stuk 39, blz. 6) :
Er bestaat GEEN TWIJFEL dat slachtoffer lijdt aan ERNSTIGE en INVALIDERENDE SEQUELLEN
van een whiplash trauma o.v.v. een UITGEBREID PALET aan zogenaamde whiplash-
associated disorders zoals beschreven door de Quebec Task Force.
Zelfs Hans Verstraelen BEVESTIGT het causaal verband tussen het whiplash trauma én de
ernstige en invaliderende sequellen én een uitgebreid palet aan W.A.D. ! Hij ‘vergeet’ deze
enkel te begroten en mee in rekening te brengen bij zijn besluiten …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
176

Het is een onterecht en medisch onjuist vooroordeel om te denken : hersenschudding ? Dat
geneest. Dat geneest inderdaad, in 65 tot 85 % van de gevallen. Maar in 15 tot 35 % van de
gevallen leidt dit tot onomkeerbare en invaliderende klachten.
Dat de klachten van concluante op vandaag nog bestaan, is dus niet vreemd, abnormaal of
medisch onverklaarbaar. Het feit dat de klachten op vandaag nog bestaan, wijst er juist op
dat er op het moment van het ongeval hersenschade is opgetreden en toont juist het
causaal verband met het ongeval aan.
Als klachten tgv ernstige axonale onomkeerbaar zijn, kunnen ze niet verdwijnen, en blijven
ze dus bestaan. De klachten vandaag bestaan, zijn reëel, zijn objectiveerbaar aangetoond,
zijn niet verzonnen, niet overdreven en zijn terug te brengen tot het ongevalsgebeuren.
Zelfs Hans Verstraelen ontkent dit niet : er bestaat GEEN TWIJFEL.
C.6
Causaal verband tussen ongeval en laattijdige en erger wordende klachten.
Professor Lafosse toont op blz. 18 e.v. bijkomend het causaal verband aan tussen
laattijdige, én erger wordende klachten en het initieel trauma / ongevalsgebeuren. Dit
gestaafd met diverse wetenschappelijke literatuur. Noteer : sommige van deze vakliteratuur
dateert van BEGIN JAREN ’90 ! Dit is dus GEEN RECENTE medische kennis, maar kennis van
MEER DAN 20 JAAR OUD. Uw gerechtsdeskundigen zijn hier dus perfect van op de
hoogte !!! Zeker Tack een “neuroloog gespecialiseerd in TBI” zoals hij zichzelf noemt …
Opnieuw, is het weigeren van dit te erkennen, zelfs te ontkennen, bewijs van intellectuele
valsheid in geschrifte.
Ook al is dit ‘medisch’, toch verdient deze passage de bijzondere aandacht van uw rechtbank
nu zij een kernelement van dit vraagstuk betreft: het CAUSAAL VERBAND TUSSEN DE
KLACHTEN VANDAAG, dus 5,5 jaar later (welke uw rechtbank meermaals zei te erkennen en
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
177

welke ook door het RIZIV erkend worden als zijnde totale arbeidsongeschiktheid) EN HET
ONGEVALSGEBEUREN.
VASTSTELLING 7: HET IS NORMAAL DAT BIJ EEN CEREBRALE CONTUSIE DE
GEDRAGSMATIGE, EMOTIONELE EN COGNITIEVE KLACHTEN ZICH PAS IN EEN
LATER STADIUM MANIFESTEREN
In het dossier schrijft De Suyot Pierquet: “elle souffre de plus en plus de ses douleurs physiques dues
a son accident” (A. De Suryot Pierquet dd. 18/06/2011)
Eén van de vragen die men zich kan stellen is de vraag hoe het komt dat bij vele patiënten, die een
impact tegen het hoofd kregen, de klachten op vlak van cognitie, emotie, pijn enz. pas geruime tijd
nadien gerapporteerd worden.
Although many persons involved in whiplash injuries recover quickly, between 4 and 42 % of patients
report symptoms several years later (Eck JC, Hodges SD, Humphreys SC (2001) Whiplash: a review of
a commonly misunderstood injury. Am J Med 110:651–656; Radanov BP, Sturzenegger M, DiStefano
G (1995) Long-term outcome after whiplash injury. Medicine 74:281–297). According to Quebec Task
Force, late whiplash syndrome has been defined by the symptoms persistence for more than 6
months after the injury.

1) Witte stof aantasting zoals axonal injuries gebeurt nadien als gevolg van de impact:
White matter injury in DAI is generally not caused by axons tearing upon impact, but rather by
secondary, pathological cascades in response to physical or mechanical primary injury (Vik et al.
2006 ; Arundine et al. 2004 ; Wolf et al. 2001 ). Shear and strain forces from rotational acceleration
can cause axonal stretch, which disrupts the integrity of the cytoskeleton and cytoplasm
(Povlishock 1993).
Diffuse axonal injury (DAI) occurs following TBI and is one of the most common and important
pathological features of TBI (Johnson and Stewart 2012 ). There is a widespread axonal injury in the
cerebral hemispheres, cerebellum, and brain stem. Axonal injury has been observed to increase and
peak at 24 h following TBI and can persist for months or even years (Gultekin and Smith 1994 ; Chen
et al. 2009 ).
(Samenvattend : niet alleen het scheuren van de axonen op het moment van ongeval geeft de
dramatische gevolgen, WEL en VOORAL de kettingreacties die NADIEN ontstaan, met schade in
VERSCHILLENDE ZONES van de hersenen, en klachten die MAANDEN TOT JAREN blijven duren)

2) Klassiek gebruikte hersenbeeldvorming is niet steeds geschikt om de moleculaire DYNAMISCHE
veranderingen IN DE TIJD in de hersenen te registeren:
Ik citeer hier enkele studies:
Neuroimaging techniques were implemented in diagnosis and classification of TBI as a supplement to
GCS in order to evade some of the limitations of the GCS especially those associated with cases of
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
178

early sedation and intubation of patients (Maas et al., 2008). Neuroimaging techniques classify
patients based on morphological brain changes that can be detected in TBI patients, and the most
common used modality is Computed Tomography (CT).
A neuroimaging descriptive system using CT scan was described by Marshall et al. (1991) and
includes criteria such as the presence of mass lesions, and diffuse brain injury assessed by signs of
elevated intracranial pressure (ICP) like compression of basal cisterns or midline shift. However, these
criteria suffer several limitations. The sensitivity of CT scans to diffuse brain damage is very low and
the absence of abnormal finding on CT does not rule out the presence of brain damage especially in
case of mild TBI (Giizel et al., 2009; Haydel et al., 2000; Yuh et al., 2012). CT scan, similar to other
neuroimaging techniques, can only capture momentary changes in the brain and could not account
for the dynamic changes that start at the microscopic level after TBI (Maas et al., 2008). Even though
several recommendations have suggested criteria for use of CT scans for high risk patients (Smits et
al., 2007) the physicians' lack of confidence in available diagnostic tools have led to the practical
consideration of routine use of CT in mTBI patients eventually leading to higher costs and radiation
exposure (Stiell et al., 2005).
MRI provided an additional sensitivity to CT scans in terms of detecting diffuse brain damage (Mittl et
al., 1994); however, MRI would be impractical to use in the acute phase of the trauma due to limited
availability and the physically unstable status of TBI patients. Patients who have metallic items in
their body, a common incidence in emergency care, are not candidates for this imaging modality
(Wang et al., 2005). Some studies have also associated limited outcome prediction with the use of
MRI in TBI (Hughes et al., 2004).
The challenges associated with a reliable and efficient classification of TBI along with the need for
such classification have led the National Institute of Neurological Disorders and Stroke (NINDS) to
convene a workshop to study the steps needed for a new valid classification system for TBI (Saatman
et al., 2008). In October 2011, the collaborative efforts of the European Commission, the Canadian
Institutes of Health Research and the National Institutes of Health set the "International Initiative for
Traumatic Brain Injury Research" (InTBIR) to advance clinical traumatic brain injury (TBI) research,
treatment and care (European-Commission). An expected alternative to imaging based classification
is a biomarker-based classification that can overcome many of those limitations.
(Samenvattend : de klassiek gebruikte beeldvorming laat niet toe om axonale schade te
visualiseren. Daarom wordt DAI soms pas laattijdig als diagnose gesteld. Daarom investeert de EU nu
in onderzoek naar een biomarker gebaseerde classificatie. En dat is precies wat Q-EEG oplost.)

3) In het kader van de impact tegen het hoofd is het van belang om de moleculaire proteïne
biomarkers in overweging te nemen die aantonen dat NA VERLOOP VAN TIJD men op cellulair
niveau duidelijke veranderingen kan vaststellen.
In onderstaande citaten heb ik deze veranderingen in het vet geaccentueerd:
TBI is often referred to as a "silent epidemic" since the different complications of the disease is not
readily apparent, and the general public has limited awareness about this disease (Faul et al., 2010).
There are currently no diagnostic techniques that can confirm whether a blow to the brain has
resulted in brain injury or not. Clinical symptoms of brain injury may resolve within one or two
months, yet axonal injury may persist for years Gohnson et al., 2012; Williams et al., 2010). Around
43.3% of all Americans having TBI had residual disability one year after injury (Corrigan et al., 2010)
despite the fact that up to 90% of TBI cases are classified as mild TBI (mTBI) (McCrea, 2007).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
179

Therefore, mTBI does not imply a benign or self-limiting condition since it could be associated with
neuronal swelling, axonal energy and disconnection of the white matter (Blumbergs et al., 1994;
Kirov et al., 2012). Eventually, mTBI patients may have long-term disabling consequences like
dizziness, fatigue, headaches and delayed recall of memory (Heltemes et al., 2011).
Traumatic brain injury is a brain injury caused by an external mechanical force like a blow, concussive
force or a bullet (Stergiou-Kita et al., 2012). This injury is a dynamic process that starts with a primary
injury and initiates a cascade of biochemical and cellular changes of repair and injury (Ottens et al.,
2006). These changes contribute to cumulative neuronal death over time resulting in secondary
injury and long term complications (Loane et al., 2009). Evidence from pathological studies
supported the involvement of several immunological and apoptotic pathways in the progress of this
neuronal damage (Raghupathi, 2004) including inflammatory responses (Edwin et al. 2011; Loane
and Byrnes, 2010; Ziebell et al., 2012), autophagy and activation of proteases (Clark et al., 2008;
Knoblach and Faden, 2005), mitochondrial dysfunction (Lifshitz et al., 2004; Mazzeo et al., 2009),
oxidative stress, neurotransmitter release, excitotoxicity and changes in intracranial pressure and
cerebrovascular circulation (Cemak and Noble-Haeusslein, 2009; Ghajar, 2000; Maas et al., 2008).
Since the early manifestation of these changes is biochemical and molecular in nature; it is in the
hands of biochemical and molecular testing to detect and assess the severity of TBI as well as to
predict the outcome.
Secondary to the trauma-induced neuronal degeneration, TBI is associated with long-term cognitive
deficit (Patterson and Holahan, 2012) that can affect up to 15% of mTBI patients (R0e et al., 2009).
Eventually, TBI is considered a risk factor for many neuropsychiatric and neurodegenerative disorders
including Alzheimer's disease (Jellinget et al., 2001; Lye and Shores, 2000) where neurofibrillary
tangles were detected in the brains of ex-boxers who were subject to mTBI (Tokuda et al., 1991).
There is also high comorbidity between TBI and several neuropsychiatric disorders like anxiety,
depression, dementia and others (Deb et al., 1999; Rao and Lyketsos, 2000; van Reekum et al., 2000;
Whelan-Goodinson et al., 2010).
The aforementioned occult complications of TBI, in the absence of any FDA approved treatment for
TBI (Narayan et al., 2002), necessitate the detection of diagnostic and therapeutic biomarkers to
improve the quality of life and decrease mortality among patients with TBL In this chapter we will
emphasize the need of biomarker discovery in TBI and highlight the major advances in the field of
proteomics as applied to biomarker quest in TBI.
Bovenstaande bevindingen in de wetenschappelijke literatuur tonen aan dat er zich heel wat
dynamische veranderingen afspelen op moleculair proteoom-niveau die verklaren waarom zelf na
een periode na de impact nog steeds veranderingen kunnen optreden in hersenfuncties. Vooral de
meest complexe functies zoals cognitie zullen hier het meest door ontregeld worden.
(Samenvattend : er is sprake van neurale zwelling, lange termijn klachten zoals concluante heeft, te
weten: duizeligheid, vermoeidheid, hoofdpijn, geheugenproblemen; er ontstaat een
KETTINGREACTIE van biochemische en cellulaire veranderingen die OP TERMIJN leiden tot
BIJKOMENDE NEURALE STERFTE en SECUNDAIRE LETSELS en LANGE TERMIJN COMPLICATIES; met
o.a. IMMUNITAIRE problematiek, MITOCHONDRIALE dysfuncties (dwz op het niveau van
ENERGIEHUISHOUDING – lees : uitputting die optreedt), …, bloedcirculatie in de hersenen ;
COGNITIEVE LANGE TERMIJN TEKORTEN die 15 % van de TBI patiënten treffen ; risico op
ALZHEIMER ; ontstaan angst, depressie, dementie e.a. ; zoeken naar oplossingen om
LEVENSKWALITEIT TE VERBETEREN en MORTALITEIT TE VERMINDEREN noodzakelijk)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
180

4) Vanuit een meer algologische benadering heeft ook onderzoeker Prof Nijs van de VUB dit
dynamisch aspect in de tijd aangetoond met betrekking tot de vraag waarom bijvoorbeeld
pijnklachten na een whiplash nog steeds kunnen verergeren (Interrelationships between pain
processing, cortisol and cognitive performance in chronic whiplash associated disorders; The Lancet).
Zij tonen aan dat de klachten bij chronische whiplash patiënten reëel zijn. Bovendien wordt de
natuurlijke pijnstilling van het lichaam al vanaf de eerste maand na onset steeds minder. De patiënt
krijgt steeds meer pijn en heeft andere klachten zoals concentratiestoornissen, korte-termijn
geheugenstoornissen enz. ondanks het feit dat men via medische beeldvorming weinig kan
vaststellen. Intussen heeft uitgebreid wetenschappelijk onderzoek in binnen- en buitenland heel wat
klaarheid gebracht om het chronische whiplash syndroom te verklaren. Er is sprake van een
overprikkeld centraal zenuwstelsel. Dat verklaart de groeiende pijnklachten en de overgevoeligheid
voor verschillende prikkels, zoals daglicht en stress. De onderzoeksgroep van Prof. Nijs heeft recent
aangetoond dat het lichaam zelf niet meer haar eigen natuurlijke pijnstilling kan activeren. Verder
heeft 40% van deze patiënten ook te kampen met post-traumatische stress. Dit sluit aan bij
observaties dat de biologische stresssystemen in het lichaam van mensen met chronische whiplash
vaak niet meer in staat zijn om gepast te reageren op dagelijkse stressoren. Dit wordt vaak samen
geobjectiveerd met de cognitieve problemen die deze patiënten hebben.
(samenvattend : toenemende pijnklachten en toenemende overgevoeligheid voor licht, geluid, stress
zijn NORMAAL want de hersenen kunnen de natuurlijke pijnstilling niet meer activeren ; dit wordt
erger bij PTSS ; concluante heeft ook PTSS …)
D.CAUSAAL VERBAND TUSSEN ONGEVALSGEBEUREN EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
D.1
Op blz. 23 – 24 van het deskundigenverslag van Professor Lafosse (stuk 79) wordt het
causaal verband tussen het ongevalsgebeuren en de op het moment van ongeval ontstane
en tot 31.08.2017 erkende VOLLEDIGE arbeidsongeschiktheid bewezen en bijkomend
gestaafd met de nodige vakliteratuur.
Er is vaak sprake van blijvende beperkingen in het uitvoeren van activiteiten en problemen om terug
aan het maatschappelijk leven te participeren. Deze beïnvloeden niet alleen het leven van de
patiënt zelf, maar ook dat van de naaste betrokkenen in hun directe omgeving.
mTBI Is Not Likely a More Subtle Form of Severe TBI:
The effects of mTBI are profound and can have a significant impact on an individual’s ability to
function. mTBI generally produces a constellation of symptoms that can be referred to as post-
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
181

concussive syndrome (PCS), manifested as physical (headache, dizziness), cognitive (confusion,
fogginess), emotional (irritability), and behavioral/ sleep-related (drowsiness) signs (Halstead and
Walter 2010 ; Pellman et al. 2003b ).
Reports of more serious long-term consequences of mTBI are emerging such as chronic traumatic
encephalopathy [CTE; (Omalu et al. 2010 ; Halstead and Walter 2010 ; McKee et al. 2010 ) ]. Although
neuropsychological testing shows that many mildly concussed individuals return to normal shortly
after injury (Pellman et al. 2005, 2006 ; Halstead and Walter 2010 ), longer term consequences can
include increased mortality, shortened life span, diminished cognitive function, and increased
comorbidity of neurodegenerative disorders [e.g., Alzheimer’s and Parkinson’s disease (Masel and
DeWitt 2010 ; Guskiewicz et al. 2007a ; Chen and D’Esposito 2010 ; Plassman et al. 2000 ) ]. When
considering the difficulty in recognizing mTBI and the environments in which they occur with the
greatest frequency (i.e., car accidents, military operations, competitive athletics), it is certainly the
case that the number of affected individuals is grossly underestimated (Terrio et al. 2009 ). mTBI
clearly represents a highly significant public health issue and is particularly acute for military
personnel and Veterans who have suffered blast-associated head injuries. The medical and scientific
communities have only just started to grapple with its complexity and are struggling to develop and
implement tests to detect and assess mTBI. For the most part, routine imaging approaches (e.g., CT
and MRI) contribute little to the evaluation and management of mild concussion (Van Boven et al.
2009), but more advanced and specialized approaches are under development (Levin et al. 2010 ) . It
is interesting that mTBI shows a distinct pattern of metabolic abnormalities by comparison to severe
TBI (Yeo et al. 2011 ).
In light of the relative insensitivity of conventional brain imaging and neuropsychological testing in
detecting mTBI, and considering their obvious value in diagnosis of severe brain injury, it is very likely
that mTBI is not on the same continuum with severe brain injury and is not just a less severe form of
injury. Therefore, the outcomes (i.e., changes in cognition and behavior, neuropathological
alterations) of mTBI should not be expected to be the same as those seen after severe TBI, only less
intense. The outcomes of mTBI will likely be unique to this subtle form of head injury.
(Samenvattend : axonale hersenschade of mTBI wordt VERGELEKEN met zware hersentrauma’s
(waarbij dus sprake is van coma) met dit verschil dat het aftakelingsproces minder intens is en trager
verloopt. Er is sprake van een VERKORTE LEVENSDUUR, LAGE LEVENSKWALITEIT, HOGERE STERFTE,
TOEGENOMEN KANS OP ALZHEIMER EN PARKINSON en een AANZIENLIJKE IMPACT OP HET
VERMOGEN OM TE FUNCTIONEREN met daarbij FYSIEKE beperkingen, COGNITIEVE beperkingen,
EMOTIONELE beperkingen en VERSTOORD GEDRAG/SLAAP)
Nogmaals, deze MEDISCHE informatie is NIET NIEUW en NIET RECENT. De hier vermelde
studies zijn 15 jaar oud. Van een vakkundige gerechtsdeskundige mag men verwachten dat
hij hiervan op de hoogte is en hiermee rekening houdt.
Deze medische informatie bevestigt de stelling van concluante die zij AL 3 JAAR AANHAALT :
ZIJ IS PRECIES EEN BEJAARDE MET ALZHEIMER.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
182

Een bejaarde kan ook nog alles : autorijden, stappen, spreken, koken, …
Maar alles beperkt in tijd en trager. Korte ritjes. Druk verkeer vermijden. Op het gemak.
Parkeren in 10 beurten ipv in 2 bewegingen.
Een bejaarde wordt ook moe en geïrriteerd als het te druk is, of er te veel lawaai is, of te veel
beweging is. HOE DENKT U DAT HET DAN IS MET TINNITUS EN HYPERACOUSIS ER NOG
EENS BIJ ? Laat staan een kind dat lawaai maakt om je heen van ’s morgens tot ’s avonds ?
Een bejaarde kan ook nog een zak kateneten van 5 kg dragen. Als hij of zij hem niet te ver
moet dragen tenminste. Of niet te hoog moet opheffen. Maar zal u een bejaarde hooibalen
laten versleuren van 15 kg ? Of zakken vlaslemen van 20 kg ? Of zakken wortels van 20 kg ?
Nee, dat zou u misdadig vinden. WAAROM WORDT DAT DAN AL 5 JAAR VAN CONCLUANTE
VERWACHT ?
Een bejaarde wordt ook niet dom.
Hij/zij heeft het gewoon moeilijker om gedachten te ordenen, lang geconcentreerd te
blijven, lang de aandacht bij iets te houden, is sneller moe, sneller afgeleid, kan geen 2
dingen tegelijk meer, …
En zou u een bejaarde van ’s morgens tot ’s avonds bij een baby of peuter steken ? NEEN,
want die kan dat niet aan. Dat gaat te snel, dat is te druk, dat vraagt te veel energie.
WAAROM WORDT DAN AL 3 JAAR VAN CONCLUANTE VERWACHT DAT ZIJ DIT ZONDER
HULP MOET REDDEN ?
ZOU EEN BEJAARDE 94 % ARBEIDSGESCHIKT KUNNEN ZIJN ??
HOE ZOU CONCLUANTE, DIE ZICH PRECIES ZO VOELT, EN WIENS METABOLISME
MOMENTEEL TE VERGELIJKEN VALT MET DAT VAN EEN BEJAARDE, DAN WEL 94 %
ARBEIDSGESCHIKT KUNNEN ZIJN ?
HET IS EEN SCHANDE
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
183

WAT CONCLUANTE EN HAAR GEZIN
DE VOORBIJE 5 JAAR IS AANGEDAAN.
ZOWEL vanuit medisch als juridisch oogpunt.
DE TOESTAND ZOALS OP VANDAAG GEËVOLUEERD
KON MET ZEKERHEID VOORKOMEN WORDEN.
HET VALT ONMENSELIJK TE NOEMEN,
WELKE OFFERS VAN CONCLUANTE
GEVRAAGD ZIJN TIJDENS DEZE ‘PROCEDURE’
(KLUCHT).
DIT DRUIST IN TEGEN ALLES
WAAR WET EN RECHT BEHOREN VOOR TE STAAN.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
184

(sorry moest er even uit, ’t is toch waar zeker, letsels en het causaal verband die 1 maand na
ongeval al bewezen zijn, 5,5 jaar na datum NOG moeten bewijzen en herbewijzen en
herbewijzen … terwijl een herstel mogelijk geweest was mits onmiddellijke hulp,
IS DAT NIET WRAAKROEPEND MISSCHIEN ??? DAT IS MENSEN INVALIDE MAKEN !!!!)
Het BESLUIT van Professor Lafosse (blz. 25-26) omtrent de arbeidsongeschiktheid en het
dagelijks functioneren is duidelijk :
Er is een duidelijke indicatie voor een sterk verminderde ‘mentale brein-reserve capaciteit’ en
overprikkeld zenuwstelsel waardoor er een uitval is op cognitieve functies die beroep
doen op een hoge graad van cognitieve inspanning of ‘cognitive effort’ (zoals o.a.
werkgeheugen, woordvinding, executieve aandachtscontrole planning en organisatie,
ziekteïnzicht, multi-tasking en werken onder tijdsdruk). We zien dat het ongeval een
duidelijke trigger heeft veroorzaakt waardoor de klachten sindsdien zijn beginnen
optreden. Deze aard van stoornisdomeinen en probleemgebieden kwamen voor het
ongeval niet voor .
Dit betekent met name dat de gevolgen van het ongeval een niet te
onderschatten hypotheek leggen op het toekomstige alledaags
leven van onze patiënt.
Wat betreft de implicaties voor het dagelijks leven wijs ik verder op een afgenomen
stresstolerantie en toegenomen vermoeidheid. Dit betekent dat patiënte sneller van slag kan
raken door verstoring van de routine, door onverwachte gebeurtenissen waardoor patiënte
slechter bestand is geworden tegen tijdsdruk. Deze problemen kunnen haar dagelijkse
activiteiten, in vergelijking met voor het arbeidsongeval, ontregelen voornamelijk door de
toegenomen vermoeidheid en cognitieve uitputting. Voor het bepalen van de daadwerkelijke
gevolgen voor haar alledaagse functioneren moet hier dan ook rekening mee gehouden
worden (o.a.toekomstige jobplanning- en invulling ?, coaching, arbeidstrajectbegeleiding).
Verder:
 Klachten van verhoogde prikkelbaarheid en persoonlijkheidsveranderingen zijn veelal
blijvend na een contusio cerebri (mTBI) of zware commotio cerebri. In een onderzoek van
Van Zomeren en Van den Burg (1985) bleek 39% procent van de patiënten twee jaar na het
ongeval nog steeds van verhoogde prikkelbaarheid te klagen, terwijl 21% aangaf nu
emotioneel labieler te zijn (bv. sneller huilen). McKinlay e.a. (1981) melden zelfs bij 71% van
de patiënten een verhoogde prikkelbaarheid. Verder is de afgenomen stresstolerantie
eveneens een veel voorkomend effect van een commotio cerebri. Men blijkt eerder van slag
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
185

te raken door verstoring van de routine, door onverwachte gebeurtenissen en situaties
waarin ze moeten improviseren. Ook wordt er sterker gereageerd op alledaagse conflicten in
het gezin of op het werk. Hierbij willen we duidelijk stellen dat de afgenomen
stressbestendigheid een belangrijke negatieve factor vormt voor werkhervatting (Van
Zomeren & Deelman, 1997). Meestal zien we dat patiënten slecht bestand geworden zijn
tegen tijdsdruk.
 Karakter- of persoonlijkheidsveranderingen hebben ernstige consequenties voor de
sociale reïntegratie. Binnen het gezin en de werksituatie van de patiënt roepen ze blijvende
spanningen op: “Emotional disturbances hardly show any recovery and form a lasting burden
to the social environment of patients” (Thomson, 1974). Ook in de werksituatie leiden
persoonlijkheidsveranderingen vaak tot een moeilijke reïntegratie.
Persoonlijkheidsveranderingen samengaand met een depressieve stemming leiden
bijna onvermijdelijk tot arbeidsongeschiktheid (Van Zomeren & Deelman, 1997).
 De sociale impact is eveneens niet te onderschatten. Een hersencontusie leidt vaak tot
een inperking van het sociale leven (Morton & Wehman, 1995).
 Wetenschappelijk opzoekingswerk toont unaniem aan dat beperkingen in het dagelijks
leven ten gevolge van de cerebrale cognitieve stoornissen en persoonlijkheidsveranderingen
invaliderend kunnen werken waardoor moeilijkheden in het psychosociaal functioneren lange
tijd na de contusie overheersend zullen worden. De combinatie van de cognitieve
problemen met de steeds toenemende emotionele belasting kunnen leiden tot
problemen zoals verminderde werkbekwaamheid en invaliderende beslagname op
activiteiten van het dagelijks leven (o.a. het huishouden, opvoeding van dochter,
sociale contacten enz.). Ik verwijs hierbij naar onderzoek van :
Dikmen, Machamer & Temkin, 1993. Psychosocial outcome in patients with moderate to
severe head injury : a 2-year follow-up. Brain Injury, 7(2), 99-100.
Franulic, et al., (2000). Organic personality disorder after traumatic brain injury: cognitive,
anatomic and psychosocial factors. Brain injury, 14(5), 431-439.
Colantonio, Dawson, & McLellan (1998). Head injury in young adults: long-term outcome.
Arch. Phys. Med. Rehabil., 79(5), 550-558.
 Het herstel na een contusio cerebri kan jaren beslaan (Van Zomeren en deelman, 1978).
Het meeste herstel treedt op in het eerste halfjaar na het letsel, daarna is er nog maar een
beperkte vooruitgang zonder terugkeer naar het vroeger niveau van functioneren. Brooks
en co-onderzoekers (1987) melden: ‘No sign was found of any consistent reduction in
symptoms from the second to the seventh year after injury’.
 Ik ben van mening dat er bij de invaliditeitsinschatting geheel voorbij gegaan wordt aan de
filosofische en wetenschapstheoretische overwegingen ter zake. Hoe we het geheel ook
benaderen, men moet toegeven dat onze stand van kennis op het gebied van de functionele
(re)organisatie van de hersenen (en ook zoals het in de medische opleidingen
vertegenwoordigd is) nog steeds beperkt is, dus ook ingeval van een WAD / Mild Traumatic
Brain Injury/post-contusioneel syndroom. Ik sta dan ook achter de basisopvatting dat als de
werkelijke impact van de gevolgen van patiëntes klachten door niemand perfect kan worden
ingeschat, dat men dan beter het zekere voor het onzekere neemt, vooral als men een
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
186

beslissing moet nemen (hier invaliditeitsinschatting) waarbij datgene dat je beslist niet
zomaar ongedaan kan worden gemaakt. Volgende redenering is hierbij belangrijk:
(1) de mate waarin een bepaalde invaliditeitsinschatting aanbeveling verdient is ceteris
paribus omgekeerd evenredig met waarschijnlijkheid van het optreden van de niet
ingeschatte neveneffecten. Deze premisse lijkt acceptabel en een axioma van klinisch
rationaliteit;
(2) de waarschijnlijkheid van het optreden van onbedoelde en niet ingeschatte neveneffecten
veroorzaakt door het ongeval is ceteris paribus evenredig met ons gebrek aan kennis over
het functioneren en disfunctioneren van de hersenen na een neurologische onset (zelfs
ingeval van een milde hersencontusie). Deze premisse lijkt een verdedigbaar
wetenschapstheoretisch inzicht te verwoorden;
(3) het lijkt dus rationeel om, gezien de onzekerheid bij het inschatten van de aard van de
mogelijke schade, een conservatief standpunt te kiezen, met name dat men beter het zekere
voor het onzekere neemt, vooral als men beslissing moet nemen (invaliditeitsinschatting)
waarbij datgene wat men vooropstelt niet zomaar ongedaan kan worden gemaakt. Het enige
waar men hierop kan steunen zijn bovenvermelde argumenten over de stand van zaken
betreffende het wetenschappelijk onderzoek, met name dat de gevolgen van het ongeval
een niet te onderschatten hypotheek leggen op het toekomstige alledaags leven van
onze patiënt.
Gezien bovenstaande opmerkingen hoop ik dat het huidig medisch en
rechtstheoretisch kader een betrouwbare beoordeling en inschatting van een
(arbeids-) invaliditeitsinschatting bij deze patiënte rechtvaardigt. Dit ligt mijn inziens
nog steeds op 100%.
D.2
Ook Prof. Verstraeten plaatst een volledige arbeidsongeschiktheid in causaal verband met
de diffuse axonale schade opgelopen tijdens traumatisch commotio cerebri op het
moment van ongevalsgebeuren van 22.09.2010 en staaft dit middels een VIERVOUDIGE Q-
EEG analyse met NNI Index analyse (stuk 80) :
Besluit:
De Neural Network Injury Index en specifieke netwerkanalyses geven ondubbelzinnig het
bestaan aan van een traumatisch commotio cerebri met diffuse axonale schade. De meest
afwijkende van de onderzochte functionele netwerken zijn geheugen, ventrale aandacht
en dorsale aandacht. Deze kunnen leiden tot invaliderende klachten in het dagelijks
functioneren. Ook de huidige resterende klachten, zoals bijv. hyperacusis,
spierkrachtverlies en stress werden geobjectiveerd en bevestigen het klinisch beeld dat de
patiënte presenteert. Door de verschillende behandelingen die de patiënte heeft
ondergaan tot op heden is de werking van haar brein verbeterd en is er daardoor
geleidelijk aan ook verbetering opgetreden in haar klachten. Het verderzetten van de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
187

behandelingen is noodzakelijk om verder herstel van de hersenfuncties mogelijk te kunnen
maken. Een controle qEEG-onderzoek medio 2016 is aangewezen. Op basis van de
persisterende afwijkingen en het klinisch beeld kan besloten worden dat patiënte tot op
vandaag arbeidsongeschikt is. Een alternatieve verklaring van de klachten onder de vorm
van burnout kan op basis van de diverse qEEG-resultaten niet worden weerhouden.
D.3
Ook Dr. Jan Van Walleghem plaatst in diverse passages een volledige
arbeidsongeschiktheid in causaal verband met het ongevalsgebeuren :
Medisch verslag 15.10.2015 (stuk 30), blz. 14 :
De gl.e.BAO is in concreto door het cumulatief effect van de intellectuele- en fysieke
traumatisch geactiveerde blijvend invaliderende afwijkingen en functiestoornissen gelijk aan
100% gl.e. BAO.
Bijkomend weerhoudt Dr Jan Van Walleghem in ditzelfde deskundigenverslag blz. 13 :
1)Door het cumulatief effect van de restletsels van de bi-frontale botsing is omscholing
tot een minder intellectueel en minder fysiek belastend administratief werk
onmogelijk ten gevolge van :
1) de hoofdpijn, geheugen- aandachts- concentratiestoornis, posttrraumatisch
stressyndroom, hyperesthesisch syndroom en
2) de fysieke afwijkingen en functiestoornissen in nek en onderrug met verlies
spierkracht.
2)Het SO werkte voor het VKO full time internationaal zowel in B als in F.
Het SO werkte met 2 bedrijven in B: persrelaties BVBA Calliope en Equiboost
paardencoaching, met daar nog bij Paardencoaching Center Chez Oro in F
Het cumulatief effect van de commotio cerebri, de nekslag en het onderrugtrauma
maken zowel het intellectueel als het fysiek belastend werken onmogelijk. Beide
bedrijven moeten omwille van onmogelijke activiteit vanaf 22-09-2010 nu in
vereffening gaan.
Nu is de globale economische arbeidsongeschiktheid (gl.e.BAO) voor het werk dat het
SO deed op het moment van het VKO 100% gl.e.BAO.
Het SO gebruikt haar tijd uitsluitend om haar gezondheidsproblemen en haar
juridische-financiële moeilijkheden het hoofd te bieden dit met de hulp van derden.

3)Het SO heeft geen enkel concurrentieel vermogen op de algemene arbeidsmarkt
door de blijvende gevolgen van zowel haar opgelopen hersentrauma met geheugen-
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
188

aandacht- en concentratiestoornis en PTSS, als haar fysieke beperkingen door de
nekslag en het onderrugtrauma met nekkyfose, discusdegeneraties en
discusuitpuilingen waardoor het achterste lengteligament onder spanning staat en
invaliderende pijn veroorzaakt . Er waren reeds 3 ziekenhuisopnamen nodig om
onder andere de onderrug- lumbo-ischialgie te behandelen. Max. 5 kg (Dr Plieweiss,
diverse verslagen 2011, 2012, 2013, 2014).
4)Het SO heeft haar 2 bedrijven, - waar ze als zelfstandige werkte, maar vanaf 22-09-
2010 niet meer voor kon werken door de gevolgen van de bi-frontale botsing -,
moeten opgeven. Haar inkomen is daardoor volledig weggevallen. Vereffeningen
lopende. Het economisch verlies is 100%.
Bijkomend weerhoudt Dr Van Walleghem in zijn aanvullend verslag dd 06.12.2015 :
Op blz. 2 :
Het causaal verband wordt verklaard door de hoofd-nek-rug slingerbeweging tgv
acceleratie-deceleratie met trauma capitis tijdens het remmanoeuver, bijkomend bezwaard
door de plotse rotatie van de hersenen tijdens het zijdelings ontwijken van de aanvliegende
platen. SO zag de platen niet aankomen, de nekspieren konden zich dus niet opspannen om
de klap op te vangen. De gordel zorgde bovendien voor een bijkomende tegenwerkende
kracht. Aan hogere snelheid kon het dragen van de gordel in de gegeven
ongevalsomstandigheden bijkomend maagbreuk, miltbreuk, … veroorzaakt hebben.
Ook de secundaire klachten staan in causaal verband met het ongeval 22.09.2010. Het
betreft geen rechtstreekse klachten, wel klachten ontstaan tgv de initiële letsels (rug-nek-
hoofd-PTSS) opgelopen tijdens het ongeval. De secundaire klachten en de progressieve
evolutie ervan zijn typerend voor axonale hersenschade. Tinnitus en hyperacusis volgen uit
het hersentrauma. Idem voor wat betreft de hormonale ontregeling, immunitaire
problematiek, chronische vermoeidheid, spierzwakte. Dit zijn allen klassieke verschijnsels na
hersentrauma. Carpeltunnelsyndroom, ontstekingen schouder, elleboog, TMdysfunctie, …
volgen uit het nektrauma. Ook dit is al jaren gekend. Vast staat, dat de secundaire klachten
een belangrijke weerslag hebben op de arbeidsmogelijkheden, het huishouden, sociale
contacten, hobbies, edm.. Ze maken een normaal dagelijks functioneren onmogelijk. Ze
leiden tot een matige-hoge graad van pijn.
Verder op blz. 3 : Duiding bij de blijvende arbeidsongeschiktheid (BAO) :
Zie ook verslag 15.10.2015. De combinatie van de initiële letsels ontstaan tijdens ongeval die
leidden tot regressie (gem. 45% BI) en belangrijke asthenie (gem.17,50% BI), meer de in de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
189

invaliditeitsberekening niet-gewogen secundaire klachten tgv ongeval, leiden tot een
volledige arbeidsongeschiktheid. 100 % BAO dient voorzien te worden.
D.4
Dr. Jan Bolt, Wetsdokter, bevestigt het causaal verband tussen het ongevalsgebeuren en
de arbeidsongeschiktheid van concluante (stuk 389):
Naar de bevindingen liep Anke SANTENS bij het ongeval een whiplash en een hersentrauma
op. De whiplash laat zich door de plotselinge snelheidsveranderingen verklaren.
De door Anke SANTENS aangegeven klachten laten zich sluitend als gevolg van de bij het
ongeval opgelopen letsels verklaren.
Het zijn de typische klachten bij de ca. 15 % patiënten met blijvende letsels. Ze leiden tot
arbeidsongeschiktheid.
Bij bestudering van de medische voorgeschiedenis werden geen relevante, in verband met de
klachten, bestaande aandoeningen vastgesteld.
De causaliteit tussen het ongeval en de klachten kan bevestigd worden.
Ik kan me aansluiten bij de bevindingen van Dr. J. Van Walleghem.
D.5
Uit het medisch attest van het RIZIV, Hoge Raad voor Invaliditeit, blijkt dat sinds
ongevalsgebeuren een volledige arbeidsongeschiktheid erkend wordt. Deze periode vangt
aan op datum van het ongevalsgebeuren, 22.09.2010 en loopt minstens t.e.m. 31.08.2017,
waarna herevaluatie. Het gegeven dat het een ONONDERBROKEN periode van totale
arbeidsongeschiktheid betreft en dit 7 jaar na elkaar, bevestigt bijkomend het causaal
verband met het ongevalsgebeuren. Te meer, nu er geen andere reden of oorzaak bestaat
om de arbeidsongeschiktheid te verklaren. Uit het RIZIV overzicht 2000 – 2015 blijkt geen
enkel ander ongeval of behandeling of aandoening … die nieuw is, opgetreden is NA
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
190

ongeval of los staat van het ongevalsgebeuren. Ook het feit dat de invaliditeit meteen per 3
jaar erkend werd, is veelzeggend. Doorgaans wordt een jaarlijkse controle voorzien.
2.3 TOESTAND ONMIDDELLIJK NA ONGEVAL
Dat er naast nekletsel (nekpijn op aanrijdingsformulier, diagnose whiplash door Dr Boydens
daags na ongeval, …) sprake was van commotio cerebri, was METEEN NA HET ONGEVAL al
duidelijk dit puur op basis van het klinisch beeld dat concluante vertoonde en de evolutie
van de klachten in de uren en dagen die volgden onmiddellijk op het ongeval.
IEDERE GERECHTSDESKUNDIGE WIST DIT UITERAARD OOK. HET BETREFT BASISKENNIS.
Dr Van Walleghem noteert in zijn deskundigenverslag (stuk 30) :
Het SO was op de plaats van het VKO, volgens haar eigen verklaring, even bewusteloos. Vast
staat wel dat het SO niet op eigen krachten het voertuig kon verlaten. De aanrijder, de
burgerlijk aansprakelijjke schadeverwekker (hierna verkort BA-S), heeft zelf het SO uit de
auto bevrijd. Door haar versufte postcommotionele toestand was het SO niet in staat zichzelf
te behelpen en zelf haar eerste hulp te organiseren.
De BA-S heeft misbruik gemaakt van de postcommotionele verwarde toestand van het SO
om alle bewijzen van oorzaak ongeval (lading niet goed vastgemaakt door haast) en ernst
van de schade (platen verwijderen) te doen verdwijnen. De BA-S heeft, niettegenstaande de
duidelijke lichamelijke schade bij het SO (bewustzijsverlies, nek-hoofdpijn, omvallen), geen
dienst-100 verwittigd, geen politie ter plaatse gevraagd. Ook de voertuigen zijn verplaatst.
Dit wordt bevestigt door de getuigenverklaringen van Hilde Van Esbroeck (stuk 31, 36, 37).
Verder op blz. 5 (stuk 30) blijkt dat ALLE SYMPTOMEN van commotio cerebri aanwezig zijn :
2.1. hersenschudding: bewustzijnsstoornis op plaats van het VKO,
3de citaat Dr Ph. Tack, V-GD GR-MEV dd 08-06-2015 blz 6 lijn §3 lijn 34:
“ Ze werd door omstaanders uit haar wagen geholpen en
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
191

een glas water aangereikt door een buurtbewoonster”
Dr J. Baeke 12-05-2011 blz 4 §3:
“Haar eerste herinnering is de tegenpartij die op het raam van haar auto tikt.”
Lic.psy. A.Colpaert 30-11-2014 blz 2 §1: “Zou wakker geworden zijn toen de bestuurder van
de vrachtwagen op het raam tikte.”
Opmerking
Op de plaats van het VKO wijst de toestand van het SO op een hersenschudding
beantwoordend aan de normen van M. Mumenthaler (Neurology, 2004, blz 47-48) (Bijlage
2)
- gewelddadige schedel-hersenen-acceleratie/deceleratie-trauma
(Dr I. Clusier-Jeudy 15-11-2010; Dr C. Picot 21-11-2010),
- korte bewusteloosheid,
- amnesie van een deel van het ongevalsgebeuren,
- versuftheid, bewustzijnsverlaging,
- hoofdpijn (aanrijdingsformulier; Dr H. Boydens 30-09-2010; Dr C. Picot 21-11-2010),
- vertigo (Dr H. Boydens 07-10-2010 + later diverse verslagen),
- oorsuizen (Dr M. Van Loo 15-10-2010; Dr C. Picot 21-11-2010 ; tot heden hyperacusis Dr
Dierickx ),
- SO kan niet goed nadenken, concentratie-, geheugen-, aandachtsstoornis (Dr M. Van Loo
15-10-2010; Lic. Pelletier neuropsycholoog 13-02-2014),
- Posttraumatische stressstoornis (hierna verkort PTSS)(V-GD Ph.Tack 08-06-2015 blz 33
lijn 19-20),
“un état de fragilité anxieuse “ Lic.psy. H. Peyroles 04-07-2011.
“…angst… “ Dr M. Van Loo 15-10-2010; Dr M.Haerens 30-09-2014.
- regressie met afhankelijkheid van hulp van derden en werken op de algemene
arbeidsmarkt onmogelijjk (Lic. Y.Pelletier neuropsycholoog GR ME-V dd 08-06-2015 blz
17 lijn 4 tot 27; Pr. Dr. Chr. Lafosse 28-03-2015; Ph Dr E. Verstraeten, kl.neuropsy. 12-10-
2015 blz 12 lijn 4).
- qEEG-stoornis (17-02-2014) met frontale cortex R- activiteit ↑
L - activiteit ↓
insulaire activiteit ↑; HRV –ratio ↑(concentratie↓;
vermoeidheid↑
cingulate cortex activiteit ↑
motore cortex α-activiteit ↓ (pijngewaarwording ↑)
parahypocampale regio-activiteit ↑
θ – β dysrithmie
sympathisch systheem in rust activiteit ↑
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
192

2.4 TOESTAND IN DE 1
ste
MAAND NA ONGEVAL
De 1
ste
maand na het ongeval was CRUCIAAL om tot genezing te KUNNEN komen. Mits de
nodige RUST, is er 65 tot 85 % kans dat er spontaan herstel van hersentrauma optreedt.
Zoals hieronder zal aangetoond worden, was reeds 1 maand na het ongeval GEKEND dat
het nek- en hoofdletsel en PTSS betrof. De GEKENDE symptomen bij TBI zijn namelijk
vertigo (duizeligheid), oorsuizen (tinnitus), hoofdpijn, cognitieve problemen (concentratie-
aandacht- geheugenstoornissen), functionele problemen ; angst typeert PTSS ; de nekpijn
wijst op nekletsel.
Deze symptomen worden ALLEMAAL door diverse artsen vermeld in de 1
ste
maand na het
ongeval :
In zijn attest dd. 30.09.2010 tav. Verzekeringsmakelaars Elitis Pauwels, spreekt Dr. R.
Boydens van een “whiplash met nek- en hoofdpijn” (stuk 316).
In zijn attest dd. 7.10.2010 tav. Verzekeringsmakelaars Elitis Pauwels, attesteert Dr. R.
Boydens de aanwezigheid van “whiplash en vertigo na verkeersongeval” (stuk 315).
In het attest van Medisch Kabinet Ferry dd. 11.10.2010 (stuk 317) staat dat de ligamentaire
instabiliteit ter hoogte van C2 C3 C4 met de hand voelbaar is.
In verslag dd. 15.10.2010 noteert Dr. Van Loo o.a. :
- “Zeer hevige hoofdpijn, bonkend, alsof er met een stok op haar hoofd
wordt geklopt. het is alsof er vijzen in haar hoofd worden gedraaid.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
193

-Ze kan niet goed nadenken, kan zich maximaal 15 minuten concentreren.
Wegens hoofdpijn zijn alle intellectuele zaken onmogelijk geworden.
-Soms is er oorsuizen.
-Veel nekpijn.
-Pijn tussen de schouderbladen.
-Kan het hoofd niet meer draaien, of naar beneden bewegen alles zit vast.
-Gevoel van niet meer te kunnen functioneren.
-Angst.
Het klinisch onderzoek toont:
-laterale rotatie links: 15°, terminale pijn
-laterale rotatie rechts: 10°, terminale pijn
-retroflexie: kin-sternum 8 cm, pijnlijk beperkt
-anteflexie: kin-sternum 12 cm, pijnlijk beperkt
-lateroflexie links: 10°, terminale pijn
-lateroflexie rechts: 10°, terminale pijn
-Valleixpunten bilateraal uitgesproken drukgevoelig
Ongeveer één maand na het ongeval werd een 1
ste
NMR onderzoek van de cervicale
wervelzuil verricht in het AZ Groeninge te Kortrijk door. In zijn verslag terzake dd. 25.10.2010
geeft Dr. P. Seynaeve volgend besluit weer:
“Besluit: verlies van de normale cervicale lordose. Dit gaat gepaard met
aanwezigheid van oedeem ter hoogte van de ligamenta interspinosa op niveaus C3-
C4 en C4-C5. Lichte discusdehydratatie op niveau C3-C4, C4-C5 en C5-C6 zonder
significante uitpuiling. Geen medullopathie. Bewaarde craniocervicale overgang. Het
betreft hier posttraumatische letsels op niveau C3-C5.”
Toen al kon er GEEN TWIJFEL bestaan over de aard, ernst en omvang van de letsels, alsook
het causaal verband met het ongeval. Voor het ongeval bestonden deze klachten niet.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
194

Dr Bolt is duidelijk hieromtrent in zijn deskundigenverslag (stuk 389) :
Naar de bevindingen liep Anke SANTENS bij het ongeval een whiplash en een
hersentrauma op.
De whiplash laat zich door de plotselinge snelheidsveranderingen verklaren.
Bij het ongeval wordt door minstens een getuige (Hilde VAN ESBROECK) een
bewusteloosheid beschreven. Herinneringen aan het voorval werden door Anke
SANTENS ook ontkend.
Bewusteloosheid is geen symptoom van een whiplash trauma.
Bewusteloosheid is een teken van een hersentrauma (hersenschudding of TBI).
De conclusies van de door de Politierechtbank aangestelde deskundigen enkel
whiplash en posttraumatische stressstoornis en geen sprake van enig traumatisch
bot-, discus-, ligamentair letsel of organisch hersenlijden zijn niet juist.
Het navolgend radiologisch onderzoek (Dr. P Seynaeve 25.10.2010) stelt letsels ter
hoogte van de halswervelzuil (C3 - C5) vast.
Op dat moment bestonden er dus al objectieve letsels ter hoogte van de
halswervelzuil.
We citeren bijkomend uit stuk 256, blz. 12 :
September 2010
Totaal plat – geen enkele activiteit – geen auto rijden – zelf voor paarden zorgen onmogelijk
Oktober 2010
1 x naar Frankrijk geweest enkele dagen zie programma indertijd doorgestuurd aan
Bert ;
Programma dat ik omwille van continu omvallen / hoofd niet kunnen bewegen niet
kon afwerken ;
Is beperkt geweest tot afspraak bank voor lening aankoop Frankrijk te bekomen
Is met trein gebeurd daar auto rijden totaal onmogelijk was – auto bovendien niet
hersteld
Bij terugkeer totaal wrak – meteen na terugkeer naar dr. Van Loo geweest zie zijn
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
195

verslag + tussenkomst huishoudhulp lichaam totaal kapot
Geen enkele Equiboost activiteit / geen enkele Calliope’s activiteit / zelf voor paarden
zorgen onmogelijk
Activiteiten België: bij mama gelogeerd want zelf niet in staat om voor mezelf te zorgen
Hele dagen geambeteerd voor attestje hier, attestje daar, regelrechte horror
Op de Equiboost blog kunnen we lezen hoe het met concluante gesteld was in de weken na
het ongeval (stuk 417, 418).
Maar de nodige RUST werd NIET gegund.
Vanaf dag 1 werd concluante OPGEJAAGD :
-Concluante moest zorgen voor het herstel van haar wagen. De eerste
verzekeringsdiscussie bestond er al in, dat zij de wagen perte totale wilde
laten verklaren. Dit werd toen omgezet in herstelling.
-Concluante moest bewijzen van haar inkomstenverliezen verzamelen en
overmaken.
-Concluante moest bewijzen van haar medische toestand verzamelen en
overmaken.
-Concluante moest oplossingen zoeken voor de paarden.
-Concluante moest haar activiteiten opzeggen
-…
Stuk 323 :Wij komen terug op hogervermelde zaak
Ondertussen mochten wij de schadecijfers van de expert ontvangen (begroot op
1781,60 € excl. BTW en 3 dagen derving)
De garage laat ons heden weten dat de spiegel binnen is en dat je de wagen mag
binnen doen voor herstel spiegel. Neem jij contact op met de garage hiervoor?
Op het moment dat de rest van de wagen dan hersteld zal worden zal een
vervangwagen ter beschikking zijn voor u.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
196

Verder noteren wij dat je nog steeds met ernstige klachten zit betreffende uw
lichamelijke schade.
Kon je dan vorige week het medisch attest dat wij u per mail hebben overgemaakt
laten invullen door de dokter?
Dank om dit spoedig aan ons over te maken zodat wij maatschappij tegenpartij
kunnen op hoogte te houden betreffende de letsels en de evolutie hiervan.
Verder merken wij dat je niet in staat bent om te werken, in het kader van uw
zelfstandig beroep zullen wij uw loonverlies proberen te recupereren, hiervoor
hebben wij dan wel de nodige bewijzen nodig. Kan je die verzamelen?
Voor wat betreft de medische kosten raden wij u aan deze eerst over te maken aan
de mutualiteit en ons de verschilstaten ten gepaste tijde over te maken.
Hoe de reële toestand was van concluante 1 week na ongeval, blijkt duidelijk uit stuk 324 :
Ik kom in problemen met de paarden die in Dentergem staan. De weg ligt open in Dentergem
en in Olsene. De autostrade in Deerlijk is ook afgesloten.
Dwz dat mijn 2 inspringers elk om beurt 2 x per dag van Vichte naar Waregem moeten rijden,
autostrade op tot Deinze, van Deinze langs binnen naar Dentergem.
Ze zijn een uur onderweg heen en een uur onderweg terug, of langer als ze durven tussen 7 u
en 9 u of 16 u en 18 u gaan, plus een half uur bij de paarden om ze binnen te halen, korrels te
geven, stro te verversen en hooi bij te voederen. Dat is minstens 5 u per dag heen en weer
rijden en alhoewel ze het nog doen, is het duidelijk dat ze het na een week beu zijn.
Oplossing is de paarden naar Vichte verhuizen, dan kan ik er zelf te voet naar toe gaan. Dekt
verzekering die kosten? Want ik kan het zelf niet doen, kan amper draaien of keren.
Ben zo stom geweest om vandaag zelf met auto tot garage te gaan, geraakte gisteren niet uit
bed, vandaag ook niemand die kon gaan in mijn plaats, mensen moeten werken, ben na het
nemen van rondpunt moeten stoppen om over te geven. Bovendien gaat alles in slow
motion, mijn reacties komen veel te laat, ik kan niet eens normaal links of rechts of
achteruit kijken omdat ik mijn hoofd bijna niet kan draaien. Klein mirakel dat ik geen
accident gehad heb.
De spiegel staat erop, voor de herstelling zelf heb ik gevraagd te wachten tot ik terug zelf kan
rijden zodat ik niet heeltijd mensen moet ambeteren.
Ben direct na het kotsen naar dokter gereden, die heeft testjes gedaan, alles zit muurvast.
Moet nu spierontspanners nemen om alles terug los te maken maar die hebben dan als
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
197

gevolg dat je suf bent en dat je niet met de auto mag rijden. Ik moet die minstens een week
nemen dus zit een week geblokkeerd. Als ik zo met de auto rij en ik heb een accident ben ik
per definitie in mijn onrecht dus dat ga ik niet riskeren en trouwens ’t doet zeer.
Na 10 minuten op de pc kijken, ontploft mijn hoofd zowat, de dokter zegt dat dat komt
omdat dat vlies rond je hoofd in verbinding staat met die spiertjes en pezen in je nek die
helemaal vast zitten en continu pijnprikkels uitsturen. Wees blij dat je niet bij mij woont want
na een week lang continue koppijn is mijn humeur meer dan licht ontvlambaar.
7 oktober moet ik terug naar Jo (kinesist/manueel therapeut), Jo zei dat het effect voelbaar
zou moeten zijn 2 weken na de eerste behandeling en dat ik geduld moest hebben.
Mag er niet aan denken dat het nog 2 weken zo gaat zijn, ik reken op die spierontspanners
om dat wat te versnellen. Mijn hele planning valt in duigen, terwijl ik juist contract Samsung
binnenhad sinds eind augustus en er voor de moment veel werk binnenkomt !! ’t Is om
helemaal zot van te worden, de timing kon niet ongelukkiger vallen, ik was juist terug goed
aan het werk en aan het verdienen na afronding Frankrijk ...
Attest dokter fax ik morgen. Hij heeft er op gezet 100 % arbeidsongeschikt tot 10 oktober
omdat ik tot dan die pillen moet pakken en in halve zombie staat zal zijn.
Dan moet ik teruggaan als het nog niet over is.
De druk werd des te meer opgevoerd, nu de professionele activiteiten niet konden
opgevangen worden (stuk 328), terwijl de hoofdprioriteit van verweerster bestond uit
“attestjes” inzamelen :
Ben TIEN MINUTEN wakker. En zoals je ziet, al achter pc, om direct van bij het opstaan te
kunnen stressen over alles wat verkeerd loopt. Hoe kan nek genezen als die continu achter pc
in dezelfde houding moet zitten?
Hoe hoofdpijn verminderen als ik hele tijd dingen moet doen die hoofdpijn
vermeerderen !!!!! Yep, rothumeur ook vandaag present.
Moet nog mails lezen, zijn er weer 230 binnengekomen. Ja, ik heb TWEE bedrijfjes weet je
wel?? Met zo’n 12.000 journalistencontacten en zo’n 400 Equiboost contacten. Dat duurt
een eeuwigheid, kan mij niet goed focussen op kleine lettertjes.
JA ik heb een medisch attest en nee ik weet nog niets van planning. Waar is antwoord op
mijn vragen? Waarom krijg ik daar geen antwoord op? Denk dat antwoorden op die vragen
lichtjes BELANGRIJKER zijn dan zoveelste papiertje?
MAAR NOG WAS HET NIET GENOEG.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
198

Een provisie werd beloofd na bezoek van de AG inspecteur (stuk 328), maar kwam er nooit.
Enerzijds moest concluante dus wél er voor zorgen dat Frankrijk zeker kon doorgaan,
anders waren alle verliezen voor haar rekening – anderzijds werd haar de nodige hulp en
ondersteuning niet geboden om dit in medisch verantwoorde omstandigheden mogelijk te
maken !!
‘ Ag heeft namelijk te kennen gegeven dat Anke er alles moest aan doen om Frankrijk te
kunnen redden en die manier de financiële verliezen te beperken’ (stuk 408)
De druk was enorm, zoals ook blijkt uit stuk 329 :
Beste Vincent & Bert,
Op 1 november zijn de paarden en ik verondersteld in Frankrijk toe te komen. Is zelfs bij
compromis geregeld (p. 5 Accueil gracieux).
In november staan diverse meetings met de Conseil Général (cfr. provincieraad bij ons) op de
agenda om accreditatie als therapiecenter te bekomen. De paarden moeten mee omdat ik
demo’s moet geven. Zodra geaccrediteerd zal dit per jaar een opbrengst van tienduizenden
euro’s bezorgen. Dit proces neemt 4 tot 6 maanden in beslag. Als ik deze meetings mis,
vertraagt dit mijn inkomsten, maar intussen zit ik wel met alle Frankrijk kosten (lening,
verzekeringen, onderhoud, …)
Wie gaat dat betalen als er geen geld binnenkomt uit Calliope’s ?????????? De eindejaars
perscampagnes zijn gedaan, november – december is opvolging, als er niets opgestart is in
oktober is er ook geen opvolging, de volgende zijn pas vanaf maart-april terug voor de
zomeredities, dus februari op te starten, wat met dat gat van oktober tot ten vroegste eind
maart / begin april voor eerste betaling ?? Ik vraag mij echt af of jullie beseffen wat een
catastrofe dit allemaal is?
Ik kan nog steeds niet met de auto rijden, laat staan 2 x heen en terug met de
paardencamion naar Frankrijk aan 90 km/uur.
Oplossing nodig om paarden naar ginder te krijgen + vervoer te hebben ter plaatse tot ik
zelf kan rijden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
199

Ter plaatse hulp nodig om paarden te verzorgen en te trainen ze zitten nu al een maand
zonder.
Bovendien staan er nu 9 paarden in pension in Frankrijk waarvan ik contract overneem einde
jaar dat kan ik alleen niet aan, na een uur of 2 rondlopen ben ik uitgeput ook al doe ik niets
fysieks.
Paarden zien er lamentabel uit, helft manen kapot, vuil, 2 met mok, heb ze gisteren kwartier
gezien, kan zelfs hun hoeven niet uitkrabben, ik val om zodra ik mij buk. Heb ondersteuning
verzorging paarden nodig. Dit zijn geen rijpaarden maar therapie/coachingspaarden.
Ik heb tegen eind november 2 websites nodig voor Frankrijk om activiteiten aan te kondigen.
Ik maak mijn websites en teksten in 3 talen normaal zelf via CMS behalve basis lay-out. Kan ik
nu ook niet doen, kop barst uiteen na kwartier pc kijken.
Graag bevestiging budget om dit door derden te laten uitvoeren.
Equiboost blog heeft normaal minstens 1 artikel per dag. Staat nu al weken bijna niets op.
Heb copywriter nodig om content te creëren want aantal bezoeken blog en van daaruit
website is aan zakken. Nieuwsbrief oktober ook niet vertrokken. Krijg massa’s mails binnen
om te vragen wat gebeurt er kan ze niet eens beantwoorden, wat voor indruk geeft dat aan
de mensen ???
Vliegende ondernemer geen oplossing, geen PR Consultants en al zeker geen
paardencoaches in te vinden.
Zoek mij te pletter voor oplossing en geraak geen stap vooruit. Alles valt in duigen, word
helemaal gek.
Heb ook vergoeding nodig voor mijn moeder en marc, dat is nu al een maand dat ze hele
dagen moeten rondrijden met mij, ook vergoeding voor mijn broer die mijn boekhouding
gedaan heeft en naar Rijsel gereden is op zondag nota bene zijn enige rustdag.
Heb nog steeds geen poetshulp, boodschappenhulp, niets, zit hier gewoon muurvast en blijf
maar omvallen, kan toch zo niet verder?????
AG verplichtte concluante, nochtans perfect op de hoogte van haar erbarmelijke toestand,
om de voorbereidingen voor de verhuis, en alle administratief werk en vergaderingen die
daarbij te pas kwam, VERDER TE ZETTEN. Zoniet, zou AG NIET tussenkomen in de verliezen
of de annulatie van het paardencoaching center. Dit verplichtte concluante er toe, om zich
naar Frankrijk te verplaatsen, in plaats van het bed te houden. Hierdoor werden de
klachten ERGER.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
200

Concluante kon zelfs niet met de auto rijden. Ze moest zich met de trein en taxi verplaatsen
(stuk 320). In Frankrijk stortte zij in en kon zij zelfs niet meer bewegen ! In die mate dat 2 x
een kinesist naar het hotel moest komen waar zij verbleef, om haar nek en rug te
deblokkeren, zodat zij terug zou kunnen stappen ! (stuk 321)
De klachten werden dermate erger, dat concluante bij haar moeder moest gaan logeren.
Hulp door derden moest voorzien worden. Ter staving 1 van de facturen (stuk 322).
2.5 TOESTAND IN DE 2
de
MAAND NA ONGEVAL
Een maand na het ongeval werd concluante nog steeds aan het lijntje gehouden. AG had
intussen én de medische bewijzen van de letsels ontvangen, én copy van alle gevraagde
contracten, jaarrekeningen, onkosten, edm. en er waren controles gebeurd door zowel Luc
Desmet AG arts en Yves Deman AG financieel inspecteur.
Stuk 330 van 29.10.2010 laat zien, 6 DAGEN VOOR DE VERHUIS, hoe verweerster bleef
talmen, en de lijdensdruk zo bijkomend verhoogde, hetgeen uiteraard NEFAST was voor
ieder herstel, nu RUST essentieel is om herstel van hersentraume te kunnen bekomen :
Beste Anke,
Zopas AG aan de lijn gehad.
Nog geen definitieve beslissing.
Het RX-verslag dat zij gisteren aan hun raadsdokter hebben overgemaakt kon blijkbaar
gisteren niet meer bekeken worden door hem en vandaag werkt hij blijkbaar niet ....
De interpretatie van dit RX-verslag is belangrijk voor inschatting van de ernst van uw letsels
en de bijhorende periodes van ongeschiktheid.
Dinsdag zal AG mij terugbellen in de hoop dat hun raadsdokter ondertussen dit verslag kon
doornemen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
201

Ik stel misschien voor dat ik het RX-verslag ook eens doorstuur naar een dokter/klant
gespecialiseerd in letselschade bij verkeersongevallen teneinde een 2
de
medisch opinie te
kunnen bekomen tegen dinsdag.
Kan je daarmee akkoord gaan?
Het spijt me dat we de zaak moeten uitstellen maar de interpretatie van dit verslag is
doorslaggevend voor uw dossier en AG wenst hun raadsdokter eerst te horen daarover ...
En wat deed Luc Desmet van AG ?
Hij trok op 3 november 2010 naar Patrick Seynaeve voor een bijkomend advies. Hetgeen Luc
Desmet al wist – hij had concluante nl. onderzocht en wist PERFECT hoe ernstig haar
toestand op dat moment was, zij kon nauwelijks op haar benen blijven staan - werd
bevestigd : het betrof wel degelijk post traumatische letsels tgv. ongeval.
Dat blijkt uit het verslag dat Luc Desmet aan AG richtte (stuk 213).
AG had – officieel – de boot afgehouden onder het motto “wij willen zekerheid over de
letsels, zodra wij die zekerheid hebben, zorgen we voor hulp en provisie”.
ECHTER, toen AG die zekerheid over de letsels had, TROK ZE AL HAAR BELOFTES IN. En
startte een intussen 5,5 jaar durend vies spel van bedrog, manipulatie en het opstellen van
valse medische verslagen.
Concluante verhuisde naar Frankrijk, waar ze 24 uur per dag bijstand had van Yann Keller
voor zichzelf en voor de paarden. Op 21 november 2010 moest ze opgenomen worden in
het ziekenhuis toen ze na een zoveelste duizeligheid en bijhorende valpartij niet meer bij
bewustzijn kwam (stuk 331). Ze diende hierop naar België gerepatrieerd te worden (stuk
319).
MEN HOEFT GEEN ARTS TE ZIJN OM IN TE ZIEN DAT IN DERGELIJKE OMSTANDIGHEDEN
IEDER SPONTAAN HERSTEL VAN HERSENTRAUMA ONMOGELIJK GEMAAKT WERD .
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
202

We citeren uit stuk 256, blz. 12-13 :
November 2010
Zat ik idd in Frankrijk om de eenvoudige reden dat ik niet terug kon keren, zelf auto
rijden onmogelijk
Activiteiten:
Tekenen papieren voor bank & verzekeringen
Osteopathie gevolgd, kine, cranio-sacraal therapie
Dokter Jeudy gezien, nieuwe medicatie, situatie van kwaad naar erger geëvolueerd
met als resultaat opgenomen in ziekenhuis
Gerepatrieerd
Alle transport, koken, boodschappen, enz. door Yann Keller
Geen enkele Equiboost activiteit / geen enkele Calliope’s activiteit / zelf voor paarden
zorgen onmogelijk
Activiteiten België: bij mama gelogeerd want zelf niet in staat om voor mezelf te zorgen
Gemiddeld 12 u per dag slapen
2.6 TOESTAND IN DE 3
de
EN 4
de
MAAND NA ONGEVAL
Op 15.11.2010 liet verweerster weten dat zij NIET bereid was tot enige minnelijke regeling
en dat zij een gerechtelijke medische expertise zou opstarten (stuk 332).
De reden hiervoor lag voor de hand : verweerster wist dat zij via haar netwerk van koopbare
gerechtsdeskundigen er in zou slagen om de GEKENDE en TOEN REEDS AANGETOONDE
LETSELS tgv ongeval te laten afwijzen.
Intussen kreeg concluante nog steeds de noodzakelijke rust om te KUNNEN herstellen NIET
: in het kader van de aankoop van het paardencoaching center MOEST zij nogmaals naar
Frankrijk terugkeren.
De verkoop op 30.12.2010 werd GEANNULEERD omdat CNP weigerde een
schuldsaldoverzekering af te leveren, juist omwille van het grote risico ontstaan door
ongeval. De stress was enorm. Ook vanuit de verkoper werd immense druk gezet. Hij wilde
al zijn kosten verhalen op concluante. Concluante zou ook terug naar België moeten
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
203

verhuizen met de paarden, waarvoor ze toen al geen plaats meer had, en dat midden in de
winter.
Concluante keerde hierop terug naar België en stortte weerom in. Ze probeerde terug zelf
met de auto te rijden, maar slaagde hier niet in. Tijdens een 1
ste
proefrit onder begeleiding
op 31.12.2010, reed ze de spiegel af van een geparkeerde wagen bij een uitwijkmanoeuver
voor een tegenligger (stuk 333).
Aangezien de Europese subsidies intussen wél goedgekeurd waren, besliste de Franse bank
last minute om alsnog de lening te deblokkeren en ging de verkoop van het paardencoaching
center uiteindelijk toch door op 28.01.2010. Opnieuw moest concluante, meer dood dan
levend, terug naar Frankrijk trekken. Meteen erna moest ze terugkeren naar België waarop
04.02.2011 de eerste expertisezitting met Hans Verstraelen plaatsvond.
MEN HOEFT GEEN ARTS TE ZIJN OM IN TE ZIEN DAT IN DERGELIJKE OMSTANDIGHEDEN,
WAARBIJ IEDERE VORM VAN RUST ONMOGELIJK GEMAAKT WORDT, IEDER SPONTAAN
HERSTEL VAN HERSENTRAUMA ONMOGELIJK GEMAAKT WERD .
We citeren uit stuk 256, blz. 14 :
December 2010
Terug naar Frankrijk gevoerd, zelf auto rijden onmogelijk
Activiteiten Frankrijk:
Papierwerk in orde gebracht voor Europese subsidie ; schuldsaldoverzekering regelen
(maar geweigerd door letsels ongeval – nog steeds niet in orde trouwens) ; tekenen
finale papieren leningen bij bank
Osteopathie gevolgd, kine, cranio-sacraal therapie
Alle transport, koken, boodschappen, enz. door Yann Keller
Geen enkele Equiboost activiteit / geen enkele Calliope’s activiteit / zelf voor paarden
zorgen onmogelijk
Activiteiten België: bij mama gelogeerd want zelf niet in staat om voor mezelf te zorgen
Op 31 december voor het eerst geprobeerd zelf met auto te rijden & ongeval in fout
veroorzaakt
Gemiddeld 15 uur per dag slapen
Januari 2011
Terug naar Frankrijk gevoerd aangezien verkoop niet is kunnen doorgaan door weigering
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
204

schuldsaldo wegens nekletsel
Activiteiten Frankrijk: Tekenen verkoopsakte bij notaris
Osteopathie gevolgd, kine, cranio-sacraal therapie
Alle transport, koken, boodschappen, enz. door Yann Keller ; hij heeft ook voor telefoon
en internetaansluiting gezorgd
Geen enkele Equiboost activiteit / geen enkele Calliope’s activiteit / zelf voor paarden
zorgen onmogelijk, met dit verschil dat ik voor het eerst kon meegaan naar de paarden
zonder om te vallen
Activiteiten België: Bezoek boekhouder die liet weten dat bvba technisch failliet is als
er binnen de maand geen geld binnenkomt
Auto naar garage die niet meer reed door te lang stil te staan
Vanaf half januari terug gestart met zelf auto rijden – gaat heel moeilijk
Gemiddeld 12 uur per dag slapen
2.7 HOE AG VAN BIJ DE START VOOR HET PAD VAN BEDROG KOOS
In punt 2.3, 2.4, 2.5 werd duidelijk hoe AG sinds het moment van ongeval de SCHIJN wekte
om haar verantwoordelijkheid te dragen :
-Ze beloofde de kosten taxi naar Desmet te dragen
-Ze beloofde de kosten vervoer naar Frankrijk te dragen
-Ze beloofde de verhuiskosten paarden 2 x te dragen
-Ze beloofde provisies
-Ze beloofde de opleiding terug te betalen
-Ze beloofde hulp door derden
-…
Ze zou dit doen zodra ze de ZEKERHEID had dat de letsels post traumatisch waren. Dit werd
schriftelijk bevestigd.
Haar arts berichtte haar op 03.11.2010 dat er MET ZEKERHEID sprake was van post
traumatische letsels.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
205

Het zal duidelijk zijn dat verweerster NOOIT enige intentie had om haar contractuele
voorwaarden na te leven.
Aldus is verweerster verantwoordelijk voor de VERERGERING van de klachten tgv ongeval én
vormt zij de OORZAAK van het ontstaan van de talrijke SECUNDAIRE klachten die ontstonden
tgv de initiële letsels opgelopen tijdens het ongeval. Deze konden VOORKOMEN geweest
zijn.
Bijkomend benaderde zij NOG VOOR DE START VAN DE GERECHTELIJKE EXPERTISE de
verschillende aangestelde subexperten en gaf zij hen misleidende informatie mbt het
ongevalsgebeuren en concluante (zie verder). Zij vroeg vervolgens om de aanstelling van die
subexperten, die ze tevoren zelf benaderd had.
Intussen VERPLICHTTE zij concluante om naar Frankrijk te verhuizen (stuk 408) :
Ag heeft namelijk te kennen gegeven dat Anke er alles moest aan doen om Frankrijk
te kunnen redden en die manier de financiële verliezen te beperken
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
206

DEEL 3 : DE EERSTE EXPERTISE
3.1HET VERLOOP VAN DE EERSTE EXPERTISE
We hernemen de inhoud van het document dat reeds in maart 2014 aan uw rechtbank
bezorgd werd. Uw rechtbank kon TWEE JAAR GELEDEN al, kennis nemen van het bedrog in
dit dossier.
Dr Luc Desmet treedt hierbij op als verzekeringsarts voor AG Insurance. De door de
Politierechtbank aangestelde gerechtsdeskundige, Dr Hans Verstraelen, besloot tot de
aanstelling van 3 andere gerechtsdeskundigen, die allen door Luc Desmet gekozen werden.
Ze voerden bijkomende onderzoeken uit, die midden maart 2011 plaatsvonden: Dr Patrick
Seynaeve (radioloog), Dr Johan Baeke (psychiater), Dr Guy Meersman (neuroloog). Later in
de expertise werd bijkomend als gerechtsdeskundige aangesteld Dr Koenraad Verstraete
(radioloog).
Op 6 juni 2011 ontving ik copy van de verslagen van gerechtsdeskundigen Dr Baeke en Dr
Meersman. Hierbij wens ik aan te stippen dat het verslag van Dr Meersman van 2 mei 2011
dateert, maw 1,5 maand na de onderzoeken, en het verslag van Dr Baeke van 12 mei 2011
dateert, bijna 2 maand na de onderzoeken, in tegenstelling tot het verslag van
gerechtsdeskundige Dr Seynaeve (2 weken na onderzoek bezorgd). Dat laat m.a.w.
ruimschoots de tijd voor overleg tussen Dr Baeke en Dr Meersman. Dat dit er geweest is,
staat vast: Dr Baeke geeft zelf aan in zijn verslag contact genomen te hebben met Dr
Meersman. De vraag ‘waarom’ stelt zich. Beide artsen weigerden te antwoorden toen begin
2014 de vraag hiernaar gesteld werd.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
207

Het deskundigenverslag van Dr Baeke bleek vol te staan van onjuistheden en twijfelachtige
subjectieve uitspraken die niet stroken met de realiteit en intussen uitgebreid weerlegd zijn
door talrijke objectiveerbare medische feiten. Men hoeft geen arts te zijn om zich bij het
lezen van dit deskundigenverslag ernstige vragen te stellen omtrent de
subjectiviteit/objectiviteit van Dr Baeke. Kort samengevat concludeerde Dr Baeke dat alle
klachten tgv ongeval (waarnaar hij niet eens gevraagd heeft) leugens zijn. Ik werd door mijn
advocaat ingelicht dat gerechtsdeskundigen onder ede staan en verplicht zijn tot
onpartijdigheid, en dat hun verslag als waarheidsgetrouw beschouwd wordt, en dat hier
niets tegen kon gedaan worden.
Het deskundigenverslag van Dr Meersman, opgesteld na contact met Dr Baeke (en zoals
achteraf bleek, na consultatie van de gehele medische voorgeschiedenis van concluante),
besluit tot een cervicaal trauma met cerebrale componente, maar suggereert op geheel
subjectieve wijze dat het misschien ‘meer emotionele dan corticale’ problemen betreft.
Terwijl alle aangehaalde symptomen juist wijzen op hersentrauma, hetgeen Dr Meersman
wel vermeldde maar minimaliseerde. Dit werd evenwel niet verder onderzocht. Een q-EEG,
die hierover duidelijkheid geeft, werd niet aangevraagd. Waarom ? Op basis van de
neuropsychologische testing kon immers niet met zekerheid besloten worden tot al dan niet
cognitieve problemen. Ook hier werd dit niet verder onderzocht in een bijkomend
onderzoek, dat nochtans gevraagd werd aan Hans Verstraelen. De vraag ‘waarom’ dit niet
gebeurd is, stelt zich.
Ik besloot hierop het deskundigenverslag van Dr Baeke ter evaluatie voor te leggen aan een
Professor Psychiatrie, tevens gerechtsdeskundige, Dr Verhelst van de Universiteit
Antwerpen. Hij concludeerde dat het verslag van Dr Baeke inderdaad subjectief is (stuk 141).
Het gevolg van dit subjectief verslag was, dat mijn bijstandsarts het niet meer zag zitten om
mijn dossier te verdedigen, omdat volgens hem enige eerlijke verdediging op deze manier
niet mogelijk zou zijn. Ik moest dus alleen, zonder bijstandsarts, naar de volgende
expertisezitting in juni 2011. Mijn recht op verdediging werd hierdoor geschonden.
Dr Apers raadde aan om contact te nemen met Dr Guido Sieben, neuropsychiater en tevens
gerechtsdeskundige (wat concluante toen niet wist, is dat deze ZELF voor de verzekeringen
werkt !). Ik kreeg het advies zelf een tegenexpertise te laten uitvoeren, om het valse verslag
van Dr Baeke te kunnen weerleggen.
Ik richtte me dus tot Dr Paul Standaert, klinisch psycholoog en vaste medewerker van Dr
Sieben, voor een tegenexpertise, dit keer wel op basis van de gebruikelijke tests bij
verkeersongevallen (stuk 142 tem 145). Ook deze tests weerlegden de besluiten van Dr
Baeke.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
208

Ik liet me bijkomend ook onderzoeken door 2 andere psychologen, Dr Peyroles (stuk 146) en
mevrouw Pierquet (stuk 147). Hun conclusies weerleggen het verslag van Dr Baeke. In 2012
volgden in het revalidatieziekenhuis nog andere (neuro)psychologische onderzoeken die
opnieuw cognitieve problemen tgv commotio cerebri vaststelden. In 2014 werden de
neuropsychologische onderzoeken herhaald, met als besluit aangetoond diffuse axonale
hersenschade.
Mijn advocaat vond het zinloos om stappen te ondernemen tegen Dr Baeke, vertrouwde op
de andere objectieve medische stukken en verkoos het vervolg van de gerechtelijke
expertise af te wachten en rekende op het eerlijk oordeel van de aangestelde
gerechtsdeskundige, Dr Hans Verstraelen.
Ondanks alle voorliggende medische stukken die de aard, duur en omvang van mijn letsel
(toen al !!) zonder enige twijfel aantoonden, verwees Dr Desmet tijdens de expertise telkens
weer naar het verslag van Dr Baeke, als zou alles gelogen, overdreven of verzonnen zijn, en
mijn tegenexpertises telden volgens hem niet want ze waren niet door een
gerechtsdeskundige uitgevoerd. Gerechtsdeskundige Verstraelen weigerde zonder opgave
van reden het valse verslag van Dr Baeke te weren en stemde niet in met een bijkomend
tegensprekelijk onderzoek.
Om definitief uitsluitsel te brengen mbt de nekletsels, werd in november 2011 beslist om op
basis van nieuwe IRM beelden een bijkomend radiologisch onderzoek te laten uitvoeren. Dr
Desmet van AG drong aan dat dit gebeurde door gerechtsdeskundige Professor Koenraad
Verstraete. Waarom was de aangestelde gerechtsdeskundige Dr Seynaeve niet meer goed
genoeg voor hem ? Hij had hem nochtans zelf gekozen op de 1
ste
zitting (en zoals later zou
blijken, voor de aanvang van de expertise met de nodige ‘duiding’ benaderd !). Alle
gerechtsdeskundigen op de 1
ste
zitting werden trouwens door Dr Desmet gekozen.
Gerechtsdeskundige Verstraelen bezorgde hierbij slechts een deel van de radiologische
beelden aan Professor Verstraete. Professor Verstraete besloot dat er uit de beelden met
zekerheid geen enkel letsel bleek. We vroegen om een tweede studie, dit keer van àlle
beelden, wat na zeer lang aandringen en aanvankelijke weigering uiteindelijk toegekend
werd. Opnieuw besloot Professor Verstraete dat er geen letsel bleek uit de beelden. Op dat
moment ging er nog geen belletje rinkelen. We veronderstelden dat Professor Verstraete er
moeite mee had om openlijk zijn fout toe te geven en om zijn mening bij de tweede studie te
herzien – want toen al was er geen redelijke twijfel meer mogelijk over de aanwezigheid van
de cervicale letsels. Een beeld is objectief, laat zien wat er is en liegt niet … Het is dan toch
wel zeer vreemd dat diezelfde Professor Verstraete, na het afsluiten van de expertise, op 26
juli 2013, er plots “van overtuigd is dat er WEL letsels zijn” ? (stuk 148).
Gerechtsdeskundige Verstraelen maakte hierop in april 2012 een voorverslag, dat
catastrofaal bleek: na 10 dagen zou ik zgz deels het werk kunnen hervatten (terwijl ik 5,5
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
209

jaar later nog steeds het werk niet kan hervatten en als invalide erkend ben door het RIZIV
tot 31.08.2017). We vroegen bij de Politierechtbank om de vervanging van
gerechtsdeskundige Verstraelen, want we vermoedden gelet op zijn aanvaarding van het
verslag van Dr Baeke, het doorsturen van slechts enkele beelden aan Prof Verstraete en
diverse andere zaken die serieuze vragen laten rijzen, dat hij partijdig was. De politierechter
wees het verzoek tot vervanging af in augustus 2012 en gerechtsdeskundige Verstraelen
diende een quasi ongewijzigd eindverslag in op 1 september 2012 waarbij de meeste
opmerkingen die op het voorverslag geformuleerd werden genegeerd werden in de
besluitvorming. Idem voor het radiologisch verslag van Dr Seynaeve. Video’s door hem
gemaakt die letsel aantonen, werden niet eens bekeken.
3.2DE ROL VAN GUY MEERSMAN
Guy Meersman had natuurlijk zelf ook gezien dat het helemaal niet goed ging met
concluante, en dat zij zonder enige twijfel diffuse axonale letsels had opgelopen. En mocht
hij het niet zelf gezien hebben : de diagnose ‘traumatisme crânien’ stond reeds in
ziekenhuisverslag van november 2010.
Als neuroloog wist Guy Meersman maar al te goed dat een herstel wel eens heel moeilijk,
heel langdurig, misschien zelfs onmogelijk zou zijn. Maar bovenal : te duur zou uitvallen voor
AG. Het was een vervelende zaak … Guy Meersman vond jammergenoeg niets terug in het
archief van AZ Groeninge (stuk 43) dat op een geloofwaardige wijze als voorafbestaande
toestand zou kunnen ingeroepen worden. En als neuroloog wist hij maar al te goed dat de
letsels van mevrouw Santens grote kans hadden om in negatieve zin te evolueren naar de
toekomst toe : het ongeval was intussen 6 maanden geleden, en nog waren de sequellen
duidelijk merkbaar. Er was geen sprake geweest van ‘spontaan herstel’, zoals – MITS DE
NODIGE RUST – in 65 tot 85 % van de gevallen optreedt.
Neen, Guy Meersman zou zijn vingers toch niet té erg verbranden, door naar een
onbestaande voorafbestaande toestand te gaan verwijzen … Een beetje liegen dat kon nog
gaan, maar zo flagrant liegen dat hij zelf door de mand zou vallen … Nee, toch maar liever
niet.
Hij wachtte dus eerst het verslag van mede-verzekeringsarts Johan Baeke af. Samen
bespraken ze nadien de strategie. Ze beslisten samen om voor een ‘persoonlijkheidsstoornis’
te gaan. Een ‘theatrale en narcistische persoonlijkheidsstoornis’. Johan Baeke zou de
diagnose ‘theatrale persoonlijkheidsstoornis’ noteren in zijn verslag, en Guy Meersman kon
dan ‘ingedekt’ door de diagnose van de psychiater, in alle veiligheid ‘emotionele’ elementen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
210

gaan toevoegen en typische woordjes gaan toevoegen in zijn verslag (stuk 46), zoals bvb : ‘ze
kwam glimlachend binnen’. Wat een toeval, wat lezen we op blz. 3 in het verslag van Johan
Baeke (stuk 49) ? ‘Ze blijft op een beate manier glimlachen’. Dus voor Guy Meersman
volstaat het om een vriendelijke begroeting te vermelden, Johan Baeke transformeert dat
vervolgens in : we zien de mimiek (de glimlach dus) die in de oudere psychiatrische literatuur
‘la belle indifférence’ genoemd werd en die als handtekening gold voor de hysterische
persoonlijkheid.
Op dat moment hebben TWEE gerechtsdeskundigen dus de verdachte glimlach vastgesteld –
want ja, die moet toch wel zeer bijzonder en opvallend zijn, aangezien hij de moeite waard is
voor Guy Meersman om die te noteren in zijn verslag - en moet het dus wel waar zijn :
concluante heeft een hysteriche persoonlijkheid …
In dit kader verwijst concluante naar het typische ‘piramide’mechanisme dat steeds
terugkeert bij medische expertises : de ene expert die steeds het verslag van de andere
bevestigt en er op voortbouwt.
Ook de vaste psychologe van Meersman, Joke Demeester, kreeg dezelfde instructies om de
SCHIJN van ‘ongeloofwaardige klachten’ te wekken, en schreef haar verslag in dezelfde trant
(‘plots hevige hoofdpijn’ ; ‘emotioneel blokkeren’ ; ‘gemoedsstemming zeer plots wisselend
en hevig’ ; ‘haar emotioneel welbevinden is zeer overrompelend en plots wisselend’ ; ‘in
contact komt ze egocentrisch over’).
Toch waren de symptomen van hersentrauma zo overduidelijk, dat zij niet durfde zo ver te
gaan om te spreken van simulatie en aggravatie en persoonlijkheidsstoornissen, en hield ze
zich bij ‘er kan niet met zekerheid besloten worden’ …
Ondanks het feit dat er ‘niet met zekerheid kon besloten worden tot cognitieve klachten’,
besloten zowel Meersman als Baeke als Verstraelen dat er geen hersentrauma weerhouden
hoefde te worden …
Alleen deed Guy Meersman een beetje té hard zijn best, want hij legt de ‘theatrale
persoonlijkheidsstoornis’ er wel vingerdik op : zijn bespreking is uiteindelijk hoop en al een
halve blz., maar toch slaagt hij er in om daar maar liefst 3 x het woord ‘theatraal’ in te
sluizen (blz. 3) : eerst zeer theatraal regressief gedrag – plots deze theatrale regressie –
theatrale explosies.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
211

Dat laat maar 2 opties : ofwel heeft concluante inderdaad een ‘narcistische en theatrale
persoonlijkheidsstoornis’ – OFWEL IS DIT BEWUST ZO AFGESPROKEN TUSSEN MEERSMAN EN
BAEKE !
Het feit dat :
1.Hans Verstraelen toegaf dat het verslag van Baeke subjectief was (en dus onjuist, vals)
2.Professor Lafosse besluit dat het verslag van Baeke subjectief was
3.Professor Verhelst besluit dat het verslag van Baeke subjectief was
4.Ruim 10 tegenexpertises bevestigen dat concluante ‘psychisch’ normaal, gezond is en de
klachten te wijten zijn aan het ongeval
5.De letsels sindsdien objectiveerbaar konden aangetoond worden
6.…
wijst er op dat het 2
de
scenario van toepassing is : nl. dat Guy Meersman met Johan Baeke
afgesproken heeft om ‘verslagen op maat van AG’ op te stellen.
Daarnaast staat het samenwerkingsverband tussen Tack, Meersman én Luc Desmet (AG
verzekeringsarts in mijn dossier) vast: alle 3 werken ze samen als verzekeringsarts in het
dossier A.W. (beschikbaar indien nodig), die ondanks haar letsels onder het motto ‘simulatie
aggravatie’ ook met niets haar plan kon trekken. Meersman moest zijn opdracht geweigerd
hebben nu hij samenwerkt met (dit keer AG) arts Luc Desmet.
Meersman is een pur sang verzekeringsarts, die ook in opdracht van AXA, Winterthur, KBC,
Mercator en andere verzekeringen werkt. Hij staat op de Zwarte Lijst. Hij vormt een tandem
met Els Quintens, die nog een graadje erger is dan Meersman. Per definitie heeft hij als
dusdanig geen plaats in een gerechtelijke medische expertise. Zijn onpartijdigheid kan niet
gegarandeerd zijn als de verzekeringsmaatschappijen zijn broodheren zijn.
We verwijzen naar punt 1.4 (medische voorgeschiedenis) voor nadere duiding over de rol
van Guy Meersman en naar de volgende stavingsstukken :
1.Open Brief aan Guy Meersman (stuk 45)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
212

2.Audio opname Guy Meersman (stuk 75)
3.Bevestiging van AZ Groeninge dat Guy Meersman zowel op datum van de
expertisezitting als op datum redactie van zijn ‘deskundigen’verslag de medische
voorgeschiedenis van concluante consulteerde (en afdrukte ? mailde ? wijzigde ?
verwijderde ?) (stuk 43)
4.Bevestiging van gerechtsdeskundige Jan Van Walleghem dat Guy Meersman een
gekend verzekeringsarts is, en betrokken is bij verschillende bedrogdossiers (stuk 30)
Besluit:Concluante verzoekt uw rechtbank om het deskundigenverslag van Guy Meersman
nietig, onbruikbaar te verklaren en dit te verwerpen.

3.3DE ROL VAN JOHAN BAEKE
Het volstaat om dit verslag (stuk 49) eens te lezen om te besluiten dat de subjectiviteit er
werkelijk af druipt. Het verslag bestaat grotendeels uit het ridiculiseren van concluante.
Volgens Baeke zou concluante o.a. naast hysterisch, narcistisch, … ook een ‘slijmbal’zijn :
Uw rechtbank weet intussen wel beter zeker ?
Opvallend hierbij is, dat Baeke LUKRAAK een belangrijk zinnetje schrijft in zijn verslag : “Het
gemelde bewustzijnsverlies is DUBIEUS”.
MAAR BAEKE HEEFT AAN CONCLUANTE NOOIT DEZE VRAAG GESTELD EN CONCLUANTE
HEEFT HIEROVER NIET GESPROKEN ZELFS !!!
WIE FLUISTERDE HEM DAN IN OM BEWUSTZIJNSVERLIES TE NOTEREN IN ZIJN VERSLAG ?
HET FEIT DAT DEZE ZIN IN HET VERSLAG STAAT, TOONT HET BEDROG EN DE ONDERLINGE
AFSPRAKEN TUSSEN AG EN BAEKE AAN !!
In het verslag van Dr Lechat (stuk 137) staat o.a. te lezen (opmerkingen die allen GENEGEERD
werden door Verstraelen trouwens) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
213

Een verslag, waarvan uitvoerig aangetoond is dat het subjectief, niet-
wetenschappelijk onderbouwd en partijdig is, kan u toch bezwaarlijk als
doorslaggevende factor weerhouden als u als gerechtsdeskundige tot een objectieve
en onpartijdige beoordeling van de feiten wil komen ?
Ik verwijs in dit kader tevens naar uw herhaalde opmerkingen in diverse
correspondentie, naar manifeste onjuistheden en insinuaties in uw voorstel tot
preliminair verslag van 31 oktober 2011 en de hieruit voortvloeiende aanwezigheid
van Meester Carton op de 4
de
zitting, en de opmerkingen inzake (on)partijdigheid van
de expertise ter zitting geformuleerd, waarbij u overigens zelf aangaf ‘Ik mocht dat
niet geschreven hebben, ik was kwaad’ ... Hoe het dan überhaupt mogelijk is dat dit
herhaaldelijk en uitgebreid betwiste subjectieve psychiatrisch verslag door u in een
verondersteld zijnde objectief verslag opgenomen wordt, zal u willen nader
toelichten en motiveren.
Ten eerste ontving u een uitgebreide lijst opmerkingen van betrokkene inzake het
verloop van dit ‘onderzoek’.
Ten tweede ontving u kopie van een rondvraag bij enkele tientallen psychiatrische
instellingen, waaruit blijkt dat MCMI test, ontworpen voor psychopaten ea,
onmogelijk een juist beeld kan schetsen van een verkeersbetrokkene zonder
recidiverend psychiatrisch
Ten derde ontving u uitgebreide informatie over de vermelde MCMI test, waarbij de
enige mogelijke conclusie kan zijn dat deze niet weerhouden kan worden in het kader
van een objectieve medische expertise en allerminst een basis kan vormen voor
beoordeling van patiënte.
Ten vierde ontving u kopie van het schrijven van Professor Roland Verhelst, dé
autoriteit in België op het vlak van psychiatrische gerechtelijke expertises, en naast
psychiater-gerechtsdeskundige tevens professor aan de Universiteit van Antwerpen,
die op basis van de verslagen van Dr Seynaeve, Dr Meersman en Dr Baeke tot het
besluit kwam dat dit een dossier betreft met lichamelijk letsel, en belangrijker nog,
besluit dat het verslag van Dr Baeke SUBJECTIEF IS: Het dossier waarbij op
psychiatrisch gebied geen gebruik gemaakt wordt van de geldende psychiatrische
testen en van de neuropsychiatrische testen met grondig verslag en inschaling en dat
gebaseerd op objectieve gegevens zijn mijns inziens niet te verdedigen.
Ten vijfde ontving u een psychologisch verslag van Mevrouw Adeline Pierquet, die
besluit : Je conclue que Madame Anke Santens souffre en plus de ses douleurs
physiques dues a son accident, d'un grand épuisement physique, entrainant une
souffrance morale pour les raisons évoquées.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
214

Ten zesde ontving u een expertiseverslag van klinisch psychologe Hélène Peyroles,
die besluit: Elle semble manifester certains signes de stress post traumatiques (par
exemple : troubles du sommeil, appréhensions lors de la conduite auto, …) et a
traversé un état de fragilité anxieuse qui me semble être une conséquence des
douleurs chroniques et de l’incertitude vécues l’année écoulée. […] Aucun élément
psychologique ne nous permet de douter de la véricacité des dires de Mme Anke
Santens. Les douleurs physiques qui constituent un frein à une reprise normale de sa
vie ne sont pas de nature psychogène.
De enige mogelijke conclusies die we uit deze stukken kunnen trekken, zijn:
1)Het verslag van Dr Baeke dient als zijnde subjectief geweerd te worden uit uw
eindverslag ; zoniet kan u onmogelijk een objectief verslag neerleggen
2)De verslagen van Mevr. Pierquet en Peyroles bevestigen zonder enige twijfel dat
betrokkene lijdt onder posttraumatische stress nav het ongeval, daarnaast
chronische lichamelijke klachten heeft, fysiek uitgeput is, er sprake is van angst, de
normale dagelijkse taken niet hernomen kunnen worden en dat betrokkene de
waarheid spreekt als zij haar klachten omschrijft.
Van aggravatie of simulatie is maw geen sprake, waardoor de nood tot
‘voorzichtigheid bij de interpretatie van de klachten’ vervalt.
Verstraelen verdedigde echter Baeke vurig in zijn eindverslag (stuk 39), maar draaide zijn kar
volledig toen hij vreesde dat al het bedrog op zijn nek zou terecht komen, en gaf zelf toe dat
dit een subjectief verslag betrof, zie video 5 (stuk 29).
In zijn email, waarbij hem een uitweg geboden wordt om zijn rol in het bedrog recht te
zetten, ontkent hij NIET dat hij zou toegegeven hebben dat hij wist dat het verslag van Baeke
subjectief is. Hij weigert wel om dit als dusdanig naar uw rechtbank toe te bevestigen (stuk
289) :
Ik heb me vorige week bereid verklaard in te gaan op je hoogst ongebruikelijke vraag
en wil i.h.b. attesteren t.a.v. de Rechtbank dat in het licht van nieuwe stukken ik een
nieuwe, bijkomende expertise aanbeveel –dat is al een heel engagement - ik weet
niet of je dat goed beseft – maar ik ga geen andere zaken verklaren in die brief en
krijg zo de indruk dat jij dat verwacht. Het heeft geen zin je te focussen op wat er
allemaal mogelijk verkeerd gelopen is in deze zaak, maar eerder zou ik benadrukken
dan nieuwe onderzoeken een nieuw licht werpen op de zaak, dat is een iets
positiever benadering, die iets ontvankelijker is bij de Rechtbank.

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
215

Verder bestempelt Professor Verhelst (psychiater universiteit Antwerpen en
gerechtsdeskundige) het verslag van Baeke als subjectief (stuk 141).
Professor Lafosse kan niet duidelijker zijn : ‘ik kan me niet van de indruk ontdoen dat in dit
dossier gezocht wordt om te kunnen besluiten tot simulatie aggravatie’. Verder wijst hij er
op dat de MCMI test niet valide is en dat geen enkele test correct werd uitgevoerd (stuk 79).
Dat staat ook uitgebreid in stuk 288.
Dit gegeven wordt bevestigd door Professor Maes (stuk 287) :
Voorts staat er in het verslag van Johan Baeke dat er geen post traumatische stress stoornis
is. Nochtans is dat (op basis van nattevingerwerk) aanvaard door Verstraelen en dus ook
door papegaai Tack en door Colpaert. Het verslag van Baeke wordt dus door 3 ‘experten’
tegengesproken.
Verder pleegde Baeke overleg met Meersman. Het staat in zijn verslag. Het druipt er af hoe
‘naadloos’ de 2 verslagen op elkaar inspelen, zoals zelfs Dr Verstraelen opmerkte.
Ten zevende is Johan Baeke verzekeringsarts voor AG (stuk 50). Hij moest zijn opdracht
geweigerd hebben.
Ten achtste heeft Baeke een zware reputatie bij diverse artsen als corrupt (zie stuk 50).
Professor Maes diende zelfs een klacht tegen hem in en noemde hem “incompetent” (stuk
287) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
216

Baeke antwoordde nooit op de vraag naar toelichting (stuk 290).
Desondanks betrekt Tack opnieuw dit meermaals en uitgebreid betwistte
‘deskundigenverslag’ van Baeke in zijn eindverslag (stuk 48), en koppelt hij dat aan het valse
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
217

verslag van Colpaert, waarmee hij niet alleen blijk geeft van zijn partijdigheid, maar ook de
nietigheid van zijn eigen verslag bewijst :
Besluit:Concluante verzoekt uw rechtbank om het deskundigenverslag van Johan
Baeke nietig, onbruikbaar te verklaren en dit te verwerpen.
3.4DE ROL VAN KOENRAAD VERSTRAETE
Ik verwijs hiervoor naar de Open Brief (stuk 291).
Hij bevestigde dat hij ‘overtuigd’ was dat er wél post traumatische letsels zijn en gaf aan
contact gehad te hebben met AG. Hij heeft nauwe banden met quasi alle verzekeringen en
hun artsen. Hij treedt ook op als medisch adviseur voor AG, op zich voldoende om schijn van
partijdigheid te wekken. Zijn ‘deskundigenverslag’ waarin hij het omgekeerde beweert van
wat hij tegen Dr Seynaeve zegt, en waarbij hij intellectuele valsheid in geschrifte pleegt zoals
blijkt uit de literatuur, dient maw als nietig verklaard te worden en uit de debatten geweerd
te worden.
Ook radioloog E. Laridon (ziekenhuis Roeselare) erkent letsels en spreekt Verstraete dus
tegen (stuk 245). Ook AG arts Luc Desmet erkent nekletsel (stuk 213). En Tack ook (stuk 292).
De discussie “wie liegt en wie spreekt de waarheid over MRI nek” vervalt nu de recente
EMG onderzoeken het discuslijden bewijzen in zowel nek als rug (stuk 305 en 306) :
EMG mbt nek : DISCAAL LIJDEN C3-C4, in mindere mate C4-C5 en C5-C6
EMG mbt rug : FORAMINALE HERNIA op niveau L5-S1 rechts
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
218

De EMG onderzoeken bevestigen m.a.w. de bevindingen van radiologen Laridon en
Seynaeve, en WEERLEGGEN de bevindingen van Verstraete en Casselman. Dr Seynaeve
bevestigde reeds het nekletsel in oktober 2010. Net zoals AG arts Luc Desmet. Dat is nu
bijkomend aangetoond, in een klassiek en standaard onderzoek dat in principe al tijdens de
1
ste
expertise had moeten worden uitgevoerd door Guy Meersman …
Besluit:Concluante verzoekt uw rechtbank om het deskundigenverslag van
Koenraad Verstraete nietig, onbruikbaar te verklaren en dit te verwerpen.
3.5DE ROL VAN ANN LECHAT
De rol van Ann Lechat is op zijn zachtst dubbelzinnig te noemen.
Zij is de bijstandsarts in het verhaal. Ze woonde de 3
de
en de 4
de
zitting bij. Op de 3
de
zitting
was zij alleen met expert Verstraelen en Desmet van AG, op de 4
de
zitting was concluante
ook aanwezig, ook haar advocaat Serge Carton.
Volgens Hans Verstraelen sloot zij tijdens de 3
de
zitting een akkoord met Luc Desmet van AG
voor 3 % en voerde zij geen verdediging.
Volgens haarzelf verdedigde zij het dossier vurig en sloot Hans Verstraelen een akkoord met
Luc Desmet voor 3 %. In de audio zegt ze o.a. : Hans Verstraelen deed alles wat Desmet (van
AG) vroeg – de expert is een kieken.
Advocaat Serge Carton vroeg de vervanging van Hans Verstraelen door een College van
Gerechtsdeskundigen (stuk 243). Ann Lechat adviseerde hierin om … DRIE KOPSTUKKEN UIT
HET VERZEKERINGSBEDROG ALS EXPERT AAN TE STELLEN !!! Gasten uit de top 10 dan nog :
-Koenraad Verstraete voor radiologie (nr. 1 bedrieger bij radiologie ; gevolgd door
Parizel en Gielen op gedeelde 2
de
plaats)
-Chris Dillen (cfr. Panorama) als psychiater (absolute recordhouder bedrogmeldingen)
-Jean-Luc Liessens (beste maatjes met Dillen) als neuroloog (terwijl hij
neuropsychiater is, ook recordhouder aantal meldingen bedrog)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
219

Toen dit niet lukte adviseerde zij aan Serge Carton om het dossier te laten afsluiten (stuk
239).
Toen zij hier in 2014 mee geconfronteerd werd, reageerde ze dat ze dit “nooit gezegd” had
en integendeel “er van overtuigd was dat er een veel beter resultaat behaald kon worden”.
Getuige daarvan haar audio opname (stuk 242). Enkele fragmenten :
Ann Lechat is betrokken bij minstens 2 lopende andere bedrogdossiers. Intussen werd zij in 1
dossier (dossier T.) door de Arbeidsrechtbank van Brussel vervangen als gerechtsdeskundige.
Ann Lechat kreeg ook een Open Brief (stuk 241). Haar antwoord hierop was :
Met verwondering ontvang ik uw schrijven.

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
220

Zoals u het juist zegt heb ik ‘genen tijd’ om op u uitgebreid schrijven te antwoorden
per mail.

Indien u dit wenst kan u een afspraak maken op de raadpleging om dit alles te
bespreken.

U weet zeer goed dat ik mijn uiterste best heb gedaan in uw dossier.
U weet als u een monoloog voert tijdens een expertise en alles zegt dat uw
raadsgeneesheer er dan bijzit voor spek en bonen.

U weet zeer goed dat er verder geen bespreking was gezien er geen enkel compromis
mogelijk was met de tegenpartij.

Dus als u vragen hebt u bent welkom op de raadpleging.
Ze gaf ook aan nooit voor verzekeringsmaatschappijen te werken (stuk 240):
Ik werk voor geen enkele verzekeringmaatschappij en hebt dat nog nooit gedaan.
Ik weet niet van wie u dit hebt gehoord maar het klopt niet.
Nochtans kon concluante dossiers inkijken waarbij Ann Lechat optrad voor : Euromex (L.
VdV), OMOB (nu Ethias)(S.A.), De Federale (H.V.).
Concluante weet niet wat ze daar allemaal van moet denken. Er zijn veel tegenstrijdigheden.
3.6DE ROL VAN HANS VERSTRAELEN
Hans Verstraelen wist van bij de start dat er sprake is van hoofd- nek- rugletsel.
Hij kon er moeilijk overkijken : de symptomen en het klinisch beeld van concluante waren
overduidelijk. Het ziekenhuisverslag reeds van november 2010 besluit tot traumatisme
crânien. Ook Dr. Jeudy besloot dit reeds begin november 2010. Tal van stukken werden hem
overgemaakt.
Ook de verwijzingen naar hersentrauma, cognitieve klachten, hormonale problematiek, …
die uitgebreid aan bod kwamen in de opmerkingen op zijn voorverslag, werden keurig
GENEGEERD (stuk 137).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
221

Hans Verstraelen heeft zijn samenwerking met AG nooit verdoezeld. Dat blijkt ook duidelijk
uit de standpunten van Dr Lechat (stuk 242).
De expertisewerkzaamheden verliepen van in het begin allesbehalve vlekkeloos.
Raadsgeneesheer Apers :
‘ik heb al eindeloos geprobeerd die aangestelde expert te bellen op zijn vaste lijn, maar dat
levert alleen een aansluiting met zijn fax op.’ (stuk 411)
De advocaat van concluante moest Verstraelen meermaals aanschrijven en aanmanen tot
nauwgezetheid en voortgang.
Bijvoorbeeld in september 2011 reeds (stuk 299) :
Op mijn laatste verschillende e-mails mocht ik niet de minste reactie bekomen.
Op heden werd nog steeds geen voorverslag, laat staan tussenverslag met prognoses
en toekenning provisie neergelegd.
Dat blijkt oa ook uit deze brief uit november 2011 (stuk 297) :
Één en ander ontsnapt mij nu uit het door de gerechtsdeskundige VERSTRAELEN aan
alle betrokken partijen overgemaakte preliminaire verslag blijkt dat dr. DESMET zich op
de zitting van 4 februari ll. zou akkoord verklaard hebben met het causaal verband
ongeval – letsel.
Op de zitting van 7 november ll. moet aldus opnieuw één en ander fout zijn gelopen.
Graag had ik van dr. LECHAT verslag van deze zitting bekomen en van haar eveneens
de regels van de kunst verloopt, dr. DESMET zich ten onrechte volstrekt onwillig in het
dossier opstelt, ….
Of nog een brief uit januari 2012 (stuk 298):
Één en ander begint er nu natuurlijk wel op te lijken dat dr. VERSTRAELEN met dit
dossier ofwel geen weg weet, ofwel bijzonder onzorgvuldig tewerk gaat.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
222

Ik begin dan ook te neigen naar een verzoek tot vervanging van de
gerechtsdeskundige, zodat deze zaak dan toch zijn voortgang kan kennen. Met dokter
VERSTRAELEN komt er misschien nooit een expertiseverslag.
Stuk 412 somt op hoe de expertise met Verstraelen verliep.
Uiteindelijk werd dan om de vervanging van Verstraelen gevraagd bij uw rechtbank. Deze
werd afgewezen.
Volgens concluante is het niet zozeer dat Verstraelen een slechte mens is, hij is eerder
onverschillig en laf : hij zwijgt om zijn collega’s in te dekken, en natuurlijk – en vooral –
omdat expertises een flinke duit in het zakje brengen. Zo rekende hij 12.000 euro aan voor
deze expertise (stuk 293) waarbij hij schromelijk overdreef en zaken aanrekende die hij NIET
presteerde (stuk 294). Het is bekend dat experts eens ‘goed mogen doorrekenen’ als ze hun
mond houden bij bedrogdossiers. Verstraelen zal pas reageren als zijn EIGENBELANG in het
gedrang komt.
Hij zal diegene naar de mond klappen, die hem het minst problemen kan opleveren.
Opvallend hierbij is, dat hij zich 750 euro te veel liet betalen – een extraatje voor bewezen
diensten ? (stuk 294) Toen hem hiernaar gevraagd werd, betaalde hij het alleszins niet terug

De weerlegging van Verstraelen’s besluiten kan gevonden worden in stuk 137 (Lechat) en
stuk 138 (Van Loo).
Concluante verwijst in dit kader ook naar de Open Brief aan Hans Verstraelen (stuk 362).
Besluit:Concluante verzoekt uw rechtbank om het deskundigenverslag van Hans
Verstraelen nietig, onbruikbaar te verklaren en dit te verwerpen.
3.7DE ROL VAN GUIDO SIEBEN
Ook neuropsychiater Guido Sieben speelde een onfrisse rol in deze expertise, zij het van aan
de zijkant.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
223

Hij werd aangesproken als bijstandsarts om een tegenexpertise uit te voeren mbt Baeke en
om opmerkingen te formuleren op het voorverslag van Verstraelen.
Sieben had meteen door dat er bij concluante sprake was van axonale schade, GAF DIT OOK
TOE, en meer nog : bevestigde ook dat Baeke een rasechte bedrieger is, dat hij recordhouder
was inzake valse deskundigenverslagen.
Hij WEIGERDE echter om dit op papier te bevestigen. Ook in 2015 toen hem de vraag
nogmaals gesteld werd.
Hij beperkte zich in 2012 tot een kort tekstje (stuk 296) waarin hij verwees naar ‘lichamelijke
klachten’ bijkomend bezwaard door ‘externe stressoren’ en hij verwees door naar het
verslag van Paul Standaert.
DIT IS EEN TYPISCHE BEDROGSTRATEGIE VAN VERZEKERINGSARTSEN : WEIGEREN OM DE
LETSELS OP PAPIER TE BEVESTIGEN !
Ze zouden hun corrupte collega’s eens moeten tegenspreken … ze zouden geen opdracht
meer krijgen van de verzekeringen. Het feit dat hij, als verzekeringsarts, LICHAMELIJKE
klachten bevestigt, is op zich veelzeggend over de ernst van de klachten !
De kat kwam pas na Panorama uit de mouw.
Wat concluante in 2012 NIET wist, is dat Guido Sieben nl. een pur sang VERZEKERINGSARTS
is … Hij werkt o.a. nauw samen met Xavier Janssens, goede vriend van onze Tack en treedt
vaak op voor AXA. Hierbij is zijn specialiteit … de grond inboren van mensen met NAH /
TBI / diffuse axonale hersenschade !
Ter illustratie 1 van zijn expertiseverslagen uitgevoerd in opdracht van AXA, dit voor een
patiënte met vergelijkbare letsels en klachten als concluante : concentratie, hoofdpijn,
geheugen, visus, nekpijn, vermoeidheid, slaapstoornissen, spierpijn, …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
224

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
225

Misschien irrelevant, maar toch … het illustreert hoe commotio cerebri (hersenschudding
met diffuse axonale schade) steeds weer herleid wordt naar ‘psychische componenten’ …
Het illustreert ook, hoe moeilijk het gemaakt wordt voor slachtoffers, om hun letsels te
bewijzen : de artsen die de gevolgen en klachten zeer goed kennen, stellen steevast valse
verslagen op waarbij het aan ‘de persoonlijkheid’ van de ongevalsslachtoffers ligt.
De dame uit het voorbeeld hierboven is aan haar 2
de
expertise bezig, met een 4
de
advocaat,
5
de
bijstandsarts, is 8 jaar later nog steeds volledig arbeidsongeschikt erkend en heeft nog
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
226

geen cent gehad. Ook hoofdpijn, visusproblemen, nekpijn, vermoeidheid,
geheugenstoornissen, slaapstoornissen, … (herkenbaar ?).
Ze is trouwens ‘psychisch’ een volstrekt normaal persoon, concluante kent haar persoonlijk.
3.8EVOLUTIE VAN DE MEDISCHE TOESTAND
We verwijzen hiervoor naar stuk 256, vanaf blz. 12.
3.9HET VERDICT VAN HANS VERSTRAELEN
Om het met de woorden van Ann Lechat te zeggen : “ ’t was allemale niets”.
Alhoewel Hans Verstraelen geen letsels en klachten begroot in zijn besluitvorming, schrijft
hij wél het volgende in zijn eindverslag (stuk 39):
Hiermee bevestigt Hans Verstraelen de ERNST van de INVALIDERENDE klachten EN plaatst
hij ze bovendien IN CAUSAAL VERBAND met het ongeval en het whiplash trauma.
Hij herhaalt hierbij expliciet dat er sprake is van lijden en lijdensdruk:
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
227

Als reden om géén rekening te houden met het lijden veroorzaakt door het ongeval, verwijst
hij naar :
1.De valse verslagen van Baeke en Meersman
2.De FOUTE stelling als zou paardencoaching een ‘nieuw’ beroep zijn dat voor het
ongeval NIET uitgeoefend werd
Hij verschuilt zich dus, zoals steeds gebeurt bij bedrogdossiers, achter de verslagen van de
subexperten.
Dus eerst gaat hij in zijn eindverslag zijn subexperten verdedigen ; als hij met het bedrog
geconfronteerd wordt, gaat hij ze gebruiken als zondebok …
Ook liegt hij er op los : hij wist maar al te goed dat concluante reeds sinds 2005 met
paarden werkte. Hij verwees naar ‘val van paard in 2005’ ; hij vermeldde diverse facturen
voor hulp bij de paarden, dit ZOWEL IN BELGIË voor de verhuis naar Frankrijk als NA de
verhuis naar Frankrijk. Hij vermeldde in zijn jobcurriculum dat Equiboost in 2009 opgericht
werd (stuk 40). Zo wordt het natuurlijk een beetje lachwekkend om “ze werkte op het
moment van het ongeval nog niet met paarden” als DROGREDEN te noteren …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
228

Met andere woorden : de 2 redenen waarom er met het lijden tgv ongeval GEEN rekening
gehouden werd, komen te vervallen. Het lijden tgv ongeval werd dus NIET correct
geëvalueerd.
3.10DE WEERLEGGING VAN HANS VERSTRAELEN’S BESLUITEN
De weerlegging van Hans Verstraelen’s besluiten is terug te vinden in stuk 137 + 138 en
bijkomend in de opmerkingen op het verslag van Philippe Tack stuk 256 (meer de andere
opmerkingen die verder aan bod komen) aangezien deze ook verderbouwt op de valse
verslagen uit de 1
ste
expertise.
3.11BESLUIT
De subexperten (Baeke, Meersman, Verstraete) blijken ALLE 3 verzekeringsartsen te zijn.
Meer nog : zij hebben ALLE 3 banden met AG en/of AG arts Luc Desmet. Zij hebben ALLE 3
een VALS deskundigenverslag opgesteld. Zij moesten sowieso alle 3 hun opdracht
geweigerd hebben.
De coördinerende expert (Verstraelen) was op de hoogte van deze VALSE
deskundigenverslagen. Toch heeft hij BEWUST deze VALSE deskundigenverslagen voor waar
laten doorgaan, en heeft hij op basis hiervan – onder ede (daaraan zie je hoeveel dat
betekent en welke ‘garantie’ dat biedt op onpartijdigheid … zero, nul, noppes, de botten) –
zijn verslag opgesteld. Hierop werd de nodige kritiek geleverd en werd toen al verwezen
naar commotio cerebri, cognitieve problemen, hormonale problemen, enz.. Hiermee heeft
hij geen rekening gehouden ondanks de uitdrukkelijke vraag van uw rechtbank in haar
beschikking van augustus 2012 nav de vraag naar vervanging van Verstraelen, om te
ANTWOORDEN op de opmerkingen. Een VALS eindverslag werd aldus ingediend bij uw
rechtbank.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
229

Het verslag van Dr Bolt (stuk 389) laat geen twijfel : DE LETSELS WAREN VAN BIJ DE START
GEKEND BIJ ALLE EXPERTEN :
Bewusteloosheid is geen symptoom van een whiplash trauma.
Bewusteloosheid is een teken van een hersentrauma (hersenschudding of TBI).
De conclusies van de door de Politierechtbank aangestelde deskundigen enkel
whiplash en posttraumatische stressstoornis en geen sprake van enig traumatisch
bot-, discus-, ligamentair letsel of organisch hersenlijden zijn niet juist.
Het navolgend radiologisch onderzoek (Dr. P Seynaeve 25.10.2010) stelt letsels ter
hoogte van de halswervelzuil (C3 - C5) vast.
Op dat moment bestonden er dus objectieve letsels ter hoogte van de halswervelzuil.
Het ENIGE passende antwoord hierop bestaat er in om zowel de verslagen van de
subexperten als het eindverslag van Hans Verstraelen onbruikbaar en nietig te verklaren,
af te wijzen, en de eindbesluiten van Hans Verstraelen te verwerpen in duidelijke taal.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
230

DEEL 4 : HOE AG ALLES OP ALLES ZETTE OM MIJN DOSSIER TE LATEN
AFSLUITEN NA DE 1
ste
EXPERTISE
Dit deel is louter informatief en dient om uw rechtbank een zicht te geven op de
gebeurtenissen tussen de 2 expertises. Het illustreert hoe AG zich ingespannen heeft om de
ware toedracht over de aard, ernst en omvang van de letsels opgelopen tijdens ongeval én
het causaal verband verborgen te houden voor uw rechtbank, door iedere speler die iets kon
betekenen in de verdediging van dit dossier te benaderen en aan te sporen om iedere
verdediging te staken; en dit dossier op 2 april 2014 te laten afsluiten.
De precieze toedracht van ieders rol zal in het strafonderzoek moeten uitgeklaard worden.
Onderstaande is 95 % copy van de informatie die midden maart 2014 aan uw rechtbank
bezorgd werd.
4.1HET VERLOOP VAN DE ‘TUSSENPERIODE’
Mijn raadsman Serge Carton weigerde de procedure verder te zetten. Vreemd genoeg zou
Dr Lechat tegen hem gezegd hebben ‘dat er niets meer aan te doen viel’ terwijl zij tegen mij
het omgekeerde beweerde. Waarom deze tegenstelling ? Meester Carton was de vaste
raadsman van de bvba en had geen ervaring in medische zaken. Hij vertrouwde op het
advies van Dr Lechat. Hij hield het grootste deel van de provisie van AG voor zichzelf.
Daardoor verloor ik mijn vertrouwen in mijn raadsman voor dit medisch dossier. Vooral
omdat ik op bevallen stond en niets had voor mijn baby en deze provisie hard nodig had.
Zoiets doe je toch niet.
Mijn dossier werd eind december 2012 overgedragen aan Meester Christian
Vandenbogaerde, gespecialiseerd in letselschade, om conclusies te maken en een nieuwe
medische expertise te vragen aan de Politierechtbank. Aangezien mijn medische toestand
niet verbeterde, maar verslechterde, waardoor ik niet eens meer voor mijn dochtertje kon
zorgen, ging mijn behandeling verder en werden er nieuwe onderzoeken verricht. De
resultaten werden steeds aan Meester Vandenbogaerde bezorgd maar hij deed er niets
mee.
Aan de opvolgende bijstandsarts, Dr Ann Lechat, werd een samenvattend verslag gevraagd
van alle nieuwe medische stukken, op dat moment ruim 100 blz.. Dit werd meermaals
beloofd, maar werd nooit bezorgd (stuk 225). Iedere bijstand bleek plots verdwenen. In juli
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
231

2013, na maandenlang vruchteloos aandringen, werd de samenwerking met Dr Lechat
beëindigd (stuk 226). Geen enkele reactie volgde hierop.
Op dit moment begon er een klein belletje te rinkelen, want dat was wel heel veel ‘vreemd
toeval’ in 1 dossier … “Pech” hebben met 1 gerechtsdeskundige die het niet zo nauw neemt
met zijn eed is 1 zaak en kan iedereen wel eens overkomen veronderstel ik. Nu zaten we dus
al met een situatie dat 4 gerechtsdeskundigen onjuiste of onvolledige verslagen opgesteld
hadden, en bijkomend de eigen bijstandsarts die plots zonder enige uitleg iedere bijstand
staakte ? Meer nog, de advocaat adviseerde om het dossier te laten afsluiten ?
Intussen bleef het maar wachten op de beloofde conclusies van Meester Vandenbogaerde,
die al in januari 2013 beloofde ‘prioriteit te maken van het dossier’ (zie stuk 227), gevolgd
door verdere beloftes ‘spontaan op het dossier terug te komen’ en een eerste voorstel tot
conclusie begin juli 2013 (stuk 228). De eerste conclusietermijn naderde snel, maar er kwam
niets op papier. Diverse aanmaningen en vragen naar informatie per mail en per telefoon
bleven zonder gevolg. Ik kreeg telkens van het secretariaat te horen dat mijn ‘dossier
bovenaan de stapel lag’ en ik ‘gegarandeerd volgende week een antwoord zou krijgen’, het
was ‘zeer druk’, en ‘Meester Vandenbogaerde was er mee bezig’ en ‘als ik nu zou stoppen
met iedere week te bellen’ – hetgeen ik uiteindelijk deed. De eerste conclusietermijn
verstreek, er werden geen conclusies ingediend, waardoor mijn recht op verdediging
geschonden werd. Evenmin gaf Mr Vandenbogaerde een reden op waarom hij geen
conclusie indiende of vordering instelde.
Wetend dat de tijd begon te dringen, zeker met het oog op de 2
de
en laatste
conclusietermijn, en het feit dat verder uitstel niet mogelijk was gelet op mijn situatie,
verzocht ik Meester Jean-Pierre Vande Maele begin december 2013 om zich te bevragen bij
Meester Vandenbogaerde, aangezien ikzelf sinds augustus geen enkele reactie meer kreeg.
Meester Vande Maele ontving ook geen reactie op zijn schrijven. Op dat moment werd het
me duidelijk dat er iets ernstigs aan de hand was. Naast 4 gerechtsdeskundigen die onjuiste
verslagen afleverden, een bijstandsarts die plots geen advies meer gaf, zat ik nu blijkbaar
ook met een advocaat die mijn dossier niet verdedigde ? Meester Vande Maele wees op de
eindejaarsfeesten, raadde ‘een beetje geduld’ aan en stelde voor te wachten op respons van
Meester Vandenbogaerde tot na Nieuwjaar. Meester Vande Maele was er zeker van dat er
conclusies zouden ingediend worden want “advocaten kunnen zich zo geen fouten
permitteren”. Tevergeefs.
Een maand na het schrijven van Meester Vande Maele vond ik dat ik genoeg geduld gehad
had – MEER DAN EEN JAAR ! - en op 8 januari 2014 liet ik Meester Vandenbogaerde weten
dat ik op 17 januari 2014 mijn dossier zou komen ophalen (stuk 229). Hierop kwam geen
reactie. Ik wist toen nog niet dat de 2
de
conclusietermijn al verstreken was.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
232

Op 17 januari 2014 ging ik eerst zelf naar de rechtbank, om zicht te krijgen op de stand van
zaken in mijn dossier. Het bleek dat de conclusietermijnen verstreken waren en dat er maw
geen enkele mogelijkheid meer bestond om alle nieuwe medische stukken of conclusies in te
dienen. Het enige wat ik nog kon doen, zei de griffier, was mezelf komen verdedigen op de
zitting van 2 april 2014 en op de zitting een nieuwe expertise vragen en 2 weken voordien
alle stukken over te maken aan AG en de rechtbank. Hierdoor is mijn recht op verdediging
manifest geschonden. Toen vernam ik ook dat het Mr Vandenbogaerde was, die in 2012
optrad voor AG om de vervanging van Dr Verstraelen te stoppen. Waarom had hij mij dat
niet gezegd, dat hij mijn dossier al kende ? En waarom liet hij ook de 2
de
conclusietermijn
verstrijken ?
Daarna ging ik mijn dossier ophalen bij Meester Vandenbogaerde. Het bleek dat dit nog
afgeprint en gebundeld diende te worden ! Op mijn vraag hoe het mogelijk was dat er geen
conclusies ingediend werden, ondanks alle nieuwe medische stukken, toen zo’n 150 blz., al
maanden in zijn bezit, kreeg ik een ontwijkend antwoord (het is druk). Hij gaf aan
momenteel “geen tijd” te hebben voor mijn dossier, dat het het beste was als ik zelf een en
ander zou voorbereiden, dat ik hem na ontvangst vonnis gerust mocht contacteren, veel
succes gewenst. Waarom kon hij mij dat niet enkele maanden eerder zeggen dat hij geen tijd
heeft voor mijn dossier, zodat ik de tijd zou hebben om een andere oplossing te zoeken ? Ik
verzocht Meester Vandenbogaerde uitdrukkelijk om voorlopig geen contact op te nemen
met rechtsbijstandsverzekeraar Providis, tot ik de kans kreeg om het dossier door te nemen
en mijn gedachten te ordenen. Hij had een brief voor Providis voorbereid, die hij schrapte.
Tot mijn verbijstering stuurde Meester Vandenbogaerde, tegen mijn uitdrukkelijke wens in
en zonder mijn medeweten, op 20 januari 2014 toch een eenzijdig schrijven aan Providis dat
mijn dossier onterecht in een negatief daglicht stelde.
Op 20 januari 2014 begonnen de puzzelstukjes stilaan in elkaar te vallen. Ik bezocht Dr Hans
Verstraelen, de gerechtsdeskundige aangesteld door de Politierechtbank. Ik lichtte hem in
over het verloop van de klachten, bezorgde enkele van de nieuwe medische verslagen, en
informeerde hem over de gevolgen van het ongeval op ons leven. Hij was akkoord dat het
deskundigenverslag zoals ingediend bij de Politierechtbank, niet de medische realiteit
weergaf. Ik vroeg hem wat hij het liefste had : een strafrechterlijk onderzoek of voor een
nieuwe expertise helpen zorgen. Hij zou een schrijven richten aan de Politierechtbank dat
‘de onjuistheden’bevestigde, zodat via een nieuwe expertise het aangerichte kwaad eindelijk
kon rechtgezet worden (stuk 230) en gaf toelichting bij het verloop achter de schermen van
de expertise: het bedrog was zijn fout niet, Ann Lechat was akkoord geweest met Desmet
van AG ...

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
233

In het licht van deze informatie begaf ik mij onmiddellijk naar AZ Groeninge waar Dr Patrick
Seynaeve, gerechtsdeskundige-radioloog, werkt. De expertise was achter de rug, ik mocht
dus wettelijk gezien rechtstreeks contact nemen met de betrokken gerechtsdeskundige. Ik
vroeg hem om eerlijk te zijn en vroeg hem of hij benaderd geweest was door AG nav mijn
ongeval. Dr Seynaeve bevestigde dat hij gecontacteerd werd door Dr Luc Desmet van AG.
Dat zou later ook blijken uit het verslag van AG (stuk 213).
Gelet op de valse verslagen die Dr Baeke en Meersman en Professor Verstraete afgeleverd
hadden, had ik op dat ogenblik nog sterkere vermoedens dat Dr Desmet van AG naast Dr
Seynaeve ook hen benaderd had met hetzelfde verhaal van de ‘afgereden spiegel meer niet,
het is een profiteur’ om te trachten hen te beïnvloeden. Tegelijk leek het hele verhaal mij
ongeloofwaardig, absurd en te gek voor woorden. Een arts-gerechtsdeskundige zal toch niet
zijn geloofwaardigheid op het spel zetten, louter om de verzekeringen in 1 dossier te wille te
zijn ? Wat winnen zij daarbij ? Ik begreep er niets van.
Ik besloot mijn licht op te steken bij enkele vzw’s rond letselschade en verkeersslachtoffers.
Daar hoorde ik over het systematisch vervalsen van medische verslagen in expertises. Dat is
financieel interessant voor deze corrupte artsen: een vaste bron van inkomsten. Aangezien
geen enkele gerechtsdeskundige, arts of advocaat hier iets tegen doet, uit eigenbelang of bij
gebrek aan bewijzen, zouden deze wantoestanden al jaren bestaan en algemeen bekend
zijn. Verkeersslachtoffers zelf zouden onvoldoende kennis, bewijzen, energie, zin of moed
hebben om zelf een klacht in te dienen, zonder bijstand van een advocaat (want niemand wil
daaraan zijn vingers verbranden), en daarbij het risico lopen om zelf een klacht aan hun been
te krijgen wegens laster of eerroof als blijkt dat de zaak geseponeerd wordt.
Ik contacteerde hierop enkele advocaten, gespecialiseerd in letselschade na
verkeers/arbeidsongeval om dit te verifiëren want vzw’s rond slachtoffers zijn geen neutrale
partij, en ik vroeg hen naar deze misbruiken door gerechtsdeskundigen. Via hen vernam ik
opnieuw, dat mijn dossier geen alleenstaand geval is. Systematisch “simulatie en aggravatie”
concluderen bij ‘onzichtbare’ letsels of ‘vage klachten’ (wie een gebroken been heeft of een
arm verliest hoeft uiteraard niet naar de psychiater om te kijken of er gelogen wordt)
garandeert gerechtspsychiaters blijkbaar dat verzekeringen steeds om hun aanstelling bij de
rechtbank vragen. In 80 % van de gevallen zou deze conclusie onterecht zijn – in 20 % van de
gevallen zou er inderdaad effectief sprake zijn van “simulatie en aggravatie”. Dat blijkt
bijzonder lucratief: voor mijn dossier bvb. rekende Dr Baeke 1.028 euro aan – dit voor een
gesprek van 45 minuten bij hem op kantoor, het evalueren van tests (die ik meekreeg, thuis
moest invullen en dan opsturen) en het schrijven van een ‘deskundigenverslag’. Dit is het
TIENVOUDIGE van wat bvb. gerechtsdeskundige Dr Seynaeve factureerde en die evenveel
tijd aan de studie van het dossier besteedde en meer dan het dubbele dan wat de rechtbank
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
234

betaalt voor een psychiatrisch onderzoek bij strafzaken, waar tientallen uren werk aan zijn.
Mensenlevens op een uur tijd ruïneren om duizend euro op zak te kunnen steken … Hoe is
het mogelijk dat iedereen die dit weet zwijgt en blijft zwijgen en dat daarop geen enkele
controle bestaat ?
De advocaten lieten weten dat daar als advocaat niets tegen gedaan kan worden, omdat je
als advocaat niet altijd kan kiezen wie als gerechtsdeskundige zal aangesteld worden en zij
willen toekomstige ‘negatieve verslagen’ voor hun cliënten vermijden. Advocaten willen niet
het risico lopen de reputatie te krijgen ‘altijd te verliezen’ of ‘lastig’ te zijn. Bovendien lijken
rechters het niet te waarderen als een gerechtsdeskundige ‘aangevallen’ wordt.
Gerechtsdeskundigen worden zelden of nooit gedesavoueerd. Daarom ook vragen
advocaten blijkbaar weinig vervanging van een gerechtsdeskundige aan. Stellen ze de vraag
voor er een verslag neerligt, dan is het antwoord meestal dat de gerechtsdeskundige eerst
de kans moet krijgen om zijn werk te doen. Stellen ze de vraag nadat er een verslag neerligt,
dan is het antwoord meestal dat het wellicht komt omdat de client niet tevreden is met het
advies van de gerechtsdeskundige. Wat soms ook zo is. Maar soms ook niet !
Vooral psychiaters worden met rust gelaten omdat er blijkbaar in BE een groot tekort
bestaat aan gerechtsdeskundigen-psychiaters. Zeldzame klachten ingediend bij de Procureur
worden systematisch geseponeerd. De advocaten die dit doen, worden zwartgemaakt en
verliezen klanten tot ze stoppen met klachten in te dienen. Moeilijk is dat blijkbaar niet om
mensen vals te beschuldigen van “simulatie of aggravatie” of “voorafbestaande toestand”.
Zodra een slachtoffer van een ongeval bvb vertelt ooit eens een anti-depressivum genomen
te hebben, ook al is dat 10 of 30 jaar geleden, dan zijn alle klachten zoals hoofdpijn,
vermoeidheid, enz. te wijten aan een ‘voorafbestaande toestand’ – ‘tjah u bent altijd al een
gevoelig iemand geweest, dat heeft niets met uw ongeval te maken’. En die mensen krijgen
dan niet de medische behandeling of vergoeding waar ze nochtans recht op hebben. Tal van
zo’n verhalen kreeg ik te horen. Waarbij mensen dan voor de rest van hun leven op de
sukkel geraken, geen werk meer vinden, er depressief van worden, op de ziekenkas
terechtkomen. Echt erg. Het enige wat slachtoffers van verkeersongevallen kunnen doen is
zelf tegenexpertises laten uitvoeren en die kosten veel geld. Pech als je dat niet kan betalen,
dan kan je je dus ook niet eerlijk verdedigen. Verzekeringen rekenen daarop.
Vervolgens brengt het verhaal ons terug bij Meester Vandenbogaerde. Er waren intussen
vermoedens dat AG, in hoofde van haar raadsman Meester Fonteyne, mijn (veronderstelde)
advocaat Meester Vandenbogaerde benaderd heeft om mijn dossier te laten aanslepen en
zodoende te trachten het afsluiten van mijn dossier bij verstek te bekomen. AG weet immers
dat ik zelf geen geld meer heb om een nieuwe advocaat te betalen, en de
rechtsbijstandsverzekering die verondersteld is mijn belangen te behartigen, is Providis.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
235

Providis is een dochteronderneming van AG met zetel op hetzelfde adres. Degene die mij
dus zou moeten helpen met mijn verdediging is dezelfde partij als diegene die er voor
moet zorgen dat ik geen schadevergoeding kan bekomen. De belangenvermenging is
duidelijk. Het is algemeen bekend dat 1 van de strategieën van verzekeringsmaatschappijen
er uit bestaat om het slachtoffer financieel te laten doodbloeden, zodat er geen geld meer is
om op een ernstige wijze een verdediging te voeren.
Vanuit dit vermoeden werd Meester Vandenbogaerde uitdrukkelijk verzocht om geen
informatie mbt mijn dossier vrij te geven aan rechtsbijstandsverzekeraar Providis, die een
dochteronderneming is van AG, tegenpartij in mijn dossier. En wat doet Meester
Vandenbogaerde ? Juist. Hij stuurt een negatief advies naar Providis dat kort samengevat
zegt dat mijn dossier geen kans op slagen heeft bij gebrek aan medische stukken, dat er voor
zorgt dat de aanstelling van een nieuwe advocaat en bijstandsarts geweigerd wordt. Mijn
recht op verdediging werd hierdoor geschaad. Vindt niemand dat dan vreemd dat Dr
Verstraelen op basis van slechts enkele nieuwe medische stukken overtuigd is dat er een
nieuwe expertise moet komen, terwijl de advocaat die er veel meer in zijn bezit heeft, het
omgekeerde zegt ? Stelt niemand zich dan vragen bij deze vreemde gang van zaken ?
Allemaal toeval ?
Tot slot komen we bij rechtsbijstandsverzekeraar Providis. Providis werd meermaals
telefonisch en per email op de hoogte gesteld van de diverse wantoestanden in mijn dossier.
Zij waren op de hoogte van het feit dat mijn dossier op de rechtbank dringende bijstand
vereiste. Zij ontvingen copy van de belangrijkste stukken die de noodzaak van een nieuwe
expertise aantonen. Desondanks beslisten zij om de aanstelling van een nieuwe advocaat en
bijstandsarts te weigeren. Hiermee is mijn recht op verdediging geschonden. Ga dan maar
eens als gewone mens je dossier verdedigen op enkele weken tijd zonder juridische of
medische kennis.
Het verhaal zou er wellicht helemaal anders uitgezien hebben, moest mijn verzekering niet
dezelfde zijn als de verzekering van degene die het ongeval veroorzaakte.
Medische gevolgen: negatieve evolutie naar een chronisch letsel met negatieve prognose
naar de toekomst toe
Lichamelijke gevolgen: onnodig veel pijn dag en nacht, moe, gekraakt, onnodige stress die
mits eerlijk verloop expertise en hulp door derden vermeden kon worden
Geestelijke gevolgen: tijdsbesef weg, traag denken, vergeten, verstrooid, concentratie,
aandacht … (vb. deze samenvatting nam 5 weken tijd in beslag)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
236

Financiële gevolgen: faillissement van mijn bvba, inbeslagnameprocedure paardencentrum
in Frankrijk lopende, diverse leningen en toenemende schulden, persoonlijk vermogen kwijt,
woning in Vichte kwijt, geen auto meer, enz. – ons gezin heeft NIETS meer (al zeker niet na
de aangekondigde inbeslagname inboedel op 8 januari 2016).
Familiale gevolgen: op heden onmogelijk nog kinderen te hebben – onmogelijk langdurig
zonder hulp van derden in te staan voor de zorg van mijn kind – hoe ooit in zo’n situatie
terug een relatie hebben met iemand als je niet eens langer dan een uur onder de mensen
kan zijn ?
Huishoudelijke gevolgen: onmogelijk zonder hulp lange tijd in te staan voor het huishouden
Professionele gevolgen: onmogelijk zonder hulp het werk op duurzame wijze te hernemen,
moest mijn opleiding psychologie halverwege onderbreken door ongeval en kon deze niet
hernemen
Gevolgen mbt dieren: onmogelijk zonder hulp lange tijd in te staan voor de verzorging van
de dieren
Emotionele en andere gevolgen
En waarom ?
Alles werd door AG in het werk gesteld omdat ze niet zou hoeven de schade, opgelopen tgv
ongeval, te vergoeden.
AG heeft grote risico’s genomen omdat zij heel goed weten dat, als er inderdaad een
objectief medisch deskundigenverslag komt dat de realiteit weerspiegelt, en de
arbeidsongeschiktheid tot op heden (consolidatie kan nog niet bepaald worden, letsel nog in
evolutie) bevestigt, het hen heel veel geld gaat kosten. Mijn verliezen, gemiste inkomsten en
kosten bedragen op vandaag ruim 1,5 miljoen euro (intussen 2,5 miljoen euro). Ik ben 37 jaar
(intussen 39 jaar). Ik zal niet meer kunnen werken als tevoren en niet meer kunnen
verdienen zoals voor het ongeval. Dat is nog veel jaren te gaan voor ik op pensioen ga.
Bovendien is het mogelijk dat AG zal moeten blijven instaan voor hulp bij fysiek te
belastende taken, minstens tot ik dit zelf terug kan – als dat al ooit mogelijk zal zijn.
(intussen is duidelijk dat dat niet meer mogelijk zijn) Tijd zal dat uitwijzen. (inderdaad …) Plus
alle hulp aan derden die tot op heden al betaald werd. Tel daarbij alle inkomstenverliezen uit
de bvba. Tel daarbij alle kosten die de bvba droeg (auto, woning, telefoon, kosten omtrent
paarden, water, gas, elektriciteit, verzekeringen, enz.) en die moeten gecompenseerd
worden. Tel daarbij alle medische kosten tot op heden en deze die naar de toekomst toe nog
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
237

zullen volgen. De artsen voorzien een lang en moeizaam herstel. Enz.. Het gaat over
miljoenen. Dat is de enige reden waarom deze procedure verlopen is zoals ze verlopen is.
AG keert de feiten om: het is niet Anke Santens die liegt om te kunnen profiteren. Het is
AG die liegt om niet te hoeven betalen.
Ik heb geen enkele reden om te liegen of overdrijven. Al mijn programma’s voor mijn werk
als paardencoach bestonden al voor het ongeval. Dit is parate kennis. Ik had de paarden. Ik
had de infrastructuur. Ik had de financiële reserves voor de investeringen. Ik had de
inschrijvingen voor de geplande activiteiten en dus inkomsten hieruit. Ik had de fysieke
kracht om te doen wat ik voor het ongeval ook deed. De enige reden dat ik de activiteiten
moest annuleren en mensen terugbetalen, was omdat het medisch / fysiek niet mogelijk was
om het werk te hernemen. Op het vlak van PR had ik diverse bestaande jaarcontracten met
verschillende klanten met ruime inkomsten (15.000 euro/maand) die alle kosten voor België
en Frankrijk en een mooi leven ruimschoots dekten, met bovendien nog spaarreserve. De
enige reden dat ik mijn PR werk niet kon hernemen, was omdat dat medisch/fysiek niet
mogelijk was. Zonder het ongeval had ik de eerste 5 jaar na ongeval 250.000 à 500.000 euro
per jaar verdiend door te doen wat ik graag doe. Ik zou eens willen weten waarom iemand in
zo’n positie het zou nodig hebben om te “profiteren” ?? We kwamen niets tekort !!
Integendeel ! Ons leven was perfect zoals het was. Bovendien is het zo dat zelfs in geval van
schadevergoeding, iemand nooit al zijn schade kan recupereren. Waarom zou ik dan al mijn
contracten verliezen, failliet gaan, huis verliezen, als ik mezelf er schade mee aanbreng ?
Geen kat gaat toch in zijn eigen vingers snijden ? Het volstaat logisch te denken. Het
interessantste voor mij was zo snel mogelijk het werk te hernemen en daar heb ik alles toe
geprobeerd. Veel mensen hebben daar ook tijd, energie en geld voor geïnvesteerd om dit
mogelijk te maken. De enige reden dat ik het werk niet hernam, is omdat ik er niet toe in
staat was tgv letsels ongeval.
Een objectief en eerlijk vonnis maken op basis van het voorliggend verslag is in ieder geval
onmogelijk. Het zou enorm verhelderend zijn voor de politierechter om alle aangestelde
gerechtsdeskundigen, advocaten en bijstandsartsen eens tegelijk samen rond de tafel te
zetten en hen eens met elkaar, met wat ze zeggen, met wat er op papier staat, en met wat in
de nieuwe medische stukken staat, te confronteren. Er zouden er daar niet veel op hun
gemak zitten. (jammer dat dit nooit gebeurd is, hopelijk doet het parket dit wél)
4.2DE ROL VAN MEESTER VANDENBOGAERDE
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
238

De rol van Meester Vandenbogaerde zal uitgeklaard moeten worden in het strafrechtelijk
onderzoek.
Vast staat dat hij :
1.Sinds december 2012 over alle stukken en het volledig dossier beschikte
2.De zaak goed en stipt opvolgde tot juli 2013
3.Bijkomend in het bezit gesteld werd van alle nieuwe stukken in de loop van 2013
4.Sinds zomer 2013 plots niet meer bereikbaar was en niet meer reageerde op mails
5.Een eerste conclusietermijn liet verstrijken
6.Waarop hij diverse aanmaningen kreeg van Meester Jean-Pierre Vandemaele,
waarop hij nooit reageerde
7.Een tweede conclusietermijn liet verstrijken
8.Hierop vertrouwelijke informatie doorspeelde aan Providis / AG in januari 2014,
alsook aan Providis / AG adviseerde om het dossier af te sluiten
9.Een deel van het dossier, zoals na teruggave kon vastgesteld worden, ‘verdwenen’
was
10.Hij bij die gelegenheid een ‘draft’ van een conclusie afgaf, gedateerd 23 december
2013, waarin hij dezelfde stukken als Hans Verstraelen aanhaalde, waarbij men zich
kan afvragen waarom deze conclusie niet ingediend werd op de rechtbank of nooit
bezorgd werd aan concluante
11.Hij zich verontschuldigde, en aangaf dat er ‘geen ereloonnota verschuldigd zou zijn’
12.Enkele maanden later bleek, dat hij toch 1200 euro ontvangen had van Providis/AG,
de vraag ‘waarvoor dan’ ? stelt zich
13.Meester Mortier opbelde met de boodschap dat hij dit dossier zeker niet moest
behartigen, dat het ‘sowieso een verloren zaak’ zou zijn – op basis waarvan en
waarom vond hij het nodig dit aan de opvolgend advocaat te melden ? Waarop ze
zich blijkbaar allebei tegelijk afmeldden als advocaat op 19.03.2014 bij de griffie.
Misschien dat het allemaal ‘toeval’ is, maar na alles wat er gebeurd is, gelooft concluante
niet meer in toeval.
Concluante won advies in bij een andere advocaat, die ‘verschillende fouten’ bevestigde
(stuk 244) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
239

Op basis van het door u geschetste feitenrelaas, stel ik vast dat de raadsman in kwestie
inderdaad verschillende fouten heeft begaan (bv. het tot tweemaal toe laten
verstrijken van een conclusietermijn en het opstellen van een negatief advies t.a.v. de
rechtsbijstandsverzekeraar). Deze fouten kunnen m.i. eenvoudig worden bewezen.
Klacht bij de stafhouder werd geseponeerd. Enige tijd later was VDB zelf stafhouder.
4.3DE ROL VAN MEESTER MORTIER
Meester Mortier is de Kleine Held in deze episode. Het is dankzij de druk die hij legde op
Hans Verstraelen om kleur te bekennen (stuk 234), dat deze laatste alsnog op 24 maart 2014
zijn bewuste brief aan uw rechtbank bezorgde, amper enkele dagen voor de zitting van 2
april (stuk 232 + 233).
Het is ook dankzij hem dat concluante een zicht kreeg op de manoeuvers die achter haar rug
om uitgevoerd werden door AG en Providis : het herhaaldelijk benaderen van advocaten
door Providis / AG om het dossier NIET te behartigen ; het zwart maken van concluante door
Providis /AG waarbij gezegd werd dat zij ‘psychisch gestoord’, ‘labiel’, ronduit gek was ! ; het
benaderen van Meester Mortier door Christiaen Vandenbogaerde ook om het dossier NIET
te behartigen ; het feit dat zij van schriftvervalsing beschuldigd werd door Hans Verstraelen
en Providis en AG ; … Alles kwam stilaan aan het licht.
Toen het deze advocaat duidelijk werd in wat voor corrupt gedoe hij terecht gekomen was,
bijkomend het feit dat Providis / AG weigerde om zijn erelonen te betalen, bijkomend het
feit dat Providis / AG de aanstelling van een bijstandsarts weigerde, plus dat concluante zelf
zijn erelonen niet kon betalen, plus de tijdsdruk, haakte hij uiteindelijk af.
4.4DE ROL VAN AG & PROVIDIS
Het staat vast dat er contact geweest is tussen AG en Hans Verstraelen. Immers, op
26.02.2014 meldt Providis telefonisch én schriftelijk aan Pascal Mortier dat zij weten dat
Hans Verstraelen GEEN brief gestuurd heeft naar de rechtbank (stuk 231).
HOE WEET PROVIDIS DAT VERSTRAELEN ZIJN BRIEF NIET VERSTUURDE ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
240

Providis zegt namelijk later (zie audio – stuk 236) dat zij pas in MAART 2014 met Hans
Verstraelen gesproken heeft.
Dat laat 2 opties :
1)Providis nam begin februari 2014 contact op met Verstraelen - want eind februari
had ze het al over contact met Verstraelen tegen Mortier én was de griffie blijkbaar
ook gecontacteerd …
2)AG en Verstraelen hadden begin februari 2014 contact, en AG liet dit in februari
weten aan Providis, die dat op zijn beurt zo doorgaf aan Meester Mortier
De enige manier dat Providis voor 26 februari 2014 kon weten dat Hans Verstraelen géén
brief gestuurd had naar uw rechtbank, is door contact met AG. AG en Providis hadden
sowieso contact, Providis geeft dit zelf toe : we hebben contact gehad met AG naar
aanleiding van de brief ‘maar dat was om uw dossier te verdedigen’.
Hans Verstraelen is niet ‘zomaar’ van gedacht veranderd, om zijn brief – die hij zgz.
diezelfde dag 30 januari 2014 nog verstuurd had (zie video 5, stuk 29) – niet te versturen.
Ook schreef Hans Verstraelen dat hij in ‘grote problemen’ terecht gekomen was na het
versturen van zijn brief (stuk 237 – hij had zich blijkbaar ‘heel wat op de hals gehaald’).
Wie zou hem daarvoor problemen bezorgen ?
Ook wordt hetgeen Providis ACHTERAF beweert om haar rol in het bedrog toe te dekken,
tegengesproken door deze email (stuk 238) :
Beste Mr Balcaen,
Ik keer terug op ons gesprek van daarnet.
Uit deze mail blijkt dat u copy van de brief van Dr Verstraelen op 10 februari ontving.
Dat is maw ongeveer een maand voor uw telefoongesprek met Dr Verstraelen.
U begrijpt dan ook mijn vraag naar het 'waarom' het nodig was om Dr Verstraelen
te bellen.
Ik noteer dat Dr Verstraelen aan u bevestigde dat hij deze brief niet verstuurd heeft
op 30 januari 2014 en geen intentie had om deze aan de rechtbank te bezorgen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
241

4.5DE ROL VAN KOENRAAD VERSTRAETE
Koenraad Verstraete werkt als consulent ook bij AZ Groeninge. Omgekeerd werkt Patrick
Seynaeve als docent radiologie op de Universiteit Gent. Beide radiologen ontmoeten elkaar
regelmatig.
Patrick Seynaeve legde tijdens zo’n werkvergadering de nieuwe MRI beelden nek voor aan
Koenraad Verstraete en vroeg hem hoe hij zo’n evidente letsels over het hoofd kon zien en
besluiten dat er ‘geen post traumatische letsels’ waren. Hierop draaide Koenraad Verstraete
zijn kar en gaf hij aan dat hij zelfs ‘overtuigd’ was dat er letsels waren (stuk 148).
De nekletsels waren intussen ook al door de radiologen in Roeselare bevestigd (stuk 245).
Daarnaast legde Koenraad Verstraete bepaalde verklaringen af m.b.t. dit dossier, waaruit
blijkt dat ook hij benaderd geweest was door AG.
Mede hierdoor werd duidelijk welke rol Koenraad Verstraete gespeeld had in dit dossier.
Aan uw rechtbank 1 advies : bij radiologische discussies : vertrouw op Patrick Seynaeve. Hij is
niet alleen hooggespecialiseerd, bovendien is hij niet-omkoopbaar.
4.6DE ROL VAN HANS VERSTRAELEN
De rol van Hans Verstraelen leek aanvankelijk positief te zijn : hij zei op 20.01.2014 dat hij
zijn bedrog zou rechtzetten.
De week erop bevestigde hij via zijn secretariaat dat de brief op komst was (audio – stuk
235).
Op 30.01.2014 verstuurde hij zgz. zijn brief aan uw rechtbank om een nieuwe expertise te
vragen en stuurde hij copy ervan aan concluante (stuk 230).
Niets bleek minder waar. Ipv zijn brief te versturen, belde Verstraelen naar alle
waarschijnlijkheid AG op om te zeggen “Moet je nu wat weten, Santens stond hier plots voor
mijn neus met bijkomende bewijzen en ik had de keuze : bedrog rechtzetten of strafklacht.”
AG verbood naar alle waarschijnlijkheid Verstraelen om de brief te versturen. De brief
vertrok dus NIET naar de rechtbank. AG lichtte naar alle waarschijnlijkheid Providis in, dat de
brief NIET verstuurd zou worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
242

Ook Providis had telefonisch contact met Verstraelen begin februari 2014. (Balcaen
verspreekt zich in audio – stuk 236 – eerst heeft hij het over ‘contact begin februari’ ; nadien
wijzigt hij dat in ‘ik heb contact gehad begin maart’ ; maar dat kan per definitie niet zijn 1
ste

contact zijn aangezien hij al op 26.02.2014 een brief stuurde aan Mortier waarin hij zijn
contact met Verstraelen vermeldde …)
Intussen verzekerde Verstraelen concluante meermaals dat zijn brief “heel zeker” verstuurd
was (video 5 – stuk 29).
Op 26.02.2014 liet Providis telefonisch weten aan Pascal Mortier dat Santens
“schriftvervalsing” gepleegd had. Frederik Balcaen van Providis wist nl. “heel zeker” dat
Verstraelen GEEN brief naar de rechtbank verstuurd had. Concluante had die volgens
Providis … ZELF OPGESTELD om Pascal Mortier te misleiden … Pascal Mortier moest echt
opletten met concluante, dat was een pathologische leugenaar. Hij zou er nog zijn vingers
aan verbranden.
En als Pascal Mortier Providis niet geloofde, moest hij zelf maar contact opnemen met Hans
Verstraelen. Hans Verstraelen zou hem zeker bevestigen dat hij géén brief naar de rechtbank
verstuurd had of zou versturen (stuk 231), aldus Providis. Zo zou Pascal Mortier misschien
eindelijk inzien dat hij beter héél veraf bleef van dit psychiatrisch gestoord geval.
Dus Pascal Mortier nam hierop zelf contact met Hans Verstraelen op 27.02.2014 (stuk 234).
Een maand lang kwam hier geen reactie op.
Last minute, op 24.03.2014 stuurde Hans Verstraelen toch zijn brief naar de rechtbank (stuk
233) met AG en Mortier in copy.
De zitting was op 02.04.2014.
Wat leiden we daar uit af ?
Hans Verstraelen had nooit de intentie om zijn brief aan uw rechtbank te versturen. Hij
speelde dubbel spel. Aan AG en Providis zei hij dat hij zijn brief niet verzonden had en nooit
zou verzenden ook, zodat hij ongestoord expertises kon blijven verder doen. Tegelijk zei hij
aan concluante dat zijn brief ‘heel zeker’ verzonden was om strafklacht te vermijden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
243

Het is VERWERPELIJK. Vooral het GEMAK waarmee hij 2 gezichten heeft. ZONDER
VERPINKEN.
Juist hetzelfde als Tack. Die reageert op identiek dezelfde wijze. Rustig, beleefd, ja ja zeggen
aan de rechtbank, maar ACHTER DE RUG OM …
Opname Providis begin mei 2014 (stuk 236) : Frederik Balcaen geeft toe dat hij contact
opgenomen heeft met Hans Verstraelen (na ontvangst copy brief door mij bezorgd
30.01.2014, waarin Verstraelen zegt aan de rechtbank dat er een nieuwe expertise moet
komen) – zie audio fragment op 4 minuten 32 seconden (“ik heb Hans Verstraelen
opgebeld”) en verder ; oa 6 minuten 18 seconden (“Dr Verstraelen heeft gezegd dat hij
de brief opgesteld heeft maar dat hij niet vertrokken is naar de rechtbank”) ; oa 7
minuten 38 seconden (“Dr Verstraelen heeft me toen bevestigd dat hij een schrijven
opgesteld had waaruit bleek dat het medisch verslag niet meer correct was en dat was
toen nog niet vertrokken naar de rechtbank en voor zover ik weet is dat daar ook nooit
toegekomen”) ; oa 7 minuten 50 seconden (“ik heb dat document gekregen ik heb dat
ook aan tegenpartij (= AG = Providis) overgemaakt”) ; oa mijn vraag 9 minuten 40
seconden : “u zegt dat de brief van Verstraelen nooit bij de rechtbank is geraakt. Waaruit
leidt u dat af ?” met als antwoord: Providis beweert dat zij deze info niet aan AG bezorgd
heeft om mijn dossier tegen te werken, maar wel “om mijn dossier te verdedigen en AG
aan te manen om hun standpunt bij te stellen” (da’s dus ZEVER !! ZE SPREKEN
VOORTDUREND ONDERLING AF en mijn dossier werd nog GEEN EEN KEER verdedigd, wel
voortdurend tegengewerkt). Vast staat wel, dat er contact geweest is tussen Verstraelen,
Providis en AG. Ook staat vast (9 minuten 44 seconden) dat Providis contact opgenomen
heeft met Meester Mortier (“we hebben aan Meester Mortier gevraagd waar is die brief
naartoe”) ; er zou ook contact geweest zijn bij de griffie van Kortrijk* : 10 minuten 10
seconden (“bij de griffie hebben ze laten weten dat ze die brief nooit gekregen
hebben”). Zie 10 minuten 50 seconden : met zijn gefoefel met zijn brief “heeft
Verstraelen zijn subjectiviteit aangetoond” ; Zie ook mbt Mortier : 11 minuten 20
seconden “ik denk dat Meester Mortier u dat ook al gezegd heeft” (hoe weet Providis wat
Meester Mortier tegen mij gezegd heeft ??? reden : omdat Providis voortdurend belde
naar Mortier !!) ; zie ook : 12 minuten 55 seconden “er is al zoveel telefonie in uw
dossier geweest” (ah bon ? telefonie met wie allemaal ? NIET MET MIJ ALLESZINS !! en
NIET MET MIJN MEDEWETEN OF AKKOORD) ; 13 minuten 30 seconden “ik heb dr
Verstraelen begin maart gesproken en toen was die brief nog niet bij de rechtbank”.
PLUS Providis tracht voortdurend het bedrog van Verstraelen te MINIMALISEREN : o het
doet er niet meer toe of Verstraelen nu subjectief geweest is of niet, u krijgt een nieuwe
expertise u kan met een schone lei starten. HET DOET ER NIET TOE ??? HET DOET ER NIET
TOE ??? Gemakkelijk gezegd voor een ander, maar CONCLUANTE IS WEL HAAR HUIS EN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
244

BVBA EN VRIEND KWIJT – en DAT DOET ER NIET
TOE ?????????????????????????????????????)
*Te controleren : heeft AG in feb/maart 2014 de griffie gebeld of heeft Providis de griffie
gebeld ? Als blijkt dat het AG of Fonteyne is die de griffie gebeld heeft, dan liegt Providis
en is de samenwerking tussen AG en Providis aangetoond. Het lijkt alleszins niet
gebruikelijk dat een rechtsbijstandverzekering belt naar de griffie. Wel dat de advocaat
van AG belt naar de griffie … en dan Providis inlicht.
Hans Verstraelen kreeg nav het Providis nieuws de kans om zijn standpunt toe te lichten
op 13 mei 2014 :
In een email bericht vroeg concluante :
U begrijpt ongetwijfeld mijn verwondering. Ik ging er van uit dat uw brief bij de
rechtbank aangekomen was op 1 of 2 februari zoals u bevestigd had. De vragen die ik
me stel, zijn deze :
-Wat maakt dat Providis/AG het “onmogelijk” achtte dat u zo’n brief zou opstellen ?
-Wat maakt dat u me tijdens ons laatste telefoongesprek begin februari uitdrukkelijk
bevestigde dat de brief met zekerheid verzonden was terwijl dat volgens het vonnis
blijkt niet het geval te zijn ?
-Wat maakt dat u – volgens dhr. Balcaen althans – niet van plan was de brief te
versturen ?
-Wat maakt dat u een week voor de zitting toch besliste de brief te versturen ?
Heeft dhr. Balcaen iets verkeerd begrepen tijdens zijn gesprek met u ? Heeft dhr.
Desmeth iets verkeerd begrepen ?
Maakt Providis/AG mij iets wijs ? Waar zit de bug ? Betreft het een misverstand ?
Wat is de waarheid ?
Het belangrijkste is uiteraard dat uw brief uiteindelijk aan de rechtbank bezorgd
werd. Toch wil ik graag duidelijkheid bekomen over bovenstaande. De beïnvloeding
van deskundigen door AG tijdens de expertise is u voldoende bekend. Ik wil
dergelijke praktijken tijdens de nieuwe expertise graag vermijden en me hiertegen
indekken. Zolang de nieuwe expertise snel kan starten en eerlijk en objectief
verloopt, kan het verleden wat mij betreft in het verleden blijven. Maar
Providis/AG staat nog steeds in voor mijn ‘dossierverdediging’. Vandaar het belang
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
245

om duidelijkheid hierin te bekomen en ieder mogelijk misverstand voorgoed uit de
weg te ruimen en er met een schone lei herstart kan worden.
Alvast bedankt om uw versie te willen bezorgen.
Maar Hans Verstraelen bleek niet in staat te zijn een duidelijk antwoord te bezorgen over
het feit dat hij TWEE TEGENOVERGESTELDE VERSIES HAD. De fout lag – zoals steeds
natuurlijk – bij … concluante !
Anke,
ik ben zéér teleurgesteld in je mail! – en daarnaast ook heel kwaad!
Ik zal je zeker nog uitgebreider antwoorden als ik wat gekalmeerd ben … tenzij ik me
bedenk, want vroeg of laat lijk jij elke woord dat iemand je toevertrouwd te
misbruiken!
Alvast dit:
1/je hebt er geen idee van wat ik me op de hals gehaald heb deze brief aan de
Rechtbank te schrijven …
(KAN IEMAND HEM VRAGEN : WAT DAN ?)
2/ je zei dat ik eigenlijk niet echt thuis ben in de expertisewereld omdat ik eigenlijk
een ander beroep uitoefen … maar ik ken deze wereld behoorlijk goed en kan je
verzekeren dat je heel erg verkeerd bezig bent …
(MAG MEN NIET ZOEKEN NAAR DE WAARHEID DAN IN MEDISCHE EXPERTISES ?
MOET MEN BLIJVEN ZWIJGEN OVER BEDROG ?)
3/ je richt nu al voor de zoveelste maal je pijlen op de verkeerde … met name de
ENIGE die het zowel tijdens de expertise als lang daarna het voor jou opgenomen
heeft … maar dat heb je duidelijk niet begrepen!
(WAAROM BEVESTIGDE HIJ IN ZIJN VERSLAG DAN DE VERSLAGEN VAN 3
SUBEXPERTEN WAARVAN HIJ ZELF TOEGAF DAT HIJ WIST DAT ZE VALS WAREN, EN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
246

ERKENDE HIJ GEEN AXONALE HERSENSCHADE, EN VERSTUURDE HIJ ZIJN BELOOFDE
BRIEF NIET ???? IS DAT “HET VOOR IEMAND OPNEMEN” ??? IEMAND DIE – OP DAT
MOMENT - BOVENDIEN ZWANGER, ZONDER HULP MET 6 % NAAR HUIS STUREN ???)
Hans Verstraelen
Op 14 mei 2015 antwoordde concluante als volgt :
Beste Dr Verstraelen,
In tegenstelling tot wat u lijkt te denken, worden er geen pijlen op u gericht.
Ik had gehoopt dat het bekomen van een nieuwe expertise er voor zou zorgen dat
alles vanaf nu eindelijk eerlijk en correct zou verlopen en dat AG/Providis zou stoppen
met hun spelletjes om toch maar niets of zo weinig mogelijk te hoeven betalen. Uit
mijn gesprek met dhr. Balcaen bleek dat vooralsnog niet zo te zijn. Ik heb in maart
een klacht ingediend bij de Ombudsdienst Verzekeringen omdat Providis, zoals u
weet, weigerde om kosten advocaat, bijstandsarts, ergoloog te dragen zodat ik geen
bijstand zou hebben om een nieuwe expertise te kunnen bekomen. Een van hun
redenen zou zijn, zo vernam ik vandaag, het gesprek tussen dhr. Balcaen en uzelf. Ik
heb ook tegen AG klacht ingediend omdat zij weigerden een voorschot te betalen. Het
gevolg daarvan is wel geweest dat ik snel snel mijn woning en dit met verlies moeten
verkopen heb om deze kosten te kunnen voorschieten. Dat is geen klein gevolg meer !
Dit betekent niet dat ik zomaar alles geloof wat Providis achteraf komt te vertellen
om zich goed te praten. Mijn mail aan u is geen beschuldiging, maar een vraag naar
toelichting, zodat er een einde kan komen aan deze soep die al veel te lang duurt. Het
volstaat de beweringen van Providis te weerleggen als deze niet op de waarheid
berusten. Er kunnen tientallen redenen zijn waarom uw brief pas last minute bij de
rechtbank aangekomen is. De eerste brief kan met de post verloren gegaan zijn
bijvoorbeeld waardoor u hem later een tweede keer verstuurde. U kan ziek geworden
zijn en de kans niet gekregen hebben om hem te versturen. Uw secretaresse kan
vergeten zijn die te versturen terwijl u ter goeder trouw dacht dat hij wel verstuurd
was. Dhr. Balcaen kan iets verkeerd verstaan of geïnterpreteerd hebben. Het kan van
alles zijn. Ik weet het niet ik was er niet bij dus ik oordeel niet en beschuldig niet. Ik
weet alleen dat u beloofd had hem op 30 januari te versturen en dat u in februari
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
247

gezegd heeft dat hij heel zeker verstuurd was. Daarop heb ik vertrouwd. Nu blijkt dat
niet zo te zijn en wordt dit gebruikt (misbruikt ?) door Providis.
Deze discussie kon vermeden zijn was de brief idd verstuurd 30 januari of 1 februari.
Daarvoor kan ik toch niet verantwoordelijk zijn.
Ivm 1 :
U bent gerechtsdeskundige en u staat onder ede om een correct en objectief verslag
af te leveren.
Niemand kan u iets verwijten of ten laste leggen als u de nodige stappen neemt om er
voor te zorgen dat er een objectief en correct eindverslag komt. Dat is juist uw job /
opdracht.
Ik heb contact met u opgenomen in januari 2014. Op dat moment was er geen
expertise lopende. Uw eindverslag lag neer. Juridisch gesproken mag ik na de
expertise met u een gesprek hebben.
Daarin heeft u geen fout gemaakt. Ik was de vragende partij voor het gesprek – niet
u.
U hebt met uw brief het enige gedaan wat juist was in het kader van uw opdracht.
Niemand, behalve AG, kan u dat kwalijk nemen.
U hebt in uw brief niet verwezen naar het verloop van de expertise en u hebt niemand
van iets beschuldigd.
Niemand kan u kwalijk nemen in eer en geweten vast te stellen dat de conclusies in
het eindverslag onjuist waren en dit te melden om de fout recht te zetten.
U hebt zich neutraal opgesteld en enkel verwezen naar de nieuwe medische stukken.
Intussen zijn er nog een pak nieuwe bijgekomen die allemaal verder uw brief
ondersteunen. In geval dit voor u nuttig kan zijn, vindt u in bijlage het
deskundigenverslag van Dr Van Loo.
Ivm 2 :
Ik heb nooit gezegd dat u niet thuis bent in de expertisewereld. Ik ben er zelfs van
overtuigd dat u heel goed thuis bent in de expertisewereld, hoe de contacten met
verzekeringsartsen, andere deskundigen, enz. verlopen in theorie en in de praktijk.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
248

Wel heb ik gezegd dat u weinig ervaring hebt met chronische whiplash/TBI/PTSS enz.,
dat dit zeer ver staat van uw werk als gynaecoloog en daar blijf ik ook bij, en dat
heeft u trouwens zelf ook gezegd, en dat een nieuwe expertise beter zou gebeuren
door iemand gespecialiseerd hierin (vb Jo Nys maar die kon dan niet wegens geen
gerechtsdeskundige).
En ja, ik ben me goed bewust van het “risico” dat ik neem door me niet zomaar bij het
verloop van de expertise neer te leggen.
Het feit dat medische expertises 1 groot web is waarin alles en iedereen met elkaar
verweven zit.
Er zijn veel mensen die intussen dit dossier volgen op de achtergrond, informatie
geven, verhalen vertellen, enz.. Mensen met een twijfelachtige expertise die deze
trachten recht te trekken, worden zwart gemaakt, of ze zijn niet goed bij hun hoofd,
of … Als dat scenario niet lukt, dan gaan de verzekeringen deze mensen afschilderen
als “Don Quichote”. Dat is blijkbaar de off the record advocatenterm voor zo’n
gevallen. Die mensen “zien spoken” en zijn “overdreven achterdochtig” en “voeren
een strijd tegen het systeem”. Het ‘systeem’ kan me echt niets schelen. Ik wil enkel
mijn leven terug.
Ik begrijp ook dat deskundigen elkaar kennen, langs de neus weg bepaalde info
geven, hoe sommige zaken met akkoordjes afgehandeld worden, dat deskundigen
elkaar toedekken ook al zijn ze niet helemaal akkoord met een collega want wie weet
hebben ze op een dag – terecht of onterecht – de steun van hun collega’s nodig (cfr.
uw reactie tov Dr Baeke, dat het ‘gevoelig’ ligt om een collega te wijzen op een
subjectief verslag, regelmatig moeten samenwerken, enz.), dat er veel deskundigen in
de raad van de Orde van Geneesheren zitten en als iemand het waagt om bij deze
Orde een klacht tegen een arts in te dienen, dat gegarandeerd een nieuwe expertise
nog slechter afloopt dan de oorspronkelijke, enz.. Ik weet ook dat klachten die bij de
procureur ingediend worden systematisch geseponeerd worden en wie dat doet
gegarandeerd een objectieve expertise kan vergeten want ook hier beschermt het
beroep blijkbaar het beroep, plus mogelijks nog een klacht wegens laster en eerroof
aan je been, enz..
Een beetje het verhaal van die trage rechter uit Veurne die jarenlang corruptie
pleegde terwijl dat iedereen ginder wist hoe de vork in de steel zat en iedereen bleef
zwijgen waardoor mensen daar jarenlang onterecht de dupe van werden.
Ik zwijg al meer dan 3,5 jaar op advies van artsen en advocaten uit angst om
iemand tegen het been te schoppen en daardoor een negatief verslag te krijgen. En
wat heeft al dat zwijgen me opgeleverd ? 3,5 jaar van mijn leven kwijt, een onjuist
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
249

verslag, alles terug van 0 herbeginnen, enkele weken geleden 3 x op spoed omdat
de klachten erger en erger worden omdat er nog steeds geen hulp mogelijk is en de
kinderbescherming op mijn dak of mijn dochtertje misschien een opvanggezin nodig
heeft, meer in BE zitten dan in FR omdat ik mijn plan niet kan trekken, een paard
dood, bvba failliet waarvan ik NUL euro zal recupereren terwijl er voor 10 mio bf
aan contracten per jaar waren, mijn huis kwijt, op 27 juni eindzitting ivm
inbeslagnameprocedure Frankrijk, en AG die op de zitting liet weten dat ze beroep
gaan indienen tegen een nieuwe expertise ?
Mijn “risico” lijkt me zeer beperkt, wat heb ik nog te verliezen ? Ik heb geen jaar of 2
jaar de tijd meer om een beroepsprocedure af te zitten wachten en dan nog eens een
jaar of 2 jaar voor een eventuele nieuwe medische expertise.
Het is tijd nu voor duidelijkheid en voor de waarheid en terug een leven kunnen
opbouwen.

Ivm 3 :
Ik richt mijn pijlen op niemand. Ik wil mij zoals ik al schreef, indekken om niet nog een
keer in hetzelfde straatje terecht te komen. Vandaar mijn vraag naar een toelichting
mbt de beweringen van Providis/AG. Iedereen heeft een vraag naar toelichting
gekregen, u bent niet de enige (zie oa bijlage). Voorlopig zijn deze stukken nog
nergens aangewend. Ik hoop dat dat zo blijft want ik ben dit hele circus net als u
eerlijk gezegd meer dan beu en vraag enkel dat er eindelijk een eerlijke en
objectieve expertise kan komen zonder verdere beïnvloeding door AG en terug een
normaal leven, zonder pijn, voor mijn dochtertje kunnen zorgen, mijn werk met de
paarden kunnen verder zetten – zoals zonder het ongeval ook het geval zou
geweest zijn .
Ik hoop dat dit u kan toelaten mijn vraag tot toelichting beter te kaderen.
Vele groetjes,
anke
Daar kwam geen reactie meer op. Nog steeds blijven tal van vragen onbeantwoord.
4.7DE ROL VAN UW RECHTBANK
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
250

Uw rechtbank is de Grote Held in deze episode. Met ‘k Ga kik het ne keer zeggen snoerde
uw rechtbank op ‘passende’ wijze de mond van Jan Fonteyne die uw rechtbank stond af te
dreigen dat ze zeker geen nieuwe expertise mocht toekennen en maakte ze kordaat komaf
met de pogingen van AG om het dossier met drie keer niets te laten afsluiten.
Als uw rechtbank dat nu nog een keer zou willen doen, zou dat al even ‘passend’ zijn als
toen, want verweerster heeft het spel al even vuil gespeeld in de 2
de
expertise als in de 1
ste

expertise, en het resultaat is al even lamentabel. Misschien een beetje luider, want de eerste
keer is het blijkbaar niet goed doorgedrongen, kwestie dat AG het niet vergeet naar de
toekomst toe ? Want ze lappen dit bij iedereen met diffuse axonale hersenschade.
4.8EVOLUTIE VAN DE MEDISCHE TOESTAND
We verwijzen hiervoor naar stuk 256, vanaf blz. 12.
4.9GEVOLGEN
De gevolgen van deze periode waren desastreus :
1.Panter, een paard van concluante, dat zij ziet als een volwaardig gezinslid, stierf,
omdat er geen geld was om in spoed de paardenkliniek te betalen ; was alles eerlijk
verlopen in de 1
ste
expertise, dan zouden de middelen voorhanden geweest zijn om
dit te voorkomen. Tenminste, zou Panter een KANS gehad hebben. Nu niet. Dit is
onherstelbaar. En maakt concluante nog steeds heel verdrietig.
2.Concluante moest noodgedwongen haar woning in Vichte verkopen. Dat betekent
niet alleen een verlies aan kapitaal, maar ook een verlies aan huurinkomsten, maar
ook, en belangrijk : het wegvallen van de mogelijkheid om naar België terug te
kunnen keren nu zij slechts tijdelijk bij haar moeder terecht kan. Door de
overprikkeling en vooral het feit dat zij geen lawaai meer kan verdragen, is het niet
eenvoudig om met concluante samen te leven. Dit leidde op zijn beurt tot een
grotendeels gescheiden bestaan van haar dochtertje.
3.De klachten tgv ongeval werden erger en erger.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
251

4.Het dochtertje van concluante begon te lijden onder de situatie. Het aantal uren dat
zij geweend heeft … ontelbaar. En onherstelbaar.
5.De familie van concluante kwam onder grote druk te staan om de zorg van dochtertje
op te vangen, de financiële gevolgen te dragen, … .
6.Er moesten bijkomende schulden gemaakt worden voor de opvang van de paarden
en voor hulp door derden te kunnen blijven bekostigen.
7.In Frankrijk werd een inbeslagnameprocedure gestart, nota bene op de dag dat het
dochtertje van concluante geboren werd, op 3 januari 2013, waardoor concluante
niet kon genieten van deze zo belangrijke gebeurtenis, en waardoor de druk op haar
schouders nog meer opgevoerd werd, en ook hier hoge kosten gemaakt moesten
worden voor juridische bijstand te bekomen om de inbeslagnameprocedure af te
wentelen en steeds weer uitgesteld te krijgen.
8.Continue stress, een continu geloop en gebel om de nodige ondersteuning van
advocaten en bijstandsartsen te bekomen – tevergeefs, waarbij deze stress in
belangrijke mate bijdroeg tot verdere verergering van de klachten
4.10BESLUIT
Niet alleen tijdens de expertises, maar ook in de tussenliggende periode, benaderde
verweerster alle betrokkenen in dit dossier om een eerlijke verdediging onmogelijk te
maken.
Enerzijds zit je met AG en Providis die op alle mogelijke manieren iedere verdediging
onmogelijk trachten te maken (eerst advocaat aanmanen om geen stappen te ondernemen
in dossier, dossier te laten aanslepen ; dan advocaat weigeren ; bijstandsarts weigeren ; dan
advocaat bestoken met telefoons, zwartmakerij van concluante, … tot die de verdediging van
het dossier staakt).
Anderszijds met Verstraelen die zijn bedrog verder zet, en ja knikt aan beide kanten : ja
beloofd de brief is verstuurd ; ja beloofd de brief wordt zeker niet verstuurd.
Uw rechtbank zal waarderen, dat dit uiteraard niet ‘zomaar’ gebeurde : immers, als er geen
letsels zouden zijn in causaal verband met ongeval, dan zou dat toch allemaal niet nodig
geweest zijn ? Al die moeite doen, waarom ? Als er toch niets aan de hand is ? Geen letsels
zijn ? Dan hoef je toch zo niet te manoeuvreren en foefelen langs alle kanten ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
252

Het is juist omdat verweerster heel goed wist dat het ernstige invaliderende klachten
betrof, dat zij zich zo veel moeite getroost heeft en voor het pad van bedrog blijven kiezen
is.
DEEL 5 : DE TWEEDE EXPERTISE
5.1HET VERLOOP VAN DE 2
DE
EXPERTISE
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
253

Concluante vermoedde reeds de partijdigheid van Tack na een eerste (en het enige, daarna
was hij nooit bereikbaar meer op gsm) telefoongesprek in juni 2014, waarin Tack bevestigde
dat hij al met Luc Desmet van AG gesproken had. Luc Desmet zou pas beschikbaar zijn voor
een zitting – toevallig – 1 dag nadat concluante naar Frankrijk moest vertrekken …
Tack liet de 1
ste
zitting pas doorgaan 3,5 maand na zijn aanstelling.
Voor het verloop van de 1
ste
zitting verwijst concluante naar stuk 246.
Een 1
ste
verzoekschrift tot vervanging van Tack volgde hierop (stuk 247).
De raadsman van Securex, na al die jaren al goed bekend met “bizarre” gang van zaken in
bepaalde expertises, vond het noodzakelijk om tussen te komen (stuk 248).
De 2
de
zitting was een SCHIJNVERTONING : AG en Tack erkenden na een presentatie met
foto’s door Dr Seynaeve post traumatisch nekletsel (stuk 292), vroegen bijkomende
radiologische studie en TACK ZELF (niet AG ! TACK ZELF = bewijs PARTIJDIGHEID om toch
maar het pad ‘simulatie-aggravatie’ te kunnen blijven volgen onder het motto ‘kijk een 2
de

expert bevestigt persoonlijkheidsstoornis !’) vroeg een bijkomend psychologisch onderzoek
aan bij zijn vaste medewerker Colpaert, tevens vaste medewerker van Baeke ... Michel Van
Loo deed zijn mond niet open.
M.a.w. : wat al 1 maand na ongeval erkend was, werd opnieuw erkend (= schijnvertoning) +
nieuwe aanstelling corrupte sub-experten met als doel : letsels afwijzen … (=
schijnvertoning).
Totale kostenplaatje van de schijnvertoning : ruim 6.000 euro voor Michel Van Loo, zo’n
1.000 euro voor Tack (“studie dossier” + zitting + uitnodigingsbrief), zo’n 2.000 euro voor Dr
Seynaeve = 9.000 euro WEG uit het rechtsbijstandbudget … Waarom heeft mevrouw
Santens geen advocaat ? Waarom is het rechtsbijstandbudget van mevrouw Santens
uitgeput ?
Jan Fonteyne (de AG advocaat) suggereerde dat de klachten te wijten waren aan een ‘val’ in
november 2010, terwijl het NET OMGEKEERD de klachten ontstaan door ongeval zijn, die het
veelvuldig vallen – typisch symptoom voor hersentrauma – veroorzaakten. Concluante
bevestigde schriftelijk op 17 november 2014 wat ze ook mondeling verklaard had (stuk 249) :
AG insinueerde dat een “val” in november de oorzaak zou zijn van de klachten.
Ook hier betreft het weer een verdraaiing van de feiten. Na het ongeval viel ik
voortdurend om, meermaals per dag. Plots begon mijn hoofd zeer erg pijn te doen,
werd ik duizelig en viel ik op de grond. Ik voelde dit niet aankomen, het ging altijd
zeer snel, en ik kon dit ook niet vermijden of tegenhouden. Dit gebeurde meermaals
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
254

per dag het eerste half jaar na ongeval, geleidelijk aan werd dit 1 x per dag, later 1 x
om de 2 of 3 dagen. Dit heeft geduurd tot eind 2011, toen ik na 6 weken uit het
revalidatieziekenhuis kwam. De evenwichtsstoornissen zijn daar ook getest
(zie bijlagen volgende mails). Daarna is het duizelig worden/omvallen verminderd,
het gebeurde nog bij stress of erge pijn of als ik me moest haasten voor iets. Het
gebeurde ook soms in de auto, waardoor ik maar zelden met de auto rij. Een keer heb
ik me net op tijd langs de kant van de weg gezet, ik ben 3 u later wakker geworden.
Bij stress/veel pijn/kracht moeten zetten (vb dochtertje oppakken) word ik soms nog
duizelig, maar ik val niet meer om. De hoofdpijnaanvallen zijn er wel nog.
De “val” in november 2010 is niets meer of minder dan de zoveelste valpartij. Ik
woonde toen al in FR maar met de vorige eigenaar was overeengekomen dat hij nog
een tijd ook daar zou wonen omdat ik niet voor mezelf kon zorgen
(ik lag toen meestal boven in een donkere kamer in stilte, verdroeg niets van licht of
geluid) en omdat dit voor hem ook praktisch was nu hij nog enkele paarden had die
hij moest verkopen.
Meestal na een valpartij werd ik na 1 of 2 minuten terug wakker, was ik een kwartier
of half uur duizelig, en kon ik na rustig en diep ademen en een glas water drinken
terug rechtstaan. Behalve die keer werd ik niet meer wakker. Yann Keller (de vorige
eigenaar) heeft achteraf verteld dat hij een kwartier geprobeerd heeft om mij wakker
te krijgen, dat dit niet lukte, dat ik mijn ogen wat opendeed maar direct terug
wegdraaide en dat hij mij daarop naar spoed gebracht heeft. Ik zal hem contacteren
om te vragen of hij een verklaring wil opstellen als u meent dat mijn verklaring
onvoldoende is. Graag een seintje hieromtrent.
Er kwam geen seintje, de verklaring zit in bijlage (stuk 250 a + b).
De gang van zaken in de weken en maanden die hierop volgden, tart werkelijk iedere
verbeelding. Om maar enkele voorbeelden aan te stippen : concluante kreeg geen inzage in
haar medisch dossier, Tack drong ook niet aan bij AG om dit te bezorgen (stuk 251 is slechts
1 van die talrijke vragen). Daarentegen maakte Tack à volonté afspraken met AG en de
subexperten, werden alle wensen van AG ingewilligd, werden verslagen uit de 1
ste
expertise
en de medische voorgeschiedenis à volonté rondgestuurd en weer op tafel gelegd, werden
verslagen op maat gefinetuned met ‘bijkomende besluitjes’ cfr. Colpaerts verslag, werden
tientallen nieuwe medische stukken gewoonweg genegeerd, te veel om op te noemen, –
echt 1 groot verzekeringsfeest, waarbij de advocaat van Securex het ook te bont begon te
vinden en meende dat het voorverslag kon ingediend worden zonder 3
de
SCHIJNZITTING,
hetgeen dan ook gebeurde, en waarop voor de 2
de
keer de vervanging van Tack gevraagd
werd aan uw rechtbank, samen met zo’n 200 blz. medische opmerkingen en bijkomend 140
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
255

blz. opmerkingen over het bedrog in dit dossier waar overigens nooit een antwoord op
kwam, noch van AG noch van Tack, die nochtans als deskundige verplicht is hier op te
antwoorden in zijn eindverslag. Uiteindelijk komt het er op neer : Schrijf wat je wil, zoveel je
wil, met zoveel bewijzen als je maar wil, maar weet dat ik niets aanvaard ‘omdat ik het zeg’.
Feitelijk vat de email van 8 januari 2015 (nog voor indienen voorverslag) het beste het ganse
verloop van de 2
de
“expertisewerkzaamheden” samen :
Zijn standpunt is duidelijk. Hij weigert ieder neutraal onderzoek en zal zich baseren
voor zijn besluiten op de 2 onjuiste onderzoeken en zal besluiten dat er geen letsels
weerhouden kunnen worden behalve post traumatische (stress stoornis) en zal
zeggen dat de besluiten van Dr Verstraelen correct waren. Zo veegt hij meteen ook de
"bedrog" kwestie van de baan en brengt hij Verstraelen & co en AG niet in diskrediet.
Als stavingsstukken willen we graag stuk 252, 253, 254, 255, 256, 257, 258, 259, 260, 261,
262, … aanbrengen en het voor de rest kort houden.
Er is toch 1 ding waarin concluante zich vergist heeft, en dat zij graag zou willen rechtzetten.
Op 8 april 2015 vroeg uw rechtbank : Wat moet ik dan doen ? Alle deskundigen als grote
deugnieten bekijken of wat ?
En concluante heeft daarop geantwoord : Nee, dat moet je nu precies ook niet doen.
Ze was mis.
Het correcte antwoord is : Ja, u moet inderdaad ALLE deskundigen, niet als grote deugnieten,
maar als grote boeven bekijken.
Tenzij uw rechtbank meent dat BEWUST zoeken om letsels af te wijzen, waardoor letsels
erger worden en LEIDEN TOT BLIJVENDE INVALIDITEIT, onder ‘deugnieterij’ valt.
In dat geval zitten we niet op dezelfde golflengte, maar dat is prima, we gaan niet vallen over
een woord, laat het ons dan “deugnieten” noemen.
In dat kader verwijst concluante naar SVM video 1, 2 en 3 en naar de Zwarte Lijst (die
intussen ge-update is) (maar nog steeds niet compleet is)(stuk 300, 301, 302, 303).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
256

Zie dan wat Tack en Verstraelen aanrichten in een mensenleven, en bedenk dan dat
Verstraelen nog de “gematigdste” is, sta eens 2 minuten stil bij wat hun collega’s “de erge”
dan doen, laat staan “de hele erge”, en stel u dan de vraag :
Wat gebeurt er met de mensen als ik ze naar een expert stuur, waarvan ik niet 100 % zeker
weet of hij al dan niet banden heeft met de verzekeringen ?
Welke zekerheid heb ik, als rechter, dat deze ‘gerechtsdeskundigen’ daadwerkelijk
onpartijdig zijn ?
Welke zekerheid heb ik, als rechter, dat mijn experts in hun verslagen de waarheid, de
medische feiten noteren ?
M.a.w. : verleg het ‘voordeel van de twijfel’ eens van kamp als er nog eens een advocaat bij
u komt aankloppen over bedrog.
Een 2
de
of 3
de
expertise is GEEN oplossing zoals u ook kon vaststellen. Dat kost massa’s geld
en duurt veel te lang en dan staat ge nog geen stap verder. Ge kunt zo 3 of 4 experts
aanstellen, en die gaan ofwel (zoals Tack deed) de besluiten van de vorige bevestigen ; ofwel
(zoals Verstraelen deed) er een miniem % bijplakken om de SCHIJN te wekken dat ze hun job
toch wel zeer serieus gedaan hebben.
Roep de mensen op in zitting in raadkamer en gebruik een “gendarm” : luister eens naar
wat de mensen te vertellen hebben. Dat wil NIET zeggen : geloof alles wat ze u vertellen.
Maar luister eens. En kijk dan eens, of u steeds datzelfde weerkerende verhaal hoort. Kijk
dan eens, of ze met hetzelfde verhaal als concluante afkomen. Want het is steeds hetzelfde.
Bij twijfel, leg een bedrogdossier voor aan Dr Jan Bolt, wetsdokter, zonder binding met
slachtoffers, zonder binding met verzekeringen, intelligent, 30 jaar ervaring, een pietje
precies, consentieus, maar vooral : eerlijk – in beide richtingen – en stel hem 1 vraag : kan u
zich vinden in de bevindingen van gerechtsdeskundige X of sluit het deskundigenverslag
van de tegenexpertise beter aan bij de realiteit ? Zegt hij ja, ik kan me vinden in de
besluiten van de gerechtsdeskundige : aanvaard dan het verslag en slaap op uw beide oren.
Zegt hij nee, uw expert slaat de bal mis, de tegenexpertise is juist : stuur dan een krachtig
signaal en aanvaard het verslag van de tegenpartij. Opnieuw en opnieuw en opnieuw, tot
de ‘deugnieten’, zelfs de allerbraafste, die u aanstelt en de verzekeringen die ze dienen,
gesnapt hebben dat vuil spelen, liegen en bedriegen niet meer passeert in uw rechtbank –
en uiteindelijk van de eerste keer zelf het spel eerlijk beginnen spelen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
257

Uw rechtbank oordeelt over MENSENLEVENS. Dat wordt veel te vaak vergeten. Het zijn geen
dossiers, maar MENSENLEVENS die afhangen van uw beslissingen. En u kan die herstellen, of
laten kapot gaan.
5.2DE ROL VAN JAN CASSELMAN
Uit de email uitwisselingen tussen Tack en Casselman blijkt dat ze elkaar goed kennen en
een vriendschappelijke band hebben. Tack wist dat de verslagen van Koenraad Verstraete uit
de 1
ste
expertise betwist werden – toch stelt hij als subexpert in de 2
de
expertise een vriend
en medewerker van hem aan.
Casselman werkt samen met AG adviseur Koenraad Verstraete. Dat blijkt uit het briefhoofd
van AZ Sint Jan : hun beide namen staan vermeld onder dezelfde dienst (stuk 304). Had
concluante dat geweten, had zij hem uiteraard meteen gewraakt nu zij al sinds 2013 op de
hoogte was van het bedrog van Verstraete.
Ook Dr Seynaeve wist dit niet. Toen hij dit nieuws vernam, was zijn reactie veelzeggend (stuk
156):
Wist ik eigenlijk niet, anders toch niet naar Brugge gestuurd.
Los daarvan duikt Casselman op in andere bedrogdossiers, o.a. dhr. G. uit I. (dossier
beschikbaar indien nodig). Casselman was de eerste gerechtsdeskundige-radioloog die werd
aangesteld in dit dossier. Nadien werd aangetoond dat hij zich vergist had. TWAALF jaar later
(12 !) erkende hij zijn ‘fout’ van toen. Voor het slachtoffer kwam deze erkenning te laat.
Casselman heeft gelijk voor wat betreft de MRI hersenen : er is géén hemosiderine
depositie.
Casselman stelde echter een vals deskundigenverslag op mbt de nekletsels. Deze nekletsels
werden reeds in oktober 2010 erkend door nota bene AG arts Luc Desmet (stuk 213).
Bijkomend werden de letsels erkend door verweerster en Tack tijdens de 2
de
expertisezitting
na uiteenzetting door Dr Seynaeve. Dit werd nadien uitdrukkelijk bevestigd door Tack (stuk
292).
De discussie “wie liegt en wie spreekt de waarheid over MRI nek” vervalt nu de recente
EMG onderzoeken het discuslijden bewijzen in zowel nek als rug (stuk 305 en 306) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
258

EMG mbt nek : DISCAAL LIJDEN C3-C4, in mindere mate C4-C5 en C5-C6
EMG mbt rug : FORAMINALE HERNIA op niveau L5-S1 rechts
De EMG onderzoeken bevestigen m.a.w. de bevindingen van radiologen Laridon en
Seynaeve, en WEERLEGGEN de bevindingen van Verstraete en Casselman. Dr Seynaeve
bevestigde reeds het nekletsel in oktober 2010. Net zoals AG arts Luc Desmet. Dat is nu
bijkomend aangetoond, in een klassiek en standaard onderzoek dat in principe al tijdens de
1
ste
expertise had moeten worden uitgevoerd door Guy Meersman …
Besluit : De schijn van partijdigheid is gewekt minstens door zijn banden met AG adviseur
Verstraete, zijn diverse optreden als verzekeringsradioloog, alsook zijn vriendschappelijke
band met Tack. Concluante verzoekt uw rechtbank om dit verslag nietig te verklaren en uit
de debatten te weren, definitief te verwerpen, voor wat betreft de besluiten over nekletsel.
5.3DE ROL VAN ANDRE COLPAERT
Uw rechtbank zei zelf ter zitting : “Beste Dr. Tack, geef toe, u kon toch een andere gekozen
hebben hé.”
In de Open Brief aan Colpaert (stuk 154) kan gelezen worden hoe het bedrog van Tack en
Colpaert georganiseerd werd ; hoe het verslag tot stand kwam ; hoe DOORZICHTIG dit
gebeurde (concluante had voorspeld dat het verslag van Colpaert WEER afgestemd zou
worden op dat van andere deskundigen ; ze had dit zelfs gemeld aan Tack) ; hoe de expertise
verliep (en waar is die audio opname toch ?) ; hoe het verslag er uiteindelijk uitzag en hoe
het verslag weerlegd werd.
Samenvattend kon er evengoed een stempel op dit verslag staan : PARTIJDIG.
Los van zijn concrete verslag hier, is hij de vaste medewerker van Johan Baeke, wiens bedrog
in de 1
ste
expertise uitvoerig is aangetoond, en van Tack. Als bijlage een ander verslag van de
tandem Colpaert – Tack (ja, het heeft niets te maken met dit dossier, dat klopt, maar lees het
toch maar eens, het zal nu ook niet op 1 verslagje min of meer aankomen, en er staat
algemene duiding in over hoe het bedrog in elkaar gestoken wordt, hoe de afspraken
verlopen, en het schetst een beeld van Tack, hoe die te werk gaat als hij commotio cerebri
ziet)(stuk 155).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
259

Het oordeel van Professor Lafosse is ronduit vernietigend voor de geloofwaardigheid van
Colpaert (stuk 79):
Om aggravatie, malingering en onderpresteren na te gaan werd over alle
neuropsychologische onderzoeken slechts 1x de SIMS-test afgenomen en 0x de AKTG-test
(test voor onderpresteren). Men kan zich dan ook niet uitspreken dat het hier om simulatie of
aggravatie gaat. Ook werden de klassieke technieken om simulatie na te gaan niet
uitgevoerd. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat men zou willen concluderen dat er
simulatie in het spel is.

Binnen de neuropsychologische diagnostiek hoef ik niet uit te leggen dat het afnemen van
testen (dus de psychometrische invalshoek) maar één bepaalde invalshoek is en steeds moet
aangevuld worden met kwalitatieve procesmatige kwantificatie-analyse zeker ingeval van
deze gradatie van patiënten gezien hun medisch voorgeschiedenis en het niveau van
algemeen (cognitief) functioneren (met andere woorden, aanvulling met
gedragsneurologische observaties en patroonherkenning en detectie van pathognomonische
tekens die wijzen op specifieke hersenstoornissen). Deze methodiek of benadering
ontbreekt in alle neuropsychologische verslagen.

Er zijn bij patiënte ook eveneens heel wat gevolgen te begrijpen vanuit ontregeling van het
autonome ZS. Dit kan men niet faken aangezien dit onbewuste processen zijn !

Verder: de klachten vanuit het autonome zenuwstelsel zorgen voor ontregelingen op vlak
van andere orgaansystemen (nieren, cardiaal,…) zonder dat er structureel schade aan deze
organen is. Het verwijzen naar functionele problemen in deze orgaansystemen (bv. verslag
nieronderzoek januari 2012; gastro-enterologisch normaal onderzoek; normaal cardiaal
functioneren; normale hypofysaire werking cfr verslag Prof. dr Abs) wijst aldus in de eerste
plaats naar autonome zenuwstelsel ontregelingen.
CONCLUSIE: Er is dus bij Santens Anke GEEN bewijs van simulatie.

Mbt verslag Baeke : Er wordt hier echter verwezen naar de Millon Clinical Multiaxial
Inventory (MCMI). Deze test wordt niet eens vernoemd in de COTAN (het
beoordelingssysteem van testen): dus niet betrouwbaar en valide.
Op basis van de dossiergegevens, weergegeven in bovenstaande punten, kan ik stellen dat er
geen overtuigende argumenten zijn om aan te nemen dat een premorbiede psychogene
kwetsbaarheid of premorbiede aanwezige psychiatrische problematiek als
pathofysiologische verklaringsfactor kan ingeroepen worden om haar klachten na het
ongeval te begrijpen.

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
260

ALLE NEUROPSYCHOLOGISCHE ONDERZOEKEN IN DIT DOSSIER ZITTEN VOL
METHODOLOGISCHE EN PSYCHOMETRISCHE FOUTEN (verleerde testen, slechte normering
enz.). BOVENDIEN ZIJN ZE AFGENOMEN DOOR PSYCHOLOGEN ZONDER SPECIALISATIE
NEUROPSYCHOLOGIE (cfr./bv. Interuniversitaire Specialisatieopleiding Klinische
Neuropsychologie). (ik spreek hier vanuit mijn deskundigheid als Professor in de Klinische
Neuropsychologie, als oprichter van de Interuniversitaire opleiding Klinische
Neuropsychologie en als voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Neuropsychologie).

EINDBESLUIT :
Gezien bovenstaande opmerkingen hoop ik dat het huidig medisch en rechtstheoretisch
kader een betrouwbare beoordeling en inschatting van een (arbeids-)invaliditeitsinschatting
bij deze patiënte rechtvaardigt. Dit ligt mijn inziens nog steeds op 100%.

Een stuk of 10 (echte) neuropsychologische testings spreken de bevindingen van Colpaert
tegen. Ze staan vermeld oa in verslag Lechat (stuk 137) en verslag Van Loo (stuk 138).
De Q-EEG verslagen (stuk 307, 308, 309) en in het bijzonder de uitgebreide Q-EEG met NNI
index analyse (stuk 192) maken brandhout van de besluiten van Colpaert. Machines die
hersengolven meten, kunnen niet liegen. Corrupte verzekeringspsychologen zoals Colpaert,
kunnen wel liegen. En doen dat ook. Zonder enige scrupules.
Dat Colpaert er niet gerust in is, blijkt uit zijn dagelijkse bezoeken aan de website van Stop
Misbruik Verzekeringen, vooral in en na het weekend dat volgde op de lancering van video 5.
Video 5 is belangrijk, omdat Hans Verstraelen er in toegeeft dat er valse verslagen opgesteld
werden door Johan Baeke – en dat hij daar niets aan gedaan heeft – en er zijn eigen
betrokkenheid met AG in bevestigt (hij had immers zijn brief NIET aan uw rechtbank
verstuurd). André Colpaert is de vaste medewerker van Johan Baeke.
Wachtebeke : dit is André Colpaert. Hoe we dat weten ?
Hij gebruikt hetzelfde login artikel als Hans Verstraelen en AG en andere betrokkenen in het
dossier : steeds hetzelfde : ‘het dossier SANTENS/AG : laat AG de boel ontploffen of kiest AG
voor redelijkheid’. Dit doen ze om hun sporen te wissen. Als ze via de hoofdpagina inloggen
kan worden gevolgd welke artikels ze lezen. Door via een vast artikel in te loggen kan dat
niet.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
261

André Colpaert komt 1 à 2 x op de site per dag sinds de publicatie van video 4 over het
bedrog van Tack. De naam van Colpaert wordt daar ook in vernoemd. Sinds de lancering van
video 5, komt hij 2 à 3 x per dag op de site, soms al om 6.30 u ’s morgens … Op 13 december
2015 alleen al, kwam hij om de 6 uur op de website kijken. Bang uiteraard, dat er weer iets
gepubliceerd werd, dat zijn bedrog naar buiten brengt.
Hier ziet u de login van André Colpaert van zondag 13 december om 21 : 16 uur (zijn 151
ste

bezoek) :
De teller staat op 20 december op 169 bezoeken, ofte 18 bezoeken er bij op 1 week tijd. Wie
een zuiver geweten heeft, steekt daar zijn tijd niet in.
Eerlijk duurt het langst …
Toen Colpaert zelfs om 4 u ’s nachts op de SMV website kwam, en om 7 u ’s morgens al
opnieuw, kregen concluante er compassie mee. Er is dan een artikel gepubliceerd waarin
gemeld werd dat zijn bezoeken gevolgd werden. Sindsdien waren er (voorlopig) geen
bezoeken van André Colpaert meer … (stuk 295).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
262

Besluit : Concluante verzoekt uw rechtbank om Colpaert’s verslag nietig te verklaren en uit
de debatten te weren nu op zijn zachtst gezegd ‘de schijn van partijdigheid gewekt is’ ...
5.4DE ROL VAN PHILIPPE DEMAEREL
Zijn verslag (stuk 150) kwam tot stand nadat Philippe Tack in uw bijzijn aangaf dat mijn
radiologisch dossier “al in het hele land de ronde gedaan had” en dat “niemand mijn letsels
zou bevestigen”. Hij sprak voor 1 keer de waarheid en bevestigde er zijn eigen
betrokkenheid met het verzekeringswereldje mee.
Het verslag is ook totaal ongemotiveerd, hij kon evengoed geschreven hebben “ik zie niets”
tout court. Uw rechtbank kan ook lezen hoeveel beelden en protocollen er bezorgd werden.
Amai zeg, dat Philippe Demaerel dat allemaal op 1 uur tijd geopend, gelezen, grondig
bestudeerd heeft én bovendien nog de beelden bekeken heeft én een verslag kon uittypen,
allemaal in een uur tijd … Straf hé.
Het kwam bovendien op niet-tegensprekelijke wijze tot stand, Dr. Seynaeve werd niet
uitgenodigd voor een tegensprekelijke bespreking en dit ondanks uitdrukkelijke opdracht
van uw rechtbank aan de deskundige om er op toe te zien dat een tegensprekelijke
radiologische studie belegd zou worden.
Op 15 juli 2015 werd een vraag om toelichting gestuurd aan Professor Demaerel (stuk 151).
Hier kwam nooit enige reactie op.
Op 23 september 2015 werd er een Open Brief gestuurd aan UZ Leuven en Professor
Demaerel. Toen daar geen reactie op kwam, werd deze ook gepubliceerd op Stop Misbruik
Verzekeringen (stuk 152). Hier kwam nooit enige reactie op. Wel werd het medisch
patiëntendossier van concluante zonder haar medeweten of toestemming geconsulteerd
door UZ Leuven op 22 september 2015 (stuk 310).
UZ Leuven consulteerde op 12 oktober 2015 opnieuw op illegale wijze, zonder concluante’s
medeweten of akkoord, haar medisch dossier via het KWS systeem, waar alle medische data
van alle patiënten uit het UZ Leuven, AZ Groeninge en nog een derde ziekenhuis op
verzameld staan (stuk 153).
Dit kwam aan het licht begin december 2015, na nieuwe opvraging van de logins, om na te
gaan of Meersman recent wijzigingen aangebracht had in zijn verslagen.
Na de publicatie van SMV video 5 (waarin Hans Verstraelen het bedrog toegeeft, stuk 29) is
er vervolgens contact geweest met Professor Decramer, Gedelegeerd Bestuurder UZ Leuven,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
263

die beloofde de zaak te zullen onderzoeken. Op het moment dat deze conclusies ingediend
worden, is er nog geen antwoord van Professor Decramer ontvangen. We verwachten ook
niet dit te zullen krijgen, aangezien de eerste reactie was : ‘het is niet mogelijk om een
deskundigenverslag dat onder ede werd opgesteld, achteraf te wijzigen, dit zou juridische
consequenties kunnen hebben’.
Sowieso is de vraag “is het deskundigenverslag van Professor Demaerel al dan niet op
(on)partijdige wijze tot stand gekomen” en “zijn zijn besluiten correct” bijzaak geworden
sinds de recente EMG onderzoeken van Dr Jan Verhoeven (stuk 305 en 306). Nu staat
immers bijkomend vast dat er wel degelijk sprake is van discuslijden, en dit zowel ter hoogte
van de nek als ter hoogte van de rug. Dat betekent dat de bevindingen van Dr Patrick
Seynaeve, die sinds oktober 2010 de letsels visualiseerde, bevestigd worden. Dat betekent
ook dat ALLE radiologische ‘deskundigenverslagen’ (Verstraete, Casselman, Demaerel)
onjuist zijn. Derhalve kunnen ze niet weerhouden worden.
Besluit : De schijn van partijdigheid is gewekt, minstens dient weerhouden te worden dat
het een niet-tegensprekelijke studie betreft waardoor het recht van verdediging geschonden
is. Concluante verzoekt uw rechtbank om expliciet het verslag van Professor Demaerel te
verwerpen, af te wijzen, nietig te verklaren.
5.5DE ROL VAN MICHEL VAN LOO
Bijstandsarts Michel Van Loo speelde vertrouwelijke informatie door aan Providis. Zij
onderhielden regelmatige telefonische en schriftelijke contacten.
Michel Van Loo ontving hiervoor zo’n 6.500 euro – achter de rug van concluante om, betaald
uit haar rechtsbijstandbudget ! Uw rechtbank zal begrijpen waarom het
rechtsbijstandbudget dan uitgeput is …
Dit bedrag kan niet verklaard worden vanuit zijn ‘bijstandswerk’ : hij woonde 1
expertisevergadering bij en las het samenvattend verslag na. De 2 bijstandsartsen uit de 1
ste

expertise vroegen respectievelijk +/- 600 en 700 euro voor identiek hetzelfde werk : nazicht
verslag + bijwonen 1 zitting.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
264

Het aanrekenen van / betalen van dergelijke monsterbedragen aan ‘bijstandsartsen’ door
verzekeringen is een typische bedrogstrategie om het rechtsbijstandbudget leeg te roven.
Zo komen slachtoffers zonder verdediging te zitten.
De tijd ontbreekt ons om nog de stukken op te zoeken die dit staven.
Echter is deze melding louter informatief en heeft de rol van Michel Van Loo verder geen
invloed gehad op de besluitvorming van de deskundige, wiens besluiten sowieso al
vaststonden nog voor de expertise startte, en welke de centrale vraag is die antwoord
behoeft. Het uitpluizen van het concrete hoe wie wat waar behoort tot de opdracht van het
parket. Alleszins zijn nog diverse andere bedrogdossiers gekend waar Michel Van Loo bij
betrokken is.
5.6DE ROL VAN PROVIDIS
In de loop van de 2de expertise vroeg Providis diverse malen vertrouwelijke informatie op bij
bijstandsarts Michel Van Loo.
De tijd ontbreekt ons om de stukken op te zoeken die dit staven.
Echter is deze melding louter informatief en heeft de rol van Providis verder geen invloed
gehad op de besluitvorming van de deskundige, wiens besluit sowieso al vaststond nog voor
de expertise startte, en welke de centrale vraag is die antwoord behoeft. Het uitpluizen van
het concrete hoe wie wat waar behoort tot de opdracht van het parket.
5.7DE ROL VAN FREDERIC BUSSCHAERT
Gelet op het papegaaienwerk van Busschaert en Tack op de zitting in raadkamer van 3 juni
2015, kan er geen twijfel meer bestaan dat er overleg gepleegd is tussen beiden.
In die zin komt de onpartijdigheid van de gerechtsdeskundige (zacht uitgedrukt) in het
gedrang.
We verwijzen naar punt 1.4.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
265

5.8DE ROL VAN AG
Het ligt voor de hand dat verweerster haar rol in het bedrog zal ontkennen, minstens
minimaliseren.
Verweerster zal als argument aanhalen dat zij ‘toch niet verantwoordelijk gesteld kan
worden voor de daden van de betrokken gerechtsdeskundigen’ en ‘mocht er al iets fout
gelopen zijn, dat dat zeker niet onder haar invloed of op haar vraag gebeurde’.
Concluante heeft er vooralsnog het raden naar met welke foefjes verweerster nog op de
proppen zal komen, maar gaat er van uit dat uw rechtbank intussen genoeg klei heeft om
feit en fictie van elkaar te kunnen onderscheiden.
Zou uw rechtbank nu nog niet genoeg klei hebben, dan zal zij nooit genoeg klei hebben.
5.9MEDISCHE EVOLUTIE VAN DE LETSELS
We verwijzen hiervoor naar stuk 256 en naar punt 6.4 voor de medische toestand op
vandaag.
5.10HET VERDICT VAN TACK
Hij bevestigt integraal de besluiten van Hans Verstraelen, kort samen te vatten tot
consolidatie na 1 jaar en 6 % B.I. en B.A.O. (stuk 48).
Een lachertje dus.
5.11DE MEDISCHE WEERLEGGING VAN TACK’S BESLUITEN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
266

Voor de medische weerlegging van Tack’s besluiten verwijzen we naar punt 1.4 –
voorafbestaande toestand, meer :
1)De 200 blz. medische opmerkingen gemaakt op 27.02.2015 (stuk 256)
2)De syntheseconclusie gemaakt op 27.02.2015 (stuk 257)
3)De 2 samenvattende deskundigenverslagen van Professor Lafosse (stuk 79 en 86)
4)De 2 samenvattende deskundigenverslagen van Dr Van Walleghem (stuk 82 en 30)
5)Het samenvattend deskundigenverslag van Dr Bolt (stuk 389)
Stuk voor stuk maken deze deskundigenverslagen BRANDHOUT van het deskundigenverslag
van Tack – én van de verslagen van de subexperten.
WAT IS ER GEBEURD NA HET INDIENEN VAN HET EINDVERSLAG VAN TACK OP
8 JUNI 2015 ?
1.Tack deed nog een laatste wanhoopspoging om zijn gezicht te redden, Q-EEG te laten
afwijzen en concluante alsook de experten nog maar eens zwart te maken
Op 4 augustus 2015 stuurde Tack nog een brief aan uw rechtbank, met daarin als
hoofdboodschap : uw rechtbank mag vooral géén Q-EEG als bewijs van functionele
hersenschade aanvaarden (stuk 311) :
‘Een en ander dient écht wel verduidelijkt te worden omtrent qEEG en het naïevelijk
vermeende belang ervan’
‘Het is dus een flagrante onwaarheid te beweren dat qEEG het enige betrouwbare
onderzoek is dat TBI kan aantonen, dat qEEG elk klinisch en ander technisch onderzoek
zou overrulen, én qEEG als doorslaggevend bewijs gebruikt wordt in rechtszaken in de
USA (dixit Mevr. Santens)’
Ook concluante wordt voor de verandering nog even door de mangel gehaald, en opnieuw
wordt er tussen de lijnen door gesuggereerd dat concluante helemaal géén letsels heeft, en
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
267

dat alle 71 artsen die haar behandelden en/of onderzochten, zich laten misleiden hebben
en feitelijk totaal incompetent zijn :
Het zou de “experten” aangevoerd door Mevr. Santens, trouwens sieren, vooraleer enige
uitspraak te doen omtrent stukken uit het deskundigenverslag, zich te vergewissen van
de gehele inhoud van het dossier, mét de bijkomende onderzoeksresultaten én met het
totale klinisch beeld van Mevr. Santens, eerder dan zich te laten verleiden tot conclusies
op grond van de door Mevr. Santens overhandigde gefragmenteerde en verkeerde
informatie omtrent haar letsels.
Ook wereldwijde autoriteit op het vlak van Q-EEG, Professor Dirk De Ridder, wordt nog
eventjes door het slijk gehaald (nota bene door iemand die een jaar geleden niet wist wat Q-
EEG is), en wordt afgeschilderd als iemand die eigenlijk totaal geen besef heeft van wat TBI
nu feitelijk is :
Bij het bekijken van deze (en andere) uitgebreide reviews en guidelines, heb ik geen
enkele publicatie met auteur De Ridder D. teruggevonden. Het recentste
overzichtsartikel van Rapp uit 2015, waar niet minder dan 398 publicaties werden
aangehaald, houdt geen enkele van zijn publicaties in.
Ook in de andere geciteerde reviews wordt niet gerefereerd naar De Ridder D.
Sterker nog, een search in Medline Database leert dat De Ridder D., als
“wereldautoriteit” opgevoerd in Panorama, zelfs geen enkele publicatie heeft
omtrent qEEG in relatie tot TBI.
Concluante zal in hetgeen volgt deze hoofdboodschappen (want ‘wetenschappelijke
argumenten’ kunnen we dat in alle ernst toch niet noemen) van Tack weerleggen.
Alleszins besluit Tack :
Ik meen met dit schrijven wetenschappelijk rechtgezet te hebben wat ongefundeerd
geponeerd wordt door Mevr. Santens over qEEG. Het is ook een antwoord op alle
beschuldigingen en verwijten omtrent incompetentie en oneerlijkheid.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
268

Met zijn brief zet Tack echter helemaal niets recht, maar integendeel, geeft Tack juist blijk
van hetgeen hij zo krampachtig wil weerleggen : zijn incompetentie en zijn oneerlijkheid,
door enerzijds te verwijzen naar vervalste medische rapporten à la Nuwer en door de artsen
en experten die concluante’s letsels en klachten bevestigen, belachelijk te gaan maken.
Als DAT de enige manier is, om als gerechtsdeskundige te zoeken uw ‘medisch gelijk’ te
halen – of beter : uw verzekeringsbedrog te laten legaliseren ! -, dan zijn we zeer, zeer ver
van huis wat betreft vakkundige en onpartijdige GERECHTELIJKE medische expertises in ons
land. En moeten we ons serieuze vragen gaan stellen. Zijn aanpak illustreert juist, hoe
deskundigen er van uit gaan dat de rechtbanken quasi VERPLICHT zijn zelfs, om hun woord
boven dat van iedereen anders te verkiezen. Zij zijn – zogezegd – de enige, die ‘de waarheid’
in pacht hebben. Omdat het altijd al zo geweest is, omdat dat ‘de gewoonte’ is. En vooral
omdat verzekeringen er alle baat bij hebben, dat dat ook zo blijft naar de toekomst toe.
Hierbij gaat Tack er duidelijk van uit, gelet op een toch vijf- of zesvoudige afwijzing van de
vraag naar zijn vervanging, dat uw rechtbank hem zal BLIJVEN indekken.
2.Dr. Van Walleghem bevestigde de letsels tgv ongeval en het causaal verband
Meermaals vroeg concluante om de aanstelling van een onafhankelijke gerechtsdeskundige.
Dat bleek niet mogelijk te zijn, dus contacteerde concluante zelf 2 (zeldzame) onpartijdige
experts : Dr Jan Matthys en Dr Jan Van Walleghem, die regelmatig door diverse rechtbanken
buiten de provincie worden aangesteld. Dr Matthys zag het niet zitten om het lijvige dossier
te doorworstelen zonder eerst een hoge provisie te ontvangen. Dat was niet mogelijk. Dr
Van Walleghem bestudeerde de expertiseverslagen uit de 1
ste
en de 2
de
expertise alsook de
belangrijkste medische verslagen, samen goed voor ruim 1.000 blz. leeswerk.
Op basis daarvan besloot hij op 28 augustus 2015 (stuk 312):
U verzoekt me om haast te maken met de studie van de blijvende gevolgen van uw
VKO en een medisch expertiseverslag op te stellen. Het opstellen van een degelijk
medisch expertiseverslag vraagt tijd. Het kan pas over enkele weken verder
afgewerkt worden.
Het is de bedoeling al de medische verslagen die U bezorgde verder te bestuderen,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
269

de medische beeldvorming te herprotocolleren, u medisch nog te onderzoeken,
bijkomende onderzoeken aan te vragen indien nodig.
Uit de reeds bestudeerde verslagen kan ik besluiten dat U met zekerheid tijdens het
VKO een hersenschudding door schedel-hersentrauma (traumatic brain injury) hebt
opgelopen en nu, op lange termijn na het ongeval, nog lijdt aan de gekende sequellen
hiervan.
Mijn bevindingen stemmen overeen met de vaststellingen gedaan door Professor
Christophe Lafosse, hoogleraar neuropsychologie. Hij stelt eveneens een oorzakelijk
verband vast tussen het VKO en de huidige psychofunctionele stoornissen.
Het gemeenrechtelijk medisch expertise-onderzoek van neuroloog Dr Philippe Tack
wijkt erg af van de bevindingen van uw behandelende artsen en psychologen en
wordt daarom best overgedaan.
Gelieve mij de nog ontbrekende overtuigingsstukken en medische beeldvorming te
bezorgen . Bij de volgende raadpleging zult U verder klinisch worden onderzocht.
Voor Dr. Van Walleghem was er GEEN sprake van een “complex” dossier, noch over een
dossier waarbij gedacht moest worden aan een “voorafbestaande toestand” of “psychische
problematiek” zoals uw experts graag willen laten geloven.
De klachten ontstaan door en na het ongeval alsook het klachtenverloop, waren voor hem
logische, typische, normale en “gekende” sequellen van een hersenschudding door schedel-
hersentrauma, ook gekend als TBI (traumatic brain injury – traumatische hersenschade).
Meer nog, de ‘bewijzen’ hiervan waren te herleiden tot slechts enkele verslagen en het
klinisch beeld. Het klinisch beeld, waar experts NOOIT rekening mee houden – nochtans hun
plicht …
Hij stelde zich ernstige vragen bij het deskundigenverslag van Tack alsook alle verslagen
waarop dit gebaseerd was, en hij besloot om een volledige tegenexpertise uit te voeren van
A tot Z, als zou het een opdracht door de rechtbank betreffen.
Hij vermeldde ‘standaard onderzoeken’ zoals EMG en begreep niet waarom die nog niet
uitgevoerd waren nu deze nek- en ruglijden kunnen aantonen: meerbepaald laten ze zien of
er ergens een zenuw gekneld zit of zenuwlijden bestaat. Een MRI laat immers niet alles
zien ! Voor de rugpijn raadde hij bijkomend een MRI aan. Als er geen lichamelijke letsels
zouden zijn, zoals Tack, Meersman, Baeke, Verstraelen, Verstraete, Casselman en Colpaert al
5 jaar beweerden, dan zouden er op deze 3 onderzoeken GEEN afwijkingen te zien zijn.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
270

Dr Van Walleghem nam de tijd om de medische beeldvorming uit te vergroten, en kwam tot
dezelfde vaststellingen als Dr Seynaeve en Dr Laridon : het nekletsel was EVIDENT.
Ieder verslag werd uitgepluisd. Het voorlopig besluit kan u lezen in zijn deskundigenverslag
(stuk 30).
Na de zitting van 21 oktober 2015 bleek uw rechtbank mee te gaan in het “voorafbestaande
toestand” verhaal van AG, dus bijkomend werd na ontvangst van de medische
voorgeschiedenis deze integraal overgemaakt aan Dr. Van Walleghem. Intussen waren ook
de resultaten van de bijkomende EMG onderzoeken binnen (stuk 305, 306). Deze
bevestigden zowel nek- als ruglijden. Bijkomend werd de discusdegeneratie ter hoogte van
L5-S1, die uit het EMG onderzoek gebleken was, vastgesteld op MRI (stuk 313).
Op basis daarvan stelde Dr Van Walleghem zijn aanvullend verslag op (stuk 82).
Het is dit verslag dat concluante graag aanvaard wil zien door uw rechtbank, en wel om
volgende redenen :
1.Het werd uitgevoerd door een onpartijdige en eerlijke gerechtsdeskundige die geen
banden heeft met verzekeringsmaatschappijen
2.Het houdt rekening met het totale klinisch beeld van concluante
3.Het is gebaseerd op de gangbare medische kennis
4.Het is gebaseerd op objectieve metingen (officiële Belgische schaal invaliditeit)
5.Het is gebaseerd op objectieve onderzoeken
6.Het kwam tot stand na een volledige dossierdossier, van zowel de
deskundigenverslagen als de verslagen van de behandelende artsen
3.Bijkomende onderzoeken werden uitgevoerd
Op advies van Dr Van Walleghem werden bijkomende onderzoeken uitgevoerd : 2 x EMG +
MRI rug.
Deze bijkomende onderzoeken vegen iedere discussie over het nek- en ruglijden van de
baan.
Verweerster kan niet inroepen dat er een bijkomende deskundige moet aangesteld worden
om zich nog maar eens te buigen over het radiologisch dossier.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
271

Op basis van deze bijkomende standaard onderzoeken alleen al, staat vast dat :
1.de besluiten van zowel Verstraelen als Tack onjuist zijn, dat
2.ook de verslagen van Meersman, Baeke, Colpaert, Verstraete, Casselman en
Demaerel onjuist zijn, en
3.worden de besluiten van Dr Van Walleghem bevestigd.
Ook een nieuw, 4
de
Q-EEG onderzoek werd uitgevoerd. Tegelijk werd een vergelijkende
studie gemaakt met de reeds bestaande 3 Q-EEG onderzoeken. (zie verder)
Het resulteerde in een aanvullend verslag van Dr Van Walleghem 14.12.2015.
Bijkomend voerde Professor Lafosse een nieuwe studie uit over de vermeende
‘voorafbestaande psychiatrische problematiek’ (zie punt 1.4) – voor zoverre dat overigens
nodig was, aangezien er geen elementen spelen die redelijkerwijze als dusdanig aanzien
kunnen worden.
4.Dr. Bolt kwam ook zijn zegje doen
In principe was op dit punt reeds IEDERE MOGELIJKE DISCUSSIE over het medisch luik van de
baan.
Verweerster zou niet langer kunnen inroepen dat er een nieuw (neuro)psychologisch of
psychiatrisch onderzoek zou moeten gebeuren. Immers, er kon nu niet meer ontkend
worden dat het effectief LICHAMELIJKE letsels betreft, en géén psychische, evenmin
voorafbestaande, zoals zij 5 jaar lang wilde laten geloven.
Verweerster zou na de EMG onderzoeken ook geen twijfel meer kunnen zaaien bij uw
rechtbank over het radiologisch dossier. De EMG onderzoeken bevestigen hetgeen Dr
Seynaeve sinds ruim 5 jaar staaft en tonen aan dat met de deskundigenverslagen van
Verstraete, Casselman en Demaerel geen rekening gehouden mag worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
272

Ook was er én een nieuw Q-EEG onderzoek uitgevoerd, én een controle gebeurd door
Professor Verstraeten op de bestaande onderzoeken van Brai²n én was er bovendien een
vergelijkende studie uitgevoerd, dit bovendien aan de hand van een NNI index analyse, die
iedere twijfel omtrent ‘nauwkeurigheid’ uitsluit : PRECIEZER BESTAAT NIET. De NNI index
werd specifiek ontwikkeld om na te gaan of er al dan niet sprake is van TBI – traumatisch
hersenletsel.
Concluante kon dus GEFUNDEERD de aanvaarding van het deskundigenverslag van Dr Van
Walleghem vragen aan uw rechtbank.
Maar daarbij zou verweerster als argument inroepen, zoals Mr Busschaert al liet uitschijnen
op de zitting van 21 oktober 2015, dat het deskundigenonderzoek van Dr Van Walleghem
eenzijdig was opgesteld, en niet tegensprekelijk verlopen was. Verweerster zou niet meer
kunnen betwisten dat de verslagen van Verstraelen en Tack fout waren. Verweerster zou
ook niet meer kunnen volhouden dat het een ‘voorafbestaande’ toestand betrof.
Verweerster zou ook niet meer kunnen betwisten dat de letsels reëel, niet verzonnen, niet
overdreven zijn. Maar verweerster zou wel nog kunnen inroepen, dat het geen ‘neutrale’
deskundige was, die alle medische verslagen en onderzoeken geëvalueerd had.
Concluante heeft maar 1 doel : minstens het medisch luik van deze procedure kunnen
afsluiten op 6 april 2016.
Ze verwacht hierbij dat uw rechtbank de knoop doorhakt, en de besluiten van Dr Van
Walleghem aanvaardt.
Concluante ervaart de gerechtelijke expertises als extreem traumatiserend. Bovendien zijn
ze duur en tijdrovend. Maar ergst van al : een eerlijke gerechtsdeskundige blijkt niet te
vinden te zijn ! Ze ziet een 3
de
expertise ABSOLUUT NIET MEER ZITTEN !
En dat is juist hetgene, wat verweerster zal vragen aan uw rechtbank : ok, Tack heeft een
‘inschattingsfoutje’ gemaakt, we zijn akkoord dat zijn verslag onjuist is, stel nu maar een
nieuwe deskundige aan meneer de rechter. Want zo weet zij, dat het opnieuw een
verzekeringsmannetje zal zijn. En die zal er wel weer een draai aan geven, waarom letsel X of
Y onder 1 of andere drogreden afgewezen moet worden. En die zal wel weer de verslagen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
273

uit de 1
ste
en de 2
de
expertise naar boven halen. En die zal wel weer een ander
verzekeringsvriendje als subexpert aanstellen. Dat is hoe het systeem werkt !!
Concluante ziet zo’n 3
de
SCHIJNVERTONING ABSOLUUT NIET MEER ZITTEN ! Dit is
psychologische terreur ! Dat is niet overdreven, dat is nog zacht uitgedrukt ! Zij kan dat niet
meer aan ! Zij heeft niet de kracht, energie noch goesting om nog eens 2 jaar lang een
‘gerechtsdeskundige’ die intellectuele valsheid in geschrifte pleegt, trachten te vervangen.
Ze vertrouwt er nu zeker GEEN ENE meer. Zeker na al die gruwelverhalen die via Stop
Misbruik Verzekeringen te lezen zijn. Concluante wordt bijna misselijk als ze het woord
‘gerechtsdeskundige’ hoort – zo veel afkeer roept dat op. Want het zijn die
‘gerechtsdeskundigen’ die mede-verantwoordelijk zijn voor haar toestand vandaag !!
Een arts die onder ede staat, en die weet dat iemand al 2 jaar lang graag een 2
de
kindje wil,
en die een expertise rekt en vertraagt met zinloze ‘bijkomende onderzoeken’ die slechts 1
doel hebben, terwijl deze arts héél goed weet wat de letsels zijn, wat de oorzaak is van die
letsels, wat de ernst is van die letsels, wat de impact is van die letsels op het dagelijks
functioneren, en die desondanks valse verslagen opstelt, en hiermee dat 2
de
kindje
onmogelijk maakt – voor ALTIJD. Hoe noemt uw rechtbank dat, zo iemand ??
Het zou ONMENSELIJK zijn om na 5,5 jaar en na geconfronteerd geweest te zijn met maar
liefst ACHT corrupte artsen (Verstraelen, Baeke, Meersman & De Meester, Verstraete,
Colpaert, Tack, Casselman), 8 op de 9 (Seynaeve was de ENIGE eerlijke !), die stuk voor stuk
“in eer en geweten” valse verslagen opstellen, om nog eens naar dat soort ‘artsen’ gestuurd
te worden. HET MOET ERGENS EINDIGEN.
Omgekeerd geldt, dat uw rechtbank dat allemaal ongetwijfeld wel zeer goed kan bedoelen,
en dat uw rechtbank wel kan DENKEN of GELOVEN dat de experts die zij aanstelt zeer eerlijk,
vakkundig, betrouwbaar, en god weet wat nog zijn – maar de REALITEIT wijst uit, dat uw
rechtbank het feitelijk ook niet weet, of een expert eerlijk is of niet. Uw rechtbank dacht ook
dat Verstraelen eerlijk was. Uw rechtbank dacht ook dat Tack eerlijk was. Anders had uw
rechtbank concluante niet naar hen gestuurd. Uw rechtbank was OVERTUIGD van hun
onpartijdigheid, deskundigheid en eerlijk oordeel.
Plus komt daarbij, dat bij problemen, uw rechtbank niet kan inschatten als een expert zit te
liegen, ja dan nee. Uw rechtbank kan toch moeilijk verwachten dat concluante nu NOG een
keer haarzelfde verhaal moet gaan vertellen, NOG een keer haar dossier moet gaan
uitprinten, NOG een keer naar die schijnvertoningen moet gaan, NOG een keer 2 jaar of
langer moet wachten ?? Waarbij het verloop en het resultaat van zo’n expertise al vast
staat !! BIJ OM HET EVEN WIE U AANSTELT. Om de eenvoudige reden dat eerlijke artsen zich
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
274

ofwel niet bezighouden met verzekeringskwesties – ofwel ‘opgekocht’ worden door
verzekeringen (diverse eerlijke artsen die hun patiënten ‘te goed’ verdedigden, kregen
dermate financieel aantrekkelijke voorstellen, dat ze voor de verzekeringen begonnen te
werken) – ofwel na een tijd zo ontmoedigd zijn van hele dagen al die miserie van hun
patiënten te zien, dat ze hun job als bijstandsarts stopzetten. Dàt is de realiteit in België.
Dat kan uw rechtbank in alle ernst toch niet meer verwachten van concluante ?????? Los van
het feit, dat uw rechtbank beloofd heeft : GEEN 3
DE
EXPERTISE MEER.
U hebt het beloofd.
Als alle woorden van ‘eerlijk duurt het langst’ iets betekenen voor uw rechtbank : zet dan
aub eindelijk die woorden om in daden.
DE WET LAAT U DIT TOE. U MOET GEEN EXPERT AANSTELLEN. U hebt er trouwens al 2
aangesteld. U MOET HET ADVIES VAN EEN EXPERT NIET VOLGEN. Ge zijt God in uwe
rechtbank !
Alleszins, dacht concluante na over HOE ze uw rechtbank de nodige klei zou kunnen geven,
om dit argument van verweerster te weerleggen, en gefundeerd een 3
de
expertise zou
kunnen van de hand wijzen.
Het antwoord is dokter Jan Bolt. Wetsdokter, die voor alle Vlaamse parketten werkt en het
vertrouwen geniet van correctionele rechtbanken, politierechtbanken en het Hof van
Assisen. Een onberispelijke reputatie. Ruim 30 jaar ervaring. Ervaring met zowel het
lichamelijke aspect letselschade vanuit ‘slagen en verwondingen’ e.d.m., als met het
psychiatrische aspect. Hij moet nl. ook advies uitbrengen over toerekeningsvatbaarheid e.a.
psychiatrische zaken. Maar belangrijkst van al : hij heeft geen enkele band met geen enkele
verzekering, maar hij heeft ook geen enkele band met slachtoffers van ongevallen en treedt
niet op als bijstandsarts in burgerlijke zaken waar verzekeringen aan te pas komen, en hij
heeft geen enkele band met een universiteit. Onafhankelijker bestaat niet. Onpartijdiger ook
niet. Ook een dokter, die niet werkt om poen te scheppen zoals de Tacks en Verstraelens en
Baekes in deze wereld – want bij Justitie is het op dat vlak ‘gene vetten’. Wel iemand die “in
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
275

eer en geweten” zijn opdracht “eerlijk en nauwgezet” uitvoert. Dr. Bolt is ten andere de
ENIGE wetsdokter in Vlaanderen, die geen ‘nevenverdienste’ of ‘hoofdjob’ heeft. De andere
wetsdokters (er zijn er een 30-tal) werken hetzij ook voor een universiteit, ziekenhuis of
verzekering en doen de 2. En kunnen dus niet met zekerheid als ‘onpartijdig’ aanzien
worden.
Dus bezorgde concluante haar hele dossier ook aan hem. Verschillende onderzoeken en
vraaggesprekken over de medische voorgeschiedenis, het ongevalsgebeuren, de evolutie
van de klachten en de klachten op vandaag vonden plaats. Uitgebreider dan bij welke arts
ook. En de besluiten van Dr Bolt (stuk 389) zijn duidelijk :
1.De conclusies van de door de Politierechtbank aangestelde deskundigen enkel
whiplash en posttraumatische stressstoornis en geen sprake van enig traumatisch
bot-, discus-, ligamentair letsel of organisch hersenlijden zijn niet juist.
2.De door Anke SANTENS aangegeven klachten laten zich sluitend als gevolg van de bij
het ongeval opgelopen letsels verklaren.
Het zijn de typische klachten bij de ca. 15 % patiënten met blijvende letsels . Ze leiden
tot arbeidsongeschiktheid.
3.De causaliteit tussen het ongeval en de klachten kan bevestigd worden.
Dr. Bolt bevestigt de bevindingen van Dr. J. Van Walleghem. Daarmee is werkelijk ALLES
gezegd. En kan uw rechtbank nu hopelijk, 5,5 jaar na de feiten, komaf maken met het bedrog
in dit dossier, en gerechtigheid laten geschieden.
BIJKOMEND HERNEMEN WE DE EERDER BEZORGDE OPMERKINGEN
AANGAANDE HET VAPH PROTOCOL (stuk 261 + 262):
Het is nl. zo dat er “Classificerende Diagnostische Protocollen” bestaan die uitgevaardigd zijn
door het VAPH (Vlaams Agentschap Personen met een Handicap).
Zoals de naam laat uitschijnen, zijn dat concrete richtlijnen over o.a. de
GEVOLGEN, SYMPTOMEN van een bepaald letsel en o.a. de STANDAARD ONDERZOEKEN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
276

die bij een bepaald letsel horen om tot een JUISTE DIAGNOSE te kunnen
komen. Deze protocollen zijn in opdracht van en onder toezicht van de overheid opgesteld
en dit door een multidisciplinair team artsen en paramedici – maw ONAFHANKELIJK
en los van enige band met een verzekeringsmaatschappij. Dit wil zeggen dat een
niet-medicus, zoals ikzelf, zoals ook uw rechtbank, er vertrouwen mag in stellen
dat de medische WAARHEID er in verteld wordt.
In bijlage (stuk 261) vindt u copy van het CDP voor NAH : niet aangeboren hersenletsel.
TBI / diffuse axonale schade zoals bij mij is een voorbeeld van NAH. We mogen er
dus van uitgaan, dat EERLIJKE en ONPARTIJDIGE gerechtsdeskundigen dit
diagnostisch protocol volgen. Doen ze dat niet, dan kunnen ze uiteraard ook
geen correcte diagnose stellen. En dus geen correcte letselschade begroten.
En uw rechtbank dus geen correct advies geven.
Wat stellen we vast ?
Op blz. 194 staan de richtlijnen voor wat er binnen de eerste 3 tot 6 maanden
na ongeval gebeurd had moeten zijn – maw bij Hans Verstraelen. Daar is dus
NIETS van gebeurd. Nochtans zag ik Hans Verstraelen 5 maanden na het ongeval.
Hij kon dus in principe op basis van het klinisch beeld (dat door alle experts
systematisch genegeerd wordt, hetgeen niet alleen een schending van de
deontologie als arts is, maar ook een grove beroepsfout is en tevens schending
van het recht op verdediging los van (schijn van) partijdigheid/vooringenomenheid
en meineed) 4,5 jaar geleden de nodige onderzoeken en tests laten uitvoeren hebben om
tot een juiste diagnose te komen. Dat is NIET gebeurd.
Op blz. 195 leest u de 17 namen van de mensen die dit protocol opstelden.
Om maar te zeggen : Tack zegt het omgekeerde van deze 17 mensen.
17 mensen, waarin de overheid / het VAPH zijn vertrouwen stelt.
Da’s dus niet : Santens zegt. Da’s ook niet : Santens’ bijstandsartsen zeggen.
Da’s dus : 17 artsen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap zeggen.
Dus een overheidsinstelling die hele dagen niets anders doet dan zich met
gehandicapten bezig houden, waaronder ook deze met hersenletsel.
Op blz. 196 kan u vaststellen dat ik val onder de categorie “traumatisch NAH”
dat plots, acuut ontstaan is (aangezien ik geen enkele voorafbestaande
toestand had die behoort tot de categorie niet-traumatisch NAH en evenmin
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
277

een voorafbestaande progressieve neurologische aandoening had zoals MS e.a.).
Om maar te zeggen : het causaal verband met het ongeval , dat plots voor
het opduiken van de klachten zorgde, zoals blijkt uit de stukken, én het verslag
van AG arts Desmet zelf, is hiermee aangetoond.
Op blz. 197 leest u de lange termijn gevolgen van NAH / TBI / DAI. Ik citeer en onderlijn
wat van toepassing is in mijn dossier:
- kan resulteren in stoornissen op vlak van fysiek, sensorisch, cognitief, emotioneel
functioneren, al dan niet in combinatie,
- waardoor problemen ontstaan op vlak van zelfredzaamheid en psychosociaal functioneren.
- Deze kunnen tijdelijk of blijvend zijn en persoonlijke assistentie en/of toezicht noodzakelijk
maken.
- Zoals hierboven gesteld kunnen de gevolgen zeer heterogeen van aard zijn, en dit
afhankelijk van de aard, localisatie en omvang van het letsel.
- Deze beperkingen kunnen zich op diverse domeinen situeren, zoals bv. op het vlak van
bewustzijn, aandacht en concentratie, informatieverwerking, waarneming en perceptie,
geheugen, sociaal en emotioneel functioneren, spatieel gedrag (bv. lichaamsbeleving, visuo-
spatiële en visuoconstructieve vaardigheden, oriëntatie), spraak en taal, motoriek,
bewegingscontrole en praxie, executieve functies, persoonlijkheidsveranderingen,
stemming, pijnervaring
- Deze langetermijngevolgen manifesteren zich soms jaren na het optreden van het NAH en
kunnen ook verschillend zijn van de kortetermijngevolgen.
- Afhankelijk van de ernst van deze functiestoornissen kan dit een negatieve invloed hebben
op de reïntegratie van de persoon met NAH in het maatschappelijk leven, zoals functioneren
in gezin, zelfstandig wonen, werkhervatting, opnemen van vroegere relaties, ...
- Door de functiestoornissen kan er een blijvende afhankelijkheid bestaan en een langdurige
nood aan ondersteuning op diverse levensdomeinen.
Het is maw ABSURD om :
- na 1 jaar te consolideren ;
- geen hulp door derden te voorzien ;
- het blijvend karakter te negeren ;
- alle symptomen te negeren ;
- de gevolgen op ons gezin, het niet slagen in het werk hernemen, enz. te negeren ;
- behandelingen te negeren ;
- …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
278

Ik geloof dat het in de VS is, dat er in expertises rond whiplash/TBI binnen de 3 jaar niet
MAG geconsolideerd worden, juist omdat de blijvende klachten pas opduiken als de acute
klachten (verschrikkelijke hoofdpijn ea) verminderen.
Wat doet Tack ? Hij tracht bij uw rechtbank de schijn te wekken dat deze TYPISCHE
langetermijn NAH/TBI symptomen en gevolgen een ANDERE oorzaak zouden hebben dan het
ongeval. Eerst een ‘persoonlijkheidsstoornis’ (Baeke), dan ‘aggravatie’ (Colpaert),
dan ‘voorafbestaande zware psychiatrische en hormonale problemen’ (AG & Tack), dan
‘voorafbestaande burnout’ (Tacks nieuwste verzinsel).
Dit terwijl het klinisch beeld, bijkomend bevestigd in de talrijke medische verslagen, juist een
TYPISCHE evolutie schetst van NAH/TBI.
Wat doet Tack daarmee ? Doodzwijgen en negeren, niet opnemen in zijn verslag. Kortom :
liegen en MEINEED PLEGEN.
Op blz. 198 leest u oa wanneer dit protocol moet gevolgd worden :
1) Indien er zich meerdere problemen uit bijlage 1 voordoen, of indien er uit de medische
anamnese en/of neuropsychologische observatiegegevens kan vermoed worden dat er
sprake kan zijn van een NAH.
2) Om op een degelijke basis de nood aan zorg te kunnen bepalen inzake hulpmiddelen,
wonen, ondersteuning van het thuismilieu…
Dat is precies ook de opdracht van uw gerechtsdeskundige.
Verder : Het protocol is toepasbaar voor alle personen van wie wordt aangenomen dat er
sprake is van een NAH, en/of indien er aanwijzingen zijn voor een NAH.
Op basis van het klinisch beeld kon IEDERE arts, maw ook Hans Verstraelen en Tack,
besluiten dat er minstens aanwijzingen zijn voor een NAH.
Toch heeft geen van beiden daar ooit over gesproken. Het is maar door te blijven zoeken
naar oplossingen, en veel geluk te hebben met de artsen met wie ik in contact kwam,
dat ik dat zelf beetje bij beetje ontdekte. Ik wist niet eens dat dat bestond, diffuse axonale
schade, tot de Franse neuropsycholoog die uitgebreide tests deed, me deze
diagnose stelde. Toen pas vielen alle puzzelstukjes op hun plaats. En zo vergaat het vele
mensen. Juist daarom wil een verzekering rap rap rap consolideren.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
279

Verder : waaruit moet een diagnostisch team bestaan ?
Maw : om een EERLIJKE en ONPARTIJDIGE expertise uit te voeren, moesten eigenlijk de
volgende artsen en paramedici aangesteld worden door uw gerechtsdeskundige.
Dat is niet gebeurd. Ik citeer verder :
De diagnosestelling verloopt idealiter multidisciplinair. Enkel op die manier kan de
beeldvorming op de twee terreinen (oorzaak en gevolg) gegarandeerd worden.
Wat zien we in mijn dossier ? GEEN multidisciplinair team. GEEN woord uitleg over oorzaak
en gevolg.
Maw : de juistheid van de besluiten KAN NIET gegarandeerd worden.
Ik vroeg in de 3de en 4de zitting om een bijkomend controle-onderzoek te laten doen door
zo’n multidisciplinair team bij 1 van de ziekenhuizen die deelnemen aan het
internationale TBI onderzoek. Tack zei : NIET NODIG. Natuurlijk ‘niet nodig’, of Tack zou
zwaar door de mand vallen.
Door mensen naar zijn corruptievriendje Colpaert te sturen, die bandwerk verslagen op
commando en maat van verzekeringen opstelt, is Tack op zijn gemak. En leken
weten niet dat in 80 % van de gevallen een MRI niets laat zien alhoewel er WEL letsel is. Dus
Tack zit 100 % safe, die kan oneindig veel TBI slachtoffers met 3 of 5 of 6 % naar huis sturen,
30 blz. copy paste opstellen en iedere keer 6.000 tot 10.000 euro rekenen. Whiplash en TBI
dossiers, dat zijn gewoonweg regelrechte goudmijnen voor gerechtsexperts. Geen
denkwerk, niets. Hop naar de gekende psychiaters, neuropsychologen en 8 kansen op 10 is
er niets te zien op de MRI’s – case closed, hop de volgende.
Volgende disciplines dienen deel uit te maken van dit team:
·Geneesheer-specialist (neuroloog, kinderneuroloog, psychiater, kinderpsychiater,
revalidatie-arts) met uitgebreide kennis over niet-aangeboren hersenletsel
·Klinisch psycholoog (optimaal met bijkomende opleiding tot neuropsycholoog of uit
ervaring), met voldoende kennis van enerzijds neuropsychologische testing,
neurologische en neuropsychologische symptomen,...
·Kinesitherapeut (optimaal met voldoende bagage wat betreft neurogene stoornissen
edm)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
280

·Logopedist (ideaal met bijkomende opleiding, bv. Neurologische Taal – en
Spraakstoornissen)
·Ergotherapeut
·Sociaal verpleegkundige en/of maatschappelijk werker.
Dit team kan, indien nodig, natuurlijk worden aangevuld door andere disciplines (bv.
audioloog, orthoptist, ...), afhankelijk van de problematiek van de persoon.
Dat is wat ik had in het revalidatieziekenhuis in Frankrijk en de verslagen van 2 jaar
revalidatieziekenhuis van dit multi disciplinair team zijn aan uw deskundigen overgemaakt
maar steeds genegeerd.
Wat zien we in mijn dossier ?
1.Ik krijg in de 1ste expertise een GYNAECOLOOG ZONDER UITGEBREIDE KENNIS OVER NAH,
wiens besluiten klakkeloos gekopieerd worden, op zich al aanwijzing van alle zaken die uw
rechtbank niet graag hoort, door een in de 2de expertise corrupte neuroloog ; zoals eerder al
gezegd, kon Tack perfect tot NAH / TBI besluiten op basis van het dossier dat hij in mei 2014
ontving, bewijzen bij de vleet, enkel kwestie van NIET WILLEN ERKENNEN
2. Ik krijg een al even corrupte klinisch psycholoog COLPAERT die nota bene door zijn eigen
collega’s in Beernem “de gangster” genoemd wordt ; ikzelf laat een stuk of 10
(neuro)psychologische tegenexpertises uitvoeren maar die worden allemaal genegeerd (en
nochtans is Paul Standaert de vaste medewerker van gerechtsdeskundige Guido Sieben en
Guido Sieben duikt regelmatig op in een bedrogdossier dus als DIE ALLE 2 DE PROBLEMEN
BEVESTIGEN MOET ER TOCH AL IETS MEER AAN DE HAND ZIJN ZOU MEN MOGEN
DENKEN).
3. Er zitten verslagen van maar liefst DRIE kinesitherapeuten in mijn dossier en die worden
allemaal genegeerd ; de opmerkingen hierover worden NIET beantwoord door Tack
4. Nvt
5. Er zitten MEERDERE verslagen van ergotherapeuten in mijn dossier en die worden
allemaal genegeerd
6. Er zitten MEERDERE attesten van maatschappelijk werkster in mijn dossier die telkens
zeggen “hulp aan huis is nodig” en die worden steeds genegeerd
7. Om maar te zwijgen van het Q-EEG verhaal !!!! (was op het moment van het opstellen van
dit protocol nog niet officieel erkend)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
281

Maw: HEEL MIJN EXPERTISE IS OPGEZET SPEL OM TOCH MAAR GEEN HERSENSCHADE TE
HOEVEN ERKENNEN ; EEN AANEENSCHAKELING VAN 5 JAAR ACTIEF ZOEKEN NAAR
DROGREDENEN OM TOCH MAAR LETSEL TE KUNNEN AFWIJZEN WAARBIJ VALSE
DESKUNDIGENVERSLAGEN OPGESTELD WORDEN
Op blz. 199 tem 202 leest u de gebruikelijke diagnostische onderzoeken die uitgevoerd
moeten worden. Ik ga ze niet allemaal overtypen maar een paar opmerkingen hierbij
formuleren.
- Er moet onderzocht worden of er metabole stoornissen zijn (metabolisme = stofwisseling =
gelinkt aan hormonaal ; ik heb dat in verzoekschrift 3 gevraagd als bijkomend onderzoek en
Tack zei “niet nodig”)
- We zien daar bij radiologie tussen staan : fMRI, functionele MRI, zoals professor Lafosse
ook zei (Tack zegt “niet nodig”)
- Belangrijk bij radiologie : Belangrijk hierbij is echter dat niet alle hersenletsels steeds via
structurele beeldvorming kunnen worden bevestigd. Deze beeldvorming kan ons slechts
beperkte info verschaffen over de functionele gevolgen van een hersenletsel. Enkel het
onderzoek van functies, activiteiten en externe factoren zal uitsluitsel kunnen geven over
de ernst van de situatie. (= Q-EEG = onderzoekt functioneel hersenlijden)
Dr. Seynaeve schreef in zijn laatste verslag dat MRI slechts in 20 % van de gevallen letsel kan
aantonen, in 80 % van de gevallen is het hersenletsel NIET te zien op MRI. Hij voegde hierbij
ook de nodige medische literatuur ter staving.
Tack zei dat Dr. Seynaeve “gemanipuleerd” was door mij om dit op papier te zetten en dat
dit niet klopte met de medische waarheid. Opnieuw pleegt Tack intellectuele valsheid in
geschrifte.
Professor Lafosse schreef in zijn verslag meermaals over radiologische onderzoeken :
absence of proof is not proof of absence.
En wat maakt Tack uw rechtbank wijs ? “MRI is het superieure onderzoek om hersenletsel
aan te tonen” en “we gaan nog eens een radiologische studie laten uitvoeren” waarvan hij
op voorhand al wist dat die niets zou laten zien !!
En uw rechtbank TRAPT DAARIN !! Gaat daarin mee !! ON-BE-GRIJ-PE-LIJK !! Gewoon
“omdat Tack het zegt” !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
282

Meneer de rechter, met alle respect, HOE DUIDELIJKER KAN HET ZIJN DAT TACK U ZIT VOOR
TE LIEGEN EN DAT GEEN HERSENLETSEL OP MRI NIETS ZEGT OVER AL DAN NIET TBI / DAI
?????? Een team van 17 mensen onder overheidstoezicht bevestigen in dit protocol “NIET
ALLE HERSENLETSELS KUNNEN VIA STRUCTURELE BEELDVORMING BEVESTIGD WORDEN”.
- De neuropsychologische testing bij NAH : pak het verslag van Colpaert en Baeke en
Meersman er eens bij. De gebruikelijke tests zijn NIET uitgevoerd. Ook Professor Lafosse
schrijft dit in zijn verslag. Het is zelfs zo groof dat Professor Lafosse schrijft dat hij zich niet
van de indruk kan ontdoen dat er gezocht wordt om te kunnen besluiten tot simulatie en
aggravatie. Allée, u weet toch ook dat een Prof zijn reputatie niet op het spel gaat zetten
door zoiets “zomaar” te schrijven ??? Dat zijn toch serieuze uitlatingen. Professor Lafosse
laat verstaan dat mijn expertise bullshit is. ’t Moet toch al wreed groof zijn, denkt u ook niet,
vooraleer een prof zoiets op papier gaat zetten !! Los van een stuk of 10 tegenexpertises
waar wel uitgebreide testing is gebeurd, klachten bevestigen, en die allemaal gewoon straal
genegeerd worden. Wat zegt Tack als tegenargument ? NIETS, behalve “Colpaert is zeker te
betrouwen”. DE VERZEKERINGSPION IS ZEKER TE BETROUWEN. Meneer de rechter, met de
beste wil van de wereld kunt u dat toch onmogelijk een “wetenschappelijke onderbouwde
motivering” noemen en zomaar aanvaarden ?? Da’s blabla van een leugenaar die geen poot
heeft om op te staan. Da’s lucht.
- GEEN EEN gebruikelijk onderzoek op blz. 201 en 202 werd uitgevoerd noch in de 1ste noch
in de 2de expertise ; deze tests werden uitgevoerd in het revalidatieziekenhuis, de verslagen
zijn sinds 2011 en 2012 beschikbaar (we zijn wel 4 jaar later intussen !!) en AL DIE
VERSLAGEN ZIJN NIET TE VINDEN NOCH BIJ VERSTRAELEN NOCH BIJ TACK en ik heb u daar al
deels van geïnformeerd in mijn 2de verzoekschrift en ik heb daar al naar verwezen naar die
verslagen in die 200 blz. opmerkingen ; waarom denkt u dat Tack er niet op
antwoordt, op al die opmerkingen ? Omdat hij maar al te goed weet dat ze juist zijn en dat ze
letsels aantonen en dat is juist wat hij niet wil en mag doen van AG. Juist zoals trouwens al
zijn collega’s die graag gevraagd worden door verzekeringen.
Op blz. 202 leest u tenslotte nog een keer het belang van het multidisciplinair overleg.
Bij mij is dat beperkt tot “Tack zegt”.
Met de nadruk op ZEGGEN, want datgene dat hij ZEGT, motiveren of staven doet hij NIET.
Waarom niet van de eerste keer verzekeringen expertiseverslagen laten maken ?
Ze moeten maar een paar zinnetjes kennen:
- Dit is voorafbestaand (omdat ik het zeg)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
283

- Dit wordt niet aanvaard (omdat ik het zeg)
- Simulatie aggravatie (omdat ik het zeg)
Dat is uiteindelijk de samenvatting van 2 gerechtelijke medische expertises.
Op blz. 203 leest u de conclusie en de literatuur.
De conclusie hier zou men ook, en zelfs des te meer, mogen verwachten van een
DESKUNDIGENONDERZOEK :
Het classificerend diagnostisch onderzoek moet resulteren in een helder geformuleerde en
grondig beargumenteerde conclusie, weergegeven in een verslag dat het resultaat is van het
multidisciplinair overleg. Indien er sprake is van meerdere problematieken, dient de
eventuele samenhang tussen deze in de conclusie te worden verduidelijkt. Het
lijkt aangewezen om dit verslag, alsook de conclusie, aan de hand van de ICF-domeinen te
maken. Voor het bepalen van de nood aan zorg (hulpmiddelen, wonen, ondersteuning van
het milieu) zijn vooral de luiken aktiviteiten, participatie en externe faktoren belangrijk.
Maw: het eindverslag van Tack beantwoordt hier ABSOLUUT NIET AAN. “Ik bevestig integraal
de besluiten van Dr. Verstraelen”. Ja, helder geformuleerd is het wel ja. Maar grondig
beargumenteerd alleszins niet !! Er is geen hulp nodig ?? Op basis waarvan ?? Omdat Tack
het zegt. Bla bla. Daar komt het op neer. Waar is de uitleg van Tack over de evolutie van /
samenhang van mijn klachten ? Waar komen die klachten dan vandaan ? Oedeem in de nek
van burnout ? Je spieren die verdwijnen en je vel dat er slap bijhangt van burnout ? Tanden
die afbrokkelen van burnout ? Een hernia in de rug van burnout ? Da’s nieuw.
Op blz. 204 leest u de typische klachten die optreden bij NAH / TBI / DAI :
IK HEB ZE QUASI ALLEMAAL !!
Cognitief:
Aandacht- en concentratieproblemen
Vertraagde informatieverwerking
Geheugenproblemen
Problemen met abstractievermogen
Planning-en organisatieproblemen
Visueel ruimtelijke en constructieve problemen
Taal-, spraak en rekenproblemen
Verminderd mentaal uithoudingsvermogen,
vermoeidheid,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
284

hoofdpijn
Emotioneel:
Verminderde stress- en frustratietolerantie,
snel geïrriteerd zijn,
zich gespannen voelen
Depressieve stemming,
stemmingswisselingen,
afwezigheid van of juist toename in heftigheid van emotionele reactie,
vervlakking van affect
Gering vermogen tot uitstel van behoeften
Initiatiefverlies,
afhankelijk gedrag
Ontremming,
impulsiviteit,
agressie,
dwangmatigheid
Gebrek aan ziekte-inzicht en zelfkritiek
Verminderde flexibiliteit
Veranderde seksualiteit
Sociaal:
Afname van sociale vaardigheden
Verminderd inzicht in sociale interacties
Verminderd inlevingsvermogen
Gedragsmatig:
Situatief onaangepast gedrag,
ontremd gedrag
Stereotiep,
weinig flexibel gedrag
Overmatig vermijdingsgedrag
Maw : het argument van uw rechtbank “ik ben geen arts” gaat niet meer op. Uw rechtbank
kan al 5 jaar lang mijn klachten lezen. Uw rechtbank moet geen arts zijn. Uw rechtbank kan
gewoon de lijst hierboven eens overlopen en dan kijken : wat schrijft Santens hier al 5 jaar
en wat schrijven die 71 artsen hier al 5 jaar en wat schrijft het VAPH in zijn protocol – o
tiens, dat is hetzelfde ...
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
285

Uw rechtbank kan perfect op basis van dit onafhankelijk OVERHEIDSPROTOCOL zelf haar
besluiten trekken. ZELFS MEDISCHE !!!!
Het volstaat dit protocol te kunnen LEZEN.
En op blz. 205 tot slot leest uw Rechtbank nog een overzicht van de gebruikelijke tests die bij
TBI uitgevoerd zouden moeten worden. En die bij mij dus NIET gebeurd zijn.
EINDBESLUIT : MIJN MEDISCHE EXPERTISE ZOWEL BIJ VERSTRAELEN ALS BIJ TACK IS EEN
LACHTERTJE, EEN SCHIJNVERTONING
met 1 doel slechts : AG ondersteunen in haar streven om GEEN schadevergoeding tgv
ongeval te hoeven uitbetalen zoals ik u al 3 jaar lang probeer duidelijk te maken en vooral
WAARBIJ MIJN KIND(EREN) EN DIEREN DE SLACHTOFFER ZIJN !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
HOE LANG GAAT U DAT NOG TOLEREREN ???
WAT HEBT U IN GODSNAAM NOG MEER ALS BEWIJS NODIG ???
BIJKOMEND HERNEMEN WE ALLE COMMENTAREN EN OPMERKINGEN
AANGAANDE Q-EEG DOOR VAKSPECIALISTEN :
A.
Feitelijk is alles gezegd met de erkenning door het RIZIV van het Q-EEG onderzoek. HET
WORDT ZELFS TERUGBETAALD !! (stuk 334)
Het RIZIV gaat geen ‘experimentele’ onderzoeken terugbetalen ...
Ook bewijst de expliciete erkenning van het RIZIV van Q-EEG onderzoeken voor
NEUROLOGISCHE aandoeningen (waaronder TBI met diffuse axonale schade valt), dat Tack
uw rechtbank blaasjes wijsmaakt als hij – valselijk – BEWEERT dat dit ‘enkel voor
psychiatrische aandoeningen’ zou zijn … (ten andere : worden deze ook onderzocht IN DE
HERSENEN … de hersenen regelen nu eenmaal alles : beweging, zicht, gehoor, maar ook
EMOTIES).
Zie ook stuk 335, mail aan parket :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
286

Kort samengevat komt het er op neer dat Q-EEG onderzoek erkend is als bewijs van
zowel psychiatrische als neurologische aandoeningen (waaronder TBI =
hersenletsel), met dat verschil dat de terugbetaling enkel gebeurt aan psychiaters,
en niet aan neurologen. Er zijn ook neurologen en neuropsychologen en andere niet-
artsen die Q-EEG gebruiken, het enige verschil ligt er in dat het Q-EEG onderzoek
uitgevoerd door die mensen NIET door het RIZIV terugbetaald wordt. De neurologen
waren GEEN vragende partij om terugbetaling voor Q-EEG te bekomen, omdat er te
weinig neurologen zijn die Q-EEG kennen / gebruiken (Tack wist zelfs niet eens wat
dat was, bravo voor een “TBI expert”), ze hadden liever terugbetaling voor een ander
soort onderzoek dat dan weer enkel terugbetaald wordt als het door neurologen
uitgevoerd wordt en niet aan (neuro)psychiaters maar dat is een ander verhaal.
B.
Jan Ost (Brai²n) weerlegt de flutuitleg die Tack in zijn voorverslag ‘voor waar’ noteert (stuk
337):
Dit schrijven is een reactie op het schrijven van Dr. Tack.
Helaas zijn de bevindingen van Dr. Tack gebaseerd op verouderde principes en staan zij haaks
op de mogelijkheden anno 2015.
‘…Dit onderzoek dateert uit de jaren ’50 van vorige eeuw en heeft op heden nog enkel zijn
waarde om verstoorde elektrische activiteit te meten, zoals bij epilepsie of bij bepaalde
vormen van dementie of hersenontsteking.’
De basis van het EEG onderzoek werd in de jaren 20 vastgelegd. Hans Berger nam het eerste
eeg af in 1924. Gelukkig evolueren dingen, In de geneeskunde is 10 jaar een eeuwigheid,
dankzij nieuwe technologie. De computer speelt in de evolutie van het EEG een uitermate
belangrijke rol. Waar men zich vroeger moest beperken tot wat zichtbaar was met het blote
oog, zoals de oppervlakkige hersengolven, kan nu d.m.v. fourier analyses, source localization,
independent component analysis, … de hersenactiviteit veel nauwkeuriger worden bekeken.
Met MRI worden anatomische structuren in beeld gebracht, met functionele MRI (fMRI)
brengt men het functioneren van deze (hersen)structuren in kaart.
Het Qeeg is een even waardevolle tool (én goedkoper) als een fMRI, bewijs daarvan zijn de
diverse studies die met Qeeg en fMRI werden uitgevoerd waarbij dezelfde hersengebieden
en functionele netwerken worden aangetoond. ( De Ridder D, Theta-gamma dysrhythmia and auditory
phantom perception Case report, 2011).
Qeeg wordt wel degelijk als een waardevolle tool in de neurofysiologie beschouwd.
‘…Voor andere neurologische doeleinden zoals traumatische letsels, fijne ontstekingsletsels,
tumoren etc. is dit een te indirect onderzoek (meet onrechtstreeks), te oppervlakkig
(brengt onvoldoende diepere structuren van de hersenen in kaart), en te gevoelig
aan interfererende factoren (zoals zich concentreren – bepaalde ritmes verdwijnen
bij hoofdrekenen of piekeren -, psychische gespannenheid, spiersamentrekking op de
schedelhuid, etc.). Zelfs een aantal psychiatrische aandoeningen zoals stemmingswisselingen
(manie, depressie, …) kunnen afwijkingen geven. …’
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
287

Door middel van source localization kan de elektrische activiteit van diepere hersenregio’s,
zoals de Hippocampus, de Cingulate cortex, … wel worden opgemeten (LORETA en sLORETA).
Artefacten zoals spierspanning, oogbewegingen, … kan perfect worden gefilterd en heel fijn
worden verwijderd zonder dat dit de gemeten hersenactiviteit beïnvloed, een perfect
instrument hiervoor is het computer programma ‘ICON’ (van Marco Congedo) en is gratis te
downloaden via internet.
‘Bovendien heeft een percentage van de bevolking afwijkingen die niet pathologisch zijn.
Dus ook hier is er onvoldoende standaardisatie van eventuele afwijkingen.’
Het Qeeg laat toe het eeg van de patiënt te vergelijken met normgroepen gebaseerd op
leeftijd en geslacht!
‘… dit onderzoek een Tweederangsonderzoek is, inferieur aan beeldvorming en
neuropsychologische testen, en dat uit afwijkingen op dit onderzoek geen waardevolle
conclusies getrokken mogen/kunnen worden wat betreft fijne letsels en nog minder naar een
eventuele causaliteit met een trauma.’
Een Qeeg is niet inferieur aan neuropsychologische testen maar kan een perfect aanvullende
meerwaarde betekenen. Je kan koorts voelen met de rug van de hand, maar met een
thermometer kan je de temperatuur meten. Het is niet te begrijpen dat het Qeeg, waarover
voldoende wetenschappelijk studiemateriaal is verschenen (www.pubmed.com) nog steeds
wordt afgedaan als nonsens.
Om functionele schade vast te stellen is het kijken naar anatomische structuren alleen
onvoldoende. Wanneer een computerprogramma blokkeert ga je niet naar het toetsenbord
kijken, maar analyseer je het programma zelf.
Het Qeeg bekijkt het programma, de MRI bekijkt de hardware en neuropsychologische testen
bekijken hoe het programma werkt.
C.
Q-EEG wordt in letselschade dossiers gebruikt door o.a. … Xavier Janssens, professioneel
opsteller van valse medische verslagen (stuk 341) ; bijkomend uitleg over tinnitus en
hyperacousis welke ook nérgens terug te vinden zijn in Tacks verslag … (stuk 338) :
Medisch verslag uit ander dossier, MME, waarin Q-EEG aanvaard wordt als standaard
onderzoek voor tinnitus en waarbij neuromodulatie (= neurofeedback) voorgesteld wordt als
therapie.
Noch de bijstandsarts, noch de verzekeringsarts (nochtans Xavier Janssens, corrupte arts uit
Zwarte Lijst en beste vriend van onze Tack en naast AXA ook actief voor stuk of 10 andere
verzekeringen en ook nog eens actief als gerechtsdeskundige waarbij rarara de slachtoffers
nooit krijgen waar ze recht op hebben, tiens hoe zou dat toch kunnen komen ????) betwisten
de validiteit van Q-EEG inzake deze HERSENAANDOENING.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
288

Tinnitus is een gevolg van hyperactieve delen in de hersenen in het gehoorgebied (NIET in
het gehoororgaan zelf).
Hersenletsel, nekletsel, traumatisch geluid (geluid gekoppeld aan een trauma) zijn, naast
andere, oorzaken van tinnitus. Er zijn diverse zelfmoordgevallen bekend van mensen met
tinnitus omdat dit eenvoudigweg om zot van te worden is.
Relevantie van dit stuk :
1) de validiteit van Q-EEG voor NEUROLOGISCHE aandoeningen wordt hier bijkomend door
bevestigd
2) wat Tack schrijft “enkel voor psychiatrische aandoeningen” is BULLSHIT
3) de erkenning van Q-EEG in medische expertises wordt hierdoor bevestigd
4) de erkenning van neurofeedback behandeling wordt hierdoor bevestigd (immers, de
experten waaronder een corruptiekopstuk zeggen zelf : er kan GEEN CONSOLIDATIE zijn
zolang de neurofeedback behandeling loopt)
Concreet toegepast op mijn dossier :
1) ook ik had zware last van tinnitus ; dit is intussen na zo’n 100 tal neuro- en biofeedback
behandelingen herleid naar hyperacusis met occasionele tinnitus in geval van zware
overbelasting (CURIEUS DAT DIT NIET TERUG TE VINDEN IS IN TACK’S VERSLAG ?)
2) mijn Q-EEG’s moeten ook erkend worden ; mede van daaruit naast alle andere bewijzen
moet mijn hersenletsel ook erkend worden ; maw de besluiten van Tack zijn onjuist ; maw er
is niet correct op uw vraag geantwoord ; maw er kan geen ereloon verschuldigd zijn aan een
expert die niet correct op uw vraag antwoordt
3) Tack vermeldt nergens dat mijn neurofeedback behandeligen terugbetaald moeten
worden ; maw zijn verslag is onjuist ; maw (heel de rest van punt 2)
4) Tack maakt geen prognose voor toekomstige behandelingen ; maw (heel de rest van punt
2)
5) Ik vraag al X jaar om een TUSSENVERSLAG nu ik verre van hersteld ben ; Tack weigert dit ;
ik verwijs naar brief Tack nav 1ste verzoekschrift tot vervanging Tack : hij zegt daarin (dus nog
voor hij mijn dossier gelezen heeft !!!) dat hij geen redenen ziet om tussenverslag op te
stellen, er kan direct overgegaan worden naar een definitief eindverslag = bewijs
Vooringenomenheid en partijdigheid ; in het dossier De Rouck kan er geen consolidatie zijn
omdat de neurofeedback behandeling nog bezig is, maar in mijn dossier kan er zgz. perfect
geconsolideerd worden (ZELFS NA 1 JAAR AL DIXIT TACK) ondanks het feit dat juist dezelfde
behandeling nog bezig is ???
6) Er kan geen discussie zijn over het feit dat ik tinnitus had / heb :
1. het staat meermaals vermeld in “evolutie klachten” die ik overmaakte
2. ik heb dit meermaals gezegd
3. het staat vermeld in diverse stukken/conclusies/verzoekschriften overgemaakt aan uw
rechtbank
4. het staat vermeld in het verslag van Desmet van AG* kort na ongeval : kloppen en bonken
in het hoofd ; stok die bonkte tegen de schedel ; alle geluiden kwamen feller voor ;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
289

iedereen met luidspreker sprak ; gevoel van ruisen ; indruk dat er dag en nacht trein voorbij
rijdt
(DESMET WIST OP DAT MOMENT PERFECT DAT ER OOK HERSENLETSEL WAS !!! HIJ KON MIJ 4
JAAR PIJN EN MISERIE EN VERERGERING KLACHTEN BESPAARD HEBBEN DOOR ME DAT
METEEN TE ZEGGEN EN TE ZORGEN DAT IK METEEN DE JUISTE BEHANDELING KREEG =
OPZETTELIJK TOEBRENGEN SLAGEN EN VERWONDINGEN = STRIJDIG MET ALLES WAT IN
DEONTOLOGISCHE CODE ARTSEN STAAT = STRIJDIG MET DE WET DIE “NASTREVEN HERSTEL”
VOORZIET NA ONGEVAL)
5. het wordt bevestigd in nieuw medisch stuk (zie volgend punt)
7) Het causaal verband met ongeval is aangetoond door enerzijds verslag Desmet dat
klachten 1 dag na ongeval vermeldt, door anderzijds de context van het ongeval : grote
zware metalen platen van tegenligger zijn op mijn auto terechtgekomen ;
dit maakte naast de initiële klappen van de VERSCHILLENDE metalen platen bijkomend een
enorm scherp geluid van metaal op metaal, bovendien langdurig, want mijn hele auto werd
geschraapt zoals blijkt uit de foto’s (voorkant, bovenkant, zijkant) + herstelfactuur ;
traumatisch geluid is oorzaak tinnitus en dat metaalgeschraap is traumatisch geluid los van
de enorme klappen waarmee die platen op auto terecht kwamen ; naast het feit dat
nektrauma aangetoond is idem voor hersenletsel ; plus het feit dat er een voorwaarts
achterwaarts beweging was door het remmanoeuver + een zijdelingse beweging van links
naar rechts door zich weg te willen trekken van de metalen platen + hierbij werden alle
bewegingen tegelijkertijd tegengewerkt door de gordel ; dit leidde tot een enorme rotatie
van de hersenen en verklaart waarom er pijnpuntbloedingen optraden verspreid over de
hersenen (3 step impact) en er geen duidelijk op MRI visualiseerbaar lokaal conflict in de
hersenen optrad
2. Medisch verslag van Dr. André Dierickx. Wie is hij ? Neus keel oor arts bij wie ik 2 reeksen
onderzoeken onderging.
Hij is ook GERECHTSDESKUNDIGE die regelmatig door de rechtbanken wordt aangesteld. De
hyperacousis en tinnitus worden door hem bevestigd en in causaal verband geplaatst met
trauma capitis (= hoofdletsel) tgv ongeval.
Hij bevestigt dat er GEEN schade is aan het gehoororgaan zelf (bevindingen normaal). Dat
laat maw over … de HERSENEN.
De tinnitus is slechts 1 van de klachten die optraden tgv ongeval. Dr. Dierickx adviseert
verdere behandeling en vermeldt nog lichte evenwichtsstoornis (OOK EEN SYMPTOOM VAN
TBI en welke REEDS IN 2011 via computergestuurde tests e.a. bewezen werden en die door
Tack nergens vermeld werden waarbij Tack evenmin antwoordde op de opmerkingen
hierover gemaakt ; los van het feit dat Tack OP GEEN ENKELE OPMERKING ANTWOORDDE uit
de nochtans 200 blz. argumenten, literatuur, medische stukken om de eenvoudige reden dat
hij mijn letsels gewoon niet WIL erkennen en de opmerkingen niet eens gelezen heeft anders
had hij er toch op geantwoord zou je denken da’s zijn job dacht ik – maw : zero nul de botten
nada niente motivering van Tacks besluiten ; idem voor alle onderbouwde argumenten in
verslag Professor Lafosse dat wordt gewoonweg doodgezwegen met uitzondering van “mijn
bedrogvriendje Colpaert is te vertrouwen hoor” maw 100 % vooringenomenheid,
partijdigheid, of als uw rechtbank dat niet graag hoort domheid, zoniet minstens luiheid,
maar waar de “vakkundigheid” is ?????).
Relevantie van dit stuk :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
290

Deze gespecialiseerde GERECHTSDESKUNDIGE vindt het in tegenstelling tot Tack NORMAAL
en LOGISCH en BEWEZEN dat deze klachten bestaan, reëel zijn, voortkomen van TBI,
behandeling vragen en in causaal verband staan met hoofdtrauma tgv ongeval.
We voegen het verslag van Dr Dierickx toe als stavingsstuk (stuk 339).
D.
Professor Edwin Verstraeten weerlegt de opmerkingen van Tack over Q-EEG (stuk 340) :
E.
Robert Thatcher weerlegt de opmerkingen van Tack over Q-EEG (stuk 341). Enkele relevante
passages :
‘The earliest use of qEEG was by Hans Berger in 1932 and since this time over 1,600
peer reviewed journal articles have been published in which qEEG was used to
evaluate traumatic brain injury.’
Vrij vertaald : q-EEG werd voor het eerst gebruikt in 1932 en sindsdien zijn er 1.600
peer reviewed artikels (die Tack zo belangrijk vindt !) gepubliceerd, dit enkel en alleen
in relatie tot en specifiek met betrekking op TBI
‘A review of qEEG reliability and clinical validation studies showed high predictive and
content validity’
Vrij vertaald : studies naar de betrouwbaarheid en klinische validatie van qEEG tonen
een hoge voorspelbaarheid en validiteit
Q-EEG zou zelfs uitzonderlijk betrouwbaar zijn : 82 % zekerheid met een meting van slechts
20 seconden, 90 % zekerheid met een meting van slechts 40 seconden, 92 %
betrouwbaarheid voor een meting van slechts 60 seconden. De betrouwbaarheid ligt nog
hoger bij metingen van 2 à 5 minuten :
The clinical sensitivity and specificity of qEEG is directly related to the
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
291

stability and reliability of qEEG upon repeat testing. The scientific literature
shows that qEEG is highly reliable and reproducible (Hughes and John,
1999; Aruda et al, 1996; Burgess and Gruzelier, 1993; Corsi-Cabera et al,
1997; Gasser et al, 1985; Hamilton-Bruce et al, 1991; Harmony et al, 1993;
Lund et al, 1995; Duffy et al, 1994; Salinsky et al, 1991; Pollock et al,
1991). The inherent stability and reliability of qEEG can even be
demonstrated with quite small sample sizes. For example, Salinsky et al
(1991) reported that repeated 20-second. Samples of EEG were about 82%
reliable, at 40 seconds the samples were about 90% reliable and at 60
seconds they were approximately 92% reliable. Gasser et al (1985)
concluded that: “20 sec. of activity are sufficient to reduce adequately the
variability inherent in the EEG” and Hamilton-Bruce et al, (1991) found
statistically high reliability when the same EEG was independently analyzed
by three different individuals. Although the qEEG is highly reliable even
with relatively short sample sizes, it is the recommendation of most qEEG
experts that larger samples sizes be used, for example, at least 60 seconds of
artifact free EEG, and preferably 2 to 5 minutes, should be used in a clinical
evaluation (Duffy et al, 1994; Hughes and John, 1999).
Hier spreekt men zelfs over een betrouwbaarheid van 90 tot 98 % :
The second prong of Frye is easily met by the facts because the reliability of qEEG is usually
90% to 98%
Op het ogenblik dat dit artikel geschreven werd, intussen toch alweer enkele jaren geleden,
bestonden er maar liefst 1.672 internationale peer reviewed artikels over Q-EEG, specifiek
mbt TBI. Hierdoor is de betrouwbaarheid aangetoond :

The National Library of Medicine lists 1,672 peer reviewed journal
articles on the subject of EEG and traumatic brain injury.
Bijkomend wezen deze onderzoeken op een sensitiviteit van 96,59 %, 93,6 % en 97, 4 % mbt
hersentrauma (veel hoger kan je dus niet hebben) :
Quantitative EEG studies of the diagnosis of TBI typically show quite
high sensitivity and specificity, even for mild head injuries. For example, a
study of 608 mild TBI patients and 103 age matched control subjects
demonstrated discriminant sensitivity = 96.59%; Specificity = 89.15%,
Positive Predictive Value (PPV) = 93.6% (Average of tables II, III, V) and
Negative Predictive Value (NPV) = 97.4% (Average of tables III, IV, V) in
four independent cross-validations. A similar sensitivity and specificity for
qEEG diagnosis of TBI was published by Trudeau et al (1998) and Thornton
(1999) and Thatcher et al (2001b). All of these studies met most of the
American Academy of Neurology’s criteria for diagnostic medical tests of:
1 - the “criteria for test abnormality was defined explicitly and clearly”, 2 -
control groups were “different from those originally used to derive the test’s
normal limits”, 3 - “test-retest reliability was high”, 4 - the test was more
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
292

sensitive than “routine EEG” or “neuroimaging tests” and, 5 - the study
occurred in an essentially “blinded” design (i.e., objectively and without
ability to influence or bias the results).
Dat de biofeedback behandelingen nut hebben, blijkt uit deze studies die het artikel
vermeldt :
Trudeau et al (1998) reported high discriminant accuracy of
qEEG for the evaluation of combat veterans with a history of blast injury.
More recently Hoffman et al (1995) in a biofeedback study of fourteen TBI
patients reported that approximately 60% of mild TBI patients showed
improvement in self reported symptoms and/or in cognitive performance as
measured by the MicroCog assessment test after 40 sessions of qEEG
biofeedback. Hoffman et al (1995) also found statistically significant
normalization of the qEEG in those patients that showed clinical
improvement. Subsequent studies by Hoffman et al (1996a; 1996b)
confirmed and extended these findings by showing significant improvement
within 5 – 10 sessions. A similar finding of qEEG normalization following
EEG biofeedback was reported by Tinius and Tinius (2001) and Bounias et
al (2001; 2002). Ham and Packard (1996) evaluated EEG biofeedback in 40
patients with posttraumatic head ache and reported that 53% showed at least
moderate improvement in headaches; 80% reported moderate improvement
in ability to relax and cope with pain and 93% found biofeedback helpful to
some degree. Thornton and Carmody (2005) reported success in using EEG
biofeedback for attention deficit disorders in children with a history of TBI.
An excellent review of the qEEG biofeedback literature for the treatment of
TBI is in Duff (2004).
Want dat is uiteraard ook een grote bekommernis van de verzekeringen : de ENIGE
behandeling die tot op heden werkt na TBI, is biofeedback. Dat wordt ook duidelijk
zichtbaar in de Q-EEG analyse met NNI Index van Professor Verstraeten : de verstoringen van
de neurale netwerken vermindert geleidelijk aan naargelang de biofeedback behandeling
toeneemt. Trajecten kunnen tot 40 sessies (of meer, naargelang de ernst) bedragen.
Maar alhoewel het Q-EEG onderzoek wél wordt terugbetaald door het RIZIV, is dat niét het
geval voor biofeedback behandelingen. Want die is te duur.
De verzekeringen zouden deze kost dus niét kunnen afwentelen op de belastingbetaler,
zoals ze nu wél doen met kinesitherapie, medicatie, enz.. Ook dat gegeven speelt uiteraard
een grote rol in het afwijzen van biofeedback. Mensen jarenlang naar de kinesist sturen die
niet helpt, maar ook niets kost aan de verzekeringen, is in hun ogen beter dan mensen voor
4.000 euro biofeedback sessies laten volgen die hun klachten kunnen verminderen …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
293

Feit is, dat Q-EEG onderzoek en behandelingen sinds de aanvang van deze expertise,
gaandeweg meer en meer doordringen in het ganse land : ook AZ Sint Jan in Brugge en
Oostende biedt dit nu aan ; ook de Brusselse ziekenhuizen ; het centrum Vigilant in het
Leuvense ; … dit naast een groeiend aantal privé-therapeuten. Meer en meer mensen maken
er ook gebruik van. Bij Neuromind bvb, zijn er momenteel wachtlijsten tot eind april 2015.
Ook bij Brai²n kunnen ze de grote vraag naar behandeling niet bijhouden. Ook Marleen
Huysmans ziet het aantal aanvragen stijgen.
Het is slechts een kwestie van (niet zo heel veel) tijd meer, voor Q-EEG onderzoek al even
courant is als een MRI of EMG onderzoek.
F.
Dr Van Walleghem poneert in zijn verslag (stuk 30) dat neurostimulatie al jaren een courant
gebruik is :
De verzekeringsartsen stellen de juistheid en het belang van qEEG in vraag.
Dit is onterecht. Het qEEG wordt als diagnostisch middel erkend door het RIZIV. Het
wordt ook gebruikt als electieve stimulus om prothesen te activeren.

G.
Dat blijkt ook uit bijgevoegd artikel : neurostimulatoren worden al jaren ingeplant bij
mensen met epilepsie aanvallen (hersenaandoening). De aanvallen worden hierdoor danig
verminderd. (stuk 342)
H.
Professor Abs, die door Tack als “zeer vakkundig” naar voor geschoven wordt (en die TBI van
concluante als oorzaak van haar klachten erkent, zie ook verslag Tack : Het TBI dat patiënte
ondergaan heeft), reageert geschokt als hij verneemt dat Tack Q-EEG als ‘onbetrouwbaar’
van de hand wijst (stuk 345) en stuurt enkele relevante literatuurstudies door (stuk 346) :
‘Prof. Abs vindt dit schandalige uitingen’
‘quantitative EEG has been shown to be highly sensitive (96%) in identifying post-
concussion syndrome, and neurotherapy has been shown in a number of studies to be
effective in significantly improving or redressing the symptoms of post-concussion
syndrome’
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
294

‘Discriminant analysis showed classification accuracy of 100% in the training set
sample and 75% in an external cross-validation sample; 100% sensitivity and 100%
specificity were reached’
De beweringen van Tack, als zou Q-EEG niet accuraat, niet sensitief en specifiek genoeg zijn,
worden hierbij wel zeer twijfelachtig.
I.
Professor Dirk De Ridder zijn commentaren op Tack’s opmerkingen (stuk 346) kunnen
samengevat worden als : Tack heeft geen kaas gegeten van Q-EEG … (en dat is ook zo : in
SMV video 4 hoort u Tack zelf zeggen dat hij NIET weet wat Q-EEG is) :
Het is wel duidelijk dat dr Tack geen kaas gegeten heeft van QEEG, want zijn relaas is
behoorlijk verouderd.
Hij spreekt nog over de tijd van analoge EEGs, die inderdaad voorbijgestreefd zijn, en
over simpele digitale of Q(uantitatieve) EEGs in sensor space, zonder de nieuwe
technologieen te overwegen die in source space werken, die toelaten om
hersenactiviteit en hersenconnectivieteit te vergelijken met een controle groep (door
de digitalisatie), en hij blijkt ook niet op de hoogte van de literatuur die aantoont dat
dit een techniek is die gevalideerd is door activiteitsveranderingen aan te tonen op
dezelfde plaatsen als fMRI, PET scan, en zelfs met metingen van geimplanteerde
electroden.
Hierdoor lijkt het wat lachwekkend dat hij uit onwetenheid stelt dat “In werkelijkheid
gebiedt intellectuele eerlijkheid ons dat dit onderzoek een tweederangsonderzoek is,
inferieur aan beeldvorming en neuropsychologische testen, en dat uit afwijkingen op
dit onderzoek geen waardevolle conclusies getrokken mogen/kunnen worden wat
betreft fijne letsels en nog minder naar een eventuele causaliteit met een trauma”.
Ten eerste, obv de validatie is dit duidelijk geen tweederangsonderzoek. EEG kijkt
naar hersenfunctie, zowel door analyse van activiteit als functionele en effective
connectiviteit. De beeldvorming waar hij over spreekt kijkt vnl naar structuur, vorm
en niet naar functie, met uitzondering van resting state functonele MRI. De
onderzoeken zijn derhalve complemetair, iets wat dr Tack blijkbaar niet goed
begrepen heeft. De neuopsychologische testen kijken dan naar de repercussie van de
gewijzigde hersenactiviteit en connectiviteit op gedrag. Maw alle 3 de onderzoekn
zijn waardevol.
J.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
295

Dat Q-EEG wel degelijk al jarenlang gebruikt wordt in buitenlandse rechtbanken, blijkt uit
stuk 347. Dit betreft een overzicht opgesteld door 1 Q-EEG specialist die regelmatig als
expert moet optreden voor diverse rechtbanken. Ook in UK wordt Q-EEG sinds een tiental
jaar gebruikt als bewijs in letselschade dossiers.
K.
Ook in België werden Q-EEG en fMRI gebruikt in de rechtbank, meerbepaald op het proces
van Kim De Gelder. 5 gerechtspsychiaters geraakten het na maar liefst 26 ‘expertises’ maar
niet eens over de vraag of hij nu wel of niet toerekeningsvatbaar was. Ze kwamen allemaal
met een andere diagnose af. Hierop kwam felle kritiek op de forensische psychiatrie.
Uiteindelijk verklaarden ze hem onder druk van de publieke opinie, die de dader van deze
inderdaad barbaarse feiten “gestraft” wilde zien, toch toerekeningsvatbaar. De
tegenexpertise wees echter uit dat er ernstige afwijkingen te zien waren in de hersenen van
Kim De Gelder. Ze baseerde zich hiervoor o.a. op Q-EEG en fMRI – reeds in 2010. De
volksjury kon echter geen begrip opbrengen voor de aandoening van Kim De Gelder en
besliste om deze objectieve bewijzen naast zich neer te leggen en Kim De Gelder
toerekeningsvatbaar te verklaren. Hij werd schuldig bevonden en veroordeeld.
De toepassing van deze functionele beeldvorming in het Belgisch strafrecht werd veel
besproken. Ook in Italië werd de technologie al ingezet (stuk 348). In het buitenland is
onderzoek naar het gedrag van criminelen op basis van deze functionele beeldvorming al
jaren aan de gang. Het is, opnieuw, slechts een kwestie van tijd voor de ‘gerechtspsychiaters’
afgevoerd worden en vervangen worden door beeldvorming van de hersenen. Het zal voor
veel mensen alleszins de weg effenen naar een eerlijke en objectieve expertise.
L.
Gerald Tramontano schreef een uitgebreid artikel over Q-EEG als bewijs van TBI in
letselschadedossiers (stuk 348). Hij vermeldt een betrouwbaarheid van 95 %. Specifiek wijst
hij als casus op een dame die lupus had. Lupus heeft veel van dezelfde symptomen als TBI.
Ze had vooral last van dysexecutief functioneren (idem als concluante). De verzekering
voerde aan, dat dit niet kwam door haar TBI door ongeval, maar door haar ‘voorafbestaande
toestand’. Omdat met Q-EEG zeer specifiek kan vastgesteld worden of een functionele
hersenstoornis veroorzaakt wordt door dementie, Alzheimer, TBI, lupus, MS, burnout,
psychiatrische aandoening, … kon worden met zekerheid bepaald dat de klachten van de
dame in kwestie inderdaad toe te schrijven waren aan de axonale hersenschade opgelopen
tijdens het ongeval.
Verder heeft het artikel belang, omdat het verwijst naar hetzelfde verzekeringsdebat dat ook
in België aan de gang is : iedereen erkent en gebruikt Q-EEG (zelfs het RIZIV), de enige die
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
296

weigeren Q-EEG als bewijs van letsel te aanvaarden zijn de verzekeringen … Ze weten goed
genoeg waarom : in de HELFT van de verkeersongevallen is sprake van TBI. 15 % van de
mensen houdt in mindere of meerdere mate levenslange klachten hier aan over.
Tramontano omschrijft hoe reeds in 1993 het Amerikaanse Hooggerechtshof komaf maakte
met het verzekeringsbedrog, door Q-EEG formeel te aanvaarden als bewijs van TBI in de
Amerikaanse rechtbanken.
QEEG is admissible in court by virtue of the Daubert criteria of the scientific method, which replaced the
Frye standards of “general acceptance” in establishing the standards for admissibility of evidence in
federal court in a 1993 Supreme Court decision.
Aldus is het aburd om 13 jaar later nog steeds Q-EEG in twijfel te willen trekken.
M.
Een toonaangevend Q-EEG gebruiker in België is Dr Werner Van den Bergh. Hij is psychiater
en voorzitter van de werkgroep psychofysiologie binnen de Vlaamse Vereniging van
Psychiaters. Hij antwoordde als volgt op de opmerkingen van Tack (stuk 350) :
1) bij traumatic brain injury zijn coherentiemetingen (metingen van de samenwerking
tussen verschillende hersgenbieden), en dit vergeleken met normale waarden in een
database zoals Neuroguide, zeer gevoelig, gevoeliger dan stucturele neuro-imaging.
2) tegenwoordig is het ook mogelijk doiepere hersenstructuren met EEG (electrical
neuro-imaging, LORETA) te beoordelen door bronreconstructie. Ook in de diepere
gebieden kan men de coherenties meten en vergelijken met databases.
Robert Thatcher heeft heel wat gepubliceerd over QEEG en coherentiemetingen bij
traumatic brain injury. Hij ontwikkelde zelfs een QEEG index, de traumatic brain injruy
index, om dit te boordelen.
Blijkbaar heeft de heer Tack weinig kennis van de QEEG literatuur.

N.
De Q-EEG resultaten worden bevestigd door de biofeedback onderzoeken met Eductor door
Jacqueline Jacques (stuk 351). Biofeedback = neurofeedback = neurostimulatie : zelfde
technologie, zelfde principe, ander toestel dat gebruikt wordt. Uw rechtbank zal noteren dat
er geen enkel antwoord kwam op dit verslag.
O.
De Q-EEG resultaten worden bevestigd door de biofeedback onderzoeken met Indigo door
Marleen Huysmans (stuk 352 en 353). Biofeedback = neurofeedback = neurostimulatie :
zelfde technologie, zelfde principe, ander toestel dat gebruikt wordt. Uw rechtbank zal
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
297

noteren dat er geen enkel antwoord kwam op dit verslag, dat nochtans een literatuurlijst
met 200 referenties wetenschappelijk onderzoek omvat.
P.
Concluante vroeg het meermaals aan Tack, maar het bleef stil : WAAR HAALDE TACK ZIJN
MOSTERD VANDAAN VOOR ZIJN ONGEFUNDEERDE AANVAL OP Q-EEG ?
Want, zoals u in SMV video 4 kan horen (stuk 28), weet Tack in augustus 2014 helemaal niet
wat Q-EEG is. Toch komt hij in zijn voorverslag met een hele (verzekerings)uitleg op de
proppen. Hierbij zegt hij er niet bij, van WIE hij die uitleg ontvangen heeft. Bovendien : hoe
kan Tack CONTROLEREN of de info die hij neerschrijft, klopt ? Hij kent er namelijk zelf niets
van ! Zou hij dan zomaar blindelings informatie overnemen ? Zonder enige controle ? Dan
verzaakt hij aan zijn controleplicht.
Het is niet moeilijk om een Q-EEG specialist te vinden, die ook voor verzekeringen werkt. Er
is er (momenteel) maar 1 gekend in België : Guy Nagels, verbonden aan de VUB, waar hij
overigens zelden tot nooit is. Hij heeft het te druk met expertises …
Guy Nagels werkt zelf met Q-EEG. Hij is er groot voorstander van, zoals uw rechtbank
hieronder zal kunnen lezen. Maar, als er verzekeringen bij te pas komen, dan telt Q-EEG
niet !
Guy Nagels is ook zeer actief in het afschilderen van mensen met cerebrale letsels en TBI als
zijnde … ‘psychisch gestoord’ en hij meent dat ‘neuropsychologische onderzoeken volstaan’.
Klinkt dit verhaal intussen niet een beetje bekend in de oren van uw rechtbank ?
Ter illustratie enkele opmerkingen op Guy Nagels als “gerechtsdeskundige” door een
advocaat wiens cliënt ook geconfronteerd wordt met REGELRECHT BEDROG (een copy paste
van dit dossier grosso modo) en die nu bezig is aan de 2
de
expertise en na een 1
ste

bedrogexpertise met Ringoet dus ook de vervanging vraagt van Guy Nagels, de 2
de
expert :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
298

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
299

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
300

Concluante, die niet wil eindigen zoals dit slachtoffer – balans 15 jaar na ongeval : huwelijk
kapot, job kwijt, verergering letsels, armoede - heeft Guy Nagels opgebeld met de vraag :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
301

Iemand heeft valse informatie mbt Q-EEG doorgegeven aan gerechtsdeskundige Philippe
Tack in het dossier SANTENS/AG om de rechtbank te kunnen misleiden – was u dat ?
Met een ‘We hebben hier geen dossier SANTENS/AG. Pas maar een beetje op uw woorden,
voor zo’n vragen hoeft u niet meer te bellen’ werd de telefoon ingehaakt.
Was het Guy Nagels of iemand anders ? Tack heeft het antwoord … Dat NIET in zijn
stukkenbundel steekt …
Wie het was doet er in principe niet toe, maar alleszins, zou verweerster ooit een
tegenexpertise door Guy Nagels als “Q-EEG expert” willen voorstellen, dan mag er alvast
genoteerd worden dat concluante daar NIET aan zal meewerken nu zijn betrokkenheid met
verzekeringen vast staat.
Concluante beschouwt in dit stadium iedere melding van een ‘nieuwe expertise’ of
‘bijkomend onderzoek’, zij het van een radioloog, neuroloog, psycholoog, … als een
VOORTDUREND STREVEN NAAR BIJKOMENDE VALSE DESKUNDIGENVERSLAGEN & INDEKKEN
VAN DE EXPERTS REEDS BIJ HET DOSSIER BETROKKEN.
Q.
Voorts zet Tack in zijn brief aan uw rechtbank van 4 aug 2015 ongestoord zijn intellectuele
valsheid in geschrifte verder. Nu tracht hij het volgende aan uw rechtbank wijs te maken :
In het eerste artikel wordt door de American Academy of Neurology (AAN) en de
ACNS American Clinical Neurophysiology Society (ACNS) de waarde van qEEG
nagegaan en worden hieraan conclusies en guidelines gekoppeld. Ze dateren van
1997 en werden integraal bevestigd in 2003, 2006 en 2013. (zie bijlage)
De American Academy of Neurology uit USA is dé toonaangevende neurologische
wetenschappelijke beroepsvereniging, wiens aanbevelingen over de hele wereld
gevolgd worden. De American Clinical Neurophysiology Society uit USA is de
aansluitende vereniging die technische electrofysiologische experts verenigt.
(…)
Het tweede artikel is een nieuwe review uit 2005 in opdracht van de AAN uitgevoerd
door Prof. MR. Nuwer, van het Reed Neurological Research Centerr uit Los Angeles,
USA.
Na acht jaar verdere evolutie van de techniek kwam hij tot dezelfde en zelfs nog
zwaardere conclusies omtrent de tekortkomingen van qEEG.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
302

Wat is de REALITEIT achter deze ‘toonaangevende’ proffen, organisaties en artikels ?
Kort samengevat betreft het een prof die DOOR VERZEKERINGEN betaald werd om een VALS
WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL te maken in naam van een organisatie die gesponsord wordt
DOOR VERZEKERINGEN om de medische waarheid omtrent bepaalde letsels én de
technologie die het bewijs van die letsels kan leveren, een beetje ‘bij te kleuren’, dit op een
moment dat Amerikaanse rechtbanken volop Q-EEG begonnen te aanvaarden als bewijs van
TBI. De inzet : MILJARDEN, want TBI leidt tot LEVENSLANGE KLACHTEN bij MILJOENEN
mensen. Het spreekt voor zich dat de verzekeringen daar iets moesten aan doen.
Je kan Nuwer een beetje vergelijken met Guy Nagels van hierboven … wetenschap te koop
voor geld … waarbij een professorentitel werkelijk niets zegt. Concluante illustreert dat aan
de hand van bvb U Gent “professor” Karl Almqvist, die ook door Belgische rechtbanken
“geloofd” werd want “hij was prof” – maar die wel de benen nam met duizenden euro’s aan
provisies voor expertises die hij uiteindelijk nooit uitvoerde (stuk 354). Boodschap : laat u niet
misleiden door die ‘professorentitels’ …
Nuwer ontving 60.000 USD van de verzekeringen om dit verslag op te stellen. Kan veel lijken,
maar hij verloor er internationaal wel zijn reputatie mee … Zijn “studie” werd in de 2 jaar die
volgden, maar liefst door 248 experten wereldwijd weerlegd, deze publicaties werden
vervolgens gebundeld in 1999 door Hughes and John zoals o.a. blijkt uit stuk 341:
As mentioned previously, in response to the AAN 1997 position paper,
Hughes and John (1999) wrote a rebuttal that included 248 publications and
systematically categorized and analyzed the consistency and high sensitivity
of quantitative EEG studies in all of the areas that the AAN labeled as
“experimental” and they also showed that the sensitivity and specificity of
the AAN’s alleged “clinically valid” categories often had lower sensitivity
and specificity than the category that the AAN labeled as “experimental”.
The Hughes and John (1999) rebuttal was the first paper to show that the
AAN 1997 position paper was a sham and Hughes and John’s rebuttal was
followed by two additional rebuttals that cited the scientific literature and
pointed out misrepresentations and omissions in the 1997 AAN position
paper (Hoffman et al, 1999; Thatcher et al, 1999). Nevertheless, the 1997
AAN position paper still holds sway in the minds of many Neurologists and
insurance companies in the year 2006 to the disadvantage of millions of
people, including athletes who may have suffered a brain injury or those
who had the misfortune of having a traumatic brain injury of any type.
De “bewijzen” waar Tack dus mee afkomt, zijn een “sham” : OPLICHTING, VERVALSING.
Bijkomend kwamen er nog andere ‘rebuttals’ – weerleggingen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
303

Maar, zoals dit artikel ook aangeeft, blijven de ‘Nuwer / AAN papers’ intussen wel bestaan,
en doen ze de ronde bij malafide verzekeringen die ze keer op keer inroepen om de
betrouwbaarheid van Q-EEG in twijfel te trekken – zoals ook Tack doet.
Nuwer = AAN = verzekeringen worden in 1 adem genoemd in wetenschappelijke kringen.
Het is uiteraard geen toeval dat iemand die NOG NOOIT van Q-EEG hoorde, “toevallig”, op
de 70.000 publicaties die intussen bestaan over Q-EEG, op de Nuwer / AAN papers botst …
2verslagen op 70.000 laat een kans van … 0,002 % dat Tack hier spontaan op botst …
TOEVAL MENEER DE RECHTER ? OF INGEFLUISTERD ?
En wie zou onze “onpartijdige” Tack toch een VERZEKERINGSPROF die een
VERZEKERINGSVERSLAG schrijft, influisteren ? En waarom zou Tack dat als “de waarheid”
verkondigen aan uw rechtbank ?
We tonen bijkomend aan dat Tack hier opnieuw uw rechtbank tracht te misleiden :
- De AAN categoriseert ernstige neurologische en psychologische aandoeningen zoals TBI,
leerstoornissen, taalproblemen, schizofrenie, depressie, verslavingen, obsessieve
stoornissen, autisme, bipolaire stoornissen, … als “niet ernstige” aandoeningen.
“Toevallig” zijn het net deze “niet ernstige” aandoeningen die zeer specifiek door Q-EEG
kunnen aangetoond, bewezen én behandeld worden.
Vreemd is ook, dat de AAN nooit reageerde op de stormloop van HONDERDEN publicaties
die volgden op hun ‘sham’ publicatie olv Nuwer. Meestal wordt een rapport dat kritiek
levert, onthaald op kritiek, en wederkritiek. Zo loopt juist het wetenschappelijk debat. AAN
bleef stil. Een beetje zoals Tack, die 200 blz. opmerkingen krijgt, maar die doodzwijgt en er
niet op reageert.
Nog opmerkelijker is, dat AAN verklaarde dat het gewone EEG onderzoek de “gouden
standaard” is om letselschade tgv hersentrauma te bepalen – dit terwijl het sinds de jaren
’50 al duidelijk was, dat interpretaties op het zicht onnauwkeurig en subjectief verlopen
(zoals in België nog steeds gebeurt). Frappant is dat zelfs Tack in zijn eindverslag toegaf dat
EEG inderdaad verouderd is en slechts in beperkte mate afwijkingen kan laten zien. Sinds
de jaren ’80 – ’90 verschijnen er zelfs geen wetenschappelijke studies meer over het
‘gewone’ EEG – enkel nog over Q-EEG en aanverwante, zoals Evoked Potentials, die op een
vergelijkbaar principe als Q-EEG gestoeld zijn, doch veel minder precies. Het
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
304

verzekeringsstandpunt van AAN is juist hetzelfde als wat verzekeringen doen in de Belgische
structurele medische corruptie in justitie : de mensen een gewoon EEG laten afnemen, dat zo
‘grof’ en onnauwkeurig is, dat het niet eens fijne letsels zoals axonale schade KAN oppikken.
Nogmaals : zelfs Tack bevestigt dit in zijn eindverslag.
In 1997 the American Academy of Neurology officially acknowledged
and supported the widespread use of “Digital EEG” and in support of visual
examination of EEG traces by a Neurologist. In the same AAN position
paper qEEG was arbitrarily restricted or limited and assigned to the less
worthy category “Experimental” as distinct from “Clinically Acceptable”.
This is important because the outdated, flawed and politically motivated
1997 ANN position opposing qEEG still holds sway in 2006 and it still
influences insurance companies and it still restricts the availability of 21st
century technology to people with serious clinical problems including brain
injury in athletes.
One is struck by the fact that the less worthy categories according to the
AAN 1997 paper include many serious neurological and psychological
Conditions such as traumatic brain injury, learning disabilities, language
disorders, schizophrenia, depression, addiction disorders, obsessive
compulsive disorders, autism, bipolar disorders, etc. (Nuwer, 1997). One is
also struck by the fact that AAN has not revised its 1997 position to more
accurately represent the scientific literature and given scholarly rebuttal
publications (Hughes and John, 1999; Hoffman et al, 1999 and Thatcher et
al, 1999). Another remarkable fact is that the 1997 AAN assignment to the
“unworthy” category occurred without a proper review of the scientific
literature and without any citations that rebutted the last 20 years of
quantitative EEG studies. It is also remarkable that the AAN position paper
supported visual examination of the EEG tracings as the “Gold Standard” for
acceptance in Courts and for third party reimbursement when it is well
known that subjective visual examination of EEG traces is unreliable and
inferior to quantitative analyses (Cooper et al, 1974; Woody, 1966; 1968;
Majkowski et al, 1971; Volavka et al, 1971; Niedermeyer and Lopez Da
Silva, 1995).
The subjectivity and the lack of inter-rater and intra-rater reliability in
the visual analysis of EEG tracings is explained in the primary textbook that
Neurologists study before taking an EEG examination:
“There is simply no firm rule concerning the manner in which
the reader’s eyes and brain have to operate in this process.
Every experienced electroencephalographer has his or her
personal approach to EEG interpretation. This is also true for
the manner in which the EEG report is written. Although
standardization is an important goal in many areas of EEG
technology, experienced electroencephalographers should not
abandon a certain individualistic spirit….” (Niedermeyer and
Lopes Da Silva, 1995, p., 185-186).
The arbitrary and subjective opinion of the AAN is also contradicted by
the fact that the National Library of Medicine database lists over 70,000
qEEG studies published since 1970 proving that there is a very widespread
use and acceptance of this technology. The disconnect between the AAN
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
305

opinion paper is further contradicted by a search of the National Library of
Medicine database using the search words “EEG and Traumatic Brain
Injury” which resulted in 1,672 citations and the majority of these articles
involve quantitative EEG and not visual examination of EEG tracings drawn
by ink pens or on a computer display. A similar search of the National
Library of Medicine database for each of the restricted or alleged
experimental uses of qEEG also yields a larger number of clinical
publications.
-Als we Tack mogen geloven, is AAN hét van hét wereldwijd, dé TOPORGANISATIE :
De American Academy of Neurology uit USA is dé toonaangevende neurologische
wetenschappelijke beroepsvereniging, wiens aanbevelingen over de hele wereld gevolgd
worden.
Ook dat verdient op zijn zachtst gezegd een serieuze nuancering.
De AAN is inderdaad EEN van de neurologische organisaties. 1 van de. Niet dé. Wel 1 van de.
MAAR !
NEUROLOGEN GEBRUIKEN ZELDEN OF NOOIT Q-EEG ! Ze hebben er weinig interesse in !
Dat blijkt overigens ook in België : de neurologen wilden zelfs geen terugbetaling bekomen
voor Q-EEG. Er zijn TE WEINIG neurologen GESCHOOLD en GEKWALIFICEERD om Q-EEG te
gebruiken. Dat staat ook duidelijk zo omschreven in het RIZIV attest.
Het zijn echter wél vnl. neurofysiologen, neuropsychologen, neurowetenschappers, klinisch
psychologen, psychiaters, psychofysiologen, toegepaste gedragswetenschappers, enz. die
met Q-EEG werken.
Kijk bvb naar Dr Van den Bergh : hij is psychiater. Kijk naar Professor Edwin Verstraeten : hij
is neuropsycholoog. Kijk naar Georges Otte : hij is psychiater. Enz.
Het is alsof de fietsersbond zich zou uitspreken over de nieuwste BMW. De fietsers
gebruiken niet eens een BMW, die rijden met de fiets. Laat ons dus de auto-gebruikers en
garagisten eens bekijken – zij die BMW gebruiken en kennen …
Deze organisaties ondersteunen wél ten volle Q-EEG – en werken er ook mee, in
tegenstelling tot de AAN, die zelf doorgaans NIET werkt met Q-EEG (stuk 341) :
Below is a partial list of organizations, in contrast to the AAN, that do
support or certify by examination Ph.D. and M.D. properly trained and
experienced in EEG and qEEG including the use of qEEG for the evaluation
of mild to severe traumatic brain injury. The list below helps demonstrate
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
306

that the AAN is not the relevant community of users of qEEG.
1- American Medical EEG Society
2- American Board of EEG and Clinical Neurophysiology
3- American Psychological Association
4- EEG and Clinical Neuroscience Society
5- International Society for NeuroImaging in Psychiatry
6- International Society for Brain Electrical Activity
7- American Board of Certification in Quantitative Electroencephalography
8- Biofeedback Certification Institute of America
9- Association for Applied Psychophysiology and Biofeedback
10- International Society for Neuronal Regulation
11- Society for Applied Neuroscience
The large list and numbers of Ph.D. and M.D. qualified individuals and
professional organizations that support the use of qEEG for the evaluation of
TBI shows that the AAN “does not represent the relevant community” in a
court of law. The definition of the “relevant community” is critical in
medical-legal issues for the admission of evidence in a court of law under
Frye criteria which are: 1- acceptance by the relevant community of users of
the methodology and, 2- reliability. Neurologists are in the minority of
those using qEEG technology, and therefore, the first prong of Frye is not
met because Neurologists do not represent the relevant community of users
of qEEG. The second prong of Frye is easily met by the facts because the
reliability of qEEG is usually 90% to 98% (Thatcher et al, 1999; 2003).
Toch durft AAN, zelfs Nuwer in datzelfde door Tack vermelde verslag, Q-EEG niet de vuilbak
indraaien, integendeel : het is een “excellente vooruitgang die moet beschouwd worden als
een RICHTLIJN voor klinische EEG”.
Kortom : een beetje zoals Guy Nagels stelt : Q-EEG is SUPER ! Alleen NIET als er
verzekeringen aan te pas komen …
The AAN defined digital EEG as “the paperless acquisition and
recording of the EEG via computer-based instrumentation, with waveform
storage in a digital format on electronic media, and waveform display on an
electronic monitor or other computer output device.” The primary purposes
of digital EEG is for efficiency of storage, the saving of paper and for the
purposes of visual examination of the EEG tracings. The 1997 AAN
position paper concludes that “Digital EEG is an excellent technical advance
and should be considered an established guideline for clinical EEG.”
(Nuwer, 1997, pg. 278).
Nuwer trachtte zich er dan uit te praten door kort samengevat te stellen : jamaar, de digitale
EEG en de Q-EEG zijn eigenlijk 2 verschillende dingen, het ene is SUPER, het andere niet.
Terwijl er in wezen geen onderscheid tussen de 2 bestaat, behalve de benaming … (stuk 341)
:
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
307

The American Academy of Neurology position paper (Nuwer, 1997)
then attempted to create a distinction between digital EEG and quantitative
EEG by defining quantitative EEG (qEEG or QEEG) as “the mathematical
processing of digitally recorded EEG in order to highlight specific waveform
components, transform the EEG into a format or domain that elucidates
relevant information, or associate numerical results with the EEG data for
subsequent review or comparison.” (Nuwer, 1997) (p. 278). The reality is
that there is no clear distinction between digital EEG and quantitative EEG
because both involve mathematical transformations.
R.
De onbetrouwbaarheid van Nuwer blijkt ook uit een klacht die tegen hem ingediend werd :
hij werd ingehuurd door een verzekering om een valse verklaring af te leggen voor een
rechtbank in 2008. Opnieuw werd hij vet veel geld betaald, om aan de rechter te verklaren
dat Q-EEG ‘onbetrouwbaar’ was en dus niet weerhouden mocht worden als bewijs van het
hersenletsel dat een slachtoffer opliep. Er was effectief nekletsel vastgesteld, maar het
bijhorende hersenletsel, dat mocht niet erkend worden – klinkt dat niet bekend in de oren ?
Nuwer baseerde zich hiervoor op vervalste onderzoeksresultaten. Op het einde van de rit
bleek het zelfs, dat Nuwer zelf NOG NOOIT een Q-EEG onderzoek had uitgevoerd ! Hij viel
hopeloos door de mand … (eerlijk duurt het … ) (stuk 355)
S.
Daniel Kuhn zette vervolgens de puntjes op de i. Hij legde de volgende verklaring onder ede
af voor de rechtbank van New York (stuk 356), en die was bijzonder verhelderend.
Daniel Kuhn is niet de minste : hij is arts, én (ere)lid van zowel iedere mogelijke vereniging,
society, association in Amerika, én werkt voor de rechtbanken :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
308

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
309

In punt 11 getuigt hij, dat Q-EEG een ZEKERHEID biedt van 99,50 % mbt traumatic brain
injury.
In punt 17 en 18 toont hij het CAUSAAL VERBAND aan tussen acceleratie – deceleratie en
hersentrauma en wijst hij er op dat dit NOG NOOIT BETWIST WERD :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
310

Vanaf punt 22 legt hij uit dat Q-EEG wijd verspreid is, algemeen aanvaard is en overal
gebruikt wordt : ziekenhuizen, het leger, enz. :
Vanaf punt 29 geeft Kuhn een opsomming van allerlei medische organisaties die Q-EEG
aanbevelen als zijn valide, betrouwbaar, precies, enz. :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
311

Bijkomend wijst Kuhn er op dat reeds vele ziekteverzekeringen Q-EEG TERUGBETALEN :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
312

Kuhn legt uit dat er zo’n 40 fabrikanten zijn van biofeedback toestellen, en dat er op dat
ogenblik zo’n 16.000 toestellen verkocht zijn in de USA :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
313

Kunh wijst erop dat universiteiten zoals Harvard, UCLA, Stanford, … wetenschappelijk
onderzoek voeren met Q-EEG analyses, en dat van de 34.000 academische publicaties, er 99
% met Q-EEG gebeurden. Van 10.000 neurologen zijn er slechts 200 die Q-EEG gebruiken.
Van die 200 Amerikaanse neurologen, zijn er een groot aantal die NIET akkoord zijn met de
AAN uitlatingen en het Nuwer verslag waar Tack naar verwijst. Er bestaan 70.000 artikels
over Q-EEG die een betrouwbaarheid geven van 0,9 (90 %) terwijl er slechts 1.000 artikels
bestaan over EEG, met een betrouwbaarheid van 0,3 (30 %) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
314

Vervolgens wordt Nuwer de grond ingeboord : vals, misleidend, ZONDER PEER REVIEWS !!
Nuwer bleek 18 cases bestudeerd / fout geïnterpreteerd te hebben, tegenover 608 cases :
Hierna volgen 10 blz. kritiek op AAN en Nuwer:
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
315

Nuwer wordt ontmaskerd als een VERZEKERINGSPION die BETAALD werd om een VALS
VERSLAG op te stellen (waar hebben we dat nog gehoord, die praktijken …) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
316

De politieke (verzekerings)banden van AAN worden vermeld, zo ook de onethische aanpak
van Nuwer :
Meer nog : Nuwer blijkt zelfs niet eens gecertifieerd te zijn :
Betrouwbaarheidsscores van Q-EEG belopen tussen 95 en 99 % :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
317

AAN valt al helemaal door de mand als zij ZELF in 1997 erkende dat Q-EEG wél telt voor
dementie, beroerte, epilepsie – maar “toevallig” niet voor TBI, wat verzekeringen zo vrezen
omdat dit leidt tot BLIJVENDE LETSELS :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
318

Kuhn vermeld enkele slachtoffers die hij verdedigde. 1 ervan kreeg 2,7 miljoen dollar mede
op basis van het Q-EEG bewijs :
Andere rechtzaken waarin Q-EEG wél aanvaard werd als bewijs van TBI :
De door de verzekeringen gevreesde link “whiplash – TBI” wordt benadrukt :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
319

Een hele boterham inderdaad, maar wel een belangrijke, om uw rechtbank te laten inzien
dat zij keer op keer halve waarheden voorgeschoteld krijgt van haar gerechtsdeskundige.
EVENZO
blijft het belangrijk om aan te stippen dat dit dossier NIET valt met de al dan niet
aanvaarding van Q-EEG als bewijs van TBI. Q-EEG is inderdaad een DOORSLAGGEVEND
bewijs, maar NIET het enige bewijs. Q-EEG versterkt enkel de talrijke andere bewijzen :
-de therapeutische bril die wijst op de visusproblemen ;
-de evenwichttests die wijzen op verstoord evenwicht ;
-de krachtproeven die wijzen op spierzwakte ;
-de EMG onderzoeken die wijzen op discuslijden zowel in de nek als in de rug ;
-de MRI onderzoeken die wijzen op nek- en rugletsel ;
-de bloedonderzoeken die wijzen op hormonale problematiek ;
-de hulpstukken die wijzen op TM dysfunctie (opbeetplaat), carpel tunnel syndroom
en Quervain (orthese) ;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
320

-ruim 10 (neuro)psychologische onderzoeken die wijzen op de cognitieve
problematiek ;
-meer de tientallen andere attesten, medische verslagen, onderzoeken die gebeurden
T.
Professor Lafosse ondersteunt en duidt de (Q) EEG onderzoeken (stuk 79) :
EEG:
Er wordt gerapporteerd (verslag Dr Meersman dd. 02-05-2011) dat het EEG bij patiënte
normaal is.
Dit kan maar het EEG draagt hiet tot niets bij: Traditionally, in clinical settings, conventional
EEGs were interpreted by the visual inspection of raw EEG signals. However, studies show
that visual inspection of EEG lacks the sensitivity to detect changes following mTBI.
Similar to typical course of clinical recovery after mTBI, abnormalities on conventional EEG
recording tend to resolve during the first several months post-injury (Nuwer MR, Hovda DA,
Schrader LM, Vespa PM. Routine and quantitative EEG in mild traumatic brain injury. Clin
Neurophysiol. 2005;116:2001–25).
Studies tonen dat kwantitatieve EEG analyse (QEEG LORETA) meer oplevert:
Several different types of variables can be isolated using quantitative EEG methods. In terms
of TBI, frequency and coherence analyses of particular cortical areas can offer important
information (Gaetz M, Bernstein D. The current status of electrophysiologic procedures for
the assessment of mild traumatic brain injury. J Head Trauma Rehabil. 2001;16(4):386–405;
Arciniegas D. Clinical electrophysiologic assessments and mild traumatic brain injury:
stateof- the-science and implications for clinical practice. Int J Psychophysiol. 2011;82(1):41–
52; Thornton K, Carmody D. Traumatic brain injury rehabilitation: QEEG biofeedback
treatment protocols. Appl Psychophysiol Biofeedback. 2009;34(1):59–68). The particular
interest in EEG coherence is due to the biological nature of concussive injury. The brain
structures involved in neural connectivity, such as the reticular system activation and
thalamocortical tracts, are the structures most likely to be affected by mTBI. Considering the
probability that these areas are altered following concussion, frequency and coherence
analyses are likely to be the most sensitive electrophysiological measures to indicate defi cits
due to concussive injury.
By examining the pattern of activity between the cortical areas, it is also possible to
delineate brain networks, see how they are involved in different types of tasks, and
determine how they differ under certain conditions such as the presence of a concussion.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
321

Research groups also conducted an EEG resting state study and reported the alteration of
cortical functional connectivity in mTBI subjects revealed by graph theory, independent
component analysis (ICA) and low resolution brain electromagnetic tomography analyses
(LORETA). Overall, a clear departure from small world like network was observed in mTBI
subjects (Cao C, Slobounov S. Alteration of cortical functional connectivity as a result of
traumatic brain injury revealed by graph theory, ICA, and sLORETA analyses of EEG signals.
IEEE Trans Neural Syst Rehabil Eng. 2010;18:11–9).
In deze context werd een een qEEG Loreta analyse uitgevoerd (cfr. verslag Brai²n St-
Agustinus Ziekenhuis Wilrijk olv neurochirurg Dr Van Havenbergh dd.17-02-2014 en 03-06-
2014)
Resultaten qEEG dd.17-02-2014:
De vergelijking met de normatieve database toont een significante afname van Delta links
prefrontaal. Alpha is afgenomen t.h.v. de linker motor cortex. Beta 1 is toegenomen t.h.v. de
rechter parahippocampale regio. Beta 2 is toegenomen t.h.v. de Cingulate Cortex. Gamma 1
en 2 zijn toegenomen t.h.v. de linker posterieure Insula. De connectiviteiten –analyse toont
voor Beta 2 een functioneel netwerk tussen de posterieure Cingulate Cortex, de
parahippocampale regio, de subgenuale anterieure Cingulate Cortex en de prefrontale
cortex. Delta vertoont een functionele hub links frontaal. Gamma 1 toont een functioneel
netwerk tussen de PCC, de rechter Insula en de prefrontale cortex. Gamma 2 toont zich vnl.
rechts frontaal en rechts Insulair. Theta toont een prominente functionele hub links frontaal.
De spectraalanalyse toont een Theta-piek (4-5Hz) in combinatie met een Beta-piek (22-24Hz)
t.h.v. de frontale cortex en de Cingulate cortex.
HRV-ratio: 2.05 (norm=1), hyper sympathisch.
Besluit:
Het resting-state-qEEG toont een activering van de rechter prefrontale cortex terwijl de
linker frontale cortex functioneel minder actief is. Dit beeld kan worden gecorreleerd aan de
toegenomen Insulaire activatie wat mogelijks de verhoogde HRV-ratio kan verklaren. Klinisch
kan dit zich uiten in hartkloppingen en agitatie, wanneer deze situatie aanhoudt kan dit
mogelijks leiden tot concentratiestoornissen en vermoeidheid. De toegenomen activiteit
t.h.v. de Cingulate cortex en de afgenomen Alpha t.h.v. de motore cortex, in vergelijking met
de normatieve database, kan mogelijks wijzen op een verhoogde pijngewaarwording. De
toegenomen activiteit t.h.v. de parahippocampale regio wordt klinisch vaak teruggevonden
bij Whiplash Associated Disorders (W.A.D.), bij fibromyalgie, CVS en burn-out. Dit beeld kan
mogelijks worden geassocieerd aan verminderde werking van het geheugen. De
spectraalanalyse wijst mogelijks op een Theta-Beta dysritmia. Dit beeld kan mogelijks de
stoornissen van de cognitieve functie verklaren. De HRV-ratio wijst op een hyper geactiveerd
sympathisch systeem in rust.
Resultaten qEEG dd.03-06-2014:
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
322

Op centraal niveau: Frontale geraken moeilijk in rust.
Op autonoom nievau: We zien wederom een sterke gehyperativeerd sympathisch systeem.
DE KRITIEK OP EEN QEEG IS NIET TERECHT:
Men is vaak van oordeel is dat qEEG een ‘experimentele techniek’ is. Dit is een misverstand
meestal gebaseerd is op twee publicaties van Nuwer et al. (1997, 2005). De specifieke
hiaten, onnauwkeurigheden en misrepresentaties m.b.t. qEEG onderzoek in deze publicaties
werden overtuigend weerlegd in verschillende publicaties (Hoffmann et al., 1999; Hughes &
John, 1999; Thatcher et al. 1999). Ook de rechtbank in de staat Texas (VS) beschouwt de
kritiek van Nuwer et al. als niet-wetenschappelijk en dus als niet-ontvankelijk (Morel, 1998).
Bovendien toonde Thatcher et al. (2003) aan dat de qEEG-methode voldoet aan de Daubert
standaarden voor wetenschappelijke kennis en tegemoet komt aan de eisen van het
Hooggerechtshof (VS) voor de toelaatbaarheid van klinisch-valide methoden bij de evaluatie
van neurologische en psychiatrische stoornissen. Wat betreft de gebruikte qEEG
bronlokalisatie methode (‘LORETA’) zijn er momenteel reeds vele honderden
wetenschappelijke artikels gepubliceerd die gebruik maken van deze methode (voor een
overzicht zie de US National Library of Medicine via http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
323

In het algemeen gesteld heeft wetenschappelijk onderzoek over verschillende decennia
heen aangetoond dat enerzijds het kwalitatieve (klassiek-neurologische) EEG slechts een
beperkte waarde heeft in de neuropsychiatrie en bij hersentrauma, maar anderzijds ook dat
het kwantitatieve EEG (qEEG) waardevol is in de neuropsychiatrie (sinds november 2012 ook
als klinische methode erkend door het RIZIV in België) en in de neuropsychologie, en meer
specifiek ook in het kader van hersentrauma (zie bijv. Arciniegas et al., 2011; Cao et al.,
2008; Chen et al., 2006; Duff, 2004; Fenton, 1996; Korn et al., 2005; McClelland et al., 1994;
McCrea et al., 2010; Roche et al., 2004;Thatcher et al., 1989, 1998a, 1998b, 2001; Thornton,
1999, 2003; Trebano et al., 1988; Watson et al., 1995).
Wetenschappelijke onderzoek (Thatcher et al., 1989) gebaseerd op qEEG-metingen bij 608
‘mild TBI’ patiënten en 103 controles gematcht voor leeftijd, bekomt met een
discriminantanalyse een hoge sensitiviteit (96.59%) en specificiteit (89.15%), een gemiddelde
positieve predictieve waarde van 93.6% en een gemiddelde negatieve predictieve waarde
van 97.4% in drie onafhankelijke crossvalidaties. Hoge sensitiviteit en specificiteit van qEEG
discriminanten bij TBI patiënten werden ook in ander onderzoek gerapporteerd (Thatcher et
al., 2001; Thornton, 1999; Trudeau et al., 1998).
Verder verwijs ik ook naar een relevant onderzoek waarbij mTBI patiënten met het post
concussioneel syndroom werden onderzocht d.m.v. qEEG, LORETA analyses en SPECT scans
(Korn et al., 2005). Uit dit onderzoek bleek dat deze patiënten, ook vele maanden en jaren
na het ongeval, significant minder alfa en meer trage delta power vertoonden (zoals ook hier
het geval is). Bovendien was die verhoogde qEEG delta power, corticaal gelokaliseerd d.m.v.
LORETA analyses, sterk gecorreleerd met zowel de anatomische lokalisatie van letsels in de
bloed-hersenbarrière als met de te weinig doorbloede hersengebieden (hypoperfusie) (beide
laatst genoemde metingen werden uitgevoerd d.m.v. verschillende SPECT scans). Deze
bevindingen werden recent bevestigd in een studie waarbij LORETA de trage qEEG delta
power bij milde TBI patiënten op dezelfde anatomische plaats lokaliseerde als de letsels in
de bloed-hersenbarrière, en waarbij delta power ook correleerde met het volume van de
BHB-letsels bij deze mTBI patiënten (Tomkins et al., 2011).
U.
Met het aspect “specificiteit” wordt komaf gemaakt dankzij de Neural Network Index,
speciaal ontworpen voor Traumatic Brain Injury. Een toelichting daarbij vindt u in stuk 357.
De gebruikte ‘Neural Network Injury Index’ is een uitbreiding en verfijning van de in 2004
FDA 510k geregistreerde Mild Traumatic Brain Injury Discriminant Function (see Thatcher, et
al, EEG discriminant analyses of mild head trauma. EEG and Clin. Neurophysiol., 73: 93-106,
1989 en Thatcher, et al, An EEG Severity Index of Traumatic Brain Injury, J. Neuropsychiatry
and Clinical Neuroscience, 13(1): 77-87, 2001). Alleen connectiviteitsparameters tussen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
324

Brodmann gebieden (LORETA coherentie en LORETA faseverschillen) werden gebruikt voor
de verschillende netwerkanalyses (zie verder) en oppervlakte-connectiviteitsmaten
(amplitude asymmetrie, coherentie, absolute faseverschillen, ‘instantaneous’ connectiviteit
en ‘lagged’ connectiviteit) voor de discriminant index (dus geen EEG power of ‘current
density’).
V.
De toepassing van de NNI index op VIER (4 !) Q-EEG metingen van concluante (stuk 192)
door Professor Edwin Verstraeten leidde tot de volgende bevindingen :
De Neural Network Injury Index en specifieke netwerkanalyses geven ondubbelzinnig
het bestaan aan van een traumatisch hersenletsel met diffuse axonale schade. De
meest afwijkende van de onderzochte functionele netwerken zijn geheugen, ventrale
aandacht en dorsale aandacht. Deze kunnen leiden tot invaliderende klachten in het
dagelijks functioneren. Ook de huidige resterende klachten, zoals bijv. hyperacusis,
spierkrachtverlies en stress werden geobjectiveerd en bevestigen het klinisch beeld
dat de patiënte presenteert. Door de verschillende behandelingen die de patiënte
heeft ondergaan tot op heden is de werking van haar brein verbeterd en is er
daardoor geleidelijk aan ook verbetering opgetreden in haar klachten. Het
verderzetten van de behandelingen is noodzakelijk om verder herstel van de
hersenfuncties mogelijk te kunnen maken. Een controle qEEG-onderzoek medio 2016
is aangewezen. Op basis van de persisterende afwijkingen en het klinisch beeld kan
besloten worden dat patiënte tot op vandaag arbeidsongeschikt is. Een alternatieve
verklaring van de klachten onder de vorm van burnout kan op basis van de diverse
qEEG-resultaten niet worden weerhouden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
325

W.
Verweerster kan ale het bovenstaande in acht genomen, in alle ernst haar beweringen als
zou Q-EEG “niet betrouwbaar” zijn, nog volhouden.
Zij heeft deze ook nooit gestaafd, het betreffen louter “omdat de verzekering het zo zegt”
beweringen.
AAN en Nuwer aanhalen, is geen ‘staving’ van haar beweringen, INTEGENDEEL : hiermee
toont Tack – die NIET wist wat Q-EEG was – juist aan dat hij voor zijn ‘bronnen’ bij de
verzekeringen te rade gaat.
Het kan immers niet zijn dat op 70.000 studies omtrent Q-EEG, die allen een
betrouwbaarheid van 90 tot 99,50 % bewijzen, Tack er juist diegene 2 uitkiest, die
gefinancierd werden door de Amerikaanse verzekeringssector. De kans dat hier ‘toeval’ een
rol speelt, is 0,002 %. Tack laat na zijn “bron” te vermelden en voegt in zijn stukkenbundel
geen communicatie hieromtrent toe. Deze maakt nochtans onderdeel uit van een
tegensprekelijk debat.

Zoals bij aanvang reeds aangestipt, volstaat het om te verwijzen naar het feit dat Q-EEG
sinds jaren door het RIZIV erkend is – én terugbetaald wordt.
Q-EEG afwijzen als bewijs van letsel vormt een manifeste schending van het recht op
verdediging : het bewijzen van de letselschade wordt op deze manier onmogelijk gemaakt.
X.
Verweerst zal ongetwijfeld ook haar commentaar hebben op de NNI index.
Zij zal aanvoeren dat deze “nieuw” is, en dus – voor de verandering – “niet betrouwbaar” is.
Dat klopt niet, want de NNI index is NIET “nieuw” (stuk 192) :
De gebruikte ‘Neural Network Injury Index’ is een uitbreiding en verfijning van de in
2004 FDA 510k geregistreerde Mild Traumatic Brain Injury Discriminant Function
(see Thatcher, et al, EEG discriminant analyses of mild head trauma. EEG and Clin.
Neurophysiol., 73: 93-106, 1989 en Thatcher, et al, An EEG Severity Index of
Traumatic Brain Injury, J. Neuropsychiatry and Clinical Neuroscience, 13(1): 77-87,
2001). Alleen connectiviteitsparameters tussen Brodmann gebieden (LORETA
coherentie en LORETA faseverschillen) werden gebruikt voor de verschillende
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
326

netwerkanalyses (zie verder) en oppervlakte-connectiviteitsmaten (amplitude
asymmetrie, coherentie, absolute faseverschillen, ‘instantaneous’ connectiviteit en
‘lagged’ connectiviteit) voor de discriminant index (dus geen EEG power of ‘current
density’).
Bijkomend :
Ten eerste zijn de knooppunten in de netwerken gebaseerd op vorig, onafhankelijk en
uitvoerig gepubliceerd onderzoek.
Ten tweede werd er over LORETA(-connectivteitsanalyses) ook reeds heel wat gepubliceerd.
Ten derde zijn Z-scores wereldwijd een wetenschappelijke standaard. In die zin zijn de
gehanteerde netwerkanalyses reeds wetenschappelijk gevalideerd.
De vergelijkende Q-EEG analyse met NNI index kan aldus NIET op gemotiveerde wijze
afgewezen of genegeerd worden.
LOS VAN HET Q-EEG VERHAAL :
Bijkomend verwijzen we naar video 5 (stuk 29), waarin Hans Verstraelen zelf toegeeft :
“de nieuwe bewijsvoering blijft overeind, daar kan men niet om heen”.
(maar Tack kan daar blijkbaar wel omheen …)
Dat betekent dat Hans Verstraelen ZELF toegeeft dat zijn besluiten onjuist zijn. En dat hij er
van uitgaat dat de nieuwe expert er “niet omheen kan” om eindelijk hersentrauma met
axonale schade te erkennen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
327

Bijkomend geeft Hans Verstraelen toe dat hij wist dat er valse verslagen opgesteld werden in
de 1
ste
expertise. Dat blijkt ook uit zijn emails (zie punt 3.6 en 4.6)
Tack verwijst opnieuw naar die valse medische verslagen uit de 1
ste
expertise : hij vermeldt
nl. expliciet Professor Verstraete en Johan Baeke – WETENDE DAT ZIJ VALSE VERSLAGEN
OPSTELDEN. Immers, na de presentatie door Dr Seynaeve gaf Tack zelf toe dat er idd
nekletsel was. Toch weerhoudt hem dat niet om nadien een vals, ouder verslag, dat nog niet
gebaseerd was op ALLE beeldvorming, er nog eens bij te sleuren om zijn “gelijk” te halen, nl.
dat er ZOGEZEGD “geen letsels” te zien zijn op MRI. Tack’s verslag is dus gestoeld op valse
verslagen. Het kwam mede tot stand op basis van valse verslagen, en kan dus per definitie
niet correct zijn.
Bijkomend verwijzen we, zoals hoger reeds aangehaald, naar de recent uitgevoerde
NIEUWE medische onderzoeken die de BESTAANDE onderzoeken BIJKOMEND BEVESTIGEN
:
1.EMG van de bovenste ledematen door neuroloog Jan Verhoeven bewijst bijkomend
discuslijden in de NEK, met radiculaire uitstraling. Dit bevestigt de bevindingen van
radiologen Laridon en Seynaeve (stuk 305).
2.EMG van de onderste ledematen door neuroloog Jan Verhoeven bewijst bijkomend
discuslijden in de RUG, met radiculaire uitstraling. Dit bevestigt de “bulging” waar Dr
Van Walleghem over sprak in verslag (stuk 306).
3.MRI van de RUG (stuk 313) bewijst bijkomend rugletsel, met dien verstande dat de
MRI slechts minimale afwijkingen laat zien. Dr. Seynaeve duidt dit, door er op te
wijzen dat de MRI liggend genomen wordt. Zo worden de wervels NIET op elkaar
gedrukt. Een STAANDE MRI zou een beter beeld geven. Deze kan enkel in Londen
genomen worden. Los daarvan is dit overbodig geworden nu het EMG onderzoek
geen twijfel laat over het discuslijden in de rug. Er is sprake van foraminale hernia.
Bijkomend zijn er diverse verslagen van het revalidatieziekenhuis, revalidatie artsen,
attesten van kinesisten, osteopaten, enz. zoals omschreven in stuk 137 en 138 en
256.
4.Q-EEG analayse met NNI-index (stuk 192), dat besluit : De Neural Network Injury
Index en specifieke netwerkanalyses geven ondubbelzinnig het bestaan aan van een
traumatisch hersenletsel met diffuse axonale schade.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
328

BESLUIT : Concluante verzoekt op basis van het bovenstaande, dat uw rechtbank het
deskundigenverslag van Tack in duidelijke taal afwijst, verwerpt, nietig verklaart, en het
deskundigenverslag van Dr Van Walleghem van 14.12.2015 aanvaardt en gebruikt als basis
voor de schadebegroting.
5.12DE ROL VAN TACK
1.Tack is NIET onafhankelijk – de partijdigheid van Tack staat vast :
De onafhankelijkheid van de deskundige moet steeds gewaarborgd zijn. Dat is in mijn dossier
duidelijk NIET het geval ! Het met kwaad opzet en bewust aanvaarden van meinedige
verslagen ; het negeren van alle bewijzen van letsels ; het voortdurend actief zoeken naar
een of andere drogreden om letsels toch maar te kunnen afwijzen (uw rechtbank zal zich
toch ook vragen stellen bij de ommezwaai van persoonlijkheidsstoornis naar
voorafbestaande zware psychiatrische en ernstige hormonale problematiek waar hij
‘absoluut zeker’ van was naar een voorafbestaande burnout in zijn eindverslag ?) ; het
lachwekkende ‘klinisch onderzoek’ ; het LIEGEN in het gezicht van uw rechtbank (ik weet dat
u dat niet graag hoort, sorry, maar hoe wil u dat ik het noem ??) ; voortdurend AG in alles
volgen en iedere vraag van mezelf afwijzen – de partijdigheid DRUIPT ER AF gewoonweg. Los
van het feit, dat Tack zijn opdracht als deskundige moest geweigerd hebben. Hij werkt nl. als
Mercator verzekeringsarts samen met Luc Desmet van AG / Mercator / … (stuk 30).
Herinnert uw rechtbank zich nog, dat Tack meermaals “gezworen” heeft dat hij “nooit” voor
verzekeringen werkte ? Wat zijn AXA en Mercator dan ?
Hoe kan de onafhankelijkheid van Tack gegarandeerd zijn als hij vanuit zijn eigen rol als
verzekeringsarts, een samenwerkingsverband heeft met de verzekeringsarts van
tegenpartij ? Zou het niet ‘passend’ geweest zijn, dat Tack, op het moment dat uw
rechtbank hem de vraag stelde of hij al dan niet voor verzekeringen werkte, zou geantwoord
hebben : ‘Ja ik werk voor verschillende verzekeringen’ ? Zou het niet nog meer ‘passend’
geweest zijn, dat Tack zijn opdracht geweigerd had tout court ? In video 4 mbt zitting in
raadkamer 8 april 2014 verklaarde hij toch dat hij zijn opdracht in het bedrogdossier V.V.
niet geweigerd had omwille van bedrog, maar wél omdat hij ‘artsen betrokken bij de
expertise kende’ ? U hoort het hem zelf zeggen ! Het staat vast dat hij verzekeringsarts Luc
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
329

Desmet van AG al jarenlang kende ! Hij werkt er nota bene mee samen ! Toch weigerde hij in
dit dossier zijn aanstelling niet … Dat zegt alles over dit dossier, maar ook over het dossier
V.V. waarin Tack niet opnieuw als bedrieger in de kijker wilde lopen … ’t Zou op de duur een
beetje te veel beginnen opvallen. Zie de verslagen van Tack in uw rechtbank er eens op na.
Hoeveel keer heeft hij daarin diffuse axonale hersenschade erkend ? NUL KEER.
2.Tack zag NIET toe op een tegensprekelijk verloop van de expertise – de
partijdigheid van Tack staat vast :
De tegensprekelijkheid: “Et auditur altera pars”. Ik verwijs naar de synthesebesluiten
27.02.2015 waarin ik reeds de onderlinge contacten tussen Tack en AG aanhaalde ; het
ontbreken van diverse briefwisseling (oa Q-EEG info ?? van wie ??) ; het niet-tegensprekelijk
doorsturen van stukken aan diverse partijen (oa Colpaert) ; niet-tegensprekelijke expertise
Demaerel (Tack moest meteen gereageerd hebben) ; papegaaienwerk van Busschaert en
Tack op de zitting van 3 juni 2015 ; Tack die zijn ‘bewijzen’ – die hij nooit voorlegt -
‘voorafbestaande toestand’ bij Meersman & co gaat halen, die ze nota bene zelf kan
fabriceren in het computersysteem van AZ Groeninge …
Besluit: Dit arrest van het Hof van Cassatie is duidelijk :
“Bij het opstellen van zijn eindverslag zal de deskundige een adequaat antwoord
moeten geven op alle opmerkingen die hij op zijn voorverslag kreeg en zijn standpunt
moeten motiveren. Het principe van de tegensprekelijkheid, het contradictoire
karakter, het “auditur altera pars” principe is een fundamenteel principe omwille van
het respecteren van de “rechten van de verdediging”. De deskundige moet hier
voortdurend over waken. Een rechter kan niets aanvangen met een niet
contradictoir deskundigenonderzoek, aangezien dit strijdig is met de algemene
rechtsbeginselen. De deskundige zelf moet de tegensprekelijkheid waarborgen en
desnoods aanmoedigen indien één van de partijen zich passief opstelt. “
(Cass. 2 november 2012, RG C.11.0018.N., www.cass.be)
3.Tack is NIET deskundig – integendeel, bezondigt hij zich meermaals aan
INTELLECTUELE VALSHEID IN GESCHRIFTE – zijn partijdigheid staat vast :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
330

A.
Met zijn Q-EEG replieken gaat Tack faliekant de mist in (los van het feit dat hij niet eens wist
wat dat was, dus deskundig op dit vlak kan hij al niet zijn – zie video 4) (en ondanks het feit
dat hij niet wist wat Q-EEG was, achtte hij zich wél bekwaam om 3 Q-EEG verslagen
ongemotiveerd af te wijzen ? want pas daarna is hij met andermans’ repliek afgekomen
waarbij die ‘andermans’ een grote onbekende blijft …)
B.
Met zijn ‘geen letsel op MRI = geen letsel tout court’ is dat 100 % meineed, als een leek weet
dat MRI in 80 % van de gevallen geen axonale letsels kan tonen, zou men mogen verwachten
dat Tack, onze grote ‘axonale schade specialist’, dat ook weet.
C.
Op SMV video 4 (stuk 28) stelt concluante : bewustzijnsverlies en amnesie van het moment
van ongeval zijn typische indicaties voor hersenletsel. Hierop antwoord Tack : de criteria die
u zegt, kloppen niet. Nochtans zijn dit 2 obligate criteria om tot TBI te kunnen besluiten.
Het bewijs dat Tack uw rechtbank zit voor te liegen, en een vals verslag afleverde, is
geleverd.
D.
Dr. Bolt noteert (stuk 389):
Bewusteloosheid is geen symptoom van een whiplash trauma.
Bewusteloosheid is een teken van een hersentrauma (hersenschudding of TBI).
De conclusies van de door de Politierechtbank aangestelde deskundigen enkel whiplash en
posttraumatische stressstoornis en geen sprake van enig traumatisch bot-, discus-,
ligamentair letsel of organisch hersenlijden zijn niet juist.
(…)
Ten tijde van het expertiseverslag van Dr. Ph. Tack werd dus bijkomend objectief nek- en
hersenletsel herbevestigd. Desondanks bevestigt Dr. Tack de conclusies van Dr. Verstraelen.
Dit is merkwaardig.(eigen onderlijning)
4.Tack motiveert zijn besluiten NIET – de partijdigheid van Tack staat vast :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
331

A.
“Ik zeg dat Colpaert wel een goede expert is” is nu niet bepaald een ‘onderbouwde
motivatie’ om 28 blz. opmerkingen van Professor Lafosse af te wijzen die Colpaerts verslag
richting vuilbak sturen.
B.
Professor Lafosse legt in detail het causaal verband uit tussen de klachten onmiddellijk na en
de klachten die tot op vandaag persisteren, maar Tack reageert hier niet op en houdt er
geen rekening mee in zijn besluiten (zoniet had hij hersentrauma wel erkend uiteraard).
C.
Er zijn 200 blz. opmerkingen geformuleerd op het voorverslag. GEEN ENKELE daarvan werd
beantwoord. GEEN ENKELE.
D.
Ik heb een zogezegde voorafbestaande burnout ? Op basis van wat besluit hij dat ? Omdat
Tack het zegt ? Iets anders zie ik nergens verschijnen. Motivering Tack = klucht = nihil.
Iedereen kan zo expert worden, als “omdat ik het zeg” telt als motivatie !
Besluit: Dit arrest van het Hof van Cassatie is duidelijk :
“Bij het opstellen van zijn eindverslag zal de deskundige een adequaat antwoord
moeten geven op alle opmerkingen die hij op zijn voorverslag kreeg en zijn standpunt
moeten motiveren. Het principe van de tegensprekelijkheid, het contradictoire
karakter, het “auditur altera pars” principe is een fundamenteel principe omwille van
het respecteren van de “rechten van de verdediging”. De deskundige moet hier
voortdurend over waken. Een rechter kan niets aanvangen met een niet
contradictoir deskundigenonderzoek, aangezien dit strijdig is met de algemene
rechtsbeginselen. De deskundige zelf moet de tegensprekelijkheid waarborgen en
desnoods aanmoedigen indien één van de partijen zich passief opstelt. “
(Cass. 2 november 2012, RG C.11.0018.N., www.cass.be)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
332

5.Tack verzaakt aan zijn controleplicht – dit is geen toeval uiteraard – zijn
partijdigheid staat vast
Een ‘onbekende’ (waar is de originele briefwisseling tussen Tack en zijn ‘Q-EEG expert’ ? is
dat dan niet ‘roepen van langs de zijlijn’ ? ) verzekeringsarts bezorgt Tack (valse !) informatie
over Q-EEG. Tack weet zelf niet wat Q-EEG is (zie video 4). Toch verdedigt hij vurig dat Q-EEG
zekerlijk niet weerhouden kan worden als bewijs van hersentrauma. Hoe kan hij deze
informatie controleren als hij zelf niet weet wat Q-EEG is ? Hij kan de waarde van
andersmans’ opmerkingen m.a.w. niet controleren.
Valt het trouwens niemand op dat er GEEN ENKELE ERNSTIGE OPMERKING kwam op de
replieken van diverse toonaangevende Q-EEG specialisten met wereldfaam ?
Zie verder ook stuk 257, waarin diverse voorbeelden staan van hoe Tack verzaakt aan zijn
controleplicht.
Algemeen :
In punt 72 van de POSTACADEMISCHE VORMING MULTIDISCIPLINAIR FORENSISCH
ONDERZOEK - juridische en wetenschappelijke aspecten van de KATHOLIEKE
UNIVERSITEIT LEUVEN lezen we :
“De bijstand van een derde mag er nooit in bestaan dat de deskundige zich door die
derde zou doen vervangen voor de uitvoering van zijn opdracht. In dit geval zou het
verslag onregelmatig zijn. Die bijstand is slechts toegelaten voor zover de deskundige
de nodige bevoegdheid bezit om het werk van de derde te verstaan en te controleren,
en wanneer hij daadwerkelijk die controle uitoefent. Het werk van de derde moet
geschieden onder zijn rechtstreeks toezicht. Wanneer de deskundige de adviezen en
besluiten van de derde overneemt zonder de minste persoonlijke motivatie, doet hij
afstand van zijn opdracht en komt hij tekort aan zijn controleverplichting.”
Zie in dit kader ook : CLOQUET, A., o.c., p. 120, nr. 339 en de aldaar geciteerde rechtsleer
en rechtspraak.
6.Tack vervult zijn opdracht niet
We verwijzen hiervoor naar de argumentatie in stuk 257, blz. 47 en verder.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
333

7.TACK laat na de Code van de Geneeskundige Plichtenleer na te leven
We verwijzen hiervoor naar de argumentatie in stuk 257, blz. 52 en verder.
8. TACK laat na op objectieve wijze de letselschade te meten en te begroten
We verwijzen hiervoor naar de argumentatie in stuk 257, blz. 56 en verder.
9.De werkwijze van Dr. TACK beantwoordt NIET aan de gebruikelijke procedure in
medische expertises
We verwijzen hiervoor naar de argumentatie in stuk 257, blz. 57 en verder.
10.Er is sprake van zware BELEDIGINGEN door Tack tov concluante
We verwijzen hiervoor naar de argumentatie in stuk 257, blz. 62 en verder.
Bijkomend heeft Tack concluante meermaals en ten overstaan van uw rechtbank VALSELIJK
beschuldigd van o.a. “zware psychiatrische en ernstige hormonale voorafbestaande
problematiek” waarover hij “absolute zekerheid” had.
Concluante beschouwt dit niet alleen als lasterlijk, bovendien als beledigend, bovendien als
misleidend en bewijs van partijdigheid.
11.Er is sprake van schending van de Wet Patiëntenrechten EN het deskundigenverslag
kwam NIET tot stand op basis van ALLE (verzekerings)verslagen
We verwijzen hiervoor naar de argumentatie in stuk 257, blz. 63 en verder.
Het besluit van het advies is duidelijk :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
334

1.Wettelijk gezien zijn zowel de raadsgeneesheer van een
verzekeringsmaatschappij (…) als de gerechtelijk expert (…) onderworpen aan de
wet betreffende de rechten van de patiënt. (…)
2.De patiënt heeft op zijn verzoek recht op toegang tot het geheel van het dossier
opgesteld door de raadsgeneesheer/controleur/expert en dit zonder beperking.
(…)
3.Het recht op informatie (…) mag zeker niet omzeild worden op het gebied van de
expertise- en controlegeneeskunde.
Het verhinderen van de bewijsvoering van verzoekster door de medische verslagen
opgesteld door Dr. Luc Desmet van AG niet op te vragen, is belemmering van de
rechtsgang en het deskundigenonderzoek. Het feit dat Tack niet aandringt op een VOLLEDIG
inzicht in ALLE medische verslagen, zegt alles.
12.Tack stelde GEEN nauwkeurige diagnose
‘Geneesheren weten dat een therapie pas doeltreffend is, indien ze uitgaat van een
nauwkeurige diagnose. Toegepast op het schadevergoedingsrecht: men moet eerst de
schade tot in de details ontleden – met oog voor haar drie dimensies: waarde, tijd en ruimte
– vooraleer men tegenover deze schade een efficiënt rechtsbeleid kan voeren. Zo niet
schieten goedbedoelde acties aan de concrete noden voorbij.’
(Professor Dries Simoens in Die Keure, Indicatieve Tabellen 2012, blz. 73 ev)
Uit het voorliggend voorverslag blijkt, dat er geen nauwkeurige diagnose gesteld werd. De
schade werd niet tot in de details ontleed.
Het is ten andere een TYPISCHE bedrogstrategie van verzekeringsartsen om slechts 1 of enkele
letsels / klachten te noteren.
De rest wordt allemaal doodgezwegen. Ook Tack doet hier flink aan mee en levert zodoende ZELF
het bewijs van zijn partijdigheid en samenwerking met de verzekeringssector.
‘Formalisering en reductie kenmerken de techniek van de gangbare schade-evaluatie en –
vergoeding’. (Professor Dries Simoens in Die Keure, Indicatieve Tabellen 2012, blz. 73 ev)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
335

13.Tack houdt geen rekening met het klinisch beeld
De klachten die meermaals aan Tack werden meegedeeld, en die ook opgenomen staan in
het eindverslag van Verstraelen dat hij bevestigt, staan ook te lezen in het verslag van Dr.
Bolt (stuk 389) :
- hoofdpijn
- nekpijn
- rugpijn
- scheefstand hoofd
- visusstoornissen
- concentratieverlies
- aandachts- en geheugenstoornissen
- evenwichtsstoornissen
- oorsuizen
- pijn in de rug tussen schouderbladen
- geen kracht in de armen
- pijn in het kaakgewricht
- snelle vermoeidheid
- tinteling in de handen
- neerslachtigheid
Tack houdt hier niet de minste rekening mee.
Nochtans laat Dr. Bolt geen twijfel :
De door Anke SANTENS aangegeven klachten laten zich sluitend als gevolg van de bij het
ongeval opgelopen letsels verklaren.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
336

Het zijn de typische klachten bij de ca. 15 % patiënten met blijvende letsels. Ze leiden tot
arbeidsongeschiktheid.
14.Tack maakt GEEN vergelijking tussen de situatie VOOR en NA het ongeval

Nochtans is dit een KERNGEGEVEN in medische expertises. Dit wordt ook zo gesteld door Dr.
Verstraelen (blz. 6 van zijn eindverslag, stuk 39).
In die zin is het deskundigenverslag onvolledig én onjuist.
5.13OPMERKINGEN VAN AG
A.
Verweerster zal zeggen dat uw rechtbank zich niet in de plaats van een arts mag stellen en
dat eerst er medische besluiten van een ‘gerechtsdeskundige’ (lees : verzekeringsarts) op
tafel moeten liggen voor er gesproken kan worden over een schadebegroting en dat tot die
tijd het voorschot van 30.000 euro de “6 %” dekt.
Het antwoord hierop is simpel : de rechter is God in zijn rechtbank.
Die MOET niets en MAG alles zolang hij dit grondig motiveert.
We menen bovendien dat het structureel FALEN van het huidige systeem inzake
gerechtelijke medische expertises mbt ‘(on)zichtbare letsels’ voldoende is aangetoond en
dat de samenvattende besluiten van Professor Lafosse, Dr Van Walleghem, Professor
Verstraeten en Dr Bolt, meer de RUIM 100 verslagen reeds 5,5 jaar in het dossier, meer de
erkenning van de volledige arbeidsongeschiktheid door het RIZIV, voldoende grond bieden
aan uw rechtbank om wel degelijk tot de bevestiging van de medische besluiten van Dr Van
Walleghem over te kunnen gaan.
In dit kader wensen we het aantal artsen even op een rijtje te zetten, die de voorbije 5,5 jaar
nek-, rug-, hoofd-,kaakgewrichtletsel alsook PTSS en alle daaruit volgende secundaire
klachten in causaal verband met het ongeval plaatsten :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
337

5 neurologen : Dr BOURGEOIS, Dr VERHOEVEN, Dr DOROBAT, Dr VAN HAEVENBERGH, 1
neuroloog uit CH Montluçon (naam niet vermeld in verslag) besluit tot ‘traumatisme
crânien’
6 neurofeedback specialisten : Dhr. OST, Professor VERSTRAETEN, mevr. HUYSMANS,
mevr. JACQUES, Professor DE RIDDER, Dr. VAN DEN BERGH
5 endocrinologen : Professor ABS vermeldt TBI als oorzaak ; Dr AHMAD vermeldt
hypofysaire insufficiëntie ; Dr COUCKE vermeldt ACTH insufficiëntie ; Dr VINCK ; Professor
DE MEIRLEIR
2 cardiologen : Dr BERTHOO linkt hartproblemen aan hormonale problematiek en
ontregeld CZ ; Dr HILIC
2 NKO-specialisten : Dr (naam niet vermeld) uit CHU Montluçon ; Dr DIERICKX
1 gastro-enteroloog : Dr VERGAUWE
2 spoedartsen : Dr PICCOT, Dr KARA-TERKI
4 revalidatie artsen : Dr LINDEN, Dr LEFEVERE, Dr PLIEWEISS, Dr DI COSTANZA
9 (neuro)psychologen : Mevr. DE PIERQUET, mevr. PEYROLES, mevr. USSEL, mevr.
GUILLET, mevr. CHOTARD, mevr. MASSON, dhr. STANDAERT, Professor LAFOSSE, dhr.
PELLETIER
2 psychiaters : Professor VERHELST, Dr. SIEBEN
1 stomatoloog : Dr BARNICHON
2 gynaecologen : Dr MARIN, Dr THYS
3 traumatologen : Dr VAN WALLEGHEM, Dr VAN LOO, Dr LECHAT
1 longarts : Dr HAERENS
8 kinesitherapeuten, osteopaten, manuele therapeuten : Dhr. GUIARD, dhr.
VANDEMEULEBROUCKE, dhr. HOEZ, mevr. VAN BRAECKEL, dhr. BERNARD, dhr. TISON,
dhr. DHERMONT, dhr. COTHON
4 huisartsen : Dr BOYDENS, Dr JEUDY, Dr NOVEL, Dr FERRY
3 radiologen : Dr SEYNAEVE, Dr VANOVERMEIRE, Dr LARIDON
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
338

1 dermatologe : Dr VANDENBROUCKE linkt de huidveroudering aan hypofysaire
insufficiëntie
1 oogspecialist : Dr DE LAET linkt visusproblemen aan CZ
1 ergoloog : Dr MERTENS
2 ergotherapeuten : Mevr. ALIROL, mevr. DUCLOUX
1wetsdokter : Dr BOLT
2ziekenfondsartsen : Dr APERS, Dr DOYE
3RIZIV artsen : hun namen zijn niet bekend
Hetgeen samen een totaal geeft van 71 artsen en medisch geschoolden , dit tegenover
ENKEL EN ALLEEN de ‘gerechtsdeskundigen’ die het omgekeerde beweren … nl. dat er geen
letsels tgv ongeval zijn, en zouden deze er al zijn (wat toch een zeer bizarre contradictie is),
dat deze voorafbestaand zouden zijn, of psychisch. Geen enkele van bovenvermelde artsen
maakt melding van enige voorafbestaande toestand. Er zijn 11 psychiatrische en
(neuro)psychologische tegenexpertises, waarbij geen enkele verwijst naar enige
‘persoonlijkheidsstoornis’ of psychische problematiek, die logischerwijze toch zou moeten
ergens opgedoken zijn. Meerdere artsen wijzen op de noodzaak van hulp door derden.
Aldus plaatst uw rechtbank zich niet ‘in de plaats van’ een arts, maar wordt zij integendeel in
haar beslissing ondersteund door ruim 100 medische verslagen van samen 71 artsen en
medisch geschoolden.
Er kan geen sprake zijn van ‘recht op verdediging’, nog minder van een ONPARTIJDIGE
medische expertise, als ruim 100 medische verslagen van 71 verschillende artsen zomaar,
en bovendien zonder enige motivatie, naast zich neer gelegd worden.
Het volstaat niet om te zeggen “ik heb de verslagen toegevoegd aan de bijlagen / vermeld
in de tekst” – ZONDER DAAR ENIGE REKENING MEE TE HOUDEN. Ofwel vermeldt men
klachten en letsels en begroot men ze ; ofwel vermeldt men klachten en letsels en
motiveert men waarom er géén rekening gehouden wordt met de bewijsvoering.
NOCH HET EEN, NOCH HET ANDER IS GEBEURD.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
339

Zo verliep het ook bij Hans Verstraelen : concluante vroeg om zijn vervanging. Uw rechtbank
bevestigde zijn aanstelling maar gaf opdracht om op de opmerkingen te antwoorden. Hij
antwoordde op SOMMIGE opmerkingen, voor de rest schreeft hij : “dit verslag is toegevoegd
aan het deskundigenverslag”. Je ziet daar dan een zinnetje bij vermeld staan over verslag X,
maar dit vertaalt zich NIET in een correcte METING of begroting van de letselschade.
Idem bij Tack : zo vermeldt hij bvb dat Professor Abs TBI erkent – hij schrijft dat op – en in
zijn METING beperkt hij zich tot : ‘Colpaert zegt dat er geen hersenletsel is en hij is
betrouwbaar’ ; en van TBI is geen sprake meer. Dat is allemaal niet serieus te noemen.
Los daarvan heeft uw rechtbank op 21 oktober 2015 beloofd dat concluante geen derde
expertise meer zou hoeven ondergaan, mits zij aan de hand van haar medische
voorgeschiedenis zou kunnen aantonen dat er inderdaad geen sprake is van enige
voorafbestaande psychiatrische toestand die de klachten sinds ongeval tot vandaag zou
kunnen verklaren.
Concluante ervaart deze expertises als bijzonder traumatiserend en stresserend. Uw
rechtbank kon meermaals vaststellen dat concluante iedere keer helemaal over haar toeren
is na een zoveelste vals verslag. Bijkomend vormen deze ‘expertises’ een ernstige
belemmering van het genezingsproces. Al deze stress is NEFAST om tot rust te kunnen
komen. Dat blijkt duidelijk uit de Q-EEG analyse met NNI index. Om te voorkomen dat haar
gezondheid bijkomend schade toegebracht wordt, heeft concluante dan ook geen andere
keuze dan zich te blijven verzetten tegen een nieuwe expertise, nu het huidig wettelijk
kader waarin deze verlopen, onvoldoende – zelfs géén - garanties biedt op objectiviteit en
onpartijdigheid.
Dat heeft niets te maken met ‘het invaliderende van tegenspraak’, zoals Colpaert schreef,
noch over ‘het niet kunnen aanvaarden van zijn ongelijk’, maar wel over regelrecht bedrog –
en dit vlak in het gezicht van uw rechtbank, keer op keer, zonder verpinken dan nog. Uw
rechtbank kan zich TERECHT zorgen maken over ‘de eer en het geweten’ van haar
deskundigen, die geen herstel van de schade nastreven, maar wel mensen invalide maken .
Concluante heeft 5,5 jaar lang een veel te hoge prijs voor dit bedrog moeten betalen, op alle
vlak. Zo ook haar familie. Het behoort uw rechtbank toe om aan deze wanpraktijken op haar
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
340

rechtbank een einde te stellen. En dit door het deskundigenverslag van Dr Van Walleghem te
aanvaarden.
Uw rechtbank mag hierbij de REDEN dat dit deskundigenverslag eenzijdig en op niet-
tegensprekelijke wijze tot stand gekomen is, niet uit het oog verliezen. En die reden ligt in
het feit dat een ONPARTIJDIGE, DESKUNDIGE, GEMOTIVEERDE en TEGENSPREKELIJKE
medische expertise
1)niet mogelijk is gebleken de voorbije 5 jaar, ondanks de inspanningen van uw
rechtbank om deze wel mogelijk te maken
2)ondanks 1 verzoekschrift tot vervanging Verstraelen en 5 verzoekschriften tot
vervanging van Tack, de aanstelling van een onafhankelijke deskundige ZONDER
banden met de verzekeringen geweigerd werd
Tack heeft vele keren de kans en gelegenheid gekregen om een correct deskundigenverslag
af te leveren. Uw rechtbank heeft steeds een grote soepelheid getoond naar Tack toe. Maar
meer dan “omdat ik het zeg” heeft Tack NIET gedaan. De ENIGE reden, dat mijn commotio
cerebri en alle gevolgen daarvan, vandaag NIET erkend zijn, is “omdat Tack het zegt”. Tegen
alle medische stukken, computergestuurde tests en wetenschappelijke literatuur in. Tack
heeft al veel “beweerd” meer dan een jaar aan een stuk, GESCHEIDEN VAN MIJN
DOCHTERTJE, maar Tack heeft nog NIETS bewezen, gestaafd met literatuur of anderszins
onderbouwd. Meinedige verslagen kopiëren is geen motivering ! Ikzelf daarentegen, heb
IEDERE KEER dat ik van iets nieuws beschuldigd werd (persoonlijkheidsstoornis –
voorafbestaande zware psychiatrische en hormonale problematiek – burnout - Q-EEG telt
niet) het objectief bewijs van het tegendeel aangebracht. Het is tijd, om een einde te maken
aan het “omdat ik het zeg” verzekeringstijdperk. Het is tijd, om deze procedure nu eindelijk
verder te zetten op basis van objectieve én objectief GEMETEN feiten. Die staan in Dr. Van
Walleghem’s verslag.
B.
Verweerster zal zeggen dat het verslag van Dr Van Walleghem niet aanvaard mag worden.
Zij zal inroepen dat dit eenzijdig is. Concluante verwijst hiervoor naar het feit dat het verslag
van Dr Van Walleghem :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
341

1)ondersteund wordt door meer dan 100 medische verslagen van 71 artsen en medisch
geschoolden
2)ondersteund wordt door het VAPH protocol
3)bevestigd wordt door het RIZIV, dat 7 JAAR ononderbroken volledige
arbeidsongeschiktheid erkent en dit sinds datum ongeval 22.09.2010 t.e.m.
31.08.2017 (stuk 314)
4)bevestigd wordt door Professor Lafosse die een arbeidsongeschiktheid van 100 %
erkent en wijst op het blijvend karakter van de letsels (stuk 79)
5)bevestigd wordt door Professor Verstraeten die de arbeidsongeschiktheid tot op
heden erkent en wijst op 60 % functiestoornissen in de neurale netwerken terwijl de
norm op 0 tot 20 % ligt (stuk 192)
6)bevestigd wordt door Dr Bolt, wetsdokter, die ook een volledige tegenexpertise
uitvoerde (stuk 389)
7)bevestigd wordt door de verslagen van bijstandsartsen Lechat uit 2012 (stuk 137) en
Van Loo uit 2014 (stuk 138)
Dat zijn 6 verschillende partijen die het GEHELE dossier bestudeerden en inzage hadden in
ALLE stukken, waarvan 5 partijen ook inzage hadden in de deskundigenverslagen uit de
expertise. Hun standpunten over de deskundigenverslagen zeggen voldoende over de
waarde daarvan. Enkele citaten :
De vraag rijst waarom in de loop van 5 jaar expertisewerkzaamheden nooit een EMG
of MRI rug bevolen werd door de aangestelde GR. Dit zijn klassieke
standaardonderzoeken bij nek- en ruglijden. SO klaagt van rugpijnen, die leiden tot
gehele immobilisatie bij fysieke inspanning boven de 5 à 6 kg. De pijn vermindert bij
rust. Dit blijkt uit diverse langdurige hospitalisaties (resp. 6 weken 2011, 3 weken
2012) alsook kinesitherapie en osteopathie sinds ongeval tot heden. Rugklachten
werden nooit onderzocht. Bulging tgv hoofd-nekrugslingertrauma is nochtans
gekend. Rug- en nekletsels werden – onterecht - niet weerhouden door de GR. (Van
Walleghem, 14.12.2015)
Een zoals door GR gesuggereerde ‘voorafbestaande psychische problematiek’ zou
trouwens onmogelijk de fysieke letsels en klachten van SO kunnen verklaren. (Van
Walleghem, 14.12.2015)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
342

Vast staat, dat de secundaire klachten een belangrijke weerslag hebben op de
arbeidsmogelijkheden, het huishouden, sociale contacten, hobbies, edm.. Ze maken
een normaal dagelijks functioneren onmogelijk. Ze leiden tot een matige-hoge graad
van pijn. (Van Walleghem, 14.12.2015)
De gl.e.BAO is in concreto door het cumulatief effect van de intellectuele- en fysieke
traumatisch geactiveerde blijvende invaliderende afwijkingen en functiestoornissen
gelijk aan 100% gl.e. BAO. Het SO is niet in staat om economisch renderende arbeid
te verrichten. (Van Walleghem, 14.12.2015)
C.
Verweerster zal aanhalen : mevrouw Santens kan wél werken, zij staat in voor haar eigen
verdediging en werkt mee aan Stop Misbruik Verzekeringen
Hierbij merkt concluante op dat er een verschil bestaat tussen helemaal NIETS meer kunnen,
en nog IETS kunnen.
Er is een groot verschil tussen enkele uren per dag bezig zijn met je dossier – een dossier
waar je intussen al 3 jaar lang IEDERE DAG mee bezig bent, over een onderwerp waar je
vertrouwd mee bent – en dit van thuis uit (zonder je te hoeven verplaatsen naar een kantoor
of …), dit op momenten dat je daartoe in staat bent (soms een hele dag niet, soms ’s
morgens vroeg, soms pas ’s middags als je ’s morgens draaiierig bent, soms ’s avonds laat,
als je de hele dag in bed ligt van de pijn als je weer eens iets verkeerd gehoffen hebt soms
ook ’s nachts), en dit in een situatie waarbij je huis er als een stal bij ligt, MAANDEN AAN EEN
STUK, waarbij je letterlijk leeft in het vuil, tussen de vuilzakken (er staan er nu 4 naast de
tafel) en het stof en bergen vuile was tot er eens iemand op bezoek komt die daarbij wat
helpt, waarbij je niet eens bij je kind kan wonen en je in een totaal isolement zit, in totale
stilte zit, geen mens ziet, na afloop bonkende hoofdpijn hebt van voortdurend op een pc
scherm te moeten kijken, voortdurend erge nek- en rugpijn hebt van op een stoel te zitten,
enz.
en
op dagelijkse basis een part time of full time job uitoefent waarbij je met de auto moet
rijden, contact moet hebben met andere mensen, afspraken moet nakomen, deadlines moet
nakomen, nieuwe informatie moet verwerken, in het lawaai zit, enz.
Het is appels met peren vergelijken.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
343

Een dergelijke opmerking van verweerster zou impliceren dat zij het zelfs normaal zou
vinden dat mensen na een ongeval NIET MEER BIJ HUN GEZIN MOGEN WONEN en IN HET
VUIL MOETEN WONEN omdat ze een paar uur per dag zouden op de pc kunnen zitten aan
een tempo van 10 km/uur en dat zij het hierbij normaal zou vinden dat er hierdoor
CONSTANTE PIJN IS en dat hierdoor de KLACHTEN VERERGEREN.
Plus dat concluante – gelukkig maar – links en rechts wat hulp krijgt voor de verdediging van
haar dossier. Zij doet dat niet allemaal alleen.
Concluante merkt ook op dat zij GEEN ANDERE KEUZE HEEFT : het is OFWEL zelf haar dossier
doen, OFWEL voor de rest van haar leven in miserie zitten, idem voor haar dochtertje en
dieren, want we zien genoeg hoe ver we geraken als we ‘het vertrouwen in de deskundige
moeten plaatsen’ (NERGENS) en we zien hoe ver andere mensen geraken met vergelijkbare
letsels (NERGENS).
De enige kans die concluante heeft op beterschap, is (hopelijk tijdelijk en hopelijk is die
tijdelijk nu GEDAAN) zelf haar dossier doen. WIE GAAT HET IN HAAR PLAATS DOEN ? Welke
advocaat gaat gratis zo’n dossier doorworstelen én bovendien tegen de schenen van de
experts schoppen ? GEEN ENE. Anders had concluante al héél lang haar dossier
overgedragen !
Integendeel wijst dit er juist op dat concluante NIET bij de pakken blijft zitten en datgene
wat ze nog KAN doen, effectief ook doet. Ze probeert zich te focussen op ‘wat kan ik wel
nog’ in plaats van ‘wat kan ik niet meer’ (want als ze dat zou doen, wordt ze gek).
Los daarvan “presteert” concluante nu – mits de OFFERS die hiervoor moeten gebracht
worden op het vlak van pijn, dochtertje, isolement – misschien 10 % van wat ze voor het
ongeval kon. Voor het ongeval was zij 100 % arbeidsgeschikt. De redenering dat zij nu 10 %
arbeidsgeschikt zou zijn, omdat zij 10 % aankan van wat ze voor het ongeval deed, gaat niet
op, omdat er bij de begroting van de arbeidsongeschiktheid rekening gehouden moet
worden met de GLOBALE arbeidsongeschiktheid en de MEERINSPANNINGEN. Fysieke
arbeid is uitgesloten. Intellectuele arbeid op regelmatige basis en normale wijze is
uitgesloten. Men kan niet verwachten dat iemand zichzelf een hernia aandoet en 0,0
levenskwaliteit heeft door constante pijn, om te kunnen een paar uur achter de pc zitten ...
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
344

Mbt Stop Misbruik Verzekeringen is dat ten eerste zeer beperkt in tijd, het betreft
herschrijven van informatie die door anderen aangeleverd wordt. Iedereen heeft zo’n beetje
zijn / haar taak. Volgens zijn / haar mogelijkheden, beschikbare tijd en kennis. Zo voelt
concluante zich ten tweede tenminste nog een beetje nuttig … als dit 1 iemand kan helpen
om te voorkomen dat ze het zelfde als zij moeten meemaken, zal concluante zeer gelukkig
zijn.
Tot slot mag verweerster er zeer gerust in zijn, dat concluante, moest zij wél kunnen werken,
zich met de paarden zou bezighouden en er haar boterham mee zou verdienen, in plaats van
ieder moment van de dag met dit klxtx dossier bezig te zijn dat zwaar haar keel uithangt en
waar ze psychisch ziek van aan het worden is.
In dit kader verwijst concluante naar haar bericht aan Tack van 18.11.2014 :
AG stelde nl. dat ik FR zou verkocht hebben moest het inderdaad niet haalbaar zijn
om er zonder hulp te wonen.
Voor AG is het feit dat FR niet verkocht is, het bewijs dat er geen letsels zijn.
De realiteit is echter, dat ik geen andere keuze had dan FR te behouden
om bijkomende problemen op korte en lange termijn te vermijden.
Het is belangrijk dat u deze kent, nu een expertise rekening dient te houden met
de individuele woon- en werksituatie. Daar is tijdens de 1ste expertise totaal
geen rekening mee gehouden, kwam zelfs niet aan bod.
Diverse redenen :
1. Ik zie mijn paarden graag. Dat is de hoofdreden.
Ze zijn als mijn kinderen. Ik kan niet van hen scheiden. De paarden wegdoen
is geen optie. Idem voor de andere dieren.
2. Hen naar BE overbrengen kost 400 euro per paard per maand stalgeld zonder de
vaste kosten (supplementen, hoefsmid, ontworming, enz). Ik had 4
paarden (nu nog 3). Dwz een budget van 1600 euro per maand (nu 1200 euro).
Mijn invaliditeitsuitkering was voor de geboorte van Anaya 700 euro per maand (nu 1300
euro). Men hoeft geen groot economist te zijn om in te zien dat dit geen haalbare optie
was op lange termijn. De paarden in FR houden kost niets aan stalgeld: er
zijn stallen, pistes en 20 ha weide en het nodige hooi komt van de eigen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
345

weides hoeft niet gekocht te worden. Los daarvan vind ik het welzijn van de
paarden belangrijk. Onbeperkte weidegang in kuddeverband is hierbij essentieel.
In BE staat je paard voor 400 euro/maand 1 à 2 u per dag (of per week) op een stukje
weide van 1000 m² en voor de rest in een stal opgesloten. Zo kunnen ze nooit rennen en
spelen. Evenmin groeien daar kruiden en variatie aan planten op (verbetert hun
immuniteitssysteem ; bewijs: paarden nooit ziek geweest sinds aankomst in FR). De paarden
niet aan huis hebben betekent ook dagelijks moeten auto rijden. Autorijden
is een risico en vermijd ik. Nu stap ik naar de paarden. Een weide kopen in BE
is geen optie: rond Vichte kost 1 ha 100.000 euro + notariskosten. In FR kost
1 ha 3.000 euro. Als AG voor 20 ha in BE wil zorgen, wil ik gerust verhuizen naar een huisje
op loopafstand ervan … In FR blijven was de meest kostenbesparende oplossing.
3. Er is mij altijd gezegd dat ik “na 1 à 2 jaar hersteld zou zijn”. Ik heb dat geloofd
en heb op mijn tanden gebeten. Ik had nooit gedacht dat het zou evolueren van
kwaad naar erger. Ik ging uit van een spoedig herstel. Ik heb steeds alle doktersadvies
opgevolgd en ben steeds blijven zoeken naar oplossingen. Intussen is het doktersadvies
beperkt tot “leer er mee leven” want “blijvend letsel” en “sta open voor alternatieve
behandelingen”.
Ik heb jaar na jaar programma’s opgesteld om het werk te hernemen met de idee
“tegen dan zal ik wel hersteld zijn”. Ik heb ze telkens moeten annuleren.
Nochtans waren er inschrijvingen en interesse. Ik kon het gewoon niet aan of lag in de
kliniek of was in BE voor te bekomen.
Het is pas sinds kort dat ik beseft heb dat ik nooit meer mijn paardencoaching center zal
kunnen uitbouwen zoals voorzien was. Ik zoek ook nog steeds naar een partner om
toch het project gedeeltelijk te laten doorgaan. Niemand wil echter met een gehandicapte in
zee gaan die om de x weken plat ligt en niet bereikbaar is en waarvoor een inbeslagname
procedure loopt. Dit moet eerst opgelost geraken.
4. Zeg nooit nooit. Nieuwe technologieën ontstaan voortdurend. Geneeskunde evolueert.
Wie zegt dat er in x jaar geen methode bestaat waardoor ik mijn hoofd/kracht kan
recupereren en mijn werk toch terug opnieuw kan doen ? 10 jaar geleden stond
neurofeedback nog in de kinderschoenen. Nu is dit – voor wie het kan betalen –
vrij eenvoudig toegankelijk en het laat toe pijn te verminderen.
5. De training van de paarden om dit werk (paardencoaching) te doen duurt 3 à 4 jaar.
Het is belangrijk mijn paarden te behouden.
Nieuwe paarden trainen voor dit werk zal ik waarschijnlijk niet meer kunnen.
Bovendien kan ik mits uitbetaling schadevergoeding door AG misschien een assistent
in dienst nemen, die me bijstaat, waardoor ik met bijstand toch deels het werk kan
hernemen, ook al is het maar part time ? Met part time te werken kan ik toch genoeg
verdienen om alle kosten te dragen.
6. Ik heb 10 jaar hard gewerkt om mijn droom (leven in de natuur) mogelijk te kunnen
maken. Dit is onderdeel van wie ik ben, van mijn identiteit. Ik ben geen stadsmens.
Een mens kan zijn levensstijl, job, ed aanpassen, maar niet de essentie van zijn wezen.
Leven in de natuur is wat ik voor ons gezin voorzien had. Mijn dochter moet niet het
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
346

slachtoffer worden van onwil van verzekeringsmaatschappij. Hier kan ze buiten spelen
zonder risico omver gereden te worden, is er zuivere lucht, kan ze ravotten, vers eten
uit de moestuin, leert ze dat melk uit een koe komt niet uit een doos, enz.. Het is al
erg genoeg dat ze zonder vader door het leven moet. Ik wil niet dat zij opgroeit in een
sociale wijk, zonder groen, tussen alcohol- en drugsverslaafden en mensen in miserie.
7. Voor een domein in BE zoals ik heb in FR, heb je 2,5 à 3 miljoen euro nodig. Waar ga ik die
halen ?
Los daarvan: welke bank gaat mij ooit nog een lening geven ?
Geen eigen kapitaal meer, huis moeten verkopen, een failliete bvba, op invaliditeit, …
GEEN ENKELE bank gaat ons een lening geven. Kredietwaardigheid: ZERO. We kregen
zelfs geen lening van 20.000 euro om de juridische en medische kosten van deze expertise
te kunnen dragen, moesten ons huis verkopen. Laat staan een schuldsaldoverzekering
na x jaar invaliditeit !! Iets anders kopen dan FR is maw onbegonnen werk.
8. Een andere job doen en sparen ?
Welke job bestaat er waar je om het uur een kwartier kan gaan liggen,
waar geen telefoons rinkelen want dat geluid verdraag je niet meer,
waar geen andere mensen zijn want je hoofd ontploft als je langer dan een uur in
geroezemoes zit,
waar je geen meetings hebt want als er verschillende mensen te lang door elkaar praten
barst je hoofd
uiteen,
waar je niets hoeft te heffen of te dragen want anders blokeert je nek en rug,
waar geen stress is, waar je niet hoeft te rekenen of tellen want dat gaat niet meer,
waar het stil is, waar je aan een slakketempo vooruit gaat,
waar je alles effenaf vergeet omdat je hoofd een zeef is,
waar je moeite hebt om nieuwe dingen te leren/onthouden (3 jaar, DRIE jaar, om de
nieuwe code bankkaart
te onthouden !!),
waar je niet te lang na elkaar op de pc moet kijken, waar je niet hoeft auto te rijden,
waar je niet te lang moet rechtstaan want dan word je rapper moe,
waar het ok is als je op een slechte dag iedereen afblaft omdat je hoofd ontploft,
waar je om 14 u kan beginnen en om 17 u kan stoppen omdat je ’s voormiddags als een
zombie rondloopt
en na 17 u terug moe begint
te worden ?
Waar vind je een baas die het prima vindt als je om de haverklap 1 of 2 weken thuis zit
omdat je weer eens
ziek bent
of plat ligt van de pijn omdat je een prul verzet hebt ?
Wees maar zeker dat ik andere jobmogelijkheden al ontelbare keren overlopen heb !!
9. Het domein in FR kan toelaten om op een andere dan geplande manier enkele inkomsten
te genereren. Ik kan mits investeringen het domein omvormen tot paardenpension. Iedere
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
347

dag een wandeling doen om de paarden te checken kan ik doen. Het fysiek belastende werk
kan
door een part time hulp gebeuren. Of er nu 3, 10 of 20 paarden staan, dit werk blijft gelijk.
Maar dan moet ik wel de nodige hulp krijgen om hier te kunnen wonen.
Ik kan dit niet doen zolang ik om de haverklap naar BE moet komen. Bovendien is er een 2de
woning ingericht als gastenverblijf. Deze kan ik verhuren tijdens vakanties aan toeristen.
Opnieuw, is dit enkel mogelijk als ik de zekerheid heb dat ik hier kan wonen. Ik had
meermaals mensen die wilden huren, maar last minute moest ik afzeggen omdat ik naar BE
moest omdat het niet meer te doen was alleen hier zonder hulp, of behandeling, of controle
of … .
Allemaal gemiste kansen door gebrek aan vaste hulp.
10. Of we nu in FR wonen of elders, het probleem van beperkte kracht blijft bestaan, dit los
van de paarden.
Een vuilzak, stofzuiger, boodschappentas, mijn dochtertje, een lading was, enz. weegt
evenveel in FR als in BE.
De kans om weer vast te zitten met nek en rug is even reëel in BE als in FR.
Dat is iets dat niet betert, dat is nu stabiel zolang ik niets hef of draag dat meer dan 5 à 6 kg
weegt.
Tuinwerk is even belastend in FR als in BE. Ook in BE zou ik hulp nodig hebben bij deze zaken
moesten we in BE in een eigen huis wonen.
Als we in BE zijn doet mijn moeder ALLES: kuisen, wassen, voor Anaya kijken, de
boodschappen. Alles neemt ze me uit handen. Tot mijn grote schaamte. Ik geloof niet dat het
de bedoeling kan zijn dat mijn moeder mijn dagelijkse kinderoppas en kuisvrouw moet
worden omdat een verzekering weigert uit te betalen ! Een handje helpen ja, uiteraard, dit is
normaal ; maar niet een structureel en blijvend probleem dagelijks moeten oplossen ! Dat
mens is 60 jaar, zij verdient van haar pensioen te kunnen genieten, ze is sinds haar 14de aan
het werk !! Ipv onze praktische en financiële problemen voortdurend te moeten oplossen al al
die jaren !!
11. FR verkopen wil zeggen dat de verkoopsom integraal naar de bank gaat. Dan hebben we
én geen geld, én geen huis meer. Waar moeten we dan wonen ? En ons gerief zetten ? En de
paarden ?
FR houden is geen geld, maar wél een dak boven ons hoofd.
12. Denken jullie dat een domein als dit op enkele maanden tijd verkocht geraakt ? Fout.
De vorige eigenaar had het bijna 3 jaar te koop staan voor ik het kocht. Banken geven steeds
moeilijker leningen. Het is geen kleine investering. De regio is economisch ongunstig voor
klassieke manège activiteiten.
Mensen kunnen geen paardrijles betalen. Plus het domein is specifiek: voor pure
paardenfokkerij is het te klein ; voor pension er van te maken zijn dure investeringen nodig ;
idem voor trainingsstal ; niet iedereen heeft 2de woning nodig ; enz.
Ik heb de helft van het domein te koop/te huur gezet sinds begin 2012 op diverse sites als
compromisoplossing.
(http://equiboost.blogspot.fr/2012/02/paardencoaching-center-halveert.html)
Mensen willen geen half domein kopen. De huurprijs is te hoog voor de geïnteresseerden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
348

Bovendien kunnen er op 1 adres geen 2 landbouwactiviteiten bestaan in FR.
13. Er is voor mijn project een Europese subsidie toegekend (tussenkomst in intrest lening +
opstarttoelage ; totaal 50.000 euro over 8 jaar tijd). Daar is een contract voor met de
VERPLICHTING om 5 jaar het statuut landbouwer te behouden en met de VERPLICHTING om
op het einde van de 5 jaar voldoende winst te hebben. Ik MAG zelfs FR niet verkopen de
eerste 5 jaar, of ik moet dit bedrag onmiddellijk terugbetalen, met intresten en boetes. FR
verkopen = geen geld meer = geen huis meer
PLUS daarbovenop nog een bijkomende schuld van 50.000 euro ? (zie bijlage)
14. We waren verplicht onze woning in BE te verkopen om de kosten procedure + medisch +
hulp door derden te blijven betalen. Sindsdien is er maw geen keuze dan in FR te blijven.
U begrijpt dat ik sinds ongeval geen andere keuze had dan FR te behouden, dit zowel mbt
gevolgen op korte termijn als lange termijn, en om maximale kansen te behouden om zelf
voor inkomsten te kunnen zorgen.
D.
Verweerster zal zeggen dat het deskundigenverslag van Dr Van Walleghem op de Officiële
Belgische Schaal voor Invaliditeit (OBSI) gebaseerd is en dat de besluiten daarom niet
weerhouden mogen worden
Ten eerste is de OBSI de ENIGE officiële en wettelijke schaal in België waarmee een
invaliditeit geraamd kan worden.
Zij is BIJ WET vastgelegd. Bij arbeids(weg)ongevallen is zij VERPLICHT. Bij burgerlijke zaken is
zij NIET verplicht. Het feit dat OBSI niét verplicht is bij burgerlijke zaken, maakt haar
daarom niet minder geschikt als maatstaf om de letselschade te evalueren.
OBSI is door ONAFHANKELIJKE ARTSEN opgesteld in der tijd.
Zij sluit aan bij de % die ook in andere landen gangbaar zijn.
Het ENIGE alternatief voor OBSI zijn VERZEKERINGSSCHALEN zoals de Europese Schaal voor
Invaliditeit (stuk 285). Dit is een VERZEKERINGSINSTRUMENT. Dit is opgesteld door
VERZEKERINGEN. Als wij kijken naar de opstellers daarvan (Dusesoi, Beauthier, …), zien we
de namen van de KOPSTUKKEN uit het Belgische verzekeringsbedrog opduiken : die artsen
die steevast de ergste valse medische verslagen opstellen.
En dat zou op vandaag DE NORM zijn ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
349

Deze schalen zijn NERGENS officieel erkend – enkel door de verzekeringen, die vervolgens
door constant lobbywerk bij de magistratuur en door verzekeringsartsen in allerhande
commissies te plaatsen, er voor gezorgd hebben dat rechtbanken beginnen af te stappen
van OBSI en dit VERZEKERINGSINSTRUMENT beginnen te gebruiken.
Alhoewel ! Eerder : te MISbruiken.
HET GEBRUIK VAN DERGELIJKE SCHALEN LEVERT HET BEWIJS DAT HET RECHT VAN
VERDEDIGING EN HET TOEPASSEN VAN DE WET – art. 1382-1383 BW – ONMOGELIJK
GEMAAKT WORDT.
OBSI is inderdaad een GEVAAR voor verzekeringen, omdat zij ALLE LETSELS en ALLE SCHADE
begroot. Letsels die begroot worden, moeten ook vergoed worden.
De VERZEKERINGSSCHALEN begroten NIET alle letsels. Mede daarom kent de letselschade de
trieste stand van zaken die ze op vandaag heeft. Grote aantallen letsels die in OBSI wél
opgenomen staan, bestaan gewoon NIET meer in de Europese Schaal voor Invaliditeit. Alsof
letsels van de aardbodem verdwenen zijn ! Ze worden vervangen door zeer vage
omschrijvingen, waarbij de “gerechtsdeskundige” (lees : verzekeringsarts) vrij kan kiezen in
welk “vakje” hij een letsel plaatst. De OBSI is veel preciezer en geeft veel duidelijkere
omschrijvingen, waardoor de intellectuele valsheid in geschrifte die de voorbije jaren steeds
meer opdook in de Belgische rechtbanken, NIET mogelijk is.
Een voorbeeld :
Artikel 667, van toepassing in het dossier van concluante :
Regressie, met belemmering van professionele en huishoudelijke activiteiten en met
duidelijke sociale minderwaardigheid, waarvoor in OBSI een invaliditeit bepaald is van 25 à
65 %, wordt in de ‘Europese Schaal voor Invaliditeit’ van de verzekeringen (en dus door de
verzekeringen) herleid naar : Post traumatische stress stoornis van … 3 %.
IEDER LETSEL DAT LEIDT TOT EEN HOGE GRAAD VAN ECONOMISCHE EN HUISHOUDELIJKE
ONGESCHIKTHEID, WORDT DOOR DE VERZEKERINGEN ONDER HET MOM VAN POST
TRAUMATISCHE STRESS ONDER TAFEL GEVEEGD. Als dat niet handig is ! 22 tot 62 % minder
vergoedingen te betalen !
Uw rechtbank zal wel inzien waarom OBSI plots “niet goed genoeg” zou zijn voor
verweerster …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
350

Voor hersenletsels bvb., voorziet OBSI een heel gedetailleerde opsomming, naargelang de
graad en de ernst van de hersenschade. Per graad staat er dan een gedetailleerde
omschrijving bij van de symptomen. Dat maakt het ook voor een rechtbank beter
controleerbaar. Toegepast op dit dossier wordt dat bvb. (zie ook bijlage 3 stuk 30) :
artikel 542 d :
Uw rechtbank kan daar duidelijk in meevolgen : er is sprake van bewusteloosheid (van
toepassing) ; van verwardheid gedurende meerdere dagen of weken (van toepassing) ;
weerbarstige subjectieve klachten (van toepassing : klachten persisteren TOT OP HEDEN oa
koppijn) ; blijvende afwijkingen op oto-vestibulair gebied (van toepassing : aangetoonde
duizeligheid en evenwichtsstoornissen) ; elektro-encefalografisch gebied (van toepassing :
aangetoond op Q-EEG) ; oftalmologisch gebied (van toepassing : concluante moet nu een
therapeutische bril dragen) ; duidelijke tekens op neurologisch of psychologisch gebied (van
toepassing : concluante is in NIETS nog dezelfde persoon als VOOR het ongeval).
Het equivalent daarvan in de Europese Schaal voor Invaliditeit ziet er heel anders uit (stuk
285, blz. 13) en een gerechtsdeskundige = verzekeringsarts kan naar willekeur kiezen in welk
vakje hij een hersenletsel onderbrengt. Opvallend hierbij is toch, dat in geval de keuze valt
op de ‘matige vorm’, dit % beduidend LAGER ligt : nl. 20 à 35 % ! Dat zijn weer 5 %
uitgespaard. Of nog : zou er gekozen worden voor het tabelletje daaronder, de
geheugenproblemen, dan is de marge om ‘naar beneden af te ronden’ NOG hoger : 10 à 60
% ! Zo wordt een letsel van 25 à 40 % al snel herleid naar een letsel van 10 % …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
351

En nog straffer wordt het, als een hersenletsel onder “kleine cognitieve problemen”
ondergebracht wordt. Een duidelijke omschrijving met symptomen ontbreekt daarin, het is
een “vage” omschrijving, die naar willekeur kan ingevuld worden door de verzekeringsarts =
gerechtsdeskundige. De 25 à 40 % van OBSI wordt zodoende herleid tot … 5 à 10 % ! Op
basis van … ‘omdat ik het zeg’.
Maar dan kan eenzelfde TBI ook ondergebracht worden in de ‘gemengde cognitieve en
senso-motorische’ categorie (blz. 14 stuk 285) ondergebracht worden … dat is dan wel weer
goed voor 20 à 40 %.
Althans … in theorie !! Want in de praktijk wordt TBI geparkeerd in het vakje met het laagste
%. Want waar ligt het criterium uiteindelijk om te bepalen in welk vakje TBI thuishoort ??
Juist … het louter SUBJECTIEVE gegeven : ‘omdat ik het zeg’.
Of, beter nog : LETSELS WORDEN GEWOONWEG NIET ERKEND ! Zoals bij concluante het
geval is. Dan krijg je eindverslagen zoals dat van Hans Verstraelen, waarin je leest :
Het gedeelte “hoofd” uit het “hoofd-nek-rug”slingertrauma (wat een whiplash uiteindelijk
is), wordt hier niet “toevallig” uit weggelaten … Het argument luidt dan : jamaar Baeke en
Meersman hebben het hoofdtrauma niet erkend … Sjah …
En voor het gemak wordt ook het gedeelte “rug” weggelaten uit het “hoofd-nek-
rug”slingertrauma. Ondanks diverse medische verslagen die melding maken van dermate
ernstige rugproblemen, dat een totale immobilisatie optreedt (lees : concluante KON NIET
MEER RECHTSTAAN !!! kon zonder hulp het bed niet meer uit !!). En waarbij de nodige
onderzoeken zoals EMG natuurlijk NIET uitgevoerd werden.
Kortom : wie “meet” zonder OBSI, heeft niet alleen WILLEKEUR TROEF, heeft bovendien een
flagrante schending van het recht op verdediging.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
352

Hoe zich verdedigen op basis van een louter SUBJECTIEF meetinstrument bovendien
opgesteld door de VERZEKERINGSSECTOR ?
Ter vergelijking
Stel : u wil een stuk grond kopen. U vindt een mooie weide. De prijs is 100.000 euro / ha. U
gaat spreken met de boer die verkoopt. Hij zegt u : ah, dit stuk weide is 2 ha. U moet me dus
200.000 euro betalen. U zegt : jamaar, dat ziet er toch geen 2 ha uit. Dat ziet er eerder 1,5 ha
uit.
Wat gaat u zeggen ?
’t Is goed, hier is 200.000 euro, we gaan naar de notaris ?
OF
Wacht een minuutje, eerst de landmeter bellen, die komt METEN, en DAN gaan we naar de
notaris ?
Of nog : u gaat naar de beenhouwer en u vraagt 500 gram gehakt. De beenhouwer neemt
een schep en zegt u : jaaaa … dat zal wel 500 gram zijn.
Zal u dat gehakt zomaar betalen, of zal u zeggen : beste beenhouwer, graag eerst even op de
WEEGSCHAAL leggen ?
Als het met MATERIËLE zaken al zo is dat ALLES GEMETEN en GEWOGEN moet worden, dan
moet het des te meer met LICHAMELIJKE SCHADE zo zijn !
MEN KAN GEEN SCHADE BEGROTEN ALS MEN ZE NIET MEET.
Dr. Van Walleghem heeft GEMETEN, aan de hand van een BIJ WET erkende SCHAAL, die
overeenstemt met de % die ook in het buitenland gangbaar zijn, en heeft hierbij telkens de
GEMIDDELDE waarde weerhouden : niet het hoogste, ook niet het laagste, mooi in het
midden, juist om discussie te voorkomen !!
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
353

Bijkomend kan verweerster dan inroepen dat OBSI “verouderd” is en al tientallen jaren oud
is. Dat klopt, maar dit is een TOTAAL IRRELEVANT GEGEVEN. Een letsel blijft immers een
letsel. Wie een been verliest in 2015 zal daar evenveel ongemak en pijn van ondervinden als
iemand die in 2000, 1950, 1900, 1800 of 1500 na christus zijn been verloor ! De
PERSOONLIJKE ONGESCHIKTHEID is identiek gebleven. Enkel de externe omgevingsfactoren
(mogelijkheid tot rolstoel, aangepaste wagen, hellend vlak om gebouwen binnen te gaan,
krachtiger pijnstillers, …) zijn gewijzigd.
Ter vergelijking : de meter, de kilometer, de hectare : allemaal uitvindingen van Napoleon.
Dus al meer dan 200 jaar oud. Toch gebruikt nog iedereen de meter, de kilometer, de
hectare.
Er is niemand die zegt : we gaan die meter eens afschaffen ; of : vanaf nu is een meter maar
70 cm meer ; en een kilometer, dat is nu nog 400 m (want DAT is wat de Europese schaal
uiteindelijk doet : alles verminderen wat BIJ WET bepaald is).
De LEEFTIJD van een SCHAAL of meetinstrument is dus bijzaak.
Wat er wél toe doet is :
-is deze gedetailleerd en precies omschreven zodat een correcte METING mogelijk
wordt
-is deze eerlijk en billijk
-weerspiegelt deze de reële ongeschiktheid
Als u dan leest hoe Verstraelen en Tack de letsels “meten”, dan wordt slechts 1 ding daaruit
duidelijk : PURE WILLEKEUR en PURE SUBJECTIVITEIT.
OBSI kan bovendien zo “verouderd” niet zijn : ALLE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN
vermelden deze nog steeds in hun contracten als dé maatstaf en maken OBSI zelfs
contractueel verplicht …
Dr Van Walleghem noteert hieromtrent (stuk 30):
De PBO (of BI) wordt in abstracto gemeten met de in Belgie wettelijke
invaliditeitinhoudsmaat van het KB van 20-03-1975 ( en volgende) betreffende De
Officiele Belgische Schaal ter bepaling van de graad van Invaliditeit (hierna verkort
OBSI).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
354

Alle Belgische verzekeringen maken in hun verzekeringsovereenkomsten
dagvergoeding en (arbeids)ongevallen de meting met de OBSI contractueel verplicht
bij de beoordeling van de traumatisch geactiveerde blijvende invaliderende
afwijkingen en functiestoornissen (hierna verkort TGBIA-F). Hiermee willen de
verzekeringen bij het aangaan van het verzekeringscontract tegenover hun
contractant bewijzen dat ze in de contractuele relatie met hem de wettelijke
invaliditeitinhoudsmaat te indicatieve titel zullen hanteren. Hiermee
kunnen ze niet alleen de schade onderling vergelijken maar vooral vergissingen,
willekeur en bedrog vermijden.
Tegenover de begunstigde van het verzekeringscontract, tegenover wie er wel een
wettelijke vergoedingsplicht bestaat maar geen rechtstreeks contract, wordt uit
winstoogmerk het gebruik van de wettelijke invaliditeitinhoudsmaat verzwegen. Aan
het slachtoffer van hun contractant wordt, zoals in het geval van het SO, steeds een
willekeurige onderwaardering voorgesteld.
In casu wordt voor het SO, als begunstigde van het BA-verzekeringscontract, voor de
postcommotionele hersenstoornissen (PTSS) willekeurig 3% PBO (BI); BHO; e-BAO
toegekend op basis van het verzekeringsminimum-tarief van de niet-gewettigde
Europese Schaal. Voor rechtstreekse verzekeringscontractanten dagvergoeding en
(arbeids)ongevallen moet de BA-V of AO-V wel de wettelijke invaliditeitinhoudsmaat
van de OBSI gebruiken zoals het in het contract of de AOW vermeld staat.

Dus de ene keer zou OBSI ‘te oud’ zijn ? Maar dan toch nog goed genoeg om zelf te
gebruiken in de verzekeringscontracten ?
In die zin is een meting aan de hand van de OBSI in dit dossier een NOODZAAK : niet alleen
om tot een correcte WEGING van de letsels te komen, maar ook om het recht van
verdediging te garanderen en komaf te maken met de WILLEKEUR die dit dossier vanaf dag 1
tekent.
Het kan geen sprake zijn van Recht van Verdediging als men zich baseert op een
VERZEKERINGSINSTRUMENT.
Het is tijd dat er afgestapt wordt van deze VERZEKERINGSMETINGEN en dat de rechtbanken
terug soeverein beslissen over de reële ongeschiktheid. Deskundigen zijn daar duidelijk NIET
toe in staat.
De ‘administratieve vereenvoudiging’ en het wegwerken van de achterstand in justitie door
snel-te-berekenen verzekeringsformules toe te passen, schenden het recht van verdediging.
Een slachtoffer moet de kans krijgen om zijn werkelijke schade te laten OBJECTIEF METEN.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
355

Het toepassen van deze VERZEKERINGSBEGROTINGEN is een schending van artikel 6 EVRM.
Er kan geen sprake zijn van een eerlijke procesgang – waar het bepalen van letselschade en
de begroting daarvan integraal onderdeel van is – als er gebruik gemaakt wordt van
verzekeringsbarema’s.
Per definitie zijn het allemaal verzekeringsbarema’s, nu geen enkel slachtoffer, geen enkele
belangenbehartiger van slachtoffers, deelgenomen heeft aan de totstandkoming van deze
barema’s.
E.
Verweerster kan verwijzen naar het ergologisch verslag van Dhr Mertens (stuk 190 + 191)
Tevoren werd dit verslag steeds doodgezwegen en genegeerd door verweerster omdat zij
het voorgestelde % blijvende arbeidsongeschiktheid te hoog vond. Nu de totale
arbeidsongeschiktheid van 100 % door meerdere artsen – gerechtsdeskundigen –
professoren bevestigd is, zal zij het wellicht plots toch nuttig vinden om naar dit verslag te
verwijzen.
Alhoewel concluante zich kan vinden in het grootste deel van de inhoud van het verslag, in
die zin dat
1)de neuropsychologische en senso-motorische tests correct werden uitgevoerd en
weergegeven
2)hetgeen concluante indertijd verklaard heeft, ook als dusdanig werd genoteerd (wat
verre van het geval was tijdens de expertise !)
3)de inschatting van de jobmogelijkheden relatief correct gebeurde (er staat overal een
kruisje bij ‘ontoegankelijk’ !!)
4)de opmerkingen die geformuleerd werden door Dhr Mertens relatief goed de
realiteit weerspiegelen
kan zij zich NIET vinden in de schatting van het % blijvende arbeidsongeschiktheid.
We zien dit fenomeen bvb. ook opduiken bij Colpaert : hij geeft een quasi realistische
omschrijving van wat hij ziet (vb. dementie), maar zijn besluit staat dan haaks op zijn
bevindingen. Bij Dr Mertens is dat niet anders. Hij geeft een relatief waarheidsgetrouwe
versie van zijn bevindingen – enkel zijn % staat niet in verhouding tot zijn vaststellingen …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
356

Dhr Mertens SCHAT dat de blijvende arbeidsongeschiktheid tussen de 40 en de 44 % zal
liggen – maar maakt wel voorbehoud voor een ‘definitieve begroting’ naargelang de
medische besluiten, waarna dit % verhoogd of verlaagd kan worden.
Concluante legt uit waarom zij zich hier niet in kan vinden :
1)Dhr Mertens maakt deel uit van het expertisebureau Mediter in Halle. Sinds
Panorama vernam concluante dat Mediter gekend staat als … een pur sang
VERZEKERINGSEXPERTISEBUREAU ! Erger nog : het staat onder leiding van IGNAAS
LINDEMANS. Hij vormt samen met LUC ENGELS de meest bekende corruptietandem
van Vlaams-Brabant. Je kan het een beetje vergelijken met de Antwerpse tandem
Liessens-Dillen of de Westvlaamse tandem Baeke-Colpaert of de tandem Watteyne-
Janssens. Met tandem wordt bedoeld : 2 grote corruptiekopstukken die
samenwerken en dossiers naar elkaar doorspelen en elkaars verslagen bevestigen. Er
zijn zo veel tandems, ook driehoeken … Lindemans zit ook in de driehoek Lindemans-
Thonon-Engels, om maar 1 voorbeeld te noemen. Dit expertisebureau voert m.a.w.
GEEN objectieve metingen uit, maar metingen op basis van de
VERZEKERINGSBAREMA’S. Ze krijgen per soort letsel tabellen en daarnaast staat een
maximum % genoteerd PER LETSEL dat zij als expertisebureau “mogen” toekennen.
Iedere objectiviteit is dus ver zoek. Hun besluiten zijn dus niet gebaseerd op een
individuele woon-, leef- of werksituatie – wel op een verzekeringstabel die op
voorhand al vastligt ! De % arbeidsongeschiktheid die ze ‘mogen’ toekennen,
stemmen overeen met de gemiddelde graad van invaliditeit. Zo zorgen verzekeringen
er voor dat de % arbeidsongeschiktheid niet hoger ligt dan de % invaliditeit. Ze sturen
dan mensen voor een ‘bijkomend ergologisch of psychologisch onderzoek’ naar
Mediter – en Mediter doet de rest … Hetzelfde mechanisme dus, zoals bij de
gerechtelijke medische expertises, waarbij de ene expert verder bouwt op het verslag
van een andere expert. Vooral : waarbij ze de slachtoffers NIET vertellen dat het
resultaat eigenlijk al vast staat nog voor ze aan het onderzoek beginnen. In 2014,
toen concluante Dr Mertens consulteerde, wist ze dat nog niet. Anders was ze
natuurlijk niet naar hem geweest ! Ook niet naar een andere ergoloog trouwens … de
job ergoloog is een ‘verzekeringsberoep’ : alle ergologen werken op deze basis … De
verzekeringsmaatschappijen zijn hun grootste klant en ze dienen deze trouw –
anders vallen ze zonder inkomsten. Dat is helaas de trieste realiteit in België vandaag.
Letsels afwijzen is Big Business.
2)Tijdens het eerste ‘ergologisch onderzoek’ reeds, vermeldde Dr. Mertens dat hij
‘eigenlijk niet meer mocht geven dan 25 % voor dit soort klachten’ en dat het al
‘uitzonderlijk was dat hij dit optrok tot 40 %’ en dat hij ‘zeker niet meer mocht geven’
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
357

of dat hij ‘in de problemen zou komen’ en dat hij ‘nog nooit meer dan 40 % gegeven
had’ en ‘de collega’s ook niet’. Concluante snapte toen niet waar hij het over had,
maar sinds Stop Misbruik Verzekeringen, kan zij dat al veel beter plaatsen … als
namelijk zou blijken dat Dr Mertens te hoge % zou geven naar wens van de
verzekeringen, zou hij geen opdrachten meer krijgen, en dus zijn inkomsten verliezen
! Dr Mertens werkt niet in vaste loondienst, maar als zelfstandige.
Concluante wil echter wél benadrukken dat Dr Mertens steeds zeer vriendelijk en beleefd
geweest is. Het is zeker geen kwade mens. Enkel iemand die zijn portemonnee voorrang
geeft op de reële arbeidsongeschiktheid die iemand heeft …
Los van bovenstaande, dienen bijkomend ook met deze zaken rekening gehouden worden :
1)Dhr Mertens maakte zijn verslag in 2014. Dat betekent VOOR :
·de rugklachten erger werden (deze zijn sterk toegenomen in 2015 sinds het pendelen
naar België toegenomen is om dochtertje te gaan bezoeken, en nog erger sinds er
dagen na elkaar lang op een stoel gezeten moet worden om conclusies te maken)
·de spierzwakte toenam (nog nooit hingen de armen er zo slap bij als nu ; dit is
geleidelijk aan erger geworden)
·de ontstekingen in schouder, heup, ellebogen, rug, knie, … toenamen
·de bijkomende onderzoeken uitgevoerd werden die wezen op het BLIJVEND karakter
van de letsels
·…
2)Dhr Mertens baseerde zich op het deskundigenverslag van Verstraelen dat slechts 6
% B.I. weerhield en geeft zelf ook aan (stuk 191 blz. 30) :
Dit in afwachting natuurlijk van een definitief besluit na de overeen te komen
eventuele nieuwe consolidatie. Deze grootteorde zal dan eventueel moeten worden
herzien in functie van de besluitvormingen die zullen tot stand komen.
Intussen is de nieuwe consolidatie bekend en is het definitief besluit gekend : een
volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid, bevestigd door Dr Van Walleghem, Dr
Bolt en Professor Lafosse.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
358

3)Dhr Mertens noteert zelf dat op het moment van het ergologisch onderzoek het NIET
mogelijk is om beroepsactiviteiten uit te voeren :
Als “Paarden Coach” en “P.R verantwoordelijke” kan de betrokkene de
mogelijkheden niet behouden om deze functie voltijds te kunnen uitvoeren. Haar
fysische toestand zal niet toegelaten hebben om dat beroep, in vele gevallen, zonder
meer verder te zetten op een full time basis. En dit zonder hulp in het huishouden en
voor de paarden.
Dr Mertens evalueerde de noodzaak tot hulp :
Het gegeven van vaste hulp, zelfredzaamheid werd in dit ergologisch rapport
behandeld op basis van de ELIDA schaal (Estimation of Loss of Independence in Daily
Activities) en de Situationele waardering van Dokter Jean-Pierre TRICOT.
Op de ELIDA schaal wordt 26% bekomen en op de TRICOT schaal 23%.
Sindsdien is er geen verandering in de toestand gekomen : de klachten zijn NIET
verdwenen, er is geen hulp gekomen in het huishouden, er is geen hulp gekomen
voor de paarden. De bevindingen van 2014 gelden nog steeds op 30.12.2015.
4)Het eventueel hernemen van enige beroepsactiviteiten acht Dhr. Mertens pas
mogelijk na (blz. 26 stuk 191) :
1.Verderzetting behandeling (deze is nog lopende)
2.Een aanpassingsperiode
3.Op voorwaarde dat de stress en pijngevoeligheid verdwijnen
Intussen is duidelijk dat de stress- en pijngevoelig een typisch symptoom van TBI zijn,
en BLIJVEND zijn. In die zin kan er geen betaalde beroepsactiviteit meer uitgeoefend
worden.
Bovendien, stel dat er toch nog enige beroepsactiviteit zou mogelijk zijn, dan zou dit
een “aangepaste” beroepsactiviteit moeten zijn (wat die zou wezen is niet duidelijk)
en zou dit een “significante concurrentiële minderwaarde” met zich meebrengen.
Het is op zich een vreemd gegeven om in dergelijke omstandigheden, met nog tal
van onzekere factoren, zich reeds uit te spreken over een % arbeidsongeschiktheid
– en dat ZONDER arts te zijn.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
359

Enerzijds zegt men : werken is nu niet mogelijk, eerst behandeling, dan rust – het is
niet zeker of de klachten die het werken verhinderen zullen verdwijnen ja dan nee.
Anderzijds zegt men : er is een A.O. van 44 % … hetgeen toch een
arbeidsgeschiktheid van 56 % zou impliceren.
Dit staat dan weer haaks op de inschatting die gegeven wordt van de
werkmogelijkheden op blz. 19 en 20, waarbij alle vermelde jobs als “volledig
ontoegankelijk” aangekruist staan …
Hoe met tegelijk slechts 44 % arbeidsongeschikt kan zijn, en tot geen enkele job
toegang hebben, is uiteraard maar de vraag.
Meer het gegeven, dat de verplaatsingsmogelijkheden beperkt zijn én dat
betrokkene niet eens voor de zorg van haar dochtertje kan instaan …
5.14BESLUIT
Het deskundigenverslag uit de 2
de
expertise kan in geen geval weerhouden worden.
Het kwam tot stand op basis van valse deskundigenverslagen van subexperten uit zowel
de 1
ste
als de 2
de
expertise, die op basis van loutere SUBJECTIEVE beweringen en
beschuldigingen die door niets gestaafd werden, en op basis van ONDERLINGE
AFSPRAKEN tussen de verschillende VERZEKERINGSARTSEN tot stand gekomen zijn.
Het is niet wetenschappelijk gemotiveerd (“omdat ik het zeg” is GEEN aanvaardbare
motivatie !), het is op niet-tegensprekelijke wijze tot stand gekomen, het omvat GEEN
ANTWOORD OP RUIM 200 BLZ MEDISCHE OPMERKINGEN die grotendeels gewoon
genegeerd werden alhoewel de opdracht van een deskundige er in bestaat om hier
nauwgezet en objectief op te antwoorden !
Het is uitgevoerd door een deskundige die partijdig is en bovendien zelf verzekeringsarts
is, en als dat nog niet genoeg zou zijn, bovendien samenwerkt met de verzekeringsarts
van tegenpartij én afspraken gemaakt heeft met de advocaat van tegenpartij, zie hun
papegaaienwerk van 3 juni 2015 ! De deskundige moest zijn opdracht geweigerd hebben.
De noodzakelijke onderzoeken bij NAH (cfr VAPH protocol) werden niet uitgevoerd, met
de onderzoeken die concluante in dit kader zelf liet uitvoeren, werd geen rekening
gehouden. Bovendien worden erkende onderzoeken (Q-EEG) afgewezen als bewijs van
letsel.
Het verslag van Tack bevestigt de besluiten uit de 1
ste
expertise – het is grotendeels een
copy paste zelfs van dat verslag - terwijl de expert uit de 1
ste
expertise zélf toegaf dat die
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
360

besluiten onjuist waren, en ‘dat er niet om de nieuwe bewijsvoering heen kan’. Zie
daarvoor zijn brief alsook SMV video 5 (stuk 29).
Het deskundigenverslag van Tack is kort samengevat een SCHOOLVOORBEELD van een
VALS VERSLAG zoals steeds opgesteld wordt bij ‘onzichtbare letsels’ (lees: TBI) en is
gebaseerd op de typische BEDROGSTRATEGIEËN die in SMV video 3 (stuk 197)
uiteengezet worden.
Dr. Bolt (stuk 398) is net zoals Professor Lafosse en Dr Van Walleghem duidelijk :
De besluiten van de deskundigen zijn niet juist.
Concluante verzoekt uw rechtbank dan ook om ALLE deskundigenverslagen uit de 1
ste
en
de 2
de
expertise af te wijzen en het deskundigenverslag van Dr Jan Van Walleghem van
14 december 2015 te willen aanvaarden, en hiermee het medisch luik van deze
procedure af te sluiten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
361

DEEL 6 : TOESTAND VANDAAG
6.1 PROFESSIONEEL LEVEN VANDAAG
Hierover kunnen we kort zijn: dat is onbestaande.
Daar zijn 5 redenen voor :
1.Concluante heeft geen spierkracht meer voor fysieke activiteiten (max. 3 à 5 kg) en
dit tgv hersentrauma en hieruit volgende hormonale ontregeling, in combinatie met
discuslijden in nek en rug die heffen, dragen, kracht zetten gewoonweg fysiek
onmogelijk maakt
2.Concluante heeft maar beperkte concentratie- en aandachtscapaciteiten meer
waardoor intellectuele activiteiten slechts beperkt haalbaar zijn en dit tgv
hersentrauma
3.Concluante moet zich full time bezig houden met :
-gerechtelijke procedures (deze klxtx expertise, inbeslagname Frankrijk,
jeugdrechtbank Frankrijk) met het nodige heen en weer gerij iedere keer en
-administratieve zaken (voortdurend rappels, geld zoeken, leningen vragen, …) en
-hulp zoeken (hulp voor de paarden, voor dochtertje, voor huis, …) en
-het bedrog in medische expertises aantonen (want als het structureel bedrog
aangetoond is, is ook het bedrog in haar dossier aangetoond, want het is in ieder
dossier hetzelfde verhaal, dezelfde strategieën)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
362

-medische behandelingen om te kunnen herstellen
Dit op zich is MOORDEND, is al veel te veel, maakt dat concluante niet beter KAN
worden, en is bovendien enkel mogelijk door hormonen te spuiten en … GESCHEIDEN
VAN HAAR KIND TE LEVEN !!!
4.Concluante valt om de haverklap te prooi aan nieuwe ontstekingen ; ze weet nooit op
voorhand wanneer ze een ‘goede dag’ zal hebben en wanneer ze een ‘slechte dag’ zal
hebben ; zo wordt iets inplannen totaal onmogelijk. Het volstaat om 1 verkeerde
beweging te doen, of iets op te heffen dat net iets te zwaar is, om enkele dagen niet
uit bed te geraken van de nek- en rugpijn. Het volstaat dat er een klein virusje de
ronde doet, en hop concluante heeft een griep of bronchite die door de verzwakte
immuniteit geen 3 dagen maar 3 weken duurt voor die voorbij is. Ontsteking aan de
schouder is nog niet helemaal voorbij en hop, pijn in de heup duikt op, of ontsteking
aan de pols, of … het is een NOOIT EINDIGENDE VICIEUZE CIRKEL van chronische pijn.
5.Concluante kan zich slechts beperkt verplaatsen. Autorijden neemt heel veel
concentratie en dus energie weg en zorgt voor nek-, hoofd- en rugpijn.
Boodschappen doen (1 x per week) vraagt zo veel energie dat ze daar een dag, soms
2 dagen, van moet bekomen. Het traject BE – FR is, naargelang de files, het verkeer,
en de toestand op dat moment, 3 à 7 dagen lang 16 à 20 uur per dag in bed liggen
om te kunnen bekomen en voor de rest versuft rondlopen als een zombie en tegen
niets kunnen – geen lawaaitje, geen beweging, geen aanraking, NIETS gewoon. Na
een tijd betert dat dan weer terug.
Om uw rechtbank toe te laten een concreet zicht te krijgen op de impact van de letsels, en in
het bijzonder de axonale hersenschade, op het professioneel functioneren van concluante,
zullen we de vergelijking maken met de job van rechter – weliswaar in een sterk
vereenvoudigde versie aangezien concluante geen zicht heeft op de precieze taken van een
rechtbank.
Stel dat we het werk van uw rechtbank in 4 hoofdactiviteiten zouden onderverdelen :
1.Het lezen, begrijpen, analyseren van conclusies en stukken (het lezen, begrijpen,
analyseren van productinformatie van PR cliënten)
2.Het schrijven van vonnissen (het schrijven van persberichten, persuitnodigingen,
copywriting, enz.)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
363

3.Het voorzitten van openbare zittingen, waarbij een heleboel dossiers op korte
termijn de revue passeren (het bijwonen van vergaderingen, persevents waar veel
volk is en veel agendapunten moeten besproken worden)
4.Het horen van getuigen, zittingen in raadkamer, enz. (individuele vergaderingen met
1 à 3 personen, perslunches, enz.)
Dan zou uw rechtbank, met de letsels die concluante heeft, nog het volgende kunnen doen :
1.Lezen op papier is zeer moeilijk. Op een computer gaat dat beter. Dus u zou al alles
digitaal moeten hebben. Want 1 blz., dat gaat nog. Maar 2 blz of meer, daar slaat uw
hoofd van toe. Het is te veel info in 1 keer, dat geraakt niet verwerkt. Uw hoofd zou
toeslaan. Het lezen en begrijpen kan u nog steeds, maar veel trager dan tevoren. Als
u bvb. voor ongeval 4 dossiers per dag kon doorworstelen, dan zou u er nu nog een
half per dag kunnen doorworstelen. Het is dus niet dat u het niet meer KAN, u KAN
het nog wel, het gaat gewoon veel trager en het vraagt veel meer inspanning. Het
analyseren kan u ook nog, ook in slow motion. Maar dan enkel op voorwaarde dat er
geen enkele beweging is en geen enkel geluidje om u heen. Geen telefoon, niets.
Maw dat u volledig geïsoleerd werkt zonder dat iets of iemand u komt onderbreken.
Want zodra iemand een woord tegen u zegt, bent u alles kwijt wat in uw hoofd zat.
En kan u van 0 herbeginnen. U kan geen informatie meer ‘vasthouden’, tenzij u zich
enorm daarvoor inspant, en in 1 ruk kan voortdoen. Ook informatie ‘zoeken’, in uw
herinneringen graven, uw kennis uit de juiste lade halen, dat gaat moeilijk. Zaken die
u nog wist van voor uw ongeval, zoals al uw juridische kennis, die is volledig intact. U
bent niets daarvan vergeten. U WEET NOG ALLES. Het andere probleem is, dat u
hetgeen u leest, meteen weer vergeet als dat nieuwe dingen zijn !!! Dus u leest een
blz., en tegen dat u onderaan de blz. bent, weet u niet meer wat er bovenaan de blz.
stond !! U kan de informatie niet meer vasthouden. Wat moet u dan doen ?? Alles 10
x herlezen. Als u alles 10 x herlezen hebt, dan zal u nog de grote lijnen kunnen
herinneren. Dus om 1 dossier te kunnen afwerken, zou u in feite met dat ene dossier
moeten bezig zijn de hele tijd. Zodra u er een 2
de
bij neemt, is het om zeep. Ook al zijn
het 2 hele kleine dossiers, dat gaat niet, 2 tegelijk, dat gaat niet, ook al zijn ze
poepsimpel en routine werk. Dan vergeet u én de info uit het 1
ste
dossier, én de info
uit het 2
de
dossier. U kan maar 1 ding tegelijk meer, 1 dossier per keer meer. Meneer
Allaert, die zou u afblaffen als hij in uw bureau zou komen. Want als hij in uw bureau
komt, vergeet u ook alles ! En mag u terug herbeginnen ! Dus hij moet u maar een
mailtje sturen. Want dat kan u gemakkelijk lezen en kan u kiezen wanneer u dat
leest. Zo lukt het wel om te communiceren. In stilte. Alleen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
364

2.Vergelijkbaar scenario voor het schrijven. U kan nog perfect schrijven. Maar het gaat
traag, veel trager. Wat vroeger 5 minuten duurde, duurt nu een half uur. En daar
bent u al zeer blij mee, want een jaar geleden duurde het nog een uur, 2 jaar geleden
2 uur ! U draait ook lettertjes om : om wordt mo, wordt wordt wortd, enz.. Ook 12
wordt 21 en 43 wordt 34. Zééér handig als u betalingen moet doen of berekeningen
moet maken. Dat moet u dus door een ander laten doen. Dus u moet voortdurend
alles herlezen en overal de fouten uithalen. Dat maakt dat het NOG langer duurt.
Desondanks, zolang dat kleine, duidelijk afgebakende onderwerpen zijn, dan gaat dat
nog. 1 afgelijnd onderwerp, ça va. Een vonnis voor een verkeersboete, ça va. Maar
een groot dossier, een complex dossier … man man man … dat kan u dus vergeten
hé. U hebt geen overzicht meer. U hebt wél een algemeen overzicht, van de grote
lijnen, die ziet u zelfs beter dan tevoren, maar om details dan te gaan inpassen in dat
overzicht, dat is een HEL. Dus om structuur te brengen in uw teksten, hebt u hulp
nodig van Mr Allaert. Bvb een letselschade dossier : kan u dat nog ? Ja, u kan dat nog.
Maar op het einde van de dag bent u pompaf en u zal ongeveer 10 % gedaan hebben
van wat u vroeger deed. Plezant hé ?
3.De zittingen. Als u binnenkomt, valt dat nog mee. Uw hoofd is nog helder. Maar na 5
minuten begint uw hoofd te ruisen, want er is geroezemoes in de zaal. U kan niet
meer denken. U hebt moeite om geluiden te onderscheiden. U verstaat niet wat de
mensen zeggen. Ze spreken te snel en te stil. Het vraagt veel inspanning om te horen
wat de mensen zeggen. De bewegingen van de mensen, het achtergrondgeluid,
tegelijk moeten denken, tegelijk moeten antwoorden en spreken, tegelijk iets
noteren … een kwartier houdt u het vol. Na een kwartier ontploft uw hoofd. Dan kan
u maar 1 ding meer doen, en dat is opstaan en de stilte gaan opzoeken. Als u dan een
half uurtje buiten gestaan hebt – waarbij zeker niemand u mag storen op dat
moment want u moet ‘ontladen’ (de file van die 5 rijvakken ordenen dat ze terug
traagjes op 2 rijvakken kunnen rijden ipv alle 5 propvol te staan duwen) – kan u terug
naar binnen, en kan u het 10 minuten volhouden. Dan terug een kwartier à half uur
pauze om te bekomen want uw hoofd slaat tilt, het is te druk, te veel indrukken in 1
keer. U kan niet volgen. U hoort wel geluiden, en u hoort wel de woorden, en u weet
wel wat ieder woord apart betekent, maar het vraagt superveel energie om de
woorden aan elkaar te linken. Alleszins, na 1 uur of 4 – 6 blokjes ontploft uw hoofd
en hebt u maar 1 oplossing meer : u een uur plat gaan leggen in stilte. Na dat uur
stilte is er terug rust in hoofd. Uw batterijen zijn weer opgeladen. De file is weg.
Natuurlijk is de file weg : door in stilte te gaan vermindert u het aantal prikkels. Als je
de op- en afrit van de autostrade afsluit, kunnen er geen auto’s meer bijkomen en
gaat de file weg.
4.De zittingen in raadkamer, op zich vallen die nog mee. Die kan u aan. Het is stiller,
minder volk, en minder informatie in 1 keer te verwerken. U kan gerust een zitting
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
365

van een uur aan. U kan zelfs perfect geconcentreerd zijn. Maar dit op voorwaarde :
dat u tevoren nog niets anders gedaan hebt en dat er niet te veel verkeer was op weg
naar de rechtbank. Want als het druk is en u jaagt zich op omdat u te laat zou zijn,
dan mag u het VERGETEN. Dan zit u daar in raadkamer voor piet snot en begrijpt u
gewoon niet wat er gezegd wordt. Maar stel nu dat het een rustige dag is, en de
zitting in raadkamer verloopt prima. Wel, daarna mag u naar huis gaan, want dan
bent u moe. Dan is uw energie voor de dag opgebruikt. Lichamelijk kan u wel nog
stappen, u kan nog spreken, natuurlijk, maar uw hoofd, dat zit vol. U functioneert
dan op automatische piloot. Gaat u niet naar huis om te rusten ? En wil u nog een
zitting proberen ? Wel, dan zal u plotseling omvallen. Boem, gedaan, knop uit. Als u
rechtstaat van uw stoel, zal u wankelen. Uw hoofd zal helemaal draaien. En binnen in
uw hoofd doet het : TUUUUUUUUUUUUUUUUUT, keihard, zonder een knop om die
tuuuuut af te zetten. En dat gaat zo een paar uur door. Je wil vooral niet dat de
tuuuut in actie schiet …
Het bovenstaande is wel onder voorbehoud, dat u de dag ervoor uw rug niet gekraakt
hebt door iets belachelijks te doen zoals een vuilzak buiten zetten ; of een emmer water
dragen (de ene keer lukt dat, de andere keer hebt u prijs voor een dag of 3 – jaja, van
een stomme emmer water !!!) ; of dat u geen griepje hebt, want dan bent u 3 weken
buiten dienst ipv 3 dagen ; en vooral dat het niet te druk was in het verkeer, of u zit met
de tuuuuuuuuuuuuuuuuut in uw hoofd nog voor u op de rechtbank aankomt.
En als het echt moet, KAN u zich WEL forceren. Als het echt moet, kan u 6 à 8 uur per dag
geconcentreerd bezig zijn. Als het echt moet, kan u een lange afstand auto rijden. Als het
echt moet, kan u een zak van 15 kg opheffen. Maar u zal dat 1 x kunnen doen en u zal
daar enkele dagen tot een week voor moeten recupereren en zeer veel pijn bij hebben.
En door dit keer op keer te MOETEN doen, worden uw klachten beetje bij beetje erger,
en worden uw recup periodes langer en langer. Tot u op de duur niet meer recupereert.
DAT is op vandaag de realiteit van concluante. En dan moet uw rechtbank weten, dat
concluante op vandaag al “veel beter” is dan 1,5 jaar geleden. O ja : dat is ook wel op
voorwaarde dat haar kind elders woont. (zie punt 6.2) Dus uw rechtbank, om haar job te
kunnen doen, die paar uurtjes per dag, en in die omstandigheden, die zou vrouw en kind
moeten buitensteken … want die maken te veel lawaai. Het is of uw half dossier per dag
doen (maar dan kan u vrouw en kinderen niet aan) ; of vrouw en kinderen in huis (maar
dan kan u uw half dossier niet doen). In dat laatste geval kan u niet genieten van vrouw
en kinderen, die moeten allemaal stil zijn. Voortdurend. Want anders gaat de tuuuuut
knop aan. En roept u op hen of ze misschien even stil kunnen zijn.
Ziet u het zitten om zo te leven ? Noemt u dat “arbeidsgeschikt” zijn ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
366

Dus concluante, die kan inderdaad nog alles. Ze doet ook alles. Of beter: ze moet ook
alles doen. Wie gaat het anders doen voor haar ? En in welke omstandigheden doet ze
alles ? Aan welke prijs ? Geïsoleerd zitten ver weg van alles en iedereen, daar waar het
stil is. Maar ja, concluante kan nog alles. Van alles een beetje. Niet te lang. En in volle
stilte, of tuuuuuuuuuuuut is daar. En zonder stress. En met 1 ding per keer bezig te zijn.
O ja : en uw kind, pech, dat moet natuurlijk zijn plan maar trekken … De 3 eerste
levensjaren zijn de belangrijkste in een kinderleven. Concluante zal haar dochtertje wel 1
à 1,5 jaar gezien hebben van die 3 jaar. HET IS EEN SCHANDE !! Een onaanvaardbare
SCHANDE !! Welke gevolgen zal dit allemaal hebben op de psychologische ontwikkeling
van concluante’s dochtertje later ? Opgroeien zonder vader en zonder moeder ?
Er verscheen een artikel in MediQuality (magazine voor artsen) op 28 december 2015 dat
goed verwoord hoe het is om niet te kunnen werken als je wil werken, en als je hierbij
geconfronteerd wordt met een ‘medische expertise’ – in dit geval door een ziekenfondsarts,
maar dat is vaak niet veel beter dan door een gerechtsdeskundige. Veel opmerkingen die
geuit worden op de adviserende geneesheer, zijn van toepassing op gerechtsdeskundigen.
Concluante vond de tekst zeer herkenbaar en van toepassing op zichzelf :
BRUSSEL 28/12 - Een tijdje terug las ik met stijgende verbazing en dito hartslag een artikel over
het KB van onze Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block over haar
reïntegratieplan voor werkloze chronisch zieken. Dat treft mij persoonlijk, aangezien ik chronisch
ziek ben.
Haar plan is om langdurig zieken zo snel mogelijk terug aan het werk krijgen en dit door aangepast werk
of na een herscholing. Bij weigering door de langdurig zieke of het niet voldoende meewerken zou deze
gestraft worden en dit door een verlaging van zijn uitkering met 10 %. Het spreekt voor zich dat ze deze
beslissing nam zonder inspraak van de zieke, behandelen arts,...
Ik ben chronisch ziek.
Chronisch ziek zijn heeft een heel hoge prijs zowel letterlijk als figuurlijk. Letterlijk door de torenhoge
medische kosten, figuurlijk door het onbegrip van velen en niet in het minst van hogere instanties die
beslissen over onze toekomst. Het gebeurt niet zelden dat we troetelnaampjes te horen krijgen zoals
"luierik", "profiteur", enz.
Ook nu weer krijgen we lik op stuk van dr. Maggie. Via niet uitgesproken woorden laat ze in haar
ontwerp van dit KB doorschemeren dat volgens haar een deel van de langdurig zieken profiteert van de
maatschappij terwijl ze volgens haar perfect inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt, zij het eventueel in een
andere en aangepaste functie.
De uiteindelijke beslissing of iemand al dan niet bekwaam is om aangepast werk uit te voeren of zich om
te scholen laat zij over aan adviserend geneesheren die blijkbaar op een tiental minuutjes kunnen
oordelen of iemand, wiens medische toestand zij totaal niet kennen, al dan niet werkbekwaam is om een
aangepaste job uit te oefenen.
Ik ben al een hele tijd in behandeling bij een specialiste die mijn medische toestand van heel nabij
opvolgt en tot in de details kent. Zij is dan ook de arts die ik het meest geschikt acht om te beoordelen of
ik medisch gezien al dan niet in staat ben om (aangepast) werk te verrichten. Maar daar heeft dr. Maggie
geen oren naar. Kaderen de beslissingen van adviserend geneesheren misschien beter in haar
besparingsplannen?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
367

Wie mij kent, weet dat ik niets liever wil dan terug aan het werk te gaan, om terug deel uit te maken van
de maatschappij. Nog steeds praat ik met veel enthousiasme over mijn interessante en boeiende functie
in een ziekenhuis.
Het doet verdomme pijn om vanaf de zijlijn te moeten toekijken en om patiënte te zijn in plaats van een
gemotiveerd kaderlid. Mocht ik het lichamelijk en geestelijk aankunnen, dan was ik al lang terug aan het
werk, al dan niet in een "aangepaste" functie. Het is heel frustrerend dat niet te kunnen.
Samen met mij voelen heel wat chronisch zieken deze pijn en frustratie. Daarbij krijgen we nu die
vreselijke opdoffer te horen dat we financieel gestraft zouden worden indien de adviserend geneesheer
beslist dat we aangepast werk aankunnen. Waarom krijgt onze behandelend arts geen inspraak?
Waarom krijgt de langdurig zieke geen inspraak? Waarom toch mevrouw De Block?
Er lijken tevens problemen te zijn met de weegschaal van mevrouw De Block. Beslissingen nemen met
twee maten en gewichten vind ik zelfs voor een Minister een brug te ver. Volgens mij is er sprake van
discriminatie. Chronisch zieken die aan dezelfde aandoening lijden, dezelfde lichamelijke en of
psychische beperkingen hebben, moeten namelijk niet noodzakelijk allebei op het appel komen bij de
adviserend geneesheer.
Blijkbaar primeert de medische toestand niet voor onze Minister van Volksgezondheid. Het belangrijkste
is het feit of de chronisch zieke werkloos is of nog ingeschreven bij zijn werkgever. Enkel de zieken die
werkloos zijn, zullen opgeroepen worden door een adviserend geneesheer en kunnen verplicht worden
tot herscholen of het zoeken van aangepast werk.
Zij verliezen 10% van hun uitkering indien dit hen niet lukt. Het is niet omdat een medisch adviseur na 10
minuten beslist dat iemand een aangepaste job kan uitvoeren, dat dit altijd klopt met de realiteit.
Daartegenover staat dat wie nog wel een werkgever heeft niet zal worden opgeroepen door de
adviserend geneesheer en zodoende niet in het reïntegratieplan van dr. Maggie terechtkomt. Wat
betekent dat zij hun volledige uitkering mogen behouden, enkel omdat ze een werkgever hebben.
Aangezien ik momenteel nog een werkgever heb, zou ik niet geviseerd worden door mevrouw De Block.
Ik zou dus niet opgeroepen worden in verband met haar reïntegratieplan, noch gestraft worden en mijn
huidige uitkering behouden. Mijn kamergenote op de afdeling inwendige ziekten is eveneens getroffen
door een invaliderende aandoening. Zij kan echter wel opgeroepen worden door een adviserend
geneesheer en afhankelijk van diens beslissing al dan niet aan het werk gezet worden omdat zij geen
werkgever heeft.
Zij kan, als het van dr. Maggie afhangt, dus wel 10 % van haar invaliditeitsuitkering verliezen. Onze
medische toestand doet er blijkbaar niet toe. De logica ontsnapt me volledig. Ik kan enkel bedenken dat
de weegschaal van dr. Maggie volledig uit balans is.
In haar Koninklijk Besluit definieert mevrouw De Block ook vanaf wanneer men iemand als chronisch
ziek beschouwt. Dit gebeurt blijkbaar al heel vlug! Zij vindt dat iemand langdurig ziek is wanneer deze
nog maar twee maanden werkonbekwaam is. Dit heeft als gevolg dat de adviserend geneesheer de
"chronisch" zieke dient op te roepen twee maanden na de start van de arbeidsongeschiktheid. Hij beslist
op dat ogenblik of deze persoon zich al dan niet moet herscholen of aangepast werk zoeken.
Als dr. Maggie iemand al na twee maanden ziek zijn als "langdurig ziek" beschouwt, is het eigenlijk niet
verwonderlijk dat België zo veel chronisch zieken telt…
Tot zover de mening en het K.B. van onze Minister van Volksgezondheid.
Zij kreeg echter heel wat negatieve reacties op haar reïntegratieplan, zowel van sociale partners, artsen,
patiëntenverenigingen, etc…
De Groep van Tien ging niet akkoord met haar beslissing om de werkloze chronisch zieken financieel te
straffen indien ze een aangepaste job weigeren. Ze adviseerden haar om de uitkering van deze
chronisch zieken niet te verminderen. Totaal onverwacht ging federale regering hiermee akkoord.
Dr. Maggie en de hele federale regering waren duidelijk al gestart met brengen van vrede op aarde aan
alle mensen die van goede wil zijn. Vandaar dat dit akkoord, samen met een akkoord over tijdelijke
werkloosheid de naam "Kerstakkoord" kregen. En wie weet werd dit beklonken met een glaasje
glühwein?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
368

Hoe dit akkoord in de realiteit zal uitgevoerd worden, blijft koffiedik kijken. Het blijft alleszins de
bedoeling van onze Minister van Volksgezondheid om chronisch zieken zo vlug mogelijk aan het werk te
krijgen. Dr. Maggie haar grootste zorg blijft het bereiken van haar gebudgetteerde besparingen. Ze blijft
chronisch zieken dan ook in haar vizier houden.
Sta me toe te besluiten dat dr. Maggie een blok aan het been is van vele chronisch zieken….
H. V. uit R.
Naam en adres bekend bij de redactie.

6.2 PERSOONLIJK LEVEN VANDAAG
Daarover kunnen we al even kort zijn : dat is onbestaande.
Daar zijn 7 hoofdredenen voor :
1.Concluante heeft voor niets of niemand tijd, moet zich hele dagen bezig houden met
gezever en problemen oplossen die niet eens zouden bestaan hebben was alles in
deze procedure zoals het hoort verlopen
2.Concluante heeft beperkte energie ; na een uur of 2 is de kaars opgebrand ; alles
moet in blokjes gebeuren, met telkens pauzes ; en dan weer voortdoen ;
3.Concluante kan zich slechts beperkt verplaatsen ;
4.Concluante heeft beperkte spierkracht ; een wandeling maken van een half uur, dat
kan perfect. Maar dan moet ze de rest van de dag niets meer doen want de energie
die het wandelen vraagt van haar lichaam, laat weinig tot niets meer over voor ‘denk’
dingen.
5.Concluante kan niet tegen lawaai, dus afspreken in een restaurant, cinema, … dat is
gegarandeerd 2 à 3 dagen plat. Gaan shoppen ? Vergeet het, veel te druk, ge zoudt
zot worden, te veel producten bij elkaar, te veel indrukken in 1 keer, te veel mensen,
plus ze duwen dan tegen u en aanrakingen dat verdraagt ge niet meer, en dat
LAWAAI, dat LAWAAI, dat LAWAAI dat is echt om tureluut van te worden. Concluante
is naar Waregem Koerse geweest deze zomer. Naar het vuurwerk gaan kijken. En dan
ging ze nog een stapke zetten met haar vriendin. Na een half uur mochten ze terug
naar huis keren. Concluante werd draaierig, te druk, te moe, te veel lawaai. Dus wat
gebeurt er op de duur ? Geen kat die u nog ergens meevraagt hé. En zelf ben je zo
beschaamd op de duur dat je al op voorhand zegt ‘nee dank u’. 1 keer met dochtertje
naar Plopsaland geweest. Pas om 13 u aangekomen, want concluante moest
‘uitgeslapen’ zijn om te KUNNEN gaan. Om 16 u terug mogen vertrekken, niet meer
in staat om te rijden met de auto, 4 dagen recup nodig.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
369

6.Concluante heeft geen geld om leuke dingen te doen. Ge kunt 1 keer gaan eten bij
uw vrienden, en 2 keer ook, maar niet iedere keer eenrichtingsverkeer … Maar zelf
kan je dat niet aan, een etentje organiseren. Toch wel, je kan dat natuurlijk wel. Maar
je ligt dan 2 – 3 dagen plat. Echt iets om naar uit te kijken, zo’n etentje …
7.Concluante heeft sinds een paar weken geen goesting meer. Ze wil niemand meer
zien.
Reizen : dat is gedaan hé sinds ongeval. Concluante is 1 keer 5 dagen met haar dochtertje op
vakantie geweest. Ze was al gekraakt van als ze toekwam, alleen al van de valies op het
karretje te zetten in de luchthaven. Dag nadien helemaal stijf en verkrampt, nek en rug
gekraakt van in het vliegtuig te zitten. Naar de masseur, of ze konden masseren. Oei, die nek,
mevrouw daar kom ik niet aan, die is niet stabiel, u zal moeten naar een dokter gaan. ‘k
Weet het meneer, ‘k weet het … doe dan aub mijn rug alleen. Gene vans natuurlijk. Nog een
geluk, een familie met kindjes leren kennen, en zij zorgden voor dochtertje. En concluante
om 19 u in haar bed samen met dochtertje en om 7 u weer op en dan slapen aan het
zwembad terwijl anderen met dochtertje speelden. Bij thuiskomst een week plat gelegen.
Sindsdien niet meer herhaald … Ge moet uw leven herpakken zegt Tack dan. Ge zoudt hem
ne schop in zijn g .. geven.
Bijstuderen, workshops volgen : gedaan. Kan niet in groep functioneren. Kan info niet
onthouden.
Paarden : het heeft DRIE JAAR geduurd voor concluante weer een paard kon borstelen. ’t
Was te lastig, de arm omhoog houden en wrijven met een borstel. Hoeven uitkrabben : tot
op vandaag onmogelijk. Rijden : doodsbang nu om er af te vallen en pijn te doen.
Hond : de hond van concluante moest naar oma, want wandelen, dat ging niet meer, te
lastig. Hond aan de riem trekken = een week kinesist. Toen de hond van concluante
gestorven was zomer 2015, dochtertje wenen wenen wenen. Puppy gekocht. Na 5 dagen
moeten weggeven. Veel te druk, kon niet volgen. Gevolg : geen hond meer.
Lezen : geen concentratie om nog te lezen, kan niet onthouden wat gelezen is in een verhaal,
verliest de draad.
Schrijven : korte stukjes geen enkel probleem. En op voorwaarde : niemand in de buurt en
totale stilte. Kan een uur aan een stuk schrijven zonder problemen. Dan pauze. Dan
herschrijven. Concluante doet niets anders meer sinds het laatste 1,5 jaar dan schrijven.
Behalve dat het voor dit dossier is iedere keer, en niet over leuke dingen gaat.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
370

Piano spelen : ook geschrapt. Onmogelijk om tegelijk de noten te lezen, en de linkerhand te
spelen, en de rechterhand te spelen.
Muziek beluisteren : een kwartier, en dan ontploft het hoofd, te veel lawaai.
Film : geen tijd voor, en koppijn na een half uur. Te veel beelden die te snel bewegen, kan
niet volgen. Dan nog het geluid erbij. Geen plezier meer aan.
Zwemmen : dichtste zwembad hier is 45 minuten rijden, dus 1,5 uur heen en terug. Te ver
rijden, dus geen zwemmen meer hé.
Fietsen : geen kracht om te fietsen. Afgeschaft.
Badminton : geschrapt. Concluante kan niet meer lopen. Lopen geeft schokken in nek en rug
en doet pijn bij iedere stap. Plus ze ziet het pluimpje niet meer komen aanvliegen, ze
reageert te traag.
Lekker eten : ipv 5 keer per week zal dat nu 5 keer per jaar zijn zeker ? als het al zo veel is …
Opera : geschrapt. Te veel lawaai, te druk.
Ballet : geschrapt. Te veel lawaai, te druk.
Toneel : geschrapt. Te veel lawaai, te druk.
Concerten : geschrapt. Te veel lawaai, te druk.
Dansen : geschrapt. Te veel lawaai, te druk, en tegen dat het tijd is om te vertrekken is
concluante pompaf.
Vrijwilligerswerk : geschrapt.
ZELFS VOOR HAAR EIGEN KIND KAN CONCLUANTE NIET ZORGEN ZONDER HULP. DRIE DAGEN
HOUDT ZE HET VOL. DRIE DAGEN.
Dan is de batterij leeg. En dan bestaat haar dag uit : slapen als dochtertje slaapt en voor de
rest koken en eten, en zit dochtertje grotendeels alleen want na een kwartier moet mama
‘pauze’ nemen en de stilte opzoeken. Het aantal UREN dat dat kind al staan wenen heeft en
staan kloppen heeft op de deur … mama komen mama komen … ONMENSELIJK !!!!!!
Het gevolg : dochtertje concluante gaat naar school in Vichte en woont bij oma in Vichte en
concluante zit in Frankrijk het grootste deel van de tijd … want concluante kan niet met oma
en dochtertje in hetzelfde huis wonen. Te veel lawaai, te druk. Oma moet altijd stil zijn, kan
geen vrienden uitnodigen, concluante slaapt zeer veel, wordt dan wakker ; concluante is ook
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
371

snel geïrriteerd als haar hoofd ontploft, haar humeur is dan ongenietbaar, ze zit bovendien
constant op de pc voor conclusies te maken al 1,5 jaar lang … dat is niet leefbaar voor oma.
Na 2 jaar zo leven was het genoeg geweest. Plus het feit dat er geen geld meer is om oppas
paarden te betalen. En de paarden die gaan NIET weg. Die maken deel uit van het gezin.
EN DAT AL 1,5 JAAR AAN EEN STUK !!!!!!!!!!!
ONMENSELIJK !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Dus als uw rechtbank in een conclusie ooit iets zou lezen over “beperkte belastbaarheid”,
dan is bovenstaande wat daar mee bedoeld wordt. Want “beperkte belastbaarheid”, geef
toe, dat klinkt allemaal zo erg nog niet. Dat valt wel mee. Ze kunnen nog alles, ze zijn
gewoon “beperkt belastbaar”. Het is om zot van te worden, “beperkt belastbaar” zijn. Het is
OVERLEVEN ipv leven. Je levenskwaliteit is NIHIL.
Je geraakt zelfs niet op je eentje rond met de BASISdingen zoals huishouden, boodschappen,
papierwerk, koken en kind. Er is nooit tijd voor iets leuks of ontspannends. Dat is geen leven.
En hoe meer je in je leven deed voor je ongeval, hoe groter het verschil is met wat je maar
meer kan na je ongeval. Als je voor het ongeval naar je werk ging en voor de rest ’s avonds
voor de tv geplakt zat, dan zal die “beperkte belastbaarheid” misschien nog meevallen. Maar
als je een rijk gevuld sociaal leven had voor ongeval, dan is de kloof immens.
En als je een partner hebt die een en ander kan meehelpen opvangen, dan zal dat misschien
ook draaglijk zijn. Maar als je partner het afbolt, dan is dat een totaal ander verhaal.
Meer details zal u kunnen lezen in het boek Het dossier SANTENS/AG – Justitie ten dienste
van het verzekeringskartel (of : De hergeboorte van Justitie ; naargelang de afloop van dit
dossier), dat zowel een therapeutische als maatschappelijke noodzaak is.
6.3 FINANCIËLE SITUATIE VANDAAG
Ook hier kunnen we kort zijn : dikke miserie hé.
Voor 7000 euro vaste kosten per maand hebben, en 3 jaar lang op 700 euro terugvallen als
uitkering ? Je hoeft geen Einstein te zijn om in te zien dat dat niet houdbaar is.
Samengevat : leven als een schooier en voortdurend afhankelijk zijn van de financiële hulp
van derden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
372

Zopas verneemt concluante ook nog dat er op 8 januari 2016 beslag gelegd zal worden op
haar inboedel (stuk 198) – kwestie van het nieuwe jaar voor de verandering eens goed in te
zetten ... Zo zal ze helemaal niets meer hebben.
6.4 MEDISCHE TOESTAND VANDAAG
Mijn dochtertje woont sinds mei bij mijn moeder in België. Zij gaat daar ook naar school
(stuk 158).
In Frankrijk is een strafrechterlijk onderzoek gestart wegens ‘kinderverwaarlozing’ (stuk
157) !!! Zou men iemand die in een rolstoel zit, ook alleen met een kind in een huis steken
en dan achteraf komen zeggen dat het huis niet netjes genoeg is en ze je kind gaan afpakken
omdat je er “niet goed genoeg” voor zorgt en “mogelijks een risico” vormt voor “de
veiligheid van je kind” “omwille van je gezondheidsproblemen” ? Er is ook een procedure
opgestart bij de jeugdrechtbank (stuk 157).
Ik kan zonder hulp niet langer dan een week instaan voor de zorg van mijn dochtertje en
huishouden, na 3 dagen zijn de batterijen plat. Dan ben ik volledig op, begin ik terug om te
vallen, heb ik niets van spierkracht meer, keert de hoofdpijn volle bak terug, wordt tinnitis
terug erger, verdraag ik gewoon niets of niemand meer. Het tempo van mijn dochtertje ligt
te hoog voor mij, ik kan niet volgen. Voortdurend heeft ze aandacht nodig en ik kan geen 2
dingen tegelijk doen – vb. koken en kijken, of afwassen en luisteren, of in de auto mij
concentreren op de weg en tegelijk naar haar gebabbel luisteren. Het botst in mijn hoofd. In
een supermarkt sla ik tilt : veel te druk, te veel lawaai in 1 keer, te veel kleuren, vormen, het
hoofd volgt niet. Ik kan mijn dochtertje niet naar school brengen ’s morgens want ten eerste
geraak ik niet uit mijn bed, ten tweede zie ik dubbel ’s morgens. Dat duurt een uur, tot 2 uur
naargelang hoe moe ik ben, en dit ondanks de bril. Een zwaardere bril kan niet, ik zit nu op
de maximale sterkte.
Ikzelf kan niet blijven bij mijn moeder wonen, ik verdraag het geluid van radio, TV niet ; ook
is het “te druk” voor mij als er bezoek is. Stilte en geen beweging om me heen, natuur en
paarden is het enige dat rust brengt.
De zorg voor de paarden en huishouden zorgt voor voortdurende fysieke overbelasting. Dan
komt de nekpijn terug en van daaruit weer de hoofdpijn, soms ook rugpijn. Het vel van mijn
armen, benen, buik, rug … hangt slap, daar zit precies geen spier meer in, zoals bij een oude
mens.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
373

Er is al bijna een jaar geen geld meer voor supplementen. Voor biofeedback behandeling is
er de laatste maanden quasi geen tijd geweest. Mijn dochtertje slorpt de weinige energie die
ik heb, op. Ze slaapt steeds minder en minder. Mijn ‘recup’ moment ’s namiddags gaat
hierdoor verloren.
We leven als dieren, in het vuil. Als ik aan iets begin, zie ik iets anders en doe ik daar mee
voort, zo begin ik aan 10 dingen tegelijk zonder ooit iets af te werken of klaar te krijgen. De
warboel wordt steeds groter. Het is onmogelijk geworden om orde te houden. Nochtans is
het niet dat ik niet voortdoe – ik stop niet van ’s morgens tot ’s avonds. Voor een pauze is
nooit tijd, omdat alles zo traag gaat.
De zorgen over de toekomst, waar te wonen, de stress, gescheiden leven van mijn
dochtertje zijn moordend. Mijn Franse huisarts waarschuwde op 1 oktober voor depressie
(stuk 159).
Ik voelde me begin dit jaar iets beter en was gestopt met hormonale behandeling. Enkele
weken later ging alles terug naar af, keerden de hartkloppingen terug en moest ik terug
herbeginnen met groeihormoon en zo. De hartklachten zijn dan ook vrij snel weer gestopt.
Er is geen verbetering in de kaakpijn. Soms heb ik het gevoel dat de rechterkant van mijn
kaak ‘hangt’, en lager hangt dan de linkerkant. Er zijn verschillende brokjes van mijn tanden
gevallen. Volgens de stomatoloog komt dat door hormonale problemen. Ze zei dat bot en
tanden fragieler worden. Ook het glazuur van mijn tanden vermindert. Ze zei ook dat er kans
was op ontwikkeling osteoporose. Ik kan mijn kaken / tanden niet meer op elkaar plaatsen.
Ze schuiven naar links. Mijn mond staat precies scheef – of het voelt toch zo. Er is meer pijn
rechts dan links.
Als ik alleen ben en stilte heb, heb ik weinig tot geen last van hoofdpijn. Zodra er lawaai,
beweging, druk of stress is, keert deze terug. De hoofdpijn is anders dan tevoren : hij situeert
zich nu vooral aan de bovenkant van mijn hoofd, en beslaat van links naar rechts mijn
voorhoofd tot het midden van mijn hoofd. Vroeger kwam de hoofdpijn van veel dieper. Nu
zit die echt aan de oppervlakte van mijn hoofd. Soms bonkt mijn hoofd heel erg, hoor ik
precies het bloed in mijn oren suizen, voel ik een druk achter mijn ogen, ook aan mijn oren –
vooral als ik rechtsta of iets moet opheffen. De hoofdpijn wordt ondraaglijk als ik te lang
naar een pc scherm moet zitten kijken. Ook mijn ogen prikken dan. De bloedvaatjes in mijn
ogen springen. ’s Morgens prikken mijn ogen nog meer en is de hoofdpijn heviger.
Sinds begin dit jaar heb ik meer en meer tintelingen, electriciteit precies, in armen en benen.
Mijn handen, voeten ‘slapen’ ook heel snel. Dit is de voorbije weken erg toegenomen, maar
mijn dagen bestaan sinds een maand uit : opstaan, werken aan deze conclusie, slapen,
opstaan, werken aan deze conclusie, slapen. Het voortdurend op een stoel zitten maakt dit
erger. Enkele dagen geleden ‘sliep’ mijn hele kont, tot in de onderrug, tot aan mijn tenen,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
374

dat puur van op een stoel te zitten. Ik wist zelfs niet dat een kont ook kon slapen. Blijkbaar
wel …
De ene gewrichtsontsteking blijft intussen de andere opvolgen. Naast nek, schouders,
ellebogen, polsen, bovenrug, steeds vaker ook mijn knieën en vooral de rechterknie. Ook
heb ik soms pijn in mijn heup en dan mank ik enkele dagen. Dan gaat dat weer beter. De
ontstekingen doen minder pijn dan tevoren, duren korter ook, maar verschuiven veel
sneller. Soms heb ik nu ontstekingen op verschillende plaatsen tegelijk. Momenteel is dat
nek (steeds datzelfde 3punten punt), onderkant rug, rechterschouder, rechterkant van mijn
heup en rechterknie. Het is om gek van te worden.
De rugpijn is sinds deze zomer terug, en wordt steeds erger. De pijn is soms vlammend, alsof
er een lans in mijn rug zit onderaan. Het wordt weer moeilijker om uit bed te geraken. De
pijn is ook terug aan het opschuiven naar boven toe, hij zich al tot onder de schouderbladen.
Straks is weer mijn hele rug ingenomen. Ik hoop dat dat niet zo zal zijn want anders zit ik
volledig geblokkeerd. Het helpt niet meer om een bad te nemen. De pijn blijft en de
blokkering ook. De spieren lijken niet meer te kunnen ontspannen.
Mijn hartritme is nu normaal en stabiel, wel aan de hoge kant, rond de 90 slagen per minuut.
Cardiologisch nazicht in september was normaal. De afwijking mitralisklep is gelijk gebleven.
Mijn bloeddruk is ook stabiel, maar blijft aan de lage kant (doorgaans 10/6 à 7)(komt van 8-
9/5-6).
Ik heb het altijd koud, zelfs als het buiten warm is.
Als ik een blauwe plek heb, duurt dat heel lang voor die verdwijnt : 2 tot 3 weken,
naargelang de grootte.
Mijn concentratie daarentegen is verbeterd. Het lijkt omgekeerd evenredig : hoe mottiger ik
me fysiek voel, hoe beter mijn concentratie wordt. Misschien komt dat omdat ik fysiek
gewoon niets meer doe en er zo meer glucose naar de hersenen kan ? Ik kan me nu zonder
problemen een uur tot 1,5 uur aan een stuk op iets van denkwerk concentreren. Omgekeerd
geldt, als ik bvb buiten een korte wandeling van een kwartier maak, kan ik me absoluut niet
concentreren en keert de mist terug. Alsof er geen energie / glucose genoeg is om mijn
hersenen te voeden, omdat mijn lichaamsbeweging deze geconsumeerd heeft.
Stressniveau: Dat is ongewijzigd. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik niets meer kan
ontstressen. Ik voel me continu opgejaagd. Er zijn veel zorgen. Het minste doet me nog
steeds ‘ontploffen’. Ik kan nergens meer van genieten en verlang zo naar stilte en rust. Mijn
hoofd zit precies constant in overdrive en ik vind geen knop om te vertragen, terug te
schakelen. Ik denk aan dingen om te doen om mezelf te ontspannen of een plezier te doen
maar ik vind niets meer dat me ontspant of echt plezier doet. Alles wat ik leuk vond, lukt niet
meer of lukt niet goed meer, of ik ben direct moe. Er is ook geen tijd meer om ontspannende
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
375

dingen te doen. Met neuro en biofeedback is dat iets beter maar het effect is (voorlopig)
tijdelijk.
Agressie: Dit is erger dan tevoren. Ik barst uit en roep voor het minste, en ik kan dit niet
controleren of tegenhouden. Ik haat mezelf als ik dit doe. Zo wil ik niet zijn.
Slaapritme: De kwaliteit van mijn slaap is duidelijk verbeterd sinds biofeedback en
groeihormoon. Ik slaap 11 à 12 uur per nacht momenteel. Ik heb de voorbije maanden geen
middagdutje meer nodig gehad. Anderzijds woon ik alleen zonder mijn kind … geen idee wat
het gaat geven als we terug samen zijn.
Autorijden: Dit gaat duidelijk beter, tenminste in FR waar er weinig verkeer is. Ik kan nu
zonder problemen 1 à 1,5 uur na elkaar autorijden (in FR). In de stad rijden of in BE rijden
blijft voor problemen zorgen. Ik blijf moe zelfs na korte afstand autorijden, dat vraagt veel
aandacht en concentratie en ik moet me echt forceren om mijn ogen op de weg te houden,
ik reageer te traag, schrik nog steeds van alles en nog wat, vooral als ik moe ben. Het is zeer
lastig om alles op tijd te zien afkomen, het vraagt veel energie. In België autorijden is veel
erger, daar is veel meer verkeer en moet ik veel beter opletten ; plus er staan om de 5 meter
verkeersborden ; de bril en biofeedback maakt daar weinig verschil uit. Na een rit in druk
verkeer ben ik doodnerveus. Ik zit dan ook hele dagen thuis en rij enkel als dat echt nodig is.
In Frankrijk is dat 1 x per week boodschappen doen tegelijk met bezoek aan kinesist of
osteopaat. Ik rij dan trager en neem dan minder drukke wegen om het druk verkeer te
vermijden. In Frankrijk is dat beter te doen ik woon in een afgelegen streek daar is niet veel
verkeer op de baan. Ik schrik wel nog even erg als tevoren als ik auto’s die oversteken niet
zie aankomen en verschiet dan als ik plots ingehaald wordt of als er een camion afkomt. Als
ik moe ben, is dat erger. De rugpijn tijdens het autorijden is enorm toegenomen sinds juli
2015. Bij momenten is deze werkelijk onhoudbaar.
Moraal: Deze is ondanks alles vrij goed geweest, ik was vooral hoopvol en optimistisch na de
positieve resultaten van de biofeedback behandeling deze zomer en keek uit naar een 2
de

kindje. Ik heb een serieuze klop gekregen met naar de jeugdrechtbank te moeten gaan,
terug gescheiden te moeten leven van Anaya, nu nog langer dan ooit tevoren, 3 weken aan
een stuk telkens, en het feit dat AG voor de 100
ste
keer weigert om familiale hulp te voorzien.
AG maak ons leven kapot. Niet het ongeval. Wel AG, die iedere oplossing weigert. ZELFS NA
5 JAAR. Geen 2
de
kindje meer werd duidelijk na 21 oktober 2015 en was de genadeslag. Mijn
moraal zat nog nooit zo diep als nu.
Emoties: Periodes van woede en onmacht als ik veel pijn heb en Anaya mis, die afwisselen
met strijdlust en vastberadenheid om met dit bedrog komaf te maken als ik in een ‘draaglijke
pijn’ fase zit. De depri-momenten worden talrijker dan de strijdlustige momenten. Zeer veel
schuldgevoel naar dochtertje en paarden toe. Voor de rest onnoemelijke triestheid ivm 2
de

kindje. Daar kan ik geen woord op zetten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
376

Vermoeidheid: Is geleidelijk aan verbeterd, met ups en downs, maar zeker niet erger dan
tevoren. Tot september 2015, dan grote klop gekregen, totaal plat – een week terug
erbovenop gesparteld om dan in oktober een nog grotere klop te krijgen door een stomme
bronchite die er bij kwam. En dan 1,5 maand totaal van de kaart na het nieuws 21 oktober
2015 dat ik nooit een 2
de
kindje zou kunnen hebben.
Spijsvertering: Idem. Ik kan maar zeer weinig eten. Bizar genoeg terug 4 kg erbij, gewicht is
nu 63 kg. Ik kan niet denken of veel bewegen na het eten. Alle energie gaat dan naar mijn
maag. Na het eten val ik in slaap. Ik eet maar 1 x per dag meer (’s avonds). Ik moet me
forceren om een halve liter per dag te drinken. Drink ik meer, dan zwel ik op, mijn lichaam
houdt vocht vast. Mijn knieën vooral zie je het, die zitten gezwollen, ook mijn armen,
onderbenen, gezicht. Als ik ergens tegen bots, zwelt mijn been of knie of arm dik op en die
zwelling blijft soms langer dan een week zitten. Als je er op duwt, is het zacht en kan je het
induwen. Er komt dan een witte vlek op.
Luchtwegen: Die zijn de voorbije maanden verbeterd, tot oktober, terug zware bronchite die
niet weg gaat.
Huid: Idem. Ik heb de huid van een 70-plusser. Dit overal. Mijn handen, armen, benen, buik,
rug, gezicht, overal gerimpeld. Het is lelijk om te zien en het wordt er niet beter op. Mijn
huid maakt overal ribbeltjes. Als ik mijn huid vastneem, trekt ze niet meer terug op haar
normale plaats, alle elasticiteit is er uit. Ik heb er al tientallen crèmes en olie op gesmeerd
maar niets helpt. Het is alsof mijn huid de crèmes niet meer kan absorberen. Mijn huid voelt
ook steeds droog aan. Ze is ook heel dun. Blauwe plekken blijven langer. Dit verbetert niet
met groeihormoon. Ben naar plastisch chirurg geweest voor fillers die de dermatologe zei
maar dat is te duur, kan ik niet betalen, 3.000 euro. Mijn huid blijft droog en ruw, wat ik ook
doe. Mijn huid straalt niet meer. Ik heb steeds diepe wallen. In mijn gezicht barsten er steeds
meer kleine bloedvaatjes ook. Volgens Eductor is er constante dehydratatie op cellulair
niveau, ook een ADH verstoring.
Regels: Sinds eind juli 2015 terug mini regels, zij het zeer beperkt. Wel regelmatig en stipt na
28 dagen. Dat is een enorme verbetering sinds de intensieve biofeedback behandeling van
deze zomer. Maar wat ben ik er nu mee ? Het is te laat voor een 2
de
kindje.
Rugpijn: Deze is sinds juli beginnen toenemen, alhoewel ik niets fysieks doe. Ik ben wel meer
met de auto moeten rijden om op bezoek te gaan bij mijn dochtertje. Het autorijden doet
daar geen goed aan. Sinds 3 weken is de rugpijn onhoudbaar. Wellicht van de hele dag op
een stoel te zitten voor deze conclusies. Het is niet mogelijk om op korte termijn een
afspraak te krijgen met de rug- en revalidatiedokter. En ook vrij zinloos … ze zal zeggen dat ik
terug 3 à 6 weken binnen moet in het ziekenhuis zoals ze vorig jaar ook zei, maar dat gaat
niet, niemand om voor de paarden te zorgen en Anaya weer zo lang niet zien ???
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
377

6.5 STAND VAN ZAKEN IN DE PROCEDURE VANDAAG
Ook hier kunnen we kort zijn : het komt er in wezen op neer dat uw rechtbank de keuze zal
moeten maken tussen Waarheid of het toedekken van haar experts.
De rechter is God in zijn rechtbank, die kan dus alle kanten uit. Hij is vrij.
Juridisch kan uw rechtbank om het even welke keuze die zij rechtvaardig vindt, motiveren en
er de draai aan geven die ze zelf wil. Maar niet alleen daarin ligt haar keuze.
Los van de beslissing die uw rechtbank neemt, zal de werkelijke waarde van haar besluit
liggen in de manier waarop zij haar vonnis onderbouwt. Uw rechtbank is verstandig genoeg
om dat te onderbouwen op een manier die nadien geen enkele twijfel of ernstige betwisting
meer mogelijk maakt. Of zij kan haar besluiten motiveren op een vage, uiteindelijk
nietszeggende manier die de deur wagenwijd openzet voor herroeping van haar besluiten in
beroep. Waardoor haar vonnis uiteindelijk toch een lege doos zou blijken te zijn, en blijk zou
geven van het zoeken naar het afwentelen van haar verantwoordelijkheid op een ander,
zoals iedere partij doet die betrokken is bij gerechtelijke medische expertises al tientallen
jaren doet : de minister van justitie, de minister van volksgezondheid, de orde der artsen, de
verzekeringen, de verzekeringsartsen, de gerechtsdeskundigen, assuralia, de minister van
consumentenzaken, de Ombudsdienst verzekeringen, de balie, de advocaten, de
bijstandsartsen, de universiteiten, de beroepsverenigingen … . Het slachtoffer van een
ongeval staat uiteindelijk alleen en heeft enkel de rechter als bescherming tegen het bedrog
en als mogelijkheid om gerechtigheid te bekomen.
Het resultaat van deze procedure hangt niet af van de bestaande wetten, want die zijn
prima, die zijn duidelijk, maar die worden onder druk van het verzekeringskartel al jaren niet
meer toegepast in de Belgische rechtbanken. Het resultaat zal uiteindelijk afhangen van een
puur subjectief gegeven : waar staat uw rechtbank voor ?
Wat is het belangrijkste in de ogen van uw rechtbank ?
Het bestaande systeem in stand houden, potjes toedekken, doen alsof onze neus bloedt, de
paraplu openen, kop in ’t zand, en de experts die uw rechtbank al meer dan 5 jaar zitten
voor te liegen blijven indekken,
Of daadwerkelijk de schade – ALLE schade - die een slachtoffer oploopt tijdens een ongeval,
HERSTELLEN, en daar waar herstel niet mogelijk blijkt, deze passend te vergoeden - zoals de
wet voorziet.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
378

6.6 TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
Weerom kunnen we kort zijn : de toekomst van concluante en haar gezin ligt geheel in
handen van uw rechtbank.
Als zij er voor zou kiezen om het pad van het bedrog te volgen, dan worden concluante en
haar gezin dakloos en wordt in het bijzonder de toekomst vooral van het dochtertje van
concluante zwaar gehypothekeerd. Haar toekomstperspectieven zijn zo goed als
onbestaande binnen een eenoudergezin met invaliditeit met enkel een minieme uitkering
om op terug te vallen. Dit indachtig het feit, dat ziekenfondsen de neiging hebben om
slachtoffers van een ongeval, die met een vals expertiseverslag naar huis gestuurd worden,
en ergens tussen 1 en 5 % BI en BAO eindigen, als ‘arbeidsgeschikt’ te verklaren (“want de
gerechtsdeskundige heeft het gezegd”), waardoor zelfs deze kleine uitkering ook wegvalt.
Deze mensen moeten dan vervolgens beroep aantekenen deze beslissing, moeten opnieuw
een medische expertise ondergaan, en ook daar volgt de gerechtsdeskundige doorgaans de
besluiten van de 1
ste
expert, en worden deze vervolgens in 90 % van de gevallen door de
rechtbank bekrachtigd. Dat is voor velen een one way ticket richting OCMW. En dat zal er
niet op veranderen naar de toekomst toe, de context van de heksenjacht van minister De
Block in gedachten houdend, dat zij ‘chronisch zieken terug aan het werk’ wil … en wil
besparen. Concluante zal een leven met chronische pijn tegemoet gaan, met verdere
aftakeling van haar lichaam en de ketting van zorgen en problemen zal alleen maar langer
worden. De helft van de mensen met onbehandeld hersentrauma eindigt in een rolstoel, als
het moment komt dat ze zelfs te zwak zijn om nog te kunnen stappen. Het is o.a. wat met
Patricia uit Panorama gebeurde. Zonder hulp zal ook concluantes’ levensverwachting met 10
à 15 jaar verminderd worden. Psychisch zal het verlies van de paarden een klap zijn die zij
van haar leven niet te boven zal komen. De kans dat concluante nog enige maatschappelijk
zinvolle activiteit kan uitoefenen, wordt zo goed als onbestaande.
Als uw rechtbank er voor zou kiezen om de schade opgelopen tgv ongeval te herstellen, en
er op toe te zien dat concluante met haar dochtertje en haar paarden, die wezenlijk
onderdeel vormen van het gezin, in de mogelijkheid gesteld wordt om voor een nieuw dak
boven hun hoofden te kunnen zorgen dicht in de buurt van familie en vrienden, dan kan :
1.de nodige hulp en ondersteuning mogelijk worden, waardoor
overdere aftakeling van het lichaam vermeden kan worden
overdere pijn vermeden kan worden
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
379

odochtertje van concluante toch een zo normaal mogelijk leven kan leiden
oconcluante terug bij haar dochtertje kan wonen
ode paarden kunnen deel blijven uitmaken van het gezin waar zij thuishoren
2.de nodige tijd en ruimte voor behandeling zoals het hoort mogelijk worden,
waardoor de pijn en verdere aftakeling van het lichaam beperkt kan worden
3.mits een herstel- en aanpassingsperiode, er opnieuw iets van een persoonlijk en
sociaal leven opgebouwd worden, met hopelijk aangepaste mogelijkheden om alsnog
een zinvol leven mogelijk te maken : concluante zou graag een hulpfonds maken voor
andere slachtoffers.

6.7 VERGELIJKING TUSSEN DE TOESTAND VOOR ONGEVAL EN VANDAAG
Weerom kunnen we kort zijn : er schiet NIETS meer over van het leven dat concluante had
voor ongeval, en vandaag.
Noch medisch, noch professioneel, noch persoonlijk, noch financieel, noch naar
toekomstperspectieven toe.
6.8 BESLUIT
Het ongeval zorgde voor een TOTALE en ONOMKEERBARE verandering in het leven van
concluante – op alle vlak.
DEEL 7 : SCHADEBEGROTING
Uw rechtbank heeft op 21 oktober 2015 gezegd : u zal moeten vragen. Concluante zal
vragen. Concluante zal zelfs veel vragen.
Niet omdat zij uit is om ‘te profiteren’ van de verzekering, zoals verweerster zo graag
beweert al 5,5 jaar aan een stuk. De schade die aangericht is, laat geen ‘profiteren’ toe. De
essentie van haar leven – een gezond en sterk lichaam, haar paardencoaching center, haar
2
de
kind, zorgeloos genieten van haar 1
ste
kind en paarden, is zij voor altijd kwijt.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
380

Concluante zal veel vragen omdat zij :
1.zeer veel schade geleden heeft
2.zeer veel zou verdiend hebben zonder ongeval
3.zeer grote kosten zal moeten maken om haar leven in België te kunnen verder zetten
op die wijze die aansluit bij haar identiteit en die ze zonder ongeval ook gehad zou
hebben – KOSTEN DIE ZIJ NIET GEHAD ZOU HEBBEN WAS ER TIJDIG EN CORRECT
GEREAGEERD REEDS 5 JAAR GELEDEN !
Het moet maar eens gedaan zijn om mensen zwart te maken en af te schilderen als
‘profiteurs’ als zij komen vragen waar zij recht op hebben. Verzekeringen die 1 maand na
ongeval de schadevergoeding van de slachtoffers berekenen en ‘in reserve’ plaatsen en
beleggen, en die zich verrijken met de intresten op deze schadevergoeding, waarvan ze op
voorhand al weten dat ze die toch zullen moeten betalen, maar dit niet doen, met alle
gevolgen vandien voor de slachtoffers, wiens letsels verergeren, die soms zelfs komen te
overlijden, DAT is profiteren. Dat is mensen nog dieper in de miserie steken, en zich intussen
verrijken met de middelen die juist moeten dienen om verdere schade te voorkomen. DAT is
profiteren. DAT is verwerpelijk.
Concluante herinnert uw rechtbank eraan, dat zij in 2011 en 2012 steeds gevraagd heeft :
zorg aub voor hulp. Zorg aub voor behandeling.
Het kon niet zijn. De schade nam exponentieel toe op alle vlak.
Vanaf 2013, toen de inbeslagname procedure in Frankrijk gestart was, zag concluante zich
gedwongen om haar vraag uit te breiden : zorg aub voor hulp. Zorg aub voor behandeling.
Zorg aub voor een provisie zodat wij onze thuis kunnen behouden. Ze vroeg in april 2014 een
provisie van 500.000 euro om bijkomende schade te VOORKOMEN.
Opnieuw : het kon niet zijn. De schade nam exponentieel toe op alle vlak.
En nu in 2016 moet concluante ALS GEVOLG HIERVAN bijkomend haar vraag uitbreiden, en
haar schade-eis noodgedwongen nog hoger maken : zorg aub voor hulp. Zorg aub voor
behandeling. Zorg aub voor een NOG grotere provisie zodat wij een NIEUWE thuis kunnen
krijgen. En loopt haar vraag naar provisie intussen op in de MILJOENEN euro’s.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
381

Het is BIJZONDER achterbaks en laag bij de gronds om EERST de schade dermate te laten
escaleren op alle vlak, om vervolgens concluante te gaan beschuldigen dat zij ‘zoekt te
profiteren’.
·Het kerngegeven in dit luik is het basisprincipe waar een schadebegroting tgv
letselschade op gebaseerd dient te zijn, nl. dat het slachtoffer daar waar mogelijk
hersteld dient te worden in de toestand waarin hij/zij zich zou bevinden, als het
ongeval niet gebeurd zou zijn.
Hierbij geldt dat SCHADEHERSTEL ABSOLUUT primeert boven schadevergoeding.
Enkel daar waar SCHADEHERSTEL niet (meer) mogelijk blijkt, kan er overgegaan
worden tot schadevergoeding.
Bij het bepalen en begroten van deze schadevergoeding, is artikel 1382 BW van
toepassing : iedere vorm van schade dient integraal en in concreto vergoed te
worden.
·Artikel 1382 BW geeft geen indicatie over de mate waarin moet worden vergoed.
Vanaf 1804 wordt evenwel aangenomen dat de schadeloosstelling integraal moet
zijn, dus dat een restitutio in integrum moet worden nagestreefd. Bekend is de
uitspraak van een der codificatoren, met name Tarrible, die tegenover de twijfels bij
zijn mede-opstellers of de regel van de volledigheid van de vergoeding ook moest
gelden in gevallen waar deze was verschuldigd wegens een uiterst lichte fout, het
beginsel plaatste “que la loi ne peut balancer entre celui se trompe et celui qui
souffre”.
Ronse et al. Spreken over een voorkeur van het Belgische aansprakelijkheidsrecht
voor de benadeelde: deze mag er in geen enkel opzicht minder gunstig aan toe zijn
dan zonder fout van de schadeverwekker.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
382

·De schade verschaft als dusdanig ook de maatstaf voor de schadeloosstelling.
Artikel 1382 BW schrijft zonder enige beperking voor dat de schade dient te worden
vergoed. Het laat dus niet toe gedeeltelijk te vergoeden daar klaarblijkelijk hierdoor
een deel van de schade op de benadeelde zou blijven rusten.
·Enkel daar waar het niet (meer) mogelijk blijkt te zijn om de schade in concreto te
vergoeden, kan er overgegaan worden tot een forfaitaire schadevergoeding.
Sowieso dient iedere schadevergoeding de REËLE toestand en de reële schade zo
goed mogelijk te benaderen.
Bij de forfaitaire schadevergoeding geldt, dat de rechtbank vrij is om dit forfait te
bepalen.
Schalen, indicatieve tabellen, … zijn zoals de naam ‘indicatieve’ zelf aangeeft, slechts
een leidraad, waar de rechtbank naar goeddunken en in eer en geweten mag van
afwijken. Geen enkele van die tabellen is bindend.
Dat hierbij het SCHADEHERSTEL soms duurder kan uitvallen dan het toekennen van een – op
zijn zachtst gezegd vaak twijfelachtige – schadevergoeding, is bijzaak. Nogmaals:
schadeherstel primeert boven schadevergoeding.
Tussen herstel en vergoeding bestaat er een prioriteitenorde: herstel gaat voor op
vergoeding. Voorbeelden van herstelacties zijn een arbeidsongeschikte weer
arbeidsgeschikt maken, een eenbenige een prothese verschaffen. Vergoeding
daarentegen duidt in deze context enkel op een financiële compensatie, verleend als
een lapmiddel (een Ersatz) bij gebrek aan beter.
Waarom heeft herstellen voorrang op vergoeden? Omdat een geslaagd herstel
preventief werkt, zij het secundair preventief: het verhindert dat het schadeveld met
het onherroepelijke feit van het verstrijken van de tijd steeds uitdijt.
(Professor Dries Simoens in Die Keure, Indicatieve Tabellen 2012, blz. 73 ev)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
383

De opdracht van de rechtbank bestaat er NIET in om af te wegen welke vorm het
GOEDKOOPST zou uitkomen voor een verzekering – schadeherstel of schadevergoeding ?
De opdracht van de rechtbank bestaat er WEL in om na te gaan of in eerste instantie
SCHADEHERSTEL mogelijk is, en zo ja, er op toe te zien dat dit schadeherstel mogelijk
gemaakt wordt, zoals de wet voorziet.
Pas in ondergeschikte orde, zich te buigen over de vraag welke schadevergoeding passend is
in geval een bepaalde schade niet meer hersteld zou kunnen worden.
Om de schade in dit dossier te kunnen begroten, dient zij eerst gedefinieerd te worden.
Eerst zullen de diverse schadeposten gedefinieerd worden (punt 7.1 en 7.2).
Vervolgens dient de vraag gesteld te worden : is deze schade herstelbaar, ja dan nee ?
Indien een schade herstelbaar blijkt, wordt prioritair bekeken op welke manier de schade
hersteld kan worden (punt 7.3).
Indien een schade niet herstelbaar blijkt, wordt bekeken op welke manier de schade vergoed
kan worden (punt 7.4).
Hierbij wenst concluante te benadrukken dat zij wenst dat de WET toegepast wordt. De
WET, meerbepaald artikel 1382 – 1383 BW toepassen, lijkt jammergenoeg verdwenen te zijn
uit de Belgische rechtbanken. Wat de Belgische rechtbanken op vandaag in de praktijk
toepassen is NIET de WET, maar wel de VERZEKERINGSWENSEN. Zodoende schendt zij
artikel 6 EVRM : er kan geen sprake zijn van een eerlijke procesvoering, als
VERZEKERINGSbarema’s en VERZEKERINGSforfaits toegepast worden. En die
verzekeringswensen zijn NIET gebaseerd op een zo goed mogelijk herstel van schade na een
ongeval, maar wel gebaseerd op het streven om niets, of zo weinig mogelijk, schade te
hoeven vergoeden na een ongeval. Schade, die vaak ernstiger wordt, juist door toedoen van
de verzekeringen.
Hierbij geldt dat het principe van de barema’s en forfaits voor ‘iedereen’ – behalve de
slachtoffers - een goede zaak is :
-verzekeringen betalen het (soms lachwekkende) strikte minimum en zijn blij
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
384

-advocaten hoeven niet lang te denken en niet veel tijd te spenderen aan het
uitpluizen van de reële schade: het copy-pasten van de % BI, BAO, BHO en klaar is
Kees ! Immers : ‘iedereen doet het nu zo’ en ‘de rechtbank wijst het toch af als we de
reële schade vorderen’. Dus proberen ze dit op de duur zelfs niet eens meer. Hun
cliënten zijn er de dupe van. De rechtbank kan niet toekennen wat niet gevraagd
wordt. Verzekeringsadvocaten doen de rest.
-rechtbanken sussen zichzelf met het motto ‘uniforme rechtspraak’ en ‘zo is het voor
iedereen gelijk’. Feit is, dat het principe ‘voor iedereen gelijk’ uitgegroeid is tot : ‘voor
iedereen ONGELIJK’. De ‘afspraken’ die onder impuls van de verzekering(sartsen en –
advocaten en –magsitraten)en gemaakt worden tussen de rechtbanken, doen daar
géén goed aan.
Het is de hoogste tijd om de WET, en niet de verzekeringswet, maar wel de wet zoals
omschreven in artikel 1382-1383 BW, terug in te voeren in ons Belgisch rechtssysteem, en
het slachtoffer terug centraal te plaatsen ipv de verzekeringsmaatschappijen en het HERSTEL
te laten primeren op de VERGOEDING.
7.1 SCHADEBEPERKINGSPLICHT
Zoals uitvoerig vermeld – en misbruikt - werd door verweerster onmiddellijk na het ongeval
(zie punt 2.7), heeft concluante zelf een schadebeperkingsplicht.
Concluante meent dat zij méér dan voldoende haar verantwoordelijkheid opgenomen heeft
om aan deze ‘schadebeperkingsplicht’ te voldoen.
Meer zelfs : de ‘schadebeperkingsplicht’ heeft haar uiteindelijk lichamelijk, emotioneel en
financieel gekraakt !! DIT KON VERMEDEN ZIJN had verweerster op gelijke wijze hààr
verantwoordelijkheid genomen.
De schade vernoemd in de onderstaande punten dient daar waar mogelijk en in eerste
instantie HERSTELD te worden, zou dit niet mogelijk blijken, VERGOED te worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
385

A.Concluante heeft àlles in het werk gesteld om haar bvba te behouden
1)De bvba betaalde via een huurgeld de lening van de privé-woning van concluante
In april 2012 was duidelijk dat Hans Verstraelen een vals verslag zou opstellen (stuk
38). Concluante verloor iedere hoop op een eerlijk oordeel door Verstraelen, en zag
haar kansen om de bvba te behouden, danig verkleinen.
Om de bvba te ontlasten, werd beslist om de privé-woning te verhuren (stuk 10),
want concluante kon zelf privé de lening niet betalen : na ongeval kreeg ze toen +/-
700 euro per maand invaliditeitsuitkering als zelfstandige en de maandelijkse lening
bedroeg 690,37 euro ... (stuk 176). Dat zou haar per maand 10 euro laten om van te
leven …
De bvba bespaarde 650 euro per maand (stuk 175, blz. 2 : huur kantoor Calliope’s +
kantoor Equiboost + archief). De private opleg bleef zo beperkt tot 40 euro per
maand. Zo kon de bvba nog een half jaar gered worden.
Dat had als gevolg dat concluante geheel afhankelijk werd van derden voor haar
talrijke verblijven in België. Deze derden dienen daarvoor vergoed te worden.
Immers, concluante had zélf een eigen woning. Een woning die ze niét plande te
verhuren – anders had ze dat uiteraard al eind 2010 gedaan - gelet op het feit dat er
zonder ongeval ook in België nog activiteiten zouden plaatsvinden, en gelet op het
feit dat ze de woning zelf nog veelvuldig gebruikte om tot rust te komen.
Dat had ook als gevolg dat in moeilijke periodes concluante onvoldoende lang kon
terugkeren naar België om te rusten. Ze kon immers maar een week terecht bij haar
moeder. Dit had zijn gevolgen op de herstelkansen en de graad van pijn.
Hierdoor leed concluante ook persoonlijk verlies. Dat staat gelijk met het huurgeld
dat de bvba maandelijks betaalde : 650 euro. Zonder ongeval had de bvba via de
huur de lening van de privé-woning blijven afbetalen, tot deze volledig leningvrij zou
zijn in 2026. De woning zou een kapitaal vertegenwoordigen in privé eigendom. Dit
zou later geërfd worden door concluantes dochtertje. Ook dit verlies aan kapitaal
dient vergoed te worden.
Deze schade is niet herstelbaar, want de woning is verkocht, en moet dus vergoed
worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
386

2)Concluante is gestopt met het betalen van een loon aan zichzelf
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
3)De bvba is gestopt met het betalen van het stalgeld voor de paarden aan Chez Oro
Hierdoor leed concluante persoonlijk inkomstenverlies nu Chez Oro een activiteit is
die in Frankrijk op haar persoonlijke naam uitgeoefend wordt.
Deze schade is niet herstelbaar, en moet vergoed worden.
4)De bvba is gestopt met het betalen van pensioensparen
Pricos (stuk 178 + 179) werd stilgelegd na het ongeval.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
5)De bvba is gestopt met het verder aanleggen van het pensioenfonds
De bvba had een pensioenbelofte voorzien voor concluante die haar een kapitaal zou
uitbetalen (stuk 177).
Door het teloorgaan van de bvba tgv ongeval kon deze pensioenbelofte niet
uitgevoerd worden, wat zonder het ongeval wél het geval zou geweest zijn.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
6)De bvba is gestopt met het betalen van VAPZ
De bvba voorzag een pensioen opbouw voor concluante (stuk 180). Het betreft privé
inkomsten. Door het teloorgaan van de bvba tgv ongeval kon het VAPZ niet verder
gezet worden, wat zonder het ongeval wél het geval zou geweest zijn.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
387

7)De bvba is gestopt met het betalen van diverse verzekeringen
Brandverzekering, hospitalisatieverzekering voor concluante, familiale verzekering,
BA uitbating verzekering, enz. werden alle door de bvba gedragen. Al deze kosten
moesten sinds ongeval door concluante persoonlijk gedragen worden.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
8)De bvba heeft haar meubels verkocht
Concreet betekent dat, dat iets wat door concluante reeds betaald geweest was,
NOG een keer betaald moest worden. 2 x hetzelfde betalen.
Het zijn vrienden die de weinige bezittingen kochten. Zij lieten deze vervolgens ter
beschikking van concluante. Concluante moet hen nog steeds hiervoor terugbetalen.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
9)De bvba heeft de paarden verkocht
Concreet betekent dat, dat de reeds door concluante betaalde paarden NOG een
keer betaald moesten worden.
Het is de moeder van concluante die deze overkocht om opnieuw geld in de bvba te
pompen.
Concluante is nog steeds bezig met deze terug te betalen, 15 euro per paard per
maand … (stuk 175 als voorbeeld, blz. 9 : 120 euro voor 2 maanden : 4 paarden x 15
euro per paard x 2 maanden = 120 euro)
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
10)De bvba heeft de bedrijfswagen verkocht
Concreet betekent dat, dat de reeds door concluante betaalde wagen NOG een keer
betaald moesten worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
388

Het is de moeder van concluante die deze overkocht om opnieuw geld in de bvba te
pompen nu door het ongeval er geen beroepsactiviteiten, en dus geen inkomsten
mogelijk waren.
Concluante moet deze nog steeds aan haar moeder terugbetalen, terwijl ze de wagen
intussen niet meer heeft.
Ook zou zonder het ongeval de bvba om de 5 jaar ingestaan hebben voor de aankoop
van een nieuwe wagen, aangepast aan het gebruik van concluante. Door het ongeval
moet concluante deze kosten nu privé dragen, hetgeen zij niet kan. Opnieuw diende
er geleend te worden voor de aankoop van een nieuwe wagen. Deze lening dient nog
terugbetaald te worden.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
11)De bvba heeft de paardencamion verkocht
Concreet betekent dat, dat de reeds door concluante betaalde vrachtwagen NOG een
keer betaald moesten worden.
Ze kocht hem zelf over om opnieuw privé-geld in de bvba te pompen. Zonder ongeval
was deze paardenvrachtwagen uiteraard in de bvba gebleven, en waren alle kosten
daaraangaande (verzekering, keuring, herstelling, onderhoud, …) ook door de bvba
gedragen. Al deze kosten kwamen na ongeval op de schouders van concluante privé
terecht.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
12)De bvba heeft de intellectuele eigendomsrechten van Equi-challenge verkocht
Een juridische structuur kan per definitie geen ideeën bedenken. Het idee kwam van
concluante.
Bij wijze van lening heeft Event-Solutions de I.P. gekocht. Concluante moet dit bedrag
nog steeds terugbetalen
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
389

13)De bvba is gestopt met het betalen van de kosten mbt de paarden
Op het moment dat zij zonder inkomsten viel, kwamen er bovendien nog een pak
vaste kosten bij voor concluante. Kosten die zonder het ongeval, verder door de bvba
zouden gedragen worden.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
14)De moeder van concluante heeft privé geld in de bvba gestoken
De moeder van concluante gaf diverse privé leningen aan de bvba (bvb stuk 175 blz.
9 : 2000 euro betaald). Met het faillissement is zij deze privé leningen natuurlijk kwijt.
Concluante moet deze nog steeds aan haar terugbetalen.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
15)Concluante zelf heeft bijkomend privé geld in de bvba gestoken
De rekeninguittreksels laten diverse stortingen van privé geld zien door concluante,
dit telkens om het faillissement af te wenden, in de hoop dat het deskundigenverslag
van Verstraelen voor een oplossing zou zorgen.
Had concluante geweten dat er op vraag van AG een vals verslag zou opgesteld
worden, dan had zij uiteraard geen privé geld meer in de bvba gestoken. Zij dient dit
terug te krijgen.
Hierdoor leed concluante persoonlijk verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en
moet vergoed worden.
16) Concluante heeft zich tot Tussenstap gericht om advies te bekomen hoe zij haar
bvba kon redden
Tussenstap is een organisatie die bedrijven in moeilijkheden adviseert (stuk 181 +
182 + 183).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
390

Het enige advies dat zij bekwam was: laat uw bvba in vereffening gaan, niets aan te
doen …
17) Concluante heeft haar advocaat gevraagd om tussen te komen bij de rechtbank om
het faillissement af te wenden aangezien AG een provisie beloofde
In dit kader werden er betalingen gedaan aan de schuldeiser, en moest er uiteraard
ook ereloon betaald worden aan de advocaat (stuk 175 – blz. 2 : 600 euro).
Meester Carton ontving in 2012 slechts een provisie van AG van 5.000 euro. Dit bleek
ontoereikend te zijn om het faillissement af te wenden.
Uiteraard had concluante geen kosten meer gemaakt om een faillissement uit te
stellen, had zij geweten dat de beloofde provisie, ruim 2 jaar na ongeval, zo
belachelijk laag zou zijn …
Alhoewel dit geld voor concluante persoonlijk bestemd was, hield Meester Carton dit
in om zijn erelonen tgv faillissement Calliope’s mee te betalen – en dat terwijl
concluante nota bene op het punt stond om te bevallen en van alles en nog wat
nodig had.
Concluante heeft nooit de provisie van AG uit 2012 gezien.
Door de misleidende belofte van een ‘ernstige provisie’ leed concluante persoonlijk
verlies. Deze schade is niet herstelbaar, en moet vergoed worden.
B.Concluante heeft alles in het werk gesteld om haar woning in België te
behouden
1)Concluante heeft een huurder gezocht voor de woning
De woning werd verhuurd aan Rudy Boedts, dit 2 opeenvolgende jaren (stuk 10). Tgv
verkoop werd de huurovereenkomst stopgezet.
2)Concluante heeft meermaals aangedrongen op een provisie van AG
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
391

Tientallen keren heeft concluante om provisie verzocht, tevergeefs. Enkele
voorbeelden ter staving (stuk 266, 267, 268).
Dit leidde uiteindelijk tot de gedwongen verkoop van de woning (stuk 269).
3)Concluante heeft meermaals aangedrongen bij Providis om de kosten verbonden
aan de expertisewerkzaamheden ten laste te nemen, zoals zij nochtans
contractueel verplicht is te doen – tevergeefs
Dat de dochteronderneming van verweerster weigerde om naar contractuele
verplichtingen na te leven, met het doel concluante zonder verdediging te zetten en
het dossier te laten afsluiten, blijkt uit diverse correspondentie tussen Providis en
concluante (stuk 263, 264, 265).
C.Concluante heeft alles in het werk gesteld om haar domein in Frankrijk te
behouden
1)Meermaals heeft concluante het domein deels te koop aangeboden
Het domein is groot genoeg om het in 2 op te splitsen. Het idee hierbij was : elk
een huis en elk een deel van de gronden, naargelang behoefte. Als concluante
haar beroepsactiviteit niet meer zou kunnen uitoefenen, tenminste had zij, haar
gezin met paarden, nog een dak boven het hoofd.
Zie bijvoorbeeld stuk 171, stuk 173.
2)Meermaals heeft concluante het domein deels te huur aangeboden
Zie bijvoorbeeld stuk 171.
3)3 jaar lang werkte concluante met vrijwilligers
Dat was een goede oplossing : mensen die je kent en die een weekje vakantie
komen nemen en tegelijk een handje toesteken : ze doen de boodschappen,
koken, poetsen je huis, helpen je papieren op orde steken, bereiden je
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
392

boekhouding (of wat er van overblijft) voor, verzorgen de paarden die ze meestal
al kennen, leuke gesprekken, je bent weer mee in hun leven want bellen doe je
zelden of nooit, want het geluid van iemand die aan de telefoon spreekt is
meestal te scherp voor je oren ; en mailen, je mailt al de hele dag voor je dossier,
dan heb je geen zin meer om te mailen naar je vrienden of familie ; … zalig,
enkele dagen rust ! Zie stuk 200 en 202.
Je hoeft je niet te generen of forceren als je de hele dag in je badjas rondloopt
omdat die zacht is en niet storend werkt op je huid (want kleren dragen is
irriterend, ofwel drukken ze of steken ze of … ; je kan niet goed kleren meer
verdragen, dat voortdurend contact op je huid dat stoort) of als je tot ’s middags
in je bed ligt – ze doen alsof ze thuis zijn en zoeken zelf hun weg in kasten en …
En je familie en vrienden, die komen 1 x, soms 2 x, zelden 3 x, maar na een 3
de
x
houdt het zeker op. Ze kunnen niet ieder jaar hun Paasverlof of Pinksterweekend
of zomerverlof of Herfstverlof aan jou spenderen, wat logisch is.
Je kan iemand een handje helpen, maar als na 2 – 3 jaar er nog geen oplossing in
zicht is … dan is het water naar de zee dragen. Supermensen zijn het geweest.
Echt waar supermensen die concluante zeer dankbaar is.
Natuurlijk had concluante ook kosten aan deze mensen : voor iedereen eten en
drinken voorzien soms wekenlang. Concluante wil hier echter geen
schadevergoeding voor vragen. Wel een budget van 50 euro per persoon om ze
eens met een etentje op restaurant te kunnen trakteren allemaal. Dat is niet
overdreven. En ze hebben dat verdiend voor hun belangeloze inzet, sommige 3
jaar na elkaar.
4)2,5 jaar lang werkte concluante met woofers edm
oLara 2015 – stuk 169
oSandrine – stuk 172
Dit is het systeem van zgn. Workaway : ‘part time werken in ruil voor kost en
inwoon’ : verschillende organisaties zoals woofing, workaway.org brengen
vakantiegangers in contact met mensen die een handje hulp nodig hebben.
De deal bestaat erin dat jij voor logement moet zorgen en alles van eten, drinken,
vervoer, enz. moet betalen en hun was moet doen. Je moet ook in het weekend
zorgen dat ze de streek kunnen verkennen. In ruil werken zij 4 uur per dag voor
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
393

jou van maandag tot vrijdag : babysitten, tuinwerk, stallen mesten, koken,
paarden verzorgen, als je geluk hebt paarden trainen, ...
Het klinkt allemaal super in theorie, maar in realiteit werkt dit niet. 2 mensen op
10 zijn een échte hulp, 3 mensen op 10 zijn een matige hulp, 5 mensen op 10 zijn
gewoon lui en op zoek naar gratis logement en gratis eten voor een goedkope
vakantie of een gratis paardrijvakantie.
Omdat het vrijwillig is, komen ze soms niet, of soms te laat, blijven ze ergens
langer, of komen ze vroeger toe (terwijl jij dan in BE bent bvb), of willen ze 3 of 4
dagen lang weekend en meer uren in een korte week, of annuleert hun volgende
gastgezin waardoor ze daar dan staan ‘mag ik langer blijven’ terwijl er een 2
de

persoon al is waardoor jij plots NOG een extra mond moet voeden terwijl je zelf
al helemaal niets hebt, of ze komen af met “mijn vriend heeft beslist om ook mee
te komen hier zijn we” en heb je ook 2 monden ipv 1 extra te voeden, enz. enz..
Dan is het : mag ik even bellen ? Ik voel me niet goed kan je me naar de dokter
brengen ? O mijn batterij is stuk kan je me naar de stad brengen ik heb echt een
nieuwe batterij nodig. O mijn vriendin is in de buurt mag ze enkele dagen op
bezoek komen ? O het gaat niet goed met mijn oma ik moet terug naar huis kan
je me naar het station brengen (dat een uur rijden is, dus 2 u heen en terug), enz.
enz. …
Voor er iemand komt, moet je ze mailen, bellen, wat immens veel tijd in beslag
neemt. Je weet nooit op voorhand wie je zal krijgen, of ze betrouwbaar zijn of
niet (zeker met Anaya !).
Uiteindelijk ben je 2 dagen bezig met alles uit te leggen, en zijn ze na 1 of 2 weken
terug weg. En IEDERE KEER WEER moet je alles van 0 uitleggen … Telkens als
iemand dan zijn of haar plan kan trekken en zijn of haar weg weet in en rond het
huis, vertrekken ze dan en moet je terug met een nieuwe beginnen.
Verschrikkelijk ontmoedigend. Je hebt het gevoel dat je water naar de zee draagt,
of hoe zegt men dat.
Dus voor de prijs van 2 uur hulp heb je dan wel 4 uur iemand, maar je bent er
iedere vrijheid mee kwijt. Beeld je in dat er weken aan een stuk een vreemde in je
huis zit ? Die dan bvb om 6 u opstaat en lawaai maakt terwijl jij nog slaapt en je
rust zo nodig hebt ? En je kind wakker maakt ?
En soms zitten er hele leuke mensen tussen waarvan je denkt, daar zou ik graag
eens mee praten, uitwisselen, maar dat kan dan niet, want om 19 u ben je moe
en moet je gaan slapen want ’s morgens is je kind terug wakker of … MOET JE
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
394

NOG EENS CONCLUSIES MAKEN voor de rechtbank om het zelfde nog eens te
herhalen wat in mei 2012 en in maart 2014 al geschreven werd ! We zijn 2016 !
Je wint dus absoluut GEEN tijd met dit systeem, je VERLIEST er massa’s tijd mee,
je bent bovendien doodop, want de ene staat ’s morgens aan je deur en de
andere ’s middags en de andere ’s avonds – je hebt geen minuut privacy want er
zit constant iemand in je huis. MAAR WAT MOET JE ANDERS DOEN als je geen
geld hebt om 4 uur hulp per dag te betalen en het zelf niet kan doen ?
Dus overgeschakeld naar 2 vrijwilligers tegelijk, en samen in de gite. Maar dan
kan je de gite niet verhuren want er zitten vrijwilligers in … terwijl de
verhuurinkomsten van de gite je enige inkomstenmogelijkheid is.
Dus : in de zomer van 2015 nog maar eens bijgeleend, en een studio gemaakt
boven de gite. Kostprijs : 9.000 euro (ook nog terug te betalen). Doel : de gite
beschikbaar houden om te verhuren, en toch een apart logement voor je
Workawayers zodat je toch nog een minimum aan privacy en rust hebt voor
jezelf. De studio is 3 weken gebruikt deze zomer … Maar geen vaste workawayer
met een eigen auto gevonden. Want als concluante naar België moet voor een
onderzoek, behandeling, zitting, of wat dan ook : dan kan je die mensen niet
helemaal alleen laten midden op het platteland, 45 minuten van de stad weg,
zonder openbaar vervoer. Hoe moeten ze in het ziekenhuis geraken als ze zich
bezeren of ziek worden, om maar iets te zeggen ?
Dus hoe je het ook draait of keert : je kan NIET rusten, je kan je werk NIET
hernemen, JIJ betaalt altijd de rekening van en voor Jan en Alleman, en op het
einde van een workaway periode met ‘hulp’ ben je meer moe dan tevoren !!
Dit systeem is na 2,5 jaar dan ook afgeschaft. En sinds 2015 is er geen hulp meer.
Dus is het huis 1 grote puinhoop, vuil en stinkend zelfs, en ongezond. En als je zelf
tracht op te ruimen blokkeert je rug en moet je terug naar de kinesist of
osteopaat naar België om te rusten. En komen ze dan nog je kind afpakken ...
En als je langere tijd naar België gaat, moet Gary komen om je te vervangen.
Want je kan de paarden geen weken na elkaar alleen laten. En Gary kost 1500
euro per maand + 350 euro vervoersonkosten … Dus hoe moet je dat betalen met
1300 euro invaliditeitsuitkering ? Bijlenen hé. Bijlenen bijlenen bijlenen. Altijd
maar bijlenen en toch nog vast zitten, toch nog je huis kwijtgeraken. On-voor-
stel-baar. Omdat het al 5,5 jaar NIET mogelijk is om de beloofde vaste hulp van 4
uur per dag te krijgen die je zo hard nodig hebt – zeker met een kind erbij.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
395

En niemand snapt dan (zogezegd) hoe het toch zou kunnen komen dat je letsels
maar niet genezen maar erger worden mettertijd ?
Of waarom concluante ‘scherpe bewoordingen’ kiest ?
Zou je niet voor minder, na 5,5 jaar als een opgejaagd beest in het vuil te leven, al
2 jaar het bedrog te melden, en in plaats van vooruit achteruit te gaan ???
Dat is allemaal niet relevant ? Dat is zeer zeker relevant. Want dat is de
REALITEIT, die een rechtbank in principe behoort te beoordelen : de concrete
leef- en werkomstandigheden. Hoe anders kan ze een % invaliditeit en
arbeidsongeschiktheid en huishoudelijke ongeschiktheid toekennen ? En naar die
relevante zaken wordt niet eens gevraagd door de ‘gerechtsdeskundigen’. En
daar zal je in conclusies van advocaten nooit iets over lezen, behalve misschien 1
zinnetje : “concluante dient beroep te doen op de hulp van derden”. Dat zegt
niets, zo’n zinnetje. Daarmee heeft uw rechtbank géén beeld van de CONCRETE
realiteit. En die zal voor iedereen anders zijn. En dient individueel en in concreto
geëvalueerd te worden, wil men écht recht doen.
5)Meermaals heeft concluante partners gezocht, 5 jaar lang …
Zij verwijst hiervoor naar diverse stavingsstukken :
oLoïc, 2015 (stuk 165)
oMarie, 2015 (stuk 166)
oInge, 2015 (stuk 167)
oVeerle, 2015 (stuk 168)
oAmbassadeurs, 2013 (stuk 199)
oObi, 2012 (stuk 201)
o(kan er zo tientallen voorleggen maar zal het hier bij houden)
Concreet draait het IEDERE KEER op hetzelfde uit : de mensen hebben hun
woning, job ; vinden het een heel leuk idee om op het Paardencoaching Center te
komen wonen en werken, maar willen dit enkel doen als er zekerheid is dat dit
ook zal blijven bestaan ; en zolang de inbeslagnameprocedure loopt, is die
zekerheid er niet. Dus komt er ook geen vaste hulp.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
396

Het contacteren, opvolgen, ontmoeten van al deze mensen (het zijn er meer dan
100 geweest op 5 jaar tijd), hapjes, drankjes voorzien heeft niet alleen kosten met
zich meegebracht maar ook gezorgd voor heel wat tijdsverlies en stress : alles
moest telkens netjes zijn om een goede eerste indruk te maken – dus weer
poetsvrouw betalen ... Plus als het mensen van België of Nederland waren, dan
moesten die ook blijven slapen, dus nog een hoop werk er mee om bedlinen te
wassen, ook de 2
de
woning helemaal te late poetsen, eten te halen en te maken,
want ja, ze hebben juist 6 of 10 met de auto gereden, per slot van rekening om
jou eventueel te kunnen helpen, dan is een maaltijd aanbieden toch het minste
dat je kan doen nietwaar ? Allemaal voor niets uiteindelijk, verloren moeite. ‘Laat
iets weten als je zicht hebt op de inbeslagname ja dan nee’ is dan iedere keer het
antwoord.
Zonder ongeval had concluante hier geen tijd en kosten moeten insteken. Zonder
ongeval had concluante gewoon zelf haar werk kunnen doen en was ze niét
voortdurend afhankelijk geweest van de hulp van derden en had ze niét de
noodzaak gehad om vaste hulp te zoeken. Het is een HEL geweest. Een
regelrechte HEL.
6)Meermaals heeft concluante een oplossing trachten te bekomen bij de bank
Dit ging uiteraard gepaard met de nodige kosten.
Concluante leed hierdoor financiële én psychische schade. Deze schade kan niet
hersteld worden en moet dus vergoed worden.
Het oorzakelijk verband staat vast : had zij geen ongeval gehad, dan was zij niet
arbeidsongeschikt geweest, dan had zij kunnen werken, dan had zij haar lening
aan de Franse bank kunnen afbetalen, dan had de bank geen
inbeslagnameprocedure gestart en dan had concluante uiteraard geen advocaten
nodig gehad om deze inbeslagnameprocedure af te wenden.
Bijkomend : was de 1
ste
expertise eerlijk verlopen, dan was haar dossier correct
afgesloten reeds in 2012 en had zij de bank meteen kunnen betalen. Kosten voor
extra leningen konden zo vermeden geworden zijn.
De situatie op vandaag is geheel terug te brengen op de onwil van verweerster
om aan haar verplichtingen te voldoen.
7)Meermaals heeft concluante extra leningen trachten te bekomen
Dit ging uiteraard gepaard met de nodige kosten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
397

Concluante leed hierdoor persoonlijke schade. Deze schade kan niet hersteld
worden en moet dus vergoed worden.
Het oorzakelijk verband staat vast : had zij geen ongeval gehad, dan was zij niet
arbeidsongeschikt geweest, dan had zij kunnen werken, dan had zij haar lening
aan de Franse bank kunnen afbetalen, dan had de bank geen
inbeslagnameprocedure gestart en dan had concluante uiteraard geen advocaten
nodig gehad om deze inbeslagnameprocedure af te wenden.
Bijkomend : was de 1
ste
expertise eerlijk verlopen, dan was haar dossier correct
afgesloten reeds in 2012 en had zij de bank meteen kunnen betalen. Kosten voor
extra leningen konden zo vermeden geworden zijn.
De situatie op vandaag is geheel terug te brengen op de onwil van verweerster
om aan haar verplichtingen te voldoen.
8)Meermaals nam concluante een advocaat onder de arm
Dit ging uiteraard gepaard met de nodige kosten.
Concluante leed hierdoor persoonlijke schade. Deze schade kan niet hersteld
worden en moet dus vergoed worden.
Het oorzakelijk verband staat vast : had zij geen ongeval gehad, dan was zij niet
arbeidsongeschikt geweest, dan had zij kunnen werken, dan had zij haar lening
aan de Franse bank kunnen afbetalen, dan had de bank geen
inbeslagnameprocedure gestart en dan had concluante uiteraard geen advocaten
nodig gehad om deze inbeslagnameprocedure af te wenden.
Bijkomend : was de 1
ste
expertise eerlijk verlopen, dan was haar dossier correct
afgesloten reeds in 2012 en had zij de bank meteen kunnen betalen. Kosten voor
advocaten konden zo vermeden geworden zijn.
De situatie op vandaag is geheel terug te brengen op de onwil van verweerster
om aan haar verplichtingen te voldoen.
9)Concluante startte zelf een procedure op tegen de bank om inbeslagname te
voorkomen, in de hoop dat ze op 2 april 2014 een toereikende provisie zou
bekomen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
398

Dit ging uiteraard gepaard met de nodige kosten. Het in bankrecht
gespecialiseerde advocatenkantoor uit Parijs dat concluante onder de arm nam,
heeft een uurtarief van 250 euro per uur, plus 10 % kantoorkosten. Daarnaast
had zij financiële bijstand van een in bankzaken gespecialiseerd advieskantoor.
Alsook een lokale advocaat om voor ‘brievenbus’ te spelen.
Concluante leed hierdoor ernstige persoonlijke schade. Deze schade kan niet
hersteld worden en moet dus vergoed worden.
Het oorzakelijk verband staat vast : had zij geen ongeval gehad, dan was zij niet
arbeidsongeschikt geweest, dan had zij kunnen werken, dan had zij haar lening
aan de Franse bank kunnen afbetalen, dan had de bank geen
inbeslagnameprocedure gestart en dan had concluante uiteraard geen advocaten
nodig gehad om deze inbeslagnameprocedure af te wenden.
Bijkomend : was de 1
ste
expertise eerlijk verlopen, dan was haar dossier correct
afgesloten reeds in 2012 en had zij de bank meteen kunnen betalen. Kosten voor
maar liefst 2 advocatenkantoren én een financieel consultingbureau konden zo
vermeden geworden zijn.
De situatie op vandaag is geheel terug te brengen op de onwil van verweerster
om aan haar verplichtingen te voldoen.
D.Concluante heeft alles in het werk gesteld om voor de nodige hulp te zorgen
zodat medisch herstel en werkhervatting mogelijk zou worden
1)Zij ging actief op zoek naar vrijwilligers, woofers, …
Zie punt 3, 4 en 5 hierboven omschreven
2)Zij probeerde via de Franse sociale diensten ondersteuning te krijgen
Ellenlang wachten, een papiermolen van jewelste, dossier opstellen, controle van
de leefomstandigheden ter plaatse, om dan uiteindelijk een beetje tijdelijke hulp
door derden toegewezen te krijgen … (stuk 185 over 2011, stuk 186 over 2014).
3)Zij leende aanzienlijke bedragen om hulp voor paarden, hulp in het huishouden te
kunnen bekostigen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
399

‘Officieel’ hulp betalen bleek niet betaalbaar: het uurloon loopt op tot 27
euro/uur bij AFD, waar je blokjes per 2 uur kan nemen ! (zie stuk 186)
Via een MSA dienst (Laser) was dat 15 – 16 euro/uur, MAAR met de verplichting
om MINSTENS 4 uur per dag te nemen, zoniet 7-8 uur per dag … dit was
onbetaalbaar (stuk 188, 189).
Concluante moest dus mensen ‘in het zwart’ betalen. Voor huishoudhulp kwam
dat op 900 euro per maand voor 2 uur hulp per dag ; voor de paarden bij
afwezigheid op 1.500 euro per maand plus logement plus
verplaatsingsvergoeding …
Aangezien deze bedragen cash betaald werden, kunnen er geen stavingsstukken
voorgelegd worden.
E.Concluante heeft alles in het werk gesteld om het werk terug te kunnen
hernemen
1)Zij lanceerde een nieuwe website, advertenties, promomateriaal om haar
activiteiten aan te kondigen
De lay-out alleen al van deze website kostte ruim 1.000 euro. Er werd een
uithangbord gemaakt, advertenties op facebook werden geplaatst (stuk 218). Het
spreekt voor zich dat concluante deze kosten niet gemaakt zou hebben, als zij
niet de intentie had om haar paardencoaching center op te starten of niet
vastbesloten was om alles in het werk te stellen om het werk te hernemen. De
gevolgen van het ongeval – en het bedrog na ongeval - zijn de enige reden
waarom de activiteiten niet hernomen konden worden.
2)Zij maakte jaar na jaar een planning en voorzag activiteiten
Vanuit haar optimisme en doorzettingsvermogen heeft concluante sinds ongeval
telkens een jaarprogramma opgesteld. Zij voorzag opleidingen, workshops, … in
de hoop dat zij tegen die datum hersteld zou zijn. Keer op keer moest ze de
geplande activiteiten annuleren, zowel in Frankrijk als in België.
De volgende stukken getuigen hiervan : stuk 204, 205, 206
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
400

3)Ze probeerde tenminste huurinkomsten te bekomen uit de 2
de
woning
Toen duidelijk werd dat zij geen paardencoaching activiteiten zou kunnen
hernemen, besloot concluante om de 2
de
woning op het domein te verhuren aan
vakantiegangers.
Maar zelfs hierin werd ze bemoeilijkt : ze moest reservaties annuleren omdat ze
onverwacht ziek werd, of onverwacht naar BE moest terugkeren voor een
zoveelste zinloos expertise onderzoek of medische controle door het
ziekenfonds ; of gewoonweg omdat ze volledig plat lag en naar BE moest om te
recupereren. Op de duur is ze hiermee gestopt, omdat ze het beu was om
mensen last minute te moeten afzeggen. Als iemand bvb in februari een
reservatie plaatst voor juli, kan concluante onmogelijk weten of zij in juli
aanwezig zal zijn in Frankrijk, of terug in BE zal zijn wegens herval / controle /
expertise.
Daarnaast kon ze de 2
de
woning niet verhuren omdat ze er vrijwilligers en woofers
in de logeren moest leggen. Het geld ontbrak nl. om ‘gewone’ hulp te bekostigen.
Had concluante deze hulp gehad, dan had zij meer huurinkomsten kunnen
genereren, want dan was de 2
de
woning vrij gebleven – al zeker tijdens de
vakantieperiodes !
Dat er wel degelijk huurinkomsten mogelijk waren, blijkt uit de ‘omzet’ van
Frankrijk, die louter hierop is gebaseerd. Enkele facturen ter staving (stuk 214,
215, 216, 217).

4)Zij probeerde activiteiten met slechts 1 klant uit
Toen duidelijk werd dat door voornamelijk hyperacousis (geen lawaai meer
kunnen verdragen), hyperesthesisch syndroom (geen drukte meer kunnen
verdragen), oververmoeidheid het werken met groepen niet meer mogelijk zou
zijn, wilde concluante toch proberen of zij tenminste nog met 1 klant kon werken.
Zij probeerde dit uit in de zomer van 2014 en 2015. Telkens liet ze 1 klant voor
een paardencoaching traject van 3 weken naar Frankrijk komen. Dat bestaat uit 1
sessie per dag. Dat staat gelijk met 1 à 1,5 uur werk per dag, waarbij er GEEN
fysieke overbelasting is.
Hierbij zorgde concluante er voor dat zij EN hulp voor de paarden had EN hulp
voor haar dochtertje had (dochtertje in België). M.a.w. : het enige dat
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
401

concluante dus moest doen, was 1 à 1,5 uur per dag beschikbaar zijn voor haar
klant.
Zelfs dat bleek niet haalbaar te zijn.
Zowel in 2014 als in 2015 moest ze haar klant na enkele dagen reeds ontgoocheld
terug naar huis sturen, ZONDER paardencoaching, en moest ze de betaalde
factuur terugbetalen. Ter staving stuk 219, 220, 221, 222, 223.
Het is ONMOGELIJK om het beroep paardencoach uit te oefenen als men zelf niet
volledig in balans is : lichamelijk, geestelijk, emotioneel.
Dat het herstel van concluante niet op korte termijn haalbaar zal zijn, blijkt uit
de reactie van Sarah Jeurissen, die de toestand van concluante in de zomer van
2015 zelf kon evalueren. Sarah Jeurissen wilde 3 weken paardencoaching komen
volgen om haar burnout te boven te komen. Ze was sinds ruim een jaar
arbeidsongeschikt door burnout en moest hierdoor terug bij haar ouders
inwonen. Sarah Jeurissen (100 % AO) bleek ‘beter in form’ te zijn dan concluante
en gaf advies aan concluante ipv omgekeerd. Sarah Jeurissen is ARTS,
meerbepaald oncologe (kankerspecialiste) maar geen moeder (dus de opmerking
‘laat de zorgen voor je dochter maar aan je moeder over’, daar is concluante niet
mee akkoord) en sprak van ‘volg enkele jaren therapie’ (stuk 223).
F.Concluante heeft alles in het werk gesteld om de medische kosten te beperken
De enige behandeling die werkt, blijkt neurofeedback te zijn.
Deze wordt in België uitgevoerd (Brain + Marleen Huysmans). Het was niet mogelijk
om de behandeling vanuit Frankrijk verder te zetten.
Daarom kocht concluante zelf een toestel aan, om thuisbehandeling mogelijk te
maken. Ze kan echter de werking van het toestel (nog) niet onthouden. Ze kreeg een
protocol uitgeschreven dat gemakkelijk te volgen is, en dat ze zelf kan uitvoeren,
voor Alzheimer. Dit verbeterde de cognitieve klachten.
In 2015 vernam concluante van haar Franse huisarts dat neurofeedback ook
uitgevoerd wordt in het ziekenhuis van Clermont Ferrand. Er zijn echter zeer lange
wachtlijsten, het is 2,5 uur heen en terug rijden, plus 11 euro peagekost iedere keer.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
402

Dit is moeilijk haalbaar.
De aankoop van het toestel dient nog terugbetaald te worden. Dit is een schadepost
uiteraard tgv ongeval.
G.Concluante heeft alles in het werk gesteld om de procedure vooruit te laten
gaan
Ontelbare keren heeft zij aangedrongen op spoed.
Zij heeft zich verzet tegen zinloze, dure en tijdrovende onderzoeken.
Zij heeft zich verzet tegen zinloze, dure en tijdrovende expertisezittingen.
Zij heeft zo snel mogelijk een pleitdatum aangevraagd.
H.Concluante heeft alles in het werk gesteld om haar herstel te bevorderen
Zij heeft tal van artsen geconsulteerd. De klassieke geneeskunde bood geen
oplossing.
Zij heeft alternatieve geneeswijzen onderzocht. Zij zorgden voor vermindering van de
pijn.
I.Ook de familie van concluante heeft alles in het werk gesteld om bijkomende
schade te voorkomen
De familie heeft ondersteund op volgende wijze :
oVoorzien van logement
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
403

oVoorzien van opvang dochtertje
oFinanciële bijstand
oAdministratieve bijstand : het scannen van alle documenten, het uitvoeren
van betalingen, postwerk, …
oPoetshulp in Frankrijk toen dit nog mogelijk was
oAlle kosten school, kledij, voeding, … dochtertje concluante wordt gedragen
door haar moeder
oVervoer van concluante toen zij zelf nog niet met de auto kon rijden
o…
Meer kon van hen niet gevraagd worden ! de moeder van concluante ging zelfs
vervroegd op pensioen toen bleek dat blijvende bijstand (dochtertje) nodig zou
zijn.
Hierdoor ontstond ook voor hen schade, die niet hersteld, en dus vergoed moet
worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
404

7.2 WELKE SCHADE HEEFT CONCLUANTE GELEDEN TGV ONGEVAL ?
Om op deze vraag te kunnen antwoorden, dient de vergelijking gemaakt te worden tussen
de situatie van concluante op vandaag, en de situatie die concluante op vandaag gehad zou
hebben, mocht er géén ongeval plaatsgevonden hebben op 22.09.2010.
Ze verwijst hiervoor naar punt 1.6 en volgt dezelfde structuur.
A.Concluante zou zonder ongeval op heden lichamelijk gezond geweest zijn en zou
geen lichamelijke klachten hebben gehad
·Voor het ongeval kende concluante geen lichamelijke klachten. Sinds en door het
ongeval heeft concluante last van diverse, bovendien sterk invaliderende klachten.
Concluante heeft al het mogelijke gedaan wat binnen haar mogelijkheden lag om
verdere negatieve evolutie van deze letsels te voorkomen en om genezing te
bekomen. Ondanks haar inspanningen, is zij daar niet in geslaagd.
Zijn deze lichamelijke klachten herstelbaar ?
Ruim 5 jaar na ongeval, en diverse behandelingen, is het antwoord NEEN.
Enerzijds treedt er bij de minste overbelasting een herval op ; anderzijds evolueren
bepaalde klachten progressief in negatieve zin, zoals blijkt uit de medische evolutie.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
405

In het beste geval kan een stabilisatie van de invaliderende klachten nagestreefd
worden.
Op welke wijze kan deze schade hersteld / vergoed worden ?
In die zin dient er een vergoeding voorzien te worden voor de blijvende invaliderende
beperkingen die concluante opliep tgv ongeval. Deze vergoeding wordt gekoppeld
aan de graad van blijvende invaliditeit (B.I.). Tot consolidatiedatum geldt de graad
van tijdelijke invaliditeit.
·Voor het ongeval kende concluante geen lichamelijke pijn. Sinds en door het ongeval
heeft concluante DAGELIJKS last van soms matige, soms hevige, soms ondraaglijke
pijnen. Dit varieert naargelang de beschikbare hulp, de graad van stress, de fysieke
overbelasting, de leefomstandigheden, enz.
Kan concluante terug in een pijnloze toestand hersteld worden ?
JA. Immers, uit diverse ‘rust’periodes de voorbije 5 jaar blijkt, dat :
1.de fysieke pijnklachten zoals nek- en rugklachten verminderen als de fysieke
overbelasting bij huishoudelijk-, tuin-, paardenwerk verdwijnt en het autorijden
beperkt wordt ; de lichte pijnen die in dat geval toch blijven, zijn draaglijk te
noemen
2.de fysieke pijnklachten zoals hoofdpijn verminderen als er geen lawaai en drukte
is ; als er hulp is voor het dochtertje van concluante ; als zij in stilte kan wonen
Op welke wijze kan deze schade hersteld / vergoed worden ?
In die zin dient er een herstel voorzien te worden voor de TOEKOMSTIGE pijnklachten
die concluante opliep tgv ongeval. Dit herstel wordt gekoppeld aan de hulp door
derden voor wat de paarden, tuinwerk en haar dochtertje betreft ; aan de
huishoudhulp voor wat het huishouden betreft ; aan een rustige woonomgeving voor
wat de stilte betreft.
In die zin dient er een vergoeding voorzien te worden voor de VOORBIJE pijnklachten
die concluante opliep tgv ongeval. Deze vergoeding dient te lopen vanaf datum
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
406

ongeval 22.09.2010 t.e.m. de dag waarop de nodige herstelmaatregelen voorzien
zullen zijn.
B.Concluante zou zonder ongeval op heden psychisch / geestelijk gezond geweest zijn
en zou geen psychische klachten hebben gehad
·Voor het ongeval kende concluante geen psychische klachten. Sinds en door het
ongeval heeft concluante last van progressieve psychische klachten, vooral het
laatste jaar. Concluante heeft al het mogelijke gedaan wat binnen haar
mogelijkheden lag om verdere negatieve evolutie van deze klachten te voorkomen
en om genezing te bekomen. Ondanks haar inspanningen, is zij daar niet in geslaagd.
Zijn deze psychische klachten herstelbaar ?
JA. Immers, uit diverse ‘rust’periodes de voorbije 5 jaar blijkt, dat :
1.de psychische klachten verminderen als de stress vermindert
2.de psychische klachten verminderen als de sociale isolatie, veroorzaakt door de
fysieke lichamelijke en pijnklachten, doorbroken wordt en concluante normale
sociale contacten kan onderhouden met familie en vrienden
Op welke wijze kan deze schade hersteld / vergoed worden ?
In die zin dient er een herstel voorzien te worden voor de TOEKOMSTIGE psychische
klachten die concluante opliep tgv ongeval. Dit herstel impliceert zorgen voor rust en
een stabiel kader, zoals concluante voor ongeval ook had en zonder ongeval ook
gehad zou hebben, en wordt gekoppeld aan :
1.het beëindigen van deze gerechtelijke procedure en het bedrog dat er mee
gepaard gaat. Deze procedure veroorzaakt veel stress. Een redelijke termijn is al 3
jaar overschreden, vooral nu vast staat dat de letsels én het causaal verband
reeds tijdens de 1
ste
expertise aangetoond waren
2.het beëindigen van de onzekere leefsituatie. De onzekerheid nog een dak boven
het hoofd te hebben is moordend
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
407

3.het beëindigen van de voortdurende zoektocht naar hulp, financiële bijstand,
oppas voor kind en paarden, …
In die zin dient er een vergoeding voorzien te worden voor de VOORBIJE psychische
klachten die concluante opliep tgv ongeval. Deze vergoeding dient te lopen vanaf
datum ongeval 22.09.2010 t.e.m. de dag waarop de nodige herstelmaatregelen
voorzien zullen zijn.
3. Concluante zou zonder ongeval op heden genieten van een zorgeloos
moederschap en gezinsleven
Het gezinsleven van concluante bestaat uit 3 peilers : partner, kinderen en dieren.
Meerbepaald : haar partner, haar 1
ste
kind, haar 2
de
kind, haar dieren : Panter, Oro,
Impresse, Feinheit, Honnepon, de 2 poezen en de kippen.
·Partner : zonder het ongeval was het niet tot een breuk gekomen tussen concluante
en haar partner. Deze kon de fysieke beperkingen, psychische klachten, pijnklachten
van concluante, financiële zorgen, onzekerheid over de toekomst … niet meer aan.
Omdat concluante toen nog niet met de auto kon rijden, zag hij haar bijna nooit
meer. Als hij haar zag, moest zij slapen of had zij pijn en moest hij voortdurend met
van alles helpen. Hij was een manusje-van-alles geworden ipv man. Na ontvangst van
Verstraelen’s voorverslag verloor hij alle moed. Bij de zwangerschap koos hij voor
zelfbehoud en wilde hij zeker geen bijkomende verantwoordelijkheid om dragen
hebben. Deze schade, het verlies van haar partner, is niet herstelbaar. Echter wenst
concluante geen vergoeding hiervoor – iemand die maar zo mans is, is zij sowieso
liever kwijt dan rijk.
Wél wenst zij een vergoeding te bekomen voor het feit dat haar kansen om een
nieuwe partner te vinden, zo goed als onbestaande zijn sinds het ongeval. Immers is
zij altijd te moe om iets te doen, uit te gaan, … en zit zij hele dagen in een isolement.
Zo is het onmogelijk om iemand nieuw te leren kennen. Bovendien kan zij geen
aanrakingen meer verdragen. Een echte vent zal zich niet tevreden stellen met een
platonische relatie … Een normale man-vrouw relatie maakt een wezenlijk onderdeel
uit van het mens-zijn. Dit is een essentiële schade tgv ongeval.
Aangezien deze schade niet hersteld kan worden, moet zij vergoed worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
408

· 1
ste
kind : zonder het ongeval zou concluante zich als iedere gezonde moeder op een
normale manier kunnen bezighouden hebben met haar dochtertje. Dat is nu niet het
geval geweest. Zes maanden lang woonde concluante bij haar moeder in (jan – juli
2013). Hierbij bracht ze het grootste deel van haar tijd in bed door. Haar moeder
kwam de baby aan de borst leggen, daarna sliep zij terug in. Haar hele lichaam deed
pijn. Nadien had zij voortdurend hulp nodig. De hele zomer waren er vrijwilligers in
Frankrijk. Concluante kon haar eigen kind niet of nauwelijks dragen. Enkele keren liet
ze het vallen. Ze kon de wieg niet duwen, de buggy niet duwen, het fietsje niet
duwen, haar niet uit bad heffen, haar niet uit bed heffen. Het was een hel. Ze kon
niet op vakantie gaan met haar kind. Ze kon niet spelen met haar kind : na een
kwartier moest zij de ruimte verlaten wegens ‘te luid’. Het werd nog erger toen ze
begon te lopen. Concluante had niet de energie om de peuter voortdurend in het oog
te houden.
Sinds september 2014 zag ze haar kind zelfs maar grofweg 3 weken op 4 meer : week
1 met haar dochtertje in Frankrijk, toen kon ze de zorg niet meer aan ; week 2 met
haar dochtertje en moeder in Frankrijk ; week 3 zag ze haar dochtertje helemaal niet
want moeder nam haar dochtertje mee naar België ; week 4 zag ze haar dochtertje
dan weer wel en woonde ze in bij haar moeder. Soms bleef concluante langer in
België, dan moest ze vanuit haar wagen leven : 3 dagen hier logeren, 2 dagen daar
logeren, 4 dagen daar logeren … Een hel. Dat gebeurde na diverse spoedopnames in
het ziekenhuis in Frankrijk waarbij er vragen gesteld werden over de opvang van
concluantes dochtertje als zij in het ziekenhuis zou moeten blijven. De Franse sociale
dienst kwam vragen stellen en dreigde met een opvanggezin. Begin 2015 waarbij er
conclusies voor de zittingen in raadkamer voorbereid moesten worden (de fameuze
200 blz), zag ze haar dochtertje 2 weken op 2 maand tijd toen er 24/7 iemand kwam
inwonen om voor haar te zorgen zodat concluante kon voortdoen met die conclusies
en toch een klein beetje haar dochtertje kon zien ; daarnaast bleef zij intussen bij
haar moeder 3 weken na elkaar.
Midden april 2015 nam concluante haar dochtertje terug mee naar Frankrijk. O.a. het
team van Panorama hielp om voor haar te zorgen, deed boodschappen, kookte de
maaltijden, ruimde op, enz.. Maar lang duurde dit niet : er kwam controle van de
politie begin mei na een klacht van de buren over ‘kinderverwaarlozing’ en er werd
opnieuw gedreigd met plaatsing in een opvanggezin als het bewijs van dagelijkse
hulp niet geleverd kon worden. Er was geen geld meer voor huishoudhulp of voor
vrijwilligers te betalen, het huis was zeer vies. Maar wat moet je doen als je het zelf
niet meer kan doen ? Toen durfde concluante niet meer alleen met haar dochtertje
in Frankrijk verblijven. Haar dochtertje ging toen permanent in België wonen bij
concluante’s moeder.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
409

Maar toen het omwille van gezondheidsredenen voor concluante’s moeder vanaf juli
2015 niet meer haalbaar was om telkens de verplaatsing naar Frankrijk te maken,
wat ze toen tenslotte al bijna DRIE JAAR LANG deed, werd de situatie nog erger : haar
dochtertje woonde toen permanent in België … en zelf had concluante noch de
energie (1 verplaatsing = 1 week plat = 1 week helse nek, rug en koppijn) noch het
geld (300 euro per traject) om meer dan 1 x per maand bij haar dochtertje op bezoek
te gaan. Plus, langer dan een week kon concluante niet bij haar moeder logeren –
beiden werden gek, moeder omdat het voortdurend stil moest zijn en concluante zelf
ook omdat er voortdurend te veel lawaai was (althans volgens haar beperkingen) en
zij zich niet kon concentreren op de zoveelste besluiten voor uw rechtbank. Sinds 1
september 2015 heeft concluante in haar Franse huis 10 dagen met haar dochtertje
kunnen wonen … 10 dagen op 4 maanden tijd. En sinds 4 december heeft concluante
nu (29.12.2015) haar dochtertje niet meer gezien. Bijna een maand dus. De sint
gemist. Kerst gemist.

Misschien dat uw rechtbank de ‘scherpe bewoordingen’ die concluante hanteert, nu
wat beter kan kaderen. Want NIETS, werkelijk NIETS, kan bovenstaande goedpraten
of rechtvaardigen. Dat zijn geen ‘dat valt nog mee’ gevolgen meer. Zelfs de meest
bedaarde mens zou daar na AL DIE JAREN VAN KWAAD NAAR ERGER zijn
‘beleefdheid’ bij verliezen. Vooral als je weet, dat de arts die je moet beoordelen,
WEET hoe je moet leven, want hij KENT de gevolgen en beperkingen van je letsels, en
TOCH valse verslagen opstelt. Hoe een mens dit kan aandoen aan een andere mens,
gaat concluante’s begrip te boven.
Aangezien de schade mbt concluante’s 1
ste
kindje voor de voorbije 3,5 jaar niet kan
hersteld worden, moet ze vergoed worden. Hierbij dient een vergoeding voorzien te
worden voor zowel het psychisch leed van concluante, als van haar dochtertje, als
van haar moeder. Deze schade dient om de ernstig geschade moeder-dochter
relaties te vergoeden.
Toekomstige schade kan voorkomen worden door herstel van een normale moeder-
kind relatie mogelijk te maken. Dit herstel wordt mogelijk gemaakt door enerzijds
hulp door derden, anderzijds een relocatie naar een woonst dicht in de buurt van
oma. Zo kan concluante’s dochtertje in eerste instantie maandag, dinsdag,
donderdag en vrijdag bij oma verblijven en naar school gaan zoals nu en kan
concluante na school enkele uren bij oma op bezoek gaan om haar dochtertje te
zien ; en woensdag, zaterdag en zondag kan haar dochtertje bij concluante wonen.
Dit tot concluante terug wat aangesterkt is. En dan hopelijk terug volledig bij
concluante kan wonen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
410

Het spreekt voor zich dat zonder ongeval een relocatie NIET nodig geweest zou zijn:
concluante zou perfect in staat geweest zijn om zelf voor de zorg van haar dochtertje
in te staan. Zij was immers kerngezond !
·2
de
kindje : Uw rechtbank is bekend met het feit dat concluante al lang graag een 2
de

kindje wilde. Juist daarom heeft ze in de zomer van 2015 hormonal streaming
behandeling gevolgd en juist daarom drong ze 1,5 jaar lang aan op spoed, minstens
de bepaling door uw rechtbank dat de nodige hulp zou voorzien worden die rust,
herstel, zwangerschap zou mogelijk maken. Een 2
de
kindje zal nu niet meer mogelijk
zijn. Dit wordt totaal afgeraden door de gynaecoloog. De 1
ste
zwangerschap was door
verzwakking al moeilijk. De voorgeschrevend hulp door derden is er door weigering
AG nooit gekomen. Bijkomend kwam er dermate rugpijn bij waardoor 3 weken
hospitalisatie noodzakelijk bleek (stuk 161). Getuige daarvan het medisch attest van
gynaecoloog Dr Thys (stuk 160). Het was voor eind 2015 of nooit.
Er kan niet gesteld worden dat concluante onvruchtbaar is. Ze heeft immers een
kind.
Er kan niet gesteld worden dat concluante sowieso geen kinderen meer zou kunnen
krijgen na ongeval. Haar kind werd na het ongeval geboren.
Er kan niet gesteld worden dat een 2
de
zwangerschap onmogelijk zou zijn. De regels
zijn teruggekeerd en het gynaecologisch nazicht was perfect normaal. Er is geen
enkele reden waarom concluante niet opnieuw zwanger zou geworden zijn. Vooral
aangezien zij voor haar eerste kindje onmiddellijk zwanger is geworden.
De schade, het verlies van een 2
de
kindje, is niet herstelbaar. Concluante wenst
hiervoor vergoed te worden op een wijze die evenredig is aan haar verdriet. In die zin
wenst zij vergoed te worden voor het verlies van een EIGEN 2
de
kindje. Concluante zal
in punt 7.4 een uitzonderlijke hoge schadevergoeding hiervoor vorderen, en wel om
2 redenen :
1.De ongewenste steriliteit is eigenlijk geen gevolg van het ongeval, wél een gevolg
van het bedrog volgend op dit ongeval, gepleegd in dit dossier. Concluante zou nu
al een 2
de
kindje gehad hebben, was er geen bedrog gepleegd . Dat maakt het
verdriet des te moeilijker om dragen : dit verlies kon vermeden geweest zijn.
Verweerster is driedubbel aansprakelijk : ten eerste voor het feit dat het ongeval
voor een vertraging zorgde in de kinderwens ; ten tweede voor het feit niet tijdig
het nodige herstel en de nodige hulp mogelijk gemaakt te hebben dat een 2
de

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
411

kindje mogelijk gemaakt zou hebben ; ten derde voor het feit dat dit door
bedrieglijke praktijken geschiedde.
2.Deze schadevergoeding wil concluante vervolgens gebruiken voor de oprichting
van een hulpfonds voor kinderen die het slachtoffer worden van een ongeval, en
die door het verzekeringsbedrog niet de nodige hulp of behandeling krijgen ; of
voor kinderen van alleenstaande moeders die het slachtoffer worden van een
ongeval (want veel mannen bollen het af, in 60 % !! van de gevallen gaan relaties
stuk na TBI en/of whiplash) en die dreigen hetzelfde mee te maken als
concluante. Niemand zou dit mogen meemaken. Concluante wil hieruit een
eerste donatie schenken aan Zoë Destoop. Dit toen 8-jarig meisje kwam 7 jaar
geleden ten val op school. Er was geen toezicht bij het klimrek. Ze brak haar nek
en liep hersenletsel op. Ze is volledig verlamd en heeft ernstige mentale
beperkingen. Er waren 2 bedrogexpertises, de ouders kregen nog geen cent, ze
zijn volledig geruïneerd, ze leven al 7 jaar met 5 in een huisje van 65 m² waar niet
eens de ruimte in is om de noodzakelijke hulpmiddelen voor Zoë te installeren.
Zoë zelf heeft kans op verbetering mits een dure behandeling in het buitenland
die 50.000 euro kost en die de ouders niet kunnen betalen. Ze lijdt iedere dag
ondraaglijke pijn. Het zou het verdriet van concluante kunnen verzachten als zij
zou weten dat het offer van haar kindje andere kinderen een beetje zou kunnen
helpen. De toegekende donaties zouden vervolgens teruggevorderd worden van
de aansprakelijke voor het ongeval, zodat de pot telkens opnieuw gevuld kan
worden, en er zo veel mogelijk kinderen ondersteund kunnen worden. In die zin
hoopt concluante dat uw rechtbank ‘het recht’ niet louter als een op zich staand
en geïsoleerd juridisch gegeven ziet, maar als een wezenlijk onderdeel van de
maatschappij, waarbij recht en maatschappij niet als 2 afzonderlijke entiteiten
gezien mogen worden, maar als een geheel, waarbij beiden op elkaar inspelen en
met elkaar verbonden zijn. Immers, als een boef in de gevangenis geplaatst
wordt, is dat ook met het oog de maatschappij te dienen en de maatschappij te
behoeden voor verdere misdaden.

Concluante wenst bijkomend een adoptieprocedure op te starten voor de adoptie
van een 2
de
kindje, zodra zij opnieuw een dak boven het hoofd heeft, dat evenredig is
met en gelijkwaardig is aan haar huidige woonst. Een adoptiekindje kan nooit een
vervanging zijn voor een eigen, zelf gedragen, zelf gebaard kindje. In die zin betreft
het geen dubbele vergoeding. De eerste vergoeding geldt voor de schade geleden
door het verlies van een eigen kind. Deze 2
de
schadevergoeding voor de
adoptieprocedure geldt voor de schade geleden door het dochtertje van concluante
– ook zij heeft recht op een broertje of een zusje, en een zo normaal mogelijk
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
412

gezinsleven, dat zij zonder het ongeval van haar moeder wél gehad zou hebben. Deze
schadevergoeding dekt de adoptiekosten zelf (zo’n 15.000 à 20.000 euro) alsook de
verplaatsingskosten naar het buitenland (visa, vliegtuig, hotels, vervoer ter plaatse,
voeding, administratie ter plaatse, verzekeringen, enz.) (volgens adoptie-ouders
schommelt dit tussen de 25.000 en 35.000 euro, naargelang het land). Concluante
sprak met diverse adoptie-ouders, gemiddeld betaalden zij 50.000 euro voor het
gehele adoptieproces van A tot Z, met binnen- en buitenlandse kosten.
Concluante speelde met het idee van een 3
de
kindje. Echter dit zou zij pas kunnen
beslissen en inschatten na haar 2
de
kindje. Aangezien dit niet met zekerheid vast
stond voor het ongeval, vraagt zij hiervoor geen schadevergoeding.
·Panter: Panter is de naam van het paard dat op 18.12.2013 kwam te overlijden. Op
17.12.2015 werd hij ziek, zijn enige kans was onmiddellijke opname in een
paardenziekenhuis. Dit paardenziekenhuis vroeg een voorschot van 7.000 euro,
onmiddellijk te betalen. Concluante had dit geld niet en had evenmin de kans of tijd
om dit geld geleend te krijgen. Het paard stierf de dag erop.
Voor sommigen kan een paard banaal klinken. Voor conluante maken haar paarden
integraal onderdeel uit van het gezin. Het zijn volwaardige gezinsleden. Hierbij geldt
niet het criterium is het een mens of dier, maar geldt de emotionele waarde die er
aan toegekend wordt. De liefde voor haar paarden is (zo goed als) even groot als de
liefde voor haar kind. Concluantes paarden zijn als haar kinderen. Dierenvrienden
zullen dit kunnen begrijpen. Mensen zonder voeling met dieren, kunnen dit
misschien bizar vinden. In ieder geval voorziet de wet – en de wet voorziet dat
wereldwijd, het is een algemeen rechtsprincipe - You have to take the victim as you
find him. En concluante is nu eenmaal een slachtoffer van ongeval die ook een grote
dierenvriend is. Dieren maken van kindsbeen af deel uit van haar bestaan, haar leven,
haar wezen, haar identiteit. Niemand kan zich in de plaats van concluante stellen
voor wat betreft haar beleving van (omgaan met) dieren. Niemand kan zich
überhaupt in de plaats van een ander stellen. Doorheen deze conclusies zijn
voldoende verwijzingen naar (het belang van) de paarden in concluantes persoonlijk
leven, die aantonen dat er een uitzonderlijke band bestaat tussen concluante – en
haar dochtertje – en de paarden ; dit reeds VOOR ze geboren werd.
Er bestaat verschillende rechtspraak, vooral ook bij huurgeschillen (de huisbaas wil
niet dat er een huisdier in de huurwoning is), die oordeelde dat huisdieren inderdaad
als deel van het gezin aanzien moeten worden (en dat zij dus het recht hebben om bij
hun gezin in huis te wonen).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
413

Het argument dat een kat of hond een huisdier is, maar een paard niet, gaat in dit
concrete geval niet op. De paarden zijn wel degelijk huisdieren : die leven meer naast
het huis dan in de weide en die leven in en met het gezin, zoals een hond of kat. Deze
levenswijze valt niet te vergelijken met paarden die in een manège in een box staan
en waar men 1 of 2 x per week een uur mee gaat rijden. De beoordeling van het
dossier dient niet gebaseerd te zijn op ‘algemene vooroordelen’, wel in concreto :
wat was de specifieke relatie van concluante én haar dochtertje met haar paarden.
De paarden zijn nauw verbonden met concluante én haar dochtertje in het dagelijks
leven. Dat was juist de hele opzet van het Paardencoaching Center : een
harmonieuze integratie van mens, dier en natuur – een harmonieuze combinatie van
waarden, werk en plezier. We illustreren deze leefwijze met enkele foto’s :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
414

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
415

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
416

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
417

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
418

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
419

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
420

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
421

In die zin dient het verlies van het paard Panter als het verlies van een gezinslid
aanzien te worden. Wat zou uw rechtbank oordelen mocht een kind komen te
overlijden omdat de ouders – toen 3 jaar na ongeval – nog steeds geen cent gezien
hadden en geen geld hadden om een spoedopname in het ziekenhuis te bekostigen
waardoor hun kind komt te sterven ?
Wel kan verweerster argumenteren dat het ‘niet met zekerheid vaststond dat Panter
gered had kunnen worden’. Dat is een terechte opmerking. In die zin heeft
concluante daar rekening mee gehouden en vraagt zij in haar vordering NIET de
vervanging van Panter door een ander paard, wel DE HELFT daarvan bij wijze van
gemiste kans. Nu had Panter geen kans.
Voor de periode dat Panter nog leefde, dient een mingenot voorzien te worden :
concluante had niet het plezier van haar paarden door het ongeval. Ofwel was zij in
België, ofwel lag zij in bed, ofwel was zij bezig aan gerechtelijke procedures,
behandeling, enz.. Het zijn steeds anderen die zich met de paarden bezighielden. Of
erger nog : NIEMAND als er niemand was om te helpen !
Concluante hield zich iedere dag de hele namiddag bezig met haar paarden. Dat blijkt
ook uit het ongevalsgebeuren : zij was op weg naar de paarden. Zij ging niet naar het
ziekenhuis omdat ze door het ongeval al heel laat aan was om naar de paarden te
gaan. Zij begroot het mingenot dan ook per paard op 1 uur per dag.

·Oro: Hetzelfde geldt voor het paard Oro. Zonder het ongeval had concluante zich
dagelijks met hem bezig gehouden. Oro is het lievelingspaard van concluante.
Daarom noemde zij haar Franse domein ‘Chez Oro’.
Herstel – het terugplaatsen van concluante in de toestand waarin ze zich voor het
ongeval bevond - is mogelijk mits zij de nodige ondersteuning / hulp door derden kan
bekomen. Zo kan zij na een rust- en aanpassingsperiode hopelijk een deel van haar
kracht herwinnen, tenminste dat deel dat het mogelijk maakt om terug zelf de
paarden te verzorgen, borstelen, eten geven, edm..
Vergoeding is noodzakelijk vanaf de datum van het ongeval tot op het moment dat
het herstel mogelijk gemaakt wordt. Concluante begroot het mingenot voor Oro op 1
uur per dag – niet aan (het dure) paardencoaching tarief maar wel aan het (lage)
klassieke manègetarief, het equivalent van 1 paard(rij)les, te weten 15 euro.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
422

·Impresse: Hetzelfde geldt voor het paard Impresse. Zonder het ongeval had
concluante zich dagelijks met haar bezig gehouden.
Herstel – het terugplaatsen van concluante in de toestand waarin ze zich voor het
ongeval bevond - is mogelijk mits zij de nodige ondersteuning / hulp door derden kan
bekomen. Zo kan zij na een rust- en aanpassingsperiode hopelijk een deel van haar
kracht herwinnen, tenminste dat deel dat het mogelijk maakt om terug zelf de
paarden te verzorgen, borstelen, eten geven, edm..
Vergoeding is noodzakelijk vanaf de datum van het ongeval tot op het moment dat
het herstel mogelijk gemaakt wordt. Concluante begroot het mingenot voor Impresse
op 1 uur per dag – niet aan (het dure) paardencoaching tarief maar wel aan het (lage)
klassieke manègetarief, het equivalent van 1 paard(rij)les.
·Feinheit: Hetzelfde geldt voor het paard Feinheit. Zonder het ongeval had concluante
zich dagelijks met haar bezig gehouden.
Herstel – het terugplaatsen van concluante in de toestand waarin ze zich voor het
ongeval bevond - is mogelijk mits zij de nodige ondersteuning / hulp door derden kan
bekomen. Zo kan zij na een rust- en aanpassingsperiode hopelijk een deel van haar
kracht herwinnen, tenminste dat deel dat het mogelijk maakt om terug zelf de
paarden te verzorgen, borstelen, eten geven, edm..
Vergoeding is noodzakelijk vanaf de datum van het ongeval tot op het moment dat
het herstel mogelijk gemaakt wordt. Concluante begroot het mingenot voor Feinheit
op 1 uur per dag – niet aan (het dure) paardencoaching tarief maar wel aan het (lage)
klassieke manègetarief, het equivalent van 1 paard(rij)les.
·Honnepon: Honnepon was de hond van concluante. Ook de hond maakt integraal
deel uit van het gezin. Sinds 2013 was de hond grotendeels bij concluante’s moeder.
Bij het overlijden van Honnepon (zomer 2015) werd overgegaan tot de aanschaf van
een nieuw hondje. Concluante bleek echter niet in staat te zijn om voor de opvoeding
in te staan : het hondje was te druk, concluante kon niet volgen, alles ging te snel. Zij
moest het hondje weggeven. Vast staat, dat zonder het ongeval, concluante wél een
pup had kunnen opvoeden. Ze had er al 3 opgevoed.
Herstel - het terugplaatsen van concluante in de toestand waarin ze zich voor het
ongeval bevond – is mogelijk mits zij de nodige ondersteuning / hulp door derden
kan bekomen. Zo kan zij na een rust- en aanpassingsperiode hopelijk een deel van
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
423

haar kracht herwinnen, tenminste dat deel dat het mogelijk maakt om terug in te
staan voor de opvoeding en zorg van een hond, ZOALS ZIJ VOOR ONGEVAL OOK DEED
EN ZONDER ONGEVAL OOK GEDAAN ZOU HEBBEN. Het herstel bestaat uit het
voorzien van de nodige hulp door derden, die een normaal leven terug mogelijk
maakt ; alsook de vervanging van Leila (de uit noodzaak weggegeven hond –
concluante wilde hem NIET naar een asiel doen, ook niet doorverkopen puur om geld
ten koste van het welzijn van deze pup ; zij heeft een goede thuis gezocht bij een
andere paardenliefhebber waar ook veel plaats was en waar de hond ook in huis
mocht wonen) door een nieuwe pup als de tijd daar rijp voor is.
Vergoeding is noodzakelijk vanaf de datum van het ongeval tot op het moment dat
het herstel mogelijk gemaakt wordt. Concluante begroot het mingenot voor
Honnepon, alsook het feit dat zij nu tgv ongeval en alle gevolgen daarvan, géén hond
kan houden, op een symbolisch forfaitair bedrag.
·Er wordt een symbolische schadevergoeding gevraagd voor de poezen en de kippen
van 1 euro. Ook zij maken nl. deel uit van het gezin. En kregen niet de aandacht en
verzorging die ze ZONDER ongeval wél gehad zouden hebben. Vooral nu zij vaak
wekenlang alleen moesten achterblijven toen concluante naar België moest.
4.Concluante zou zonder ongeval op heden genieten van een financieel
zorgeloost leven
·Concluante zou kunnen genieten van de inkomsten en voordelen uit Calliope’s bvba.
Herstel naar de situatie van voor het ongevalsgebeuren is NIET mogelijk : de bvba
werd immers failliet verklaard op 21.12.2010.
Vergoeding van alle geleden schade dient dus voorzien te worden. Deze wordt
gedetailleerd uitgewerkt in punt 7.4 onder het punt globale T.A.O. en globale B.A.O.
meer de andere schadeposten.
·Concluante zou kunnen genieten van de inkomsten en voordelen van haar Franse
domein.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
424

Herstel naar de situatie van voor het ongevalsgebeuren is NIET mogelijk : op
27.1.2016 spreekt de Franse rechtbank namelijk de inbeslagname uit (stuk 162).
Vergoeding van alle geleden schade dient dus voorzien te worden. Deze wordt
gedetailleerd uitgewerkt in punt 7.4 onder het punt globale T.A.O. en globale B.A.O.
meer de andere schadeposten.
·Concluante zou kunnen genieten van de opbrengsten van haar boek over
Paardencoaching
Herstel naar de situatie van voor het ongevalsgebeuren is NIET mogelijk : het is niet
aannemelijk dat concluante nog in staat zou zijn om een dergelijke complexe materie
in het Engels uit te schrijven.
Vergoeding van de geleden schade dient dus voorzien te worden.
·Concluante zou kunnen genieten van de huuropbrengsten van haar woning in België
Herstel naar de situatie van voor het ongevalsgebeuren is NIET mogelijk : de woning
moest nl. noodgedwongen verkocht worden
Vergoeding van alle geleden schade hieromtrent dient dus voorzien te worden.
5.Concluante zou zonder ongeval op heden beschikken over 3 woningen : 1 in
België en 2 in Frankrijk
·Dat concluante een privé-woning in België bezat, staat vast : het kadastraal inkomen
wordt op de aangiftes van de personenbelasting vermeld (stuk 89 – 99) en ook copy
van de verkoopsakte van de woning wordt toegevoegd (stuk 163).
Deze woning diende noodgedwongen verkocht te worden om de kosten tgv ongeval
én de gerechtelijke procedure / expertise te kunnen blijven dragen.
Herstel naar de situatie van voor het ongevalsgebeuren is mogelijk : uw rechtbank
kan verweerster veroordelen tot het voorzien van een nieuwe woongelegenheid in
België
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
425

·Dat concluante 2 woningen (en nog een pak meer) in Frankrijk bezat, staat vast : de
verkoopsakte vermeldt 2 woningen (stuk 164) :
Une propriété rurale à usage agricole et d’habitation située lieudit « La Grange du Theil »
composée, de :
* Une maison à usage d’habitation comprenant :
- au rez de chaussée : entrée, salon, cuisine aménagée, buanderie, salle d’eau avec WC,
une pièce avec cheminée, débarras avec une pièce au dessus.
Abri à bois attenant.
- au premier étage : trois chambres, salle de bains.
- au deuxième étage : une pièce.
Jardin.
* Un gîte comprenant :
- au rez de chaussée : quatre chambres, une salle, cuisine de collectivité, sanitaires (deux
douches avec WC), WC.
- A l’étage : salle d’activité, buanderie, atelier.
* Grange attenante avec chaufferie.
* Ecurie à la suite.
* Sellerie à la suite avec atelier.
* Un petit bâtiment à usage de cave avec grenier au dessus accessible par l’extérieur.
* Une grange à usage de bergerie avec hangar attenant.
* Carrière équestre sablée.
* Manège couverte.
* Parcelles de terre.
Ledit ensemble figurant au cadastre de ladite commune sous les relations suivantes :
Section B N°887 La Grange du Thé pour 00ha 22a 40ca
Section B N°888 La Grange du Thé pour 00ha 21a 28ca
Section B N°889 La Grange du Thé pour 03ha 06a 85ca
Section B N°732 L’Etang Pinet pour 00ha 42a 10ca
Section B N°733 L’Etang Pinet pour 00ha 75a 30ca
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
426

Section B N°736 La Grange du Thé pour 04ha 66a 40ca
Section B N°737 La Grange du Thé pour 04ha 70a 30ca
Section B N°738 La Grange du Thé pour 02ha 24a 00ca
Section B N°739 La Grange du Thé pour 00ha 61a 80ca
Section B N°740 La Grange du Thé pour 03ha 55a 50ca
Section B N°741 La Grange du Thé pour 00ha 13a 90ca
Soit ensemble 20ha 59a 83ca
Op 27 januari 2016 spreekt de Franse rechtbank zich uit over de inbeslagname (stuk
162).
Herstel naar de situatie van voor het ongevalsgebeuren is mogelijk : uw rechtbank
kan verweerster veroordelen tot het voorzien van een gelijkwaardig domein van een
vergelijkbare oppervlakte en kwaliteit.
6.Concluante zou zonder ongeval op heden met haar gezin en paarden en andere
dieren in de natuur wonen
Uit de bovenstaande foto’s bleek reeds hoe gezin, dieren en natuur centraal staan in het
leven van concluante, en als 1 geheel met elkaar verbonden zijn.
Ook uit het logo van Chez Oro blijkt dit : het vat kortweg de essentie van het leven en de
essentie van de identiteit van concluante samen :
·Gelet op de gedwongen verkoop van de woning in België en de nakende
inbeslagname in Frankrijk, worden concluante en haar gezin (kind, paarden en
andere dieren) in 2016 dakloos.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
427

·Er bestaat wel degelijk een causaal verband tussen het ongeval en deze
‘dakloosheid-in-spe’ : immers
1)het ongeval leidde tot een hoge graad van invaliditeit en een totale
arbeidsongeschiktheid.
2)Door de totale arbeidsongeschiktheid kon er geen betaalde arbeid geleverd
worden (zie punt 6.1).
3)Hierdoor waren er geen inkomsten.
4)De enige inkomst was de invaliditeitsuitkering (+/- 700 euro voor een zelfstandige
; dit werd verhoogd naar +/- 1300 euro na de geboorte van concluantes
dochtertje).
5)Nochtans heeft concluante alle mogelijke, bij momenten onmenselijk zware
initiatieven die zij mogelijks maar kon nemen om inkomsten te kunnen
genereren, genomen (zie punt 7.1).
6)Tegelijk bleven de hoge vaste kosten wel doorlopen, zoals bijvoorbeeld de lening
voor het Franse domein, die op zich al zo’n 2.600 euro per maand bedroeg ; de
zorg voor de paarden, die op zich al zo’n 1.500 à 2.000 euro per maand bedroeg ;
de huishoudhulp, zo’n 900 euro per maand voor minimale basishulp met haar
dochtertje ; het onderhoud van de vrijwilligers ; enz.. Het spreekt voor zich dat
concluante zonder het ongeval, al deze hulp niet nodig zou gehad hebben. Ze was
immers perfect gezond en sterk !
7)Bijkomend werd ze om de haverklap opgeroepen om naar België terug te keren :
diverse expertise onderzoeken in de 1
ste
expertise ; diverse expertise onderzoeken
in de 2
de
expertise ; jaarlijkse controle-onderzoeken door de ziekenfondsarts ;
medische controle door het RIZIV, …. Deze oproepingen gebeurden steeds slechts
enkele dagen of weken vooraf, lieten weinig tijd tot voorbereiding, en maakten
het inplannen van iedere activiteit ronduit onmogelijk. Het spreekt voor zich dat
zonder het ongeval, concluante niet al deze medische onderzoeken zou hoeven
ondergaan hebben. Ze was immers perfect gezond !
8)Het heen- en weer rijden naar België had op zijn beurt als gevolg dat de uitputting
toenam. Zo belandde concluante na het expertise onderzoek bij Jan Casselman
(waar concluante om 8 u al in Brugge moest zijn, ondanks haar melding dat zij dit
niet aankon, al zeker niet vlak na een rit van Frankrijk, dit “kon onmogelijk
vroeger” aldus Tack, terwijl ze bij aankomst diende vast te stellen dat Casselman
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
428

er niet was, van niets wist, niets ingepland had, en uiteindelijk pas om 10.30 u
naar binnen mocht …) 2 dagen op spoed : zij kon niet eens meer op haar benen
staan. DANK U TACK = OPZETTELIJKE SLAGEN EN VERWONDINGEN, temeer hij op
voorhand al wist hoe Casselman zijn verslag er uit zou zien …
7.Concluante zou zonder ongeval op heden een gevarieerd leven leiden, in lijn
met haar identiteit en waarden
·Het leven van concluante bestaat sinds 1,5 jaar maar uit 1 ding meer : het bewijs
leveren van letsels en bedrog ; door de beperkte energie die zij heeft, neemt dat alle
tijd in beslag – een normaal leven is niet meer mogelijk – sinds wanneer moeten
slachtoffers van een ongeval op KERSTDAG conclusies schrijven ?? doet concluante
dit niet, dan wordt haar dossier afgesloten waardoor enig toekomstperspectief
verdwijnt
·Haar levenslust is zij gaandeweg verloren
·Daar waar zij altijd positiviteit trachtte te zoeken en na te streven, zit ze nu in een
spiraal van negativiteit
·Er is geen kracht of tijd voor alles wat waarde had in het leven van concluante voor
het ongeval : gezin, familie, vrienden, dieren, paardencoaching
Los van de lichamelijke beperkingen vervat in de B.I., dient deze schade vergoed te
worden.
8.Concluante zou zonder ongeval op heden genieten van een verdere
persoonlijke en professionele ontplooiing
·Concluante diende haar opleiding transpersoonlijke psychologie bij Gilles Guattari stil
te leggen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
429

·Toekomstige opleidingen lijken door de cognitieve problematiek, hyperacousis en
beperkte belastbaarheid niet meer haalbaar
Deze schade kan niet hersteld worden, en dient vergoed te worden.
9.Concluante zou zonder ongeval op heden genieten van interessante sociale en
professionele contacten
·Door de beperkte verplaatsingsmogelijkheden samen met haar specifieke leefsituatie
en lichamelijke beperkingen tgv ongeval leeft concluante in totale sociale isolatie.
Deze schade kan hersteld worden, door een herlocatie dicht in de buurt van familie en
vrienden, waardoor dit sociaal isolement doorbroken kan worden.
10.Concluante zou zonder ongeval op heden bijdragen aan het creëren van een
betere en mooiere wereld
·Ruim 5 jaar na de verhuis naar Frankrijk, zou intussen een bloeiend preventie- en
welzijnscentrum voor mens en paard uitgebouwd zijn. Zonder het ongeval zou
concluante haar levensdroom kunnen realiseren hebben.
·De enige bijdrage die concluante kon leveren tot op heden aan een betere wereld,
was het bijdragen tot het publiek maken van de structurele medische corruptie in
justitie. Echter is dit zo’n negatief onderwerp dat zij daar haar buik van vol heeft !
Deze schade kan hersteld worden, door concluante in de mogelijkheid te stellen een
nieuw levensdoel te vinden. Zij zou graag een hulpfonds willen opstarten om slachtoffers
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
430

van een ongeval met hersentrauma bij te staan en hierbij professionelen in hun
vakgebied samen te brengen.
7.3 WELKE SCHADE KAN – EN MOET DUS - HERSTELD WORDEN ?
Dit deel vat de punten besproken in punt 7.1 en 7.2 samen. Enige duiding en motivering :
In september 2014 weerhoudt ergoloog Dr Mertens in zijn verslag (stuk 191 blz. 8) :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
431

Mevrouw SANTENS is hoopvol om in de toekomst verder te doen met het project
dat haar aan het hart ligt: de “paarden coaching”.
Ze hoopt in die richting nog iets te kunnen opbouwen als er “eindelijk” hulp zou
komen op een regelmatige basis. Zo zou ze niet meer elke dag pijn moeten hebben.
Als er echter geen hulp zou komen en ze het “paarden coaching center” zou
verliezen ziet ze de toekomst somber in. Er zou, volgens haar, geen toekomt meer
zijn want ze zou geen huis meer hebben, geen geld en ze acht zich niet in staat een
normale baan aan te nemen zelfs part time.
En dit dan nog als alleenstaande moeder.
Ze zou zelfstandig het huishouden willen kunnen doen en samenwonen met haar
dochtertje. Toch realiseert ze zich dat het moeilijk zal zijn om in Frankrijk te blijven
wonen en activiteiten uit te oefenen als er geen hulp is.
De paarden zou ze echter absoluut willen houden.
Hopen doet betrokkene ook op een leven zonder pijn (hoofdpijn, rugpijn, heel haar
lichaam doet pijn verklaart ze ons).
In zijn observaties noteert hij (stuk 191 blz. 9) :
Mevrouw Anke SANTENS verklaart ons dat er wel een positieve evolutie heeft
plaatsgevonden: ze kan nu opnieuw normaal lezen hoewel beperkt in de tijd.
Normaal gezien kan ze dat gedurende 45 minuten.
Ook de hoofdpijn is er minder op geworden en het werken op P.C. gaat beter.
Sinds eind maart draagt betrokkene een therapeutische bril. Ze is hier al aan haar
vierde bril toe.
Ze wijst er echter ook op dat het er fysiek lastiger op is geworden. Haar hart slaat op
hol , ze heeft minder hefkracht, ze heeft ook meer slaap en rust nodig. Dit is
natuurlijk zeer problematisch met een dochtertje van ongeveer 1,5 jaar.
De huishoudhulp die momenteel toegekend wordt is een positief gegeven. Zo kan er
een eind komen aan het vermoeiende pendelen tussen Frankrijk en België (omwille
van het praktische probleem van de opvang van het dochtertje in fysiek moeilijke
periodes).
(…)
Mevrouw SANTENS geeft ook aan dat ze onlangs (tussen mei en september 2014) 3
keer op de Spoedafdeling van het Ziekenhuis in Montmarault is opgenomen moeten
worden. Dit gebeurde telkens na een autorit tussen België en Frankrijk. Het komt er
op neer dat ze ofwel haar dochtertje bij haar grootmoeder in België moet laten, of
dat er een opvanggezin in Frankrijk gevonden wordt. Er werd tijdelijk huishoudhulp
voorzien in Frankrijk.
Betrokkene heeft haar huis in België moeten verkopen omwille van openstaande
schulden, medische en juridische kosten.
Ze laat opmerken dat in de regio waar ze momenteel woont er een hoge
werkloosheid heerst en er onvoldoende werkplaatsen ter beschikking zijn van
mensen die willen werken. Nu ze haar huis in België verkocht heeft is dat een
probleem mocht ze de paarden coaching moeten opgeven. De regio is bezaaid met
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
432

kleine dorpjes en heeft geen industrie. Met de auto naar grotere centra rijden zou
problemen kunnen stellen en potentieel gevaarlijk zijn. Ze geeft ook aan dat de
dienstensector en de kantoorjobs er bijna onbestaande zijn.
Als motivering weerhoudt hij (stuk 191, blz. 24):
Mevrouw Anke SANTENS zegt dat het haar bedoeling is om het werk met paarden te
hernemen. Ze doet dit het liefste.
Maar ze ziet ook geen andere haalbare jobmogelijkheden in de regio in Frankrijk
waar ze woont.
Ze legt zich niet neer met de opmerkingen van artsen die zeggen dat ze “realistisch
moet zijn” en dat ze “moet leren leven met haar beperkingen”. Ze wil niet haar hele
leven blijven in de actuele toestand en ze wil zich absoluut productief en nuttig
voelen. Ze wil niet haar hele leven “op de ziekenkas” staan.
Ze wil ook onafhankelijk van derden worden.
Om dit te proberen is, volgens haar zeggen, part time hulp nodig.
Mevrouw Anke SANTENS is er van overtuigd dat part time paarden coaching de
nodige financiële middelen zal kunnen opleveren om een voldoende inkomen te
hebben.
Mbt de toekomstmogelijkheden in Frankrijk haalt hij aan (stuk 191, blz. 28) :
Wat betreft de opmerking aangaande de arbeidsmogelijkheden in de regio
Montmarault in Frankrijk moeten we verschillende opmerkingen formuleren.
Mevrouw SANTENS merkt op dat die regio verschillende minpunten vertoont voor
wat betreft haar huidige situatie.
-hoge werkloosheid
-geen aangepaste jobs
-verre verplaatsingen zouden nodig zijn
-hoofdzakelijk een agrarisch gebied, 95 % landbouw
-geen industrie
-afgelegen locatie waar ze nu woont
-naar een nabijgelegen stad rijden (1 u) zou veel stress meebrengen
-altijd spreken, denken en schrijven in de Franse taal zal ook stress met zich
meebrengen (aandacht en concentratieproblematiek)
Gezien de gevolgen van het ongeval zijn de reële lokale arbeidsmogelijkheden zeer
beperkt. Deeltijdse hulp voor fysiek belastende taken kan het hernemen van de
paarden coaching activiteiten misschien gedeeltelijk mogelijk maken. Dus zou dat
toekomstperspectieven geven op professioneel vlak omdat een continue
overbelasting zou weggenomen worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
433

Voorts stelt Dhr Mertens vast dat in Frankrijk blijven NEFAST is voor de toekomst (stuk 191,
blz. 28) :
Het verkopen van haar woning in België draagt in de situatie van Mevrouw Anke
SANTENS helemaal niets bij tot een positieve integratie op de algemene Belgische
arbeidsmarkt.
Het verkopen van de woning in België en het behouden van de woning in Frankrijk
kan nefast zijn voor het hervatten van professionele activiteiten. De economische,
geografische en demografische situatie is niet veranderd op enkele maanden.
Ook de verre afstand tussen de huidige woning in Frankrijk en de verblijfplaats van
haar moeder (die haar dochter en kleindochtertje regelmatig opvangt bij bepaalde
moeilijke fysische en psychische situaties van haar dochter) maakt de toestand er
niet gemakkelijk op. Opvang door de grootmoeder zou natuurlijk veel efficiënter en
gemakkelijker verlopen als de twee gezinnen in België zouden wonen.
Concluante is echter steeds positief en hoopvol geweest, dat zij mits de nodige rust, hulp en
behandeling wél zou kunnen voldoende herstellen om haar werk als paardencoach te
kunnen hernemen, en in haar paradijs in Frankrijk te kunnen blijven wonen. Zij heeft daartoe
ook àlle mogelijke denkbare stappen en initiatieven genomen om dit mogelijk te kunnen
maken (zie punt 7.1).
In december 2015 is de REALITEIT echter :
1.Ondanks de nodige hulp (dochtertje van concluante wordt immers al maandenlang
100 % door haar moeder opgevangen), treedt er géén voldoende verbetering op van
de letsels opgelopen tijdens het ongeval, en is het hervatten van haar werk als
paardencoach NIET mogelijk gebleken. Integendeel : de FYSIEKE klachten tgv ongeval
worden steeds erger (rugpijn, nekpijn, ontstekingen, vermoeidheid, hyperacousis, …).
2.Ondanks de nodige behandeling (concluante heeft sinds september 2014 én
intensieve neurofeedbackbehandeling én groeihormoonbehandeling), treedt er géén
voldoende verbetering op van de letsels opgelopen tijdens het ongeval, en is het
hervatten van haar werk als paardencoach NIET mogelijk gebleken. Het klopt dat de
COGNITIEVE klachten deels verbeterden, maar de Q-EEG analyse met NNI index (stuk
192) wijst ontegensprekelijk uit dat concluante nog zéér veraf staat van de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
434

normaalwaarden : nog 60 % van de neurale netwerken in de hersenen werkt
verstoord !
Hierbij dient te worden weerhouden dat (zie besluit Professor Verstraeten, stuk
192) :
Progressieve werkhervatting zal kunnen worden gestart bij normalisatie van de
hersenfuncties.
3.Ondanks diverse rustperiodes (concluante heeft in 2011 ruim 7 maanden in België
doorgebracht, in 2012 ook bijna 5 maanden, in 2013 maar liefst 7 maanden, in 2014
ook 5 maanden waarbij de periodes in Frankrijk deels zonder haar dochtertje
verliepen, en dat sinds 2015 concluante grotendeels zonder haar dochtertje alleen
zit in Frankrijk) is er geen significante verbetering van de klachten opgetreden:
integendeel, de lichamelijke klachten en de pijn werden ERGER.
4.Ondanks de verregaande inspanningen die concluante geleverd heeft (zie punt 7.1)
om vooruitgang te kunnen boeken op lichamelijk en economisch vlak, alle
inspanningen een maat voor niets bleken te zijn.
De combinatie van deze 4 kerngegevens, meer de standpunten van de deskundigen :
Dr Van Walleghem besluit immers (stuk 30 en 82):
Gelet op de beperkte verbeteringen in de toestand van SO na 1,5 jaar behandelingen
(NNI index metingen Pr. E. Verstraeten 12-10-2015) en de persisterende spierzwakte
en cognitieve problematiek welke tot op heden leidt tot hulpbehoevendheid, zien we
weinig mogelijkheden tot verandering in de toestand naar de toekomst toe. Het is
zeer onwaarschijnlijk dat de normaalwaarden ooit bereikt zullen worden. De
huidige toestand kan als blijvend beschouwd worden mits voorziening
onderhoudsbehandelingen.
Dit wordt bijkomend bevestigd door Professor Lafosse (stuk 179, blz. 26) en door
onderzoekers die vaststellen dat er GEEN VERBETERING meer optreedt in het 2
de
tot
7
de
jaar na ongeval. We zijn nu 5,5 jaar na ongeval :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
435

Het meeste herstel treedt op in het eerste halfjaar na het letsel, daarna is er nog
maar een beperkte vooruitgang zonder terugkeer naar het vroeger niveau van
functioneren. Brooks en co-onderzoekers (1987) melden: ‘No sign was found of any
consistent reduction in symptoms from the second to the seventh year after injury’.

leidt er toe dat concluante tot de aanvaarding dient te komen van volgende zaken :
1.Haar lichamelijke letsels (nek-, rug-,ontstekings-,vermoeidheids-, kaakgewricht-,
pijnklachten ; spierzwakte) zullen NIET meer herstellen maar zijn BLIJVEND. In het
beste geval zullen zij stabiliseren. Als zij blijft overbelasten zoals de voorbije 5,5 jaar,
zullen deze blijven verergeren.
2.Haar cognitieve klachten (aandacht-, concentratie-, geheugenstoornissen) zullen NIET
verminderen in die mate dat zij een terugkeer naar het vroegere niveau van
functioneren mogelijk maken maar zijn BLIJVEND. In het beste geval zullen zij
stabiliseren, mogelijks nog een lichte vooruitgang tonen. Als zij blijft overbelasten
zoals de voorbije 5,5 jaar, zullen deze opnieuw verergeren.
3.Psychische klachten (depressie, identiteitscrisis) steken meer en meer de kop op.
Verandering in de leefomstandigheden is noodzakelijk. Het sociale en intellectuele
isolement waar concluante in terecht gekomen is, is niet langer houdbaar. Het
gedwongen gescheiden leven van haar dochtertje, is MENSONWAARDIG.
4.Rustperiodes bieden geen oplossing : deze zorgen voor een tijdelijke verbetering,
maar bij de minste overbelasting is het terug naar af. 1 stap vooruit, 2 stappen
achteruit, 1 stap vooruit, 2 stappen achteruit. Het is een vicieuze cirkel. De ‘beperkte
belastbaarheid’ is BLIJVEND.
5.Gescheiden blijven leven van haar kind , wiens opvoeding GEHEEL door concluante’s
moeder gebeurt, is GEEN duurzame noch aanvaardbare oplossing.
In die zin moet zij, noodgedwongen én als gevolg van het ongeval, bijkomend bezwaard
door het bedrog sinds ongeval, afscheid nemen van haar Grote Droom : haar
paardencoaching center.
Los zelfs van het inbeslagname verhaal, is in Frankrijk blijven wonen geen oplossing.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
436

Om met haar gezin op een menswaardige en aanvaardbare manier in Frankrijk te kunnen
blijven wonen, zou concluante :
1.Hulp nodig hebben om haar dochtertje naar school te krijgen ’s morgens (er zijn geen
schoolbussen, er zijn geen buren met kleine kinderen in de buurt, de gemiddelde
leeftijd in de buurt is 60 jaar, er zijn sowieso weinig inwoners, laat staan jonge
inwoners, het schooltje telt gemiddeld zo’n 10 kinderen per klasje en dat schooltje
dekt nochtans 11 gemeentes waarbij er dan nog eens 2 klassen in 1 samengevoegd
worden én de school is enkel in de voormiddag open …)
2.Hulp nodig hebben met haar dochtertje ’s namiddags (want er is enkel school op
maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagvoormiddag en dit tot 6-jarige leeftijd ; er
dient rekening gehouden te worden met de CONCRETE woon- en leefsituatie dus een
vergelijking met de situatie in België is niet mogelijk)
3.Hulp nodig hebben voor het huishouden, de boodschappen waarbij het autorijden
vermoeiend is, en bij pijn of grote vermoeidheid zelfs GEVAARLIJK is omdat
concluante te traag reageert, soms wazig ziet
4.Hulp nodig hebben met de paarden
5.Hulp nodig hebben met fysiek belastend buitenwerk / tuinwerk / omheiningen / …
Zoniet, hetzelfde scenario als de voorbije 3 jaar : om de haverklap naar spoed, voortdurend
pijn, met als enige oplossing : ruim 600 km apart van elkaar wonen.
Wat zou concluante dan moeten vragen aan uw rechtbank ? Welke budgetten aan hulp door
derden zou dat met zich meebrengen ? Enorm zouden die zijn. ZONDER ZICHT OP
VERBETERING. Het in 2010 door AG vooropgestelde budget van 1.500 euro per maand zou
niet eens toereikend zijn. ZONDER ONGEVAL WAS DIT NIET NODIG GEWEEST.
Bijkomend stelt zich het probleem van de lange afstanden in geval van problemen : de nek-,
rug-, aandachts- en concentratie-, visusproblematiek laat niet toe deze op lange termijn
verder te zetten. Zonder het ongeval was dit geen probleem geweest, getuige daarvan het
feit dat concluante voor het ongeval een jaar lang Wallonië, Duitsland en Frankrijk
doorkruiste, duizenden km aflegde op enkele dagen tijd, zonder dat daar enige klachten uit
volgden. Met de trein reizen biedt géén oplossing : die laat niet toe om bagage mee te
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
437

nemen, evenmin om paardeneten terug te brengen, enz. en verplicht derden om opnieuw in
te staan voor transport (ophalen in station, lokaal transport).
Bijkomend stelt zich het probleem dat concluante’s moeder niet meer in staat is om eventjes
1.250 km af te leggen om ‘in geval van nood’ in of bij te springen. En conluante niemand
kent in de buurt, juist omdat zij haar domein niet verlaat.
Bijkomend stelt zich het probleem dat concluante sinds 2014 ‘geseind’ staat als ‘potentieel
gevaar voor de veiligheid van haar kind omwille van medische redenen’ (stuk 270 + 157).
Waarbij 1 spoedopname – die niemand kan voorzien – voldoende zou zijn om de hele
gerechtelijke molen terug op gang te trekken en de dreiging ‘plaatsing dochtertje in
opvanggezin’ voortdurend boven haar hoofd zou hangen. Waarbij de school zou moeten
‘rapporteren’ aan de sociale diensten. Bij het minste akkefietje – concluantes dochtertje zou
al eens een buil of schram of blauwe plek moeten hebben van zich ergens pijn te doen !! –
loopt concluante risico dat zij opnieuw voor de jeugdrechtbank moet verschijnen wegens
‘verwaarlozing’. Concluante wil niet meer met deze voortdurende angst moeten leven. Dit is
werkelijk traumatiserend ! Zonder het ongeval was dit uiteraard nooit het geval geweest !
En de ‘dreiging’ is reëel : de advocate die concluante hiervoor consulteerde, had een andere
cliënte in Clermont Ferrand : een jonge vrouw van 27 jaar van buitenlandse origine had
tijdens een auto-ongeval hersenletsel opgelopen met epilepsie aanvallen als gevolg. De
verzekering weigerde ook om haar hulp te voorzien of een vergoeding uit te betalen. Haar
familie woonde ook in het buitenland. De medische expertise was ook nog bezig. Haar
dochtertje werd haar afgenomen en werd “geplaatst” toen het 3 maanden oud was. Ze
mag haar dochtertje 1 uur per week bezoeken !! Onder toezicht !! Zo werkt de
“kinderbescherming” in Frankrijk. Ipv deze vrouw hulp te geven : haar kind afpakken tot ze
kan bewijzen dat ze voldoende hulp en behandeling heeft. Dat scenario is voor concluante
ondenkbaar en onaanvaardbaar. DEZE PRIJS MAG MEN NIET VERWACHTEN TE BETALEN.
Reeds in 2014 werd de kinderbescherming gealarmeerd door de crèche (stuk 270) :
concluante moest enkele keren naar spoed gebracht worden, toen ze omviel in de crèche.
Gewoon het feit van baby wassen, voeden, kleden, 8 km autorijden en baby in en uit de auto
halen, was fysiek te belastend. Concluante viel om, de ambulance moest meermaals komen
want concluante verloor even het bewustzijn bij het omvallen door deze fysieke inspanning.
Vanaf toen zorgde concluante er voor dat ze nooit meer alleen was met haar kind of liet ze
haar kind noodgedwongen in België toen het fysiek niet haalbaar was hier voor te zorgen.
Op 8 mei 2015 vond de buurvrouw het nodig om de gendarmes te bellen. Het dochtertje van
concluante liep ’s morgens alleen in de weide tussen de paarden. Inderdaad had zij als
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
438

ochtendritueel ‘hallo zeggen aan de dieren’ zodra zij opstond. Maar sommige ochtenden kon
concluante door duizeligheid of rugpijn of uitputting niet uit bed, haar benen konden haar
niet dragen. Concluante’s dochtertje ging dan maar alleen de trap af, naar buiten, naar de
paarden, dit samen met haar hond. Concluante was daar gerust in, maar de buurvrouw
blijkbaar niet, de gendarmes evenmin en de jeugdrechter nog minder (stuk 157). Hierbij
stelden de gendarmes bovendien vast hoe vuil het huis er bij lag (er was toen al maanden
geen geld meer voor huishoudhulp, er waren toen ook geen vrijwilligers), en dat er zelfs
sprake was van ernstige verwaarlozing. De procureur startte zowel een strafrechterlijk
dossier op wegens ‘kinderverwaarlozing’ (de wet voorziet blijkbaar dat je een klein kind
nooit alleen mag laten en al zeker niet in ‘gevaarlijke situaties’) en de jeugdrechtbank startte
ook een procedure op om na te gaan of concluante’s dochtertje ‘geplaatst’ moest worden of
als ‘toezicht’ zou volstaan. De strafrechterlijke procedure is nog bezig, de jeugdrechtbank
kon concluante enkel afwenden door te stellen dat haar dochtertje nu in België woonde bij
de oma en dat zijzelf ook terug naar België zou verhuizen. Het domein staat sindsdien te
koop, maar er is geen koper. Concluante kan niet én de kosten voor het domein blijven
dragen én de paarden én een woonst in België. Dus moeten zij sindsdien apart leven. EN
DAT ALLES OMDAT AG WEIGERDE DE NODIGE HULP TE VOORZIEN.
Door de vermoeidheidsklachten van concluante kan zij bijkomend niet deelnemen aan het
sociaal of cultureel leven en kan zij ter plaatse geen vrienden maken. Het is niet langer
haalbaar voor vrienden en familie om te blijven heen en weer pendelen om telkens
problemen te komen oplossen. Dat gaat intussen niet meer over ‘even bijspringen’. Dat gaat
over een STRUCTURELE en BLIJVENDE problematiek zonder zicht op beterschap.
Concluante ziet het niet meer zitten om nog verdere tijd en energie te steken in het zoeken
van tijdelijke vrijwilligers, die uiteindelijk NIET tot een ontlasting leiden, eerder een
bijkomende BELASTING, en bijkomend iedere vorm van privacy uiteindelijk verhinderen.
Concluante heeft net als iedereen recht op een menswaardig leven en een minimum aan
privacy.
Een normaal leven wordt mogelijk gemaakt door een terugkeer naar België.
Als concluante terug in België zou wonen, zou zij haar kind kunnen een namiddagje naar
oma of vrienden brengen. Als concluante voor iets kleins maar fysiek te belastend hulp zou
nodig hebben, zou zij dat aan haar vrienden of familie in de buurt kunnen vragen. In
Frankrijk kan zij dat aan niemand vragen. Zo zou totale uitputting, verdere spoedopnames,
kinderbescherming, edm. vermeden kunnen worden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
439

Echter tgv ongeval, en meerbepaald het bedrog volgend op het ongeval, heeft concluante
géén woning meer in België. Na 27 januari 2016 (pleitdag Frankrijk) wellicht ook géén
woning meer in Frankrijk.
Het past niet te stellen, dat “men zich maar tot het OCMW moet richten”. Concluante zou
zonder ongeval géén OCMW nodig gehad hebben ! Integendeel : zonder ongeval zou
concluante over 3 woningen beschikt hebben, én een compleet paardenparadijs. Ook vindt
concluante het verkeerd dat de Belgische belastingsbetalers zouden moeten opdraaien voor
kosten die ten laste vallen van een verzekering. Ze sturen er zo al veel te veel naar het
OCMW door. Los daarvan is het ABSURD, dat concluante in een OCMW huis zou moeten
gaan wonen omdat ze een ongeval gehad heeft !! Dat druist in tegen het principe van
schadeherstel en artikel 1382-1383. Concluante heeft ALLE recht om haar leven verder te
zetten op die wijze die ze ZONDER ONGEVAL ook gehad zou hebben.
Concluante vraagt dan ook dat uw rechtbank de SCHADE in die zin opgelopen, herstelt en
het voor concluante en haar gezin – inclusief de paarden – mogelijk maakt om hun leven
verder te zetten op een manier zoals ze VOOR en ZONDER het ongeval, ook gehad zouden
hebben : SAMEN IN DE NATUUR, met een woning gelijkaardig qua kwaliteit, oppervlakte,
inrichting, met een paardeninfrastructuur gelijkaardig qua kwaliteit en oppervlakte.
Verweerster zal ongetwijfeld argumenteren dat een woning met paardeninfrastructuur in
België niet te vergelijken valt met eenzelfde woonst in Frankrijk, en dat België veel duurder
uitvalt, en dat de vraag van concluante absurd is.
Dan zegt concluante : DAT IS MIJN PROBLEEM NIET. VERWEERSTER HAD DAT MAAR EERDER
MOETEN BEDENKEN. BIJVOORBEELD IN DE 1
ste
ZES MAANDEN NA ONGEVAL, DIE ZES
CRUCIALE MAANDEN WAARIN RUST ZO BELANGRIJK IS EN HERSTEL VAN AXONALE
HERSENSCHADE WEL NOG MOGELIJK IS. TOEN CONCLUANTE NOG 85 % KANS HAD OM TE
KUNNEN HERSTELLEN VAN ONGEVAL. En dus te kunnen in Frankrijk blijven wonen. En dus
te kunnen het werk hernemen. En dus te kunnen midden in de natuur, op haar reeds voor
het ongeval gekochte domein van 20 ha wonen, met 4 paardenpistes, ruimte voor wel 20
paarden en een nest kinderen. En dus niet zou hoeven naar België terugkeren.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
440

Want inderdaad : had verweerster woord gehouden, en voor de nodige hulp gezorgd zoals
zij beloofde (en zoals uiteindelijk haar opdracht is, aldus haar eigen deontologische code),
dan had concluante 85 % kans op herstel gehad ! DE EERSTE ZES MAANDEN NA ONGEVAL
ZIJN HIERIN CRUCIAAL. En het is niet dat verweerster “het niet wist”. ZE WIST HET ALS
EERSTE !! 1 maand na ongeval reeds !! WAT EEN SCHANDE IS DIT DOSSIER !! Wat een
miserie had kunnen VOORKOMEN worden !! Wat een verdriet had ons kunnen bespaard
gebleven zijn !! En stress !! En kosten !!
Verweerster WIST met zekerheid dat er post traumatische letsels waren. Het staat in het
verslag van haar verzekeringsarts 1 MAAND NA ONGEVAL (stuk 213). Het werd vastgesteld
door AG inspecteur Yves Deman (stuk 271).
En zo zou concluante op vandaag misschien niet eens hulp meer nodig gehad hebben. En
misschien al enkele jaren het werk hernomen hebben, deeltijds of geheel. Maar ZEKER zou
het niet zo ver gekomen zijn, dat de situatie dermate geëvolueerd zou zijn, dat concluante
niet meer KAN in Frankrijk wonen, met enerzijds : inbeslagnameprocedure (die per slot van
rekening pas opgestart is NA het indienen van het deskundigenverslag van Hans Verstraelen,
en die dus per definitie VERMEDEN zou geweest zijn mits eerlijk oordeel) ; anderzijds : de
jeugdrechtbank én procureur die toeziet op haar zogenaamde ‘kinderverwaarlozing’, terwijl
concluante juist op een heel bewuste manier omgaat met haar dochtertje ; ten derde : een
dermate aftakeling van haar lichaam en vooral spierkracht, dat concluante zonder hulp haar
plan niet meer kan trekken.
De schade HERSTELLEN impliceert concluante in staat stellen om met haar gezin en haar
paarden in een woning met de benodigde paardenaccommodatie in de natuur te wonen.
Concluante is gerust bereid om verweerster hierin tegemoet te komen. Zij wil niet onredelijk
zijn en zij hoeft niet het uiterste uit de kan te hebben.
Concluante weet ook dat een domein van 20 ha met 2 ruime woningen en 4 paardenpistes
en bijkomend nog eens ruim 1200 m² aan stallingen, schuren, bijgebouwen, ALLEN IN
PERFECTE STAAT VAN ONDERHOUD (HETGEEN ZE IN FRANKRIJK DUS HEEFT) in Vlaanderen
niet alleen zo goed als onvindbaar is, maar bovendien onbetaalbaar is (er staat er
momenteel 1 te koop op 20 ha, maar in Limburg, en met maar 1 paardenrijpiste, en dit voor
ruim 6 miljoen euro ; ook 1 in Antwerpen, met 3 pistes en dit voor 9 miljoen euro).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
441

Anderzijds volstaat het niet om te zeggen : we gaan de waarde van het Franse domein
(580.000 euro) optellen bij de waarde van de Belgische woning (175.000 euro) en we gaan
dit als basis nemen voor het herstel van de schade mbt de woon- en leefomstandigheden.
Die vlieger gaat niet op !!! Met slechts 755.000 euro kan concluante GEEN woonst kopen
voor haar gezin en haar paarden zoals zij nu heeft, EN ZOALS ZIJ ZONDER ONGEVAL gehad
zou hebben.
Voor zo’n bedrag heb je niet eens 7 ha weide ! Of heb je een krotwoning je moet afsmijten
en nog een nieuwbouw opzetten en misschien 1 à 3 ha. In Zomergem (stuk 272) staat
momenteel een hoeve te koop met 11 ha : de prijs is meer dan 1,5 miljoen euro EN JE MOET
DE WONING NOG AFSMIJTEN EN ER EEN NIEUWBOUW OP ZETTEN. Stuk 273 laat een
domein zien van 13 ha van 2 miljoen euro en daar staat niet eens een huis op. Stuk 274 is
slechts 1/3 van wat concluante nu heeft en kost maar liefst 2,65 miljoen euro (en is al
verkocht na 3 weken).
Zelfs een piepkleine paardenaccommodatie van 2 ha, dus 1/10 van wat concluante nu heeft,
en royaal ontoereikend is voor 3 paarden, zonder overdekte rijpiste, kost al 1.250.000 euro
zoals stuk 275 laat zien. Stuk 276 : slechts 3 ha, toch 1,5 miljoen euro aankoopprijs, MAAR
DE WONING STAAT NOG CASCO !!
Vanuit die optiek, louter de waarde van beide woningen optellen, en vanuit die denkwijze
zou de schade VERGOED worden, maar NIET HERSTELD worden. En de wet voorziet dat
schadeHERSTEL prioritair is.
Concluante wenst geen vergoeding voor de 3 woningen die zij tgv ongeval en de gevolgen
tgv ongeval niet meer kan benutten.
Concluante wenst HET HERSTEL van haar woon- en leefomstandigheden zoals zij gehad zou
hebben ZONDER ongeval :
-In een ruime kwalitatieve woning wonen met haar dochtertje met
-Overdekte paardenpiste
-Paardenstallen
-Paardenweides
-Midden in de natuur
-PIJNLOOS leven
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
442

Om het aspect “met haar dochtertje leven” en “pijnloos leven” mogelijk te maken, moet zij
noodgedwongen naar België terugkeren. De enige reden dat dit nog niet gebeurd is, is
omdat dit financieel niet haalbaar is. Met alle vaste kosten die zij moet dragen zolang het
Franse domein niet verkocht is, KAN zij geen woning huren laat staan kopen in België ; laat
staan voor de paarden instaan. De paarden vormen integraal onderdeel van het gezin. Men
kan niet spreken van schadeherstel en vervolgens zeggen : schaf uw gezin af.
ZELFS als zij naar België terugkeert, zal volledig pijnloos nooit meer mogelijk worden.
ZELFS als zij in België ‘midden in de natuur’ woont, valt dat NOOIT te vergelijken met de
natuurpracht in Frankrijk, waar je uren kan rijden zonder een fabriek te zien of stad te zien.
Dat is in België niet te vinden. Je moet al je best doen in Vlaanderen om 1 km te rijden
zonder een huis te zien … En in Frankrijk is het écht stil. In België hoor je altijd wel ergens
een autostrade of trein of … die passeert. In Frankrijk wordt concluante wakker met
tientallen soorten vogels die fluiten naast haar venster, in haar tuin, zitten er uilen,
vleermuizen, prachtige buizerds. Zélfs als zij in België ‘midden in de natuur’ woont, zal zij dat
moeten missen. Een volledig herstel zal dus nooit mogelijk zijn. In Frankrijk kan zij drinken uit
het beekje in haar bos, zo helder is dat. In België zal dat nergens mogelijk zijn.
Concluante is gerechtigd om het HERSTEL te vragen. HERSTEL geniet voorkeur op
vergoeding.
Als men met een mercedes rijdt, en tgv ongeval een aanpassing van de wagen nodig heeft,
dan gaat men die mercedes verbouwen. Dan gaat men ook niet zeggen : koop u een fiat, en
we gaan dan die fiat ombouwen …
In die zin vraagt concluante uw rechtbank dat zij het HERSTEL beveelt van de WOON- EN
LEEFOMSTANDIGEN van concluante en haar gezin – inclusief haar paarden, en wel als
volgt :
Woonst
In Frankrijk had concluante 2 volwaardige ruime woningen van elk zo’n 380 m² bewoonbare
oppervlakte, met elk 4 slaapkamers en elk 2 badkamers, een ruime keuken, ruime living,
ruim bureel, ruime inkom, met bijkomend zo’n 200 m² zolderruimte. Dit alles van
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
443

uitstekende kwaliteit, instapklaar, zonder enige renovatiekost. Plus een nieuwbouw studio
van 75 m². En apart een nog te renoveren huisje van zo’n 65 m². Dit midden in de natuur.
DAT ZIJN DE REËLE EN BEWEZEN WOONOMSTANDIGHEDEN VAN CONCLUANTE EN HAAR
GEZIN ZOU ZIJ GEEN ONGEVAL GEHAD HEBBEN.
Verweerster kan – terecht – opmerken dat de 2
de
woning in Frankrijk bedoeld was voor de
professionele activiteiten van concluante en dat de professionele activiteiten tgv ongeval
wegvallen voor concluante.
Concluante kan hier mee instemmen. Zij heeft (zie punt 7.1) meer dan 5 jaar lang
geprobeerd het werk te hernemen. Dit lukt niet meer. Dit is een blijvend gegeven.
In die zin en bij wijze van compromis is concluante bereid om af te zien van een 2
de

volwaardige woning in het kader van HERSTEL van haar woonomstandigheden. Ze heeft
inderdaad geen 2
de
woning voor haar werk meer nodig. Alhoewel ze in wezen gerechtigd is
om het HERSTEL hiervan te vragen, minstens vergoeding ! Zonder ongeval had ze immers
wél een 2
de
woning in Frankrijk gehad ! Die ze kon verhuren !
Ook de nieuwbouwstudio van 75 m² wenst concluante HERSTELD te zien, en wel om
volgende reden : dit laat toe om eventuele vrienden die een handje komen toesteken, of een
paardentrainer ter plaatse te laten logeren. Het zal immers nog jaren duren – als dat al
terugkeert – vooraleer concluante terug zelf haar paarden kan trainen.
Als compromis verzoekt concluante bijgevolg dat uw rechtbank verweerster veroordeelt
tot het HERSTEL van haar woonomstandigheden, in concreto :
Een instapklare woning in de natuur in een straal van 40 km rond Vichte van uitstekende
kwaliteit zonder renovatiekosten, met minstens :
-een bewoonbare oppervlakte van 380 m²
- 4 slaapkamers (huidige slaapkamers in concluante’s woning zijn 40 m² per stuk)
- 2 badkamers (huidige badkamers in concluante’s woning zijn 16 m² per stuk)
-een ruime keuken (huidige keuken in concluante’s woning is 40 m²)
-een ruime living (huidige living in concluante’s woning is 40 m²)
-een ruim bureel (huidig bureel in concluante’s woning is 40 m²)
-een ruime inkom (huidige inkom in concluante’s woning is 20 m²)
-bijkeuken / berging (huidige berging in concluante’s woning is 40 m²)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
444

-zolderruimte
-apart gastenverblijf van 75 m²
Uw rechtbank zal willen weerhouden dat in bovenstaand geval, concluante terugvalt op DE
HELFT van wat ze nu heeft. In die zin is het gevraagde niet onredelijk, niet overdreven, maar
billijk en rechtvaardig. VOORAL gelet op het feit, dat niet alleen zonder ongeval, maar ook
ZONDER HET BEDROG, een terugkeer naar België niet nodig zou geweest zijn.
Paardenaccommodatie
In Frankrijk had concluante 20,50 ha grond waarvan 18,50 ha weide en 2 ha bos, 1
overdekte rijpiste van 20 x 30 m, 1 buitenpiste van 20 x 40 m, 1 longeercirkel van 40 m
diameter, 1 cross piste, 16 ruime stallen (elk min. 20 m²), 1 zadelkamer (80 m²), ruim 1000
m² aan schuren, opslagruimte, hangars (stuk 164). Dit alles van uitstekende kwaliteit,
instapklaar, zonder enige renovatiekost.
DAT IS DE REËLE EN BEWEZEN PAARDENACCOMMODATIE VAN CONCLUANTE ZOU ZIJ GEEN
ONGEVAL GEHAD HEBBEN.
Verweerster kan – terecht – opmerken dat een deel van de 20 ha in Frankrijk bedoeld was
voor de professionele activiteiten van concluante en dat de professionele activiteiten tgv
ongeval wegvallen voor concluante.
Concluante kan hier mee instemmen. Zij heeft (zie punt 7.1) meer dan 5 jaar lang
geprobeerd het werk te hernemen. Dit lukt niet meer. Dit is een blijvend gegeven.
In die zin en bij wijze van compromis is concluante bereid om af te zien van een deel van de
weides en pistes in het kader van HERSTEL van haar paardenaccommodatie. Ze heeft
inderdaad geen 20,50 ha en 4 pistes meer nodig voor privé gebruik. Alhoewel ze in wezen
gerechtigd is om het HERSTEL hiervan te vragen ! Zonder ongeval had ze immers wél 20 ha
en 4 pistes gehad ! Die ze desnoods kon verhuren ! Hierbij dient aangestipt te worden dat
het domein in Frankrijk op PERSOONLIJKE NAAM werd aangekocht – niet in naam van de
bvba … het betreft dus een privé eigendom, die ook deels voor professionele doeleinden zou
gebruikt worden.
Als compromis verzoekt concluante bijgevolg dat uw rechtbank verweerster veroordeelt
tot het HERSTEL van haar paardenaccommodatie, in concreto :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
445

Paardenaccommodatie aanpalend aan de woning zoals nu ook het geval is, en die
verplaatsingen vermijdt, van uitstekende kwaliteit zonder renovatiekosten, met minstens :
-9 ha weide (de helft van wat ze nu heeft)
-Optioneel : 1 ha bos (de helft van wat ze nu heeft)
-8 stallen (de helft van wat ze nu heeft)
-1 overdekte rijpiste van minstens 20 x 40 m zodat ze ook bij regen met haar paarden
aan de slag kan (de helft van wat ze nu heeft)
-1 longeercirkel (heeft ze nu ook)
-1 zadelkamer (heeft ze nu ook)
-1 schuur of hangar of opslagruimte die voldoende groot en hoog is om haar
paardenvrachtwagen, tractor in te parkeren, voldoende hooi / vlaslemen /
paardenvoeders / … kan bevatten (nu heeft ze er meerdere)
Uw rechtbank zal willen weerhouden dat in bovenstaand geval, concluante terugvalt op
MINDER DAN DE HELFT van wat ze nu heeft . In die zin is het gevraagde niet onredelijk, niet
overdreven, maar billijk en rechtvaardig. VOORAL gelet op het feit, dat niet alleen zonder
ongeval, maar ook ZONDER HET BEDROG dat hier op volgde, een terugkeer naar België niet
nodig zou geweest zijn. Concluante en haar gezin en haar paarden hebben lang genoeg de
prijs betaald voor dit bedrog. 1 paard is zelfs gestorven !! En niet van ouderdom … Panter
was slechts 16 jaar.
Verweerster kan dan argumenteren dat men geen 9 ha nodig heeft voor 3 paarden. Dat
klopt niet. Concluante is voorstander van zo paardnatuurlijk mogelijk leven. Dat betekent
geen meststoffen. In die zin is al minstens 1,5 ha per paard nodig. Dat is al 4,5 ha. Het
rendement van de aarde is minder. Ook is voor ’s winters hooi nodig, dat ze van de eigen
weides wil maken. Zoniet moet zij ’s winters 5 euro per paard per dag betalen (1 paard eet 1
hooibot van 15 kg per dag ’s winters en 1 bot biohooi kost minstens 5 euro per stuk) !! Dit is
absurd om 15 x 30 = 450 euro per maand aan biohooi te betalen als je zelf je hooi kan
maken. Ook is het belangrijk te roteren zodat uitputting van de bodem voorkomen wordt. 9
ha is wel degelijk noodzakelijk om de paarden toe te laten te leven zoals nu ook leven.
Bovendien wil ze hetzelfde systeem toepassen als in Frankrijk : de helft van het hooi in ruil
voor het onderhoud van de weides. Zo hoeft concluante zelf geen landbouwmateriaal aan te
kopen en heeft ze er geen werk mee of kosten aan. In dit kader herinnert concluante uw
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
446

rechtbank aan het feit dat zij zelf een tractor had (waarvoor er nog steeds een lening loopt
zie stuk 164), en die (snel en met groot verlies) moest verkopen (toen ze de kosten voor 6
weken revalidatie tgv ongeval moest betalen) mede omdat ze de kracht niet had om aan het
stuur te draaien … (en de poort van de schuur ramde en een elektriciteitspaal … ook weer
met alle kosten vandien). Zij kan dat dus zelf niet meer doen. Een ruilovereenkomst voor
onderhoud weides is kostenbesparend.
De kostprijs voor een dergelijke woning met paardenaccommodatie in West-Vlaanderen ligt
tussen de 2,5 en 4 miljoen euro. Het is onmogelijk om vooraf de exacte prijs te geven. Deze
accommodaties liggen dun gezaaid. Deze met een goede prijs-kwaliteitverhouding zijn
meteen verkocht. Zo was er vorige maand deze in Bellegem met 6 ha voor 2,65 miljoen euro.
Dat was op 3 weken tijd verkocht. Bij de aankoopprijs dienen de notariskosten en
registratierechten gerekend te worden. Dat is bijkomend zo’n 10 %.
Concluante vordert dan ook een provisie van 3 miljoen euro voor het herstel van haar
woon- en paardenaccommodatie.
UIT HET HERSTEL VAN DE WOON- EN PAARDENACCOMMODATIE VOLGT HET
HERSTEL MBT SCHEIDING VAN HAAR DOCHTERTJE.
Concluante zal zelf kunnen instaan voor de zorg van haar dochtertje. In moeilijke periodes of
bij pijn kan zij haar dochtertje een dagje naar vrienden of familie brengen. Familie en
vrienden kunnen ook gemakkelijker komen inspringen. Hiervoor dient dus geen bijkomend
herstel of bijkomende vergoeding voor de toekomst voorzien te worden.
UIT HET HERSTEL VAN DE WOON- EN PAARDENACCOMMODATIE VOLGT HET
HERSTEL VAN DE PIJNKLACHTEN.
Nu zit concluante in een vicieuze cirkel van uitputting en pijn door voortdurende
overbelasting. Door de herlocatie dicht bij vrienden en familie kan er snel ingesprongen
worden. Dat vermijdt dat de pijnklachten uitbreiden. Ook kunnen pijnklachten voorkomen
worden : vrienden en familie kunnen een handje toesteken bij kleine buitenklusjes. Zodra
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
447

deze schade hersteld is, dient er geen vergoeding voor pretium doloris meer voorzien te
worden.
UIT HET HERSTEL VAN DE WOON- EN PAARDENACCOMMODATIE VOLGT HET
VOORKOMEN VAN VERDERE VERERGERING VAN DE LETSELS.
De nek- en rugpijn van concluante nam de voorbije maanden exponentieel toe. Het
discuslijden in nek en rug kan verder evolueren naar een hernia. Dit dient voorkomen te
worden. Fysieke overbelasting vermijden is daar het antwoord op. Concluante wil starten
met hippotherapie : dit is bevorderlijk voor het herstel van motorische problemen en
verzacht rugpijn. In Frankrijk is dit niet mogelijk, er zijn geen hippotherapeuten in haar
buurt. In België is dat wel mogelijk.
UIT HET HERSTEL VAN DE WOON- EN PAARDENACCOMMODATIE VOLGT HET
HERNEMEN VAN HAAR HOBBY : MET DE PAARDEN BEZIG ZIJN.
Een kleinschaliger paardenaccommodatie die met de hulp van vrienden en familie
onderhouden kan worden, zal voorkomen dat concluante voortdurend haar tijd moet steken
in zoeken van hulp, bijstand, … . Misschien dat zij zo eindelijk terug wat tijd kan vinden voor
hetgeen ze het liefste doet : met de paarden bezig zijn. En misschien terug wat
levensvreugde vinden. Haar levensvreugde is totaal verdwenen tgv ongeval. Bovendien
vormen de paarden sinds de geboorte van haar dochtertje een belangrijk deel van haar
leven. Concluantes dochtertje moet evenzeer hersteld worden in de staat waarin ze zich
bevonden zou hebben zonder ongeval, en dus met de paardjes kunnen spelen. Bovendien
zitten paarden in haar bloed, langs vaders en moeders kant. Concluantes dochtertje is een
natuurtalent met paarden. ZONDER ONGEVAL ZOU HAAR DOCHTERTJE DIT OOK GEDAAN
HEBBEN.
UIT HET HERSTEL VAN DE WOON- EN PAARDENACCOMMODATIE VOLGT HET
DOORBREKEN VAN HET SOCIAAL ISOLEMENT.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
448

Concluante kan immers korte afstanden rijden. Zij zal terug een normaal sociaal leven
kunnen hervinden.
Tgv ongeval is dit nu niet mogelijk. Het sociaal leven is een wezenlijk onderdeel van het
mens-zijn. Het sociaal isolement zal ook een sleutelelement worden in de nieuwe wetgeving
die op komst is. Alles dient er aan gedaan te worden om dit te herstellen.
OVERGANGSMAATREGELEN
Een nieuwe woon- en paardenaccommodatie zal niet van vandaag op morgen gevonden
worden.
In de tussentijd dient concluante behoed te worden voor verdere schade / klachten / pijn en
dient zij zodra mogelijk herenigd te worden met haar dochtertje, zonder dat de paarden
daar het slachtoffer van moeten zijn.
In die zin vraagt concluante dat uw rechtbank verweerster veroordeelt tot de betaling van
een maandelijks budget voor de opvang van de paarden ten belope van 1.500 euro per
maand vanaf heden en dit tot op het moment dat de paarden in hun nieuwe thuis terecht
kunnen :
1.Hetzij door tijdelijke plaatsing van de paarden in België. De kostprijs daarvan
bedraagt 500 euro per paard per maand, hetzij 1.500 euro voor de 3 paarden samen
(zie attest dierenarts Paul Hanssens, stuk 224)
2.Hetzij voor toezicht en verzorging door Gary Clayton, voor zover de paarden nog
enkele maanden in Frankrijk kunnen blijven na 27 januari 2016. Gary Clayton vraagt
1.500 euro per maand voor de verzorging van de paarden + eenmalige
verplaatsingskost UK – FR.
NOGMAALS : ZONDER ONGEVAL WAS DIT ALLEMAAL NIET NODIG GEWEEST !!
Ook vraagt concluante dat uw rechtbank verweerster veroordeelt tot de betaling van de
huur voor een tijdelijk onderkomen voor concluante en haar dochtertje in Vichte, dit vanaf
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
449

heden en in afwachting dat de nieuwe woon- en paardenaccommodatie gevonden is en er
naar verhuisd kan worden :
1.Immers, zonder ongeval had concluante geen tijdelijk onderkomen nodig gehad : ze
zou haar eigen woning in Vichte nog hebben. Het dochtertje van concluante gaat
naar school in Vichte. Het is belangrijk dat zij niet al te veel veranderingen meer hoeft
te ondergaan en dat zij haar schooljaar daar kan afmaken. Ze heeft haar vriendjes en
vriendinnetjes daar in de klas. Ze heeft al genoeg meegemaakt op haar jonge leeftijd.
2.Ook kan niet van concluante’s moeder verwacht worden dat zij blijft opdraaien voor
alle zorgen en kosten ! Zij heeft genoeg offers – zowel qua geld als qua tijd – gebracht
en ook zij heeft recht om haar leven terug te krijgen. Ook zij is gegijzeld door (de
gevolgen van) het ongeval van concluante. Zij mag een beetje genieten van haar
pensioen, ipv full time meid, secretaresse en babysit te spelen en zelf geen privé
leven meer te hebben.
3.Concluante beschikt bij haar moeder over een kamertje van 10 m². Dat is geen
probleem voor een nachtje, maar dat is NIET leefbaar weken na elkaar. Verwachten
dat concluante op 10 m² blijft leven, is GEEN HERSTEL van schade. Bovendien is het
vnl. door hyperacousis niet mogelijk om lange tijd bij moeder te verblijven.
Concluante verzoekt daarom uw rechtbank om als overgangsmaatregel een budget van
1.500 + 750 euro = 2.250 euro per maand te willen voorzien, te lopen vanaf datum vonnis
tot intrek in de nieuwe woonst, en alvast een provisie te willen voorzien voor de eerste 6
maanden, hetzij 13.500 euro. Het lijkt niet realistisch te zijn dat op 3 maanden tijd een
geschikte woonst gevonden zal zijn – meer de nodige tijd voor het verlijden van de akte.
BIJKOMENDE KOSTEN VERBONDEN AAN DEZE HERSTELMAATREGEL :
1.Verhuiskosten
De verhuis van de paarden naar Frankrijk kostte 5.000 euro. De terugkeer zal wellicht
evenveel, mogelijks meer bedragen (het leven wordt duurder). Concluante vraagt
een provisie van 5.000 euro, te vermeerderen of te verminderen naargelang de
concrete kost hoger of lager zou uitvallen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
450

Ook de meubels en huisraad en diverse materialen dienen naar België verhuisd te
worden (voor zover zij niet in beslag genomen worden op 8 januari 2015 – Gelukkig
Nieuwjaar …). Dit zou zonder ongeval NIET nodig geweest zijn ! Concluante vraagt
een provisie van 5.000 euro, te vermeerderen of te verminderen naargelang de
concrete kost hoger of lager zou uitvallen.
Hetzij samen 10.000 euro provisioneel voor de verhuiskosten.
2.Kosten notaris, registratierechten
Niet alleen de aankoopprijs, maar ook de kosten voor de notaris, registratierechten,
edm dienen door verweerster gedragen te worden. Aangezien het onmogelijk is om
deze op vandaag concreet te begroten, vraagt concluante hiervoor een provisie van
300.000 euro (10 % van de vermoedelijke aankoopprijs), nadien te vermeerderen of
te verminderen naargelang de reële kost.
3.Kosten kadastraal inkomen
Momenteel betaalt concluante een kadastraal inkomen van 1.252 euro (stuk 277).
Wellicht zal dit in België hoger liggen. ZONDER ONGEVAL HAD CONCLUANTE GEEN
HOGER KADASTRAAL INKOMEN HOEVEN BETALEN DAN WAS ZIJ IN FRANKRIJK
GEBLEVEN. Concluante vraagt hiervoor een voorbehoud.
4.Doorlopende vaste kosten Frankrijk
Het is niet omdat concluante er niet meer woont, dat de kosten plots ophouden te
bestaan. Die lopen gewoon door. Hoeveel die bedragen, kan momenteel niet gezegd
worden. Het hangt ook af van de datum van inbeslagname. Verzoekster vraagt een
provisie hiervoor van 10.000 euro.
Verzoekster vraagt uw rechtbank dat zij verweerster veroordeelt tot de vaste kosten
mbt Frankrijk vanaf datum vonnis tot het ogenblik van inbeslagname door de Franse
bank. Zonder ongeval had zij immers kunnen werken en deze zelf kunnen betalen en
had ze al helemaal niet hoeven te verhuizen.
5.Andere
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
451

Concluante vraagt voorbehoud voor de andere kosten hieraan verbonden waar zij op
vandaag nog geen zicht op heeft.
HERSTEL VAN DE HOND
Een hond maakt al heel haar leven deel uit van haar gezin. Door het ongeval maar vooral het
gebrek aan hulp en bijstand kon concluante niet herstellen en kon zij de opvoeding van een
hond niet meer aan. De pup moest (gratis) weggegeven worden, dit is een verliespost.
Concluante wil dan ook dat dit essentieel aspect hersteld wordt. Na een rust- en
aanpassingsperiode wil zij opnieuw een Leonberger. Een puppy kost (momenteel) 1.200
euro (Leodipako). Ze worden meestal in juni geboren.
Concluante verzoekt uw rechtbank om verweerster te veroordelen tot de aankoopkost van
een nieuwe pup en dit ten belope van 1.200 euro.
HERSTEL VAN 2
DE
KINDJE
Concluante verwijst naar punt 7.B.3.
Zij vraagt uw rechtbank om verweerster te veroordelen tot de kosten van de
adoptieprocedure en dit ten belope van 50.000 euro.
ANDER HERSTEL
Concluante vraagt voorbehoud voor andere herstelmaatregelen die ze vergeten toe te
voegen is nu omdat het allemaal rap moet gaan en voor herstelmaatregelen waar ze nu nog
geen zicht op heeft.
SAMENVATTEND :
De herstelmaatregelen kunnen provisioneel begroot worden op :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
452

1.3.000.000 euro voor het herstel van de woonaccommodatie voor het hele gezin : dwz
mens en paard
2.13.500 euro voor het voorlopig logement
3.10.000 euro voor de verhuiskosten
4.300.000 euro notaris- en registratiekosten
5.10.000 euro voor de doorlopende vaste kosten Frankrijk
6.1.200 euro voor de hond
7.50.000 euro voor de adoptieprocedure
Hetzij samen : provisioneel 3.384.700 euro
Met voorbehoud voor de kosten die op heden nog niet exact begroot kunnen worden
7.4 WELKE SCHADE DIENT VERGOED TE WORDEN ?
I.STOFFELIJKE SCHADE
A.Gebruiksderving wagen
Het duurde 31 dagen voor de wagen hersteld was. Dat blijkt uit de herstelfactuur (stuk 26).
Voor de gebruiksderving (wachttijd en overschakelingsduur) wenst concluante een
vergoeding te bekomen van :
31 dagen x 15 euro = 465 euro
Het is niet omdat concluante toen nog niet zelf met de wagen kon rijden, dat deze
vergoeding niet verschuldigd zou zijn. Concluante’s vrienden en familie konden geen gebruik
maken van haar wagen om haar rond te voeren of om boodschappen voor haar te doen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
453

Meer de (verwijl- of) gerechtelijke intrest, aan de wettelijke rentevoet, op voormelde
hoofdsom vermeerderd met de vergoedende intrest, vanaf de dag van de tussen te komen
uitspraak tot de dag van de daadwerkelijke betaling.
B.Medische en aanverwante kosten
Er is geen tijd meer om alle facturen op te zoeken en op te lijsten. De meeste zijn op papier
en concluante geraakt geen wijs uit papier, ze zal hierbij hulp nodig hebben. Vast staat, dat
het ook hier duizenden euro’s betreft.
Naast een TENS toestel, therapeutische bril, … werd er ook een Eductor toestel aangekocht
om thuisbehandeling met biofeedback mogelijk te maken en om de dure externe
behandelingen te kunnen vermijden. De voortzetting van de behandeling voor TBI, die in de
CONCRETE LEEFOMSTANDIGHEDEN van concluante NIET mogelijk was nu er geen therapeut
in de buurt was en voortdurend heen en weer pendelen naar België niet mogelijk was, werd
voorgeschreven door Dr Van Haevenberghe (stuk 363) die dit als ‘noodzakelijk’ omschreef en
moet aldus terugbetaald worden, zoals ook gesteld door Dr Van Walleghem.
De kostprijs van dit toestel alleen al bedroeg 14.000 euro (stuk 364). Aangezien concluante
dit nog moet terugbetalen aan de persoon die het geld voor de aankoop geleend heeft,
vraagt concluante dat MINSTENS deze kost als provisie bevolen wordt.
Ook de terugbetaling van de hormonale behandeling in 2015 van 3.600 euro wil zij bekomen
(stuk 365). Deze volgde op de hormonale ontregeling die als secundaire klacht van het
opgelopen TBI ontstond.
Meer een provisie van 4.000 euro voor de overige voorbije medische en aanverwante kosten
(groeihormoonbehandeling alleen al is 371,64 euro per maand ! zie stuk 193 ; plus nog alle
kinesisten, Ussel, revalidatieziekenhuis, …), hetzij samen 21.600 euro.
Concluante is in het gebruik van Eductor nu beperkt tot een protocol dat voor haar
uitgeschreven werd (Alzheimer protocol !) en kan de andere behandelmogelijkheden nog
niet benutten.
Ze wil hiervoor een opleiding volgen, maar is daartoe momenteel nog niet in staat. Ze heeft
geen energie nu om zo’n opleiding bij te wonen, plus ze vergeet alles wat geleerd wordt,
eerst moet op de geheugenfuncties verder gewerkt worden. Het verdwijnen van een pak
stress zal hier hopelijk een positief effect op hebben. Concluante vraagt uitdrukkelijk
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
454

voorbehoud voor de kosten van deze opleiding, die noodzakelijk is om een passende
behandeling te kunnen verderzetten.
Uit de hormonal streaming behandeling van zomer 2015 blijkt namelijk dat deze echt werkt :
concluante haar regels keerden na meer dan 2 jaar terug. Bovendien is het effect blijvend.
Zes maanden later heeft ze nog steeds haar regels, stipt als een klok. Concluante wil op basis
van de natuurlijke biofeedback behandeling, die de lichaamseigen elektriciteit gebruikt, haar
hormonale dysfuncties opgelost krijgen, zodat zij kan stoppen met de synthetische (en dure)
groeihormoonbehandeling. Op lange termijn is dit bijzonder kostenbesparend : 1 jaar
groeihormoonbehandeling kost nl. bijna 4.500 euro, op 10 jaar tijd is dat 45.000 euro, op 20
jaar tijd 90.000 euro, enz.. In die zin is het bekomen van een opleiding om deze kost uit te
sparen, dubbel en dik gerechtvaardigd. Ook pijnreductie behoort tot de mogelijkheden van
Eductor, ook het stimuleren van spieren, enz. – allen zaken die ZEER welkom zijn voor
concluante !
Voor de voorbije en toekomstige medische en aanverwante kosten dient bovendien eerst
het vonnis van uw rechtbank gekend te zijn waarin bepaald zal worden welke voorbije en
toekomstige medische kosten in aanmerking genomen worden. Daarom wordt er voor de
toekomstige medische kosten enkel een provisionele begroting van 1 euro gevraagd.
Het totaal voor deze schadepost bedraagt dus provisioneel 21.600 euro voor reeds bewezen
kosten, meer 1 euro provisioneel voor toekomstige medische kosten, met voorbehoud voor
de nog niet bewezen kosten en de opleiding biofeedback.
Meer de (verwijl- of) gerechtelijke intrest, aan de wettelijke rentevoet, op voormelde
hoofdsom vermeerderd met de vergoedende intrest, vanaf de dag van de tussen te komen
uitspraak tot de dag van de daadwerkelijke betaling.
C.Verplaatsingskosten
De verplaatsingskosten van concluante zijn enorm. Dat heeft alles te maken met :
1)haar specifieke en atypische woonsituatie :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
455

a.Woonachtig in Frankrijk, bovendien op het platteland en geïsoleerd, ver van de stad
b.Per verplaatsing naar België is dat 1.250 km
c.Per verplaatsing naar een lokale arts of kinesist is dat 40 km (Montluçon) tot 105 km
(Clermont Ferrand)
2)haar specifieke en atypische gezinssituatie :
a.alleenstaande moeder, geen hulp van inwonende partner
b.geen familie of vrienden die in de buurt wonen en die even kunnen komen
inspringen
c.per verplaatsing naar België is dat 1.250 km
Iedere schadepost dient waar mogelijk in concreto begroot te worden : dwz met inachtname
van de persoonlijke leefomstandigheden van concluante. Bovendien voorziet Artikel 1382
BW dat àlle schade moet vergoed worden. Een raming ex aequo et bono schendt dit
principe. Dat betekent concreet dat alle verplaatsingskosten mbt :
1)medische behandelingen, doktersafspraken, diverse onderzoeken, apotheek, …
2)oproepingen en controles door Securex, RIZIV, Hoge Raad voor Invaliditeit, welke
concluante zonder het ongeval uiteraard NIET gehad zou hebben
3)verplaatsingen betaald door concluante voor hulp door derden en vrijwilligers
4)verplaatsingen van familie die in noodgevallen diende ingeschakeld te worden
integraal vergoed dienen te worden.
Verweerster zal wellicht steigeren als ze onderstaande begroting ziet, maar dan mag zij 2
zaken niet uit het oog verliezen :
1)dit zijn de REËLE kosten gemaakt voortvloeiend uit de REËLE woonsituatie van
concluante
2)wellicht waren deze kosten overbodig geweest had zij ZELF zoals ze beloofd had voor
de nodige hulp ter plaatse gezorgd. Dan hadden derden al deze kosten niét hoeven
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
456

maken. EN WAS CONCLUANTE MISSCHIEN HERSTELD GEWEEST 1 jaar na ongeval ! Zij
had 85 % kans daartoe !
De berekening van het aantal km is eenvoudig te maken : concluante heeft zich sinds
ongeval NIET met de wagen verplaatst, tenzij ze niet anders kon : voor medische of
procedurele redenen. Zij vermijdt tot op vandaag het autorijden aangezien dit enerzijds te
belastend is (rugpijn, nekpijn, hoofdpijn), anderzijds gevaarlijk is (concentratie, dubbel zien,
schrikken bij tegenligger, vertraagd reageren, …). Men kan dus stellen dat iedere km die
concluante afgelegd heeft sinds ongeval, kadert in de opvolging van de letselschade en de
gerechtelijke procedure.
Er waren geen bijkomende verplaatsingen voor boodschappen : in Frankrijk werd dit
gecombineerd met de talrijke doktersbezoeken en behandelingen ; in België werden de
boodschappen door haar moeder gedaan, die met haar eigen wagen reed. Concluante kent
niemand in Frankrijk. Zij leeft totaal geïsoleerd sinds ongeval. Zij kon geen nieuwe vrienden
maken. Zij kon het werk niet hernemen. Er waren dus ook geen professionele
verplaatsingen. Concluante kan sinds ongeval geen enkele hobby meer beoefenen of uitgaan
of op vakantie gaan. Ook in die zin waren er dus geen verplaatsingen.
De kilometerteller van de wagen van concluante stond op het moment van ongeval op
102.500 km. Dat blijkt uit de foto’s genomen door de hersteller Perfekt Car (stuk 23).
Concluante heeft deze wagen begin november 2015 verkocht. Op het moment van de
verkoop bedroeg de tellerstand 191.236 km. Dat blijkt uit de verkoopfactuur.
Het verschil tussen beiden bedraagt 88.736 km.
Hiervan kunnen er 4 verplaatsingen per jaar in mindering gebracht worden. Concluante zou
zonder het ongeval immers ook enkele keren naar België teruggekeerd zijn. We zijn 5 jaar
verder, 20 verplaatsingen (5 x 4) kunnen dus in mindering gebracht worden: 20 x 1.250 km =
25.000 km.
Het restant, 63.736 km, dient weerhouden te worden als zijnde verplaatsingen ten gevolg
van het ongeval.
Een vergoeding van 0,50 euro / km is billijk.
Dat resulteert in 63.736 x 0,50 = 31.868 euro als kilometervergoeding met de oude wagen
van concluante.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
457

Concluante kocht begin november 2015 een tweedehandswagen aan. Bij de aankoop stond
de kilometerteller op 6.100 km. Dat blijkt uit de aankoopfactuur (stuk 280). Vandaag staat de
kilometerstand op 9.000 km. Dat blijkt uit de foto op heden genomen.
Het verschil tussen beiden bedraagt 2.900 km.
Het betreft een grotere wagen dan de oorspronkelijke wagen, die bovendien veel verbruikt –
meer dan het dubbele dan haar vorige wagen. De grotere wagen was noodzakelijk omdat
concluante telkens een hele verhuis moet doen als zij naar België komt voor meerdere
weken : kledij, kledij voor haar dochtertje, schoenen, Eductor, computer, medisch dossier,
gerief voor dochtertje, toiletgerief, speelgoed, … Het was niet meer haalbaar dit telkens met
de bestaande wagen te doen, ook was het onveilig (de auto zat zo volgepropt telkens dat je
niet meer door de achteruitkijkspiegel kon kijken + gevaar dat tassen op kinderstoeltje en
dochtertje schuiven). Deze steeds weerkerende verhuis is tevens gevolg van het ongeval. Het
spreekt voor zich dat concluante zonder ongeval niet telkens wekenlang, soms
maandenlang, in België zou hoeven verblijven als zij weer eens helemaal vast zit. Zonder
ongeval had een normale bagage voor een kort verblijf in België volstaan.
In die zin is een aangepaste vergoeding van 1 euro / km billijk.
Dat resulteert in 2900 x 1 = 2.900 euro als kilometervergoeding met de nieuwe wagen van
concluante.
Bijkomend dienen de peagekosten die concluante bij iedere verplaatsing naar België diende
te maken, vergoed te worden. Concluante had deze uiteraard niet gehad, had zij zich niet
telkens voor behandelingen, expertisezittingen, e.a. naar België moeten verplaatsen. De
peagekosten bedragen 48 euro per enkele rit, 96 euro voor een verplaatsing heen en terug.
Er zijn in totaal X verplaatsingen Frankrijk – België heen en terug geweest met de eigen
wagen sinds ongeval.
Hiervan kunnen er, net zoals hierboven omschreven, 4 verplaatsingen per jaar in mindering
gebracht worden. Concluante zou zonder het ongeval immers ook enkele keren per jaar naar
België teruggekeerd zijn. We zijn 5 jaar verder, 20 verplaatsingen kunnen dus in mindering
gebracht worden.
20 x 96 euro = 1.920 euro kan in mindering gebracht worden van de totale peagekost.
Het restant, X verplaatsingen heen en terug, dienen weerhouden te worden als zijnde gevolg
van het ongeval.
Dat resulteert in 33 x 96 euro = 3.168 euro voor de peagekosten België-Frankrijk tgv ongeval.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
458

Bijkomend is er peage te betalen tussen Montmarault en Clermont Ferrand. Diverse
behandelingen vonden plaats in Clermont Ferrand.
De peagekost voor een verplaatsing heen en terug bedraagt 2 x 5,70 euro ofte 11,40 euro
per behandeling / doktersafspraak.
Er waren in totaal 17 doktersbezoeken en behandelingen in de voorbije 5 jaar en 3 maanden
in de regio Clermont Ferrand (Dr Barnichon, Dr Novel, Dr Ussel). Zonder ongeval had
concluante deze verplaatsingen en dus kosten uiteraard niet hoeven maken.
17 x 11,40 = 193,80 euro voor de peagekosten Montmarault – Clermont Ferrand.
Er zijn geen peagekosten tussen Montmarault en Moulins, Néris Les Bains, Montluçon.
Bijkomend waren er diverse onderzoeken / expertises in het kader van de verdediging van
het dossier. Te weten : Pierquet, Peyroles, Dumas, in de regio rond Parijs. Ook hierbij diende
er peage betaald te worden. Concluante heeft de bonnetjes niet bijgehouden. Forfaitair
kunnen deze begroot worden op 30 euro per expertise onderzoek, hetgeen minder zal zijn
dan het reële bedrag, hetzij 90 euro.
Na ongeval was concluante absoluut niet in staat om zelf met de auto te rijden. Ze diende
zich een aantal keer met de taxi te verplaatsen. AG gaf haar akkoord om deze kosten ten
laste te nemen (zie stuk 278).
De taxikosten van doktersbezoek Desmet bedragen 50 euro. (Kortrijk – Vichte ; enkel
terugrit, gevoerd tijdens heenrit)
Concluante had niet de concentratie om al haar bonnetjes en facturen te doorlopen en
vraagt voor de rest voorbehoud.
Concluante diende zich ook een aantal keer met de trein te verplaatsen. De kosten voor de
treinticketten dienen vergoed te worden. Het spreekt voor zich dat concluante zonder
ongeval zich niet met de trein had hoeven verplaatsen.
Concluante had niet de concentratie om al haar bonnetjes en facturen te doorlopen en
vraagt hiervoor voorbehoud.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
459

Het subtotaal van de diverse verplaatsingskosten met peages en het treinverkeer en
taxiritten voor concluante bedraagt provisioneel 38.269,80 euro.
Maar niet alleen concluante diende verplaatsingsonkosten te maken. Jarenlang dienden
derden haar te brengen / komen halen. Zo diende concluante gerepatrieerd te worden op
27 november 2010. Hiervoor diende ze een factuur van 920 euro te betalen (stuk 319). De
hospitalisatieverzekering kwam tussen voor een forfaitair bedrag van 400 euro. De opleg
dient vergoed te worden : 520 euro.
Daarnaast diende concluante de treintickets te betalen voor haar ‘chauffeurs’ : immers,
telkens zij naar België moest komen, moest iemand haar in Frankrijk komen halen. Zelf was
zij niet in staat het lange traject alleen af te leggen. De ‘chauffeur’ van dienst kwam met de
trein naar Frankrijk, reed dan met concluante’s auto naar België ; en omgekeerd, bij de
terugrit reed de ‘chauffeur’ met concluante’s auto terug naar Frankrijk, en keerde daarop
met de trein terug naar België. Dat was nodig omdat de hond niet alleen achtergelaten kon
worden en omdat er te veel zaken meeverhuisd moesten worden. Dit was telkens een
enorm omslachtige, stresserende, tijdrovende en dure organisatie.
Bovendien moest concluante ook telkens voor eten en logement zorgen. Ook dit bracht werk
en kosten met zich mee. Ook moest concluante onderweg dan instaan voor eten en drinken
van de chauffeur. Het is onmogelijk om al deze kosten te begroten. Forfaitair vraagt
concluante hiervoor 1.000 euro, hetgeen een zware onderwaardering is.
In totaal pendelden verschillende chauffeurs in de eerste 3,5 jaar na ongeval zo’n 20 keer
heen en weer. De prijs voor een treinticket heen en terug schommelt naargelang het tijdstip
van de dag en het jaar tussen de 120 en 200 euro heen en terug. Als wij het gemiddelde
nemen, komt dat op 160 euro per traject. Het spreekt voor zich dat zonder ongeval,
concluante geen chauffeurs zou nodig gehad hebben ! Deze kostenpost dient integraal
vergoed te worden conform artikel 1382 BW.
20 x 160 euro = 3.200 euro
In periodes dat concluante zeer slecht was, kon het hele traject niet in 1 keer afgelegd te
worden en moest er halverwege overnacht worden. In het begin was concluante zelfs 3
dagen onderweg en moest er 2 x gestopt worden. Na enkele km werd zij misselijk en soms
moest zij overgeven. Dit is typisch na hersenschudding. Als concluante al alleen kon rijden,
deed zij dat doorgaans bij vrienden rond Parijs. Als er een chauffeur meewas, kon dat niet en
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
460

moest er soms een hotel betaald worden. Dit waren telkens goedkope weghotels.
Concluante heeft niet al die bonnetjes bijgehouden. De kostprijs schommelde rond de 65
euro voor 2 personen. Ook als concluante bij vrienden bleef overnachten, bracht dat kosten
met zich mee. Zij betaalde dan een etentje of bracht een bloemetje mee of … Deze
kostenpost dient ex aequo et bono begroot te worden met een forfait van 40 euro per
overnachting. Er waren minstens 50 overnachtingen heen en terug sinds ongeval tot heden.
ZONDER ONGEVAL HAD CONCLUANTE NIET HOEVEN STOPPEN HALVERWEGE EN HAD ZIJ
DEZE KOSTEN NIET GEHAD !
50 x 40 = 2.000 euro
Daarnaast moest de moeder van concluante te pas en te onpas komen bijspringen. Dit was
vooral het geval op het einde van de zwangerschap en sinds de geboorte van concluantes
dochtertje.
De moeder van concluante maakte de volgende verplaatsingen naar Frankrijk :
-2010 : 0
-2011 : 1
-2012 : 4
-2013 : 10
-2014 : 9
-2015 : 1
De moeder van concluante is verre van een held in het verkeer. Tot het overlijden van haar
man (16.12.2007) reed zij zelf bijna nooit met de auto. De vader van concluante reed met de
wagen, de moeder reed altijd met de fiets naar het werk en deed meestal per fiets de
boodschappen. Zij was nooit verder dan een straal van 20 km rond de woning geweest met
de auto. Zij zou deze verplaatsingen zelf nooit maken. Ze moest dan ook voor iedere
verplaatsing zorgen voor een medepassagier, anders durfde zij de rit niet aan. Onnodig
hierbij te vermelden welk tijdsverlies, stress en organisatie dit iedere keer voor haar
meebracht !
Bovendien moest ze telkens voor vervanging zorgen op haar werk (zij is door ongeval
concluante ook vervroegd op pensioen moeten gaan om voor concluantes dochtertje te
kunnen helpen zorgen) en moest ze 1 van haar zussen inschakelen om de zorg voor haar
vader (concluantes grootvader) over te nemen. Hij lijdt aan Alzheimer. Concluantes moeder
vermijdt lange ritten met de wagen om gezondheidsredenen. Juist omdat het heen en weer
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
461

rijden fysiek niet meer haalbaar was voor de moeder van concluante, is zij daar mee gestopt.
Het gevolg : concluante kon zelf de verplaatsingen niet aan, de moeder ook niet, dus kon zij
wekenlang na elkaar haar dochtertje niet meer zien … EN DAT INTUSSEN SINDS 1,5 JAAR !!
EEN SCHANDE !!
De moeder van concluante moet vergoed worden voor de dure verplaatsingen die zij diende
te maken om haar dochter te komen bijstaan, nu iedere structurele hulp door derden
onmogelijk gemaakt werd en geweigerd werd door verweerster.
Concreet betreft het : 25 x 1.250 km = 31.250 km
Een vergoeding van 0,50 euro / km is billijk.
Dat geeft een totaal van 15.625 euro.
Hierbij dienen de peagekosten te worden bijgeteld : 25 x 96 = 2.400 euro
Ook zag zij zich uit beleefdheid genoodzaakt telkens haar medepassagier met een hapje
en/of een drankje te ‘trakteren’ onderweg. Ook deze kost zou de moeder van concluante
niet gehad hebben zonder ongeval. Forfaitair kan hiervoor 2 x 10 euro per heen/terug traject
voorzien worden, hetzij 2 x 10 x 25 = 500 euro.
Het subtotaal van de diverse verplaatsingskosten met peages en het treinverkeer en
diverse voor helpers van concluante bedraagt provisioneel 25.245 euro.
Daarnaast staat de moeder van concluante sinds 1,5 jaar quasi onafgebroken in voor de zorg
van het dochtertje van concluante. Ook in dit kader moet zij steeds verplaatsingsonkosten
maken : naar school, naar de dokter, naar de winkel, naar … Deze kosten zouden zonder
ongeval niet ten laste gevallen zijn van de moeder van concluante. Zonder ongeval zou
concluante immers zelf kunnen instaan voor de zorg van haar dochtertje ! Hiervoor dient
een forfaitair bedrag voorzien te worden van 50 euro per maand, hetzij 900 euro voor het
voorbije 1,5 jaar. Het spreekt voor zich dat zonder ongeval, concluantes dochtertje bij haar
in Frankrijk zou wonen, en dat haar moeder geen kosten zou hebben om concluantes
dochtertje overal naartoe te brengen ! Dit is een rechtstreeks gevolg van het ongeval.
Daarnaast is het vooral de moeder van concluante die haar overal rondvoerde in België :
naar Dr Van Loo (oktober 2010) tegen de Nederlandse grens, naar Baeke (maart 2011) tegen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
462

Brugge, naar de huisarts, naar de kinesist, naar diverse andere artsen en onderzoeken en … .
Plus naar de apotheek, naar de post, naar de bank, naar de boekhouder, naar haar vriend als
die in de streek was, naar … Alles kwam gewoon op de schouders van concluantes moeder
terecht, behalve voor de paarden toen zij nog in België waren, daar was een andere
chauffeur voor. En nog … Pas vanaf mei 2011 kon concluante terug zelf relatief normaal met
de auto rijden, en dan nog, beperkt qua afstand en beperkt in tijd. Het duurde tot midden
2013 voor concluante langere afstanden aankon. Telkens na een traject Frankrijk – België
was concluante totaal uitgeput, en lag ze een week te bed, soms langer. Ook dan moest de
moeder van concluante overal rond rijden voor en met concluante. Zoals bijvoorbeeld nog in
2014 : 3 weken na elkaar, 3 x per week naar Antwerpen heen en terug voor Brai²n
neurofeedback behandeling ; 4 weken na elkaar 1 x per week naar Brussel heen en terug
voor Indigo biofeedback behandeling ; plus 1 oog was 3 weken lang afgeplakt in het kader
van de neurovisuele behandeling, autorijden was totaal onmogelijk toen. Of nog, iedere keer
dat concluante met de trein naar België kwam : naar Rijsel heen en terug, en eens ter plaatse
ook overal rondrijden met concluante want haar wagen stond nog in Frankrijk. Het is écht
een HEL geweest – voor iedereen. Het is onmogelijk om het precieze aantal km exact te
bepalen. Minstens zal concluantes’ moeder in de periode 2010 – 2014 met haar eigen wagen
in België 2.000 km per jaar afgelegd hebben voor of met concluante. 4 x 2.000 km = 8.000
km. Daarna kon concluante zelf terug beter rijden, vooral na de therapeutische bril (vanaf
juni 2014).
8.000 km x 0,50 euro = 4.000 euro
Dat brengt het subtotaal voor de verplaatsingsonkosten die de moeder van concluante in
België diende te maken tgv ongeval op 4.900 euro.
Ook Marc Pareit (hoofdchauffeur 2) diende diverse verplaatsingsonkosten te maken :
·Controle RIZIV in Brugge : 2 x 50 km = 100 km
·Expertise Casselman in Brugge : 2 x 50 km = 100 km
·Neurofeedback behandeling Brai²n 2014 : 9 x naar Antwerpen : 9 x 2 x 100 km =
1.800 km
·ITT test in Antwerpen : 2 x 100 km = 200 km
·Talloze kleine verplaatsingen naar god weet waar nog toen concluante met de trein
kwam en zelf zonder auto zat, inclusief heen en terug ritten naar Rijsel, forfaitair
begroot op 1.000 km
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
463

Hetzij 3.200 km ; 3.200 km x 0,50 euro = 1.600 euro

En dan hebben we het nog niet over de andere chauffeurs die met concluante moesten
rondrijden in België toen ze dat zelf nog niet kon … Jelle, Bjorn, Fanny, Marleen, Erik, Mieke,


Het spreekt voor zich dat het grootste deel van deze kosten NIET gemaakt hadden hoeven
worden, had verweerster ter plaatse de nodige hulp door derden voorzien voor concluante,
die het haar zouden mogelijk gemaakt hebben om zelf in te staan voor de zorg van haar
dochtertje.
Het alternatief was het plaatsen van het dochtertje van concluante in een pleeggezin !
Verweerster was van bij de start op de hoogte van de specifieke woonsituatie van
concluante. Zij kan als argument niet aanhalen dat het domicilie adres van concluante in
Vichte staat en dat enkel de verplaatsingskosten in België in rekening genomen kunnen
worden. Meer nog : het is verweerster die concluante het mes op de keel zette om te
MOETEN verhuizen naar Frankrijk ! Dan nog onder het valse voorwendsel dat zij wel voor de
nodige hulp zouden zorgen !!! Achteraf kan zij zich dan bezwaarlijk verschuilen achter de
drogreden ‘domicilie adres in Vichte’ om de hoge verplaatsingsonkosten te omzeilen. Deze
kosten zijn REËEL en hadden zonder ongeval NIET bestaan.
Bovendien was verweerster van bij de start op de hoogte van de ernst van de letsels van
concluante. Bovendien heeft ze met haar bedrog alles op alles gezet om de letsels van
concluante op de meest laag bij de grondse manieren eerst, te laten afwijzen. Hierdoor is
verweerster zelf verantwoordelijk voor het feit dat de hele procedure vertraagd en gerokken
werd, en de kosten dientengevolge bleven oplopen. Los van het feit, dat concluante 85 %
kans had op genezing, had ze in het eerste jaar na ongeval de beloofde hulp gekregen !!!
VERWEERSTER IS GEHEEL VERANTWOORDELIJK VOOR DE SITUATIE VANDAAG !! Niet (alleen)
het ongeval. WEL het gedrag van verweerster !!! Had concluante de verkoop geannuleerd, of
minstens uitgesteld, zoals ze van plan was na het ongeval, dan was zij nooit naar Frankrijk
verhuisd, toch niet zo kort na ongeval, en dan had zij ook al die hoge vervoerskosten NIET
gehad !! Verweerster kan dan ook beschouwd worden als de ENIGE verantwoordelijke voor
het feit dat deze kosten zo hoog opgelopen zijn. Het spreekt dan ook voor zich dat zij deze
kosten, die vermeden hadden kunnen worden had zij zich van bij de start correct opgesteld,
terugbetaalt aan de betrokkenen.
Temeer, aangezien het louter vergoeden van hun verplaatsingsonkosten, hen niet eens
compenseert voor het DAGENLANGE tijdsverlies dat hiermee gepaard ging. Concluante’s
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
464

moeder moest meermaals (onbetaald) verlof nemen. De belangrijkste andere chauffeur,
Marc Pareit, was telkens 4 – 5 dagen kwijt, en dat als zelfstandige ! Dat leidde tot een pak
stress voor hem, werkherschikking, én inkomstenverlies. Zeker in die zin lijkt het het minste,
dat hun vervoersonkosten terugbetaald worden – en dat nota bene 5 jaar na datum …
Ook de transportkosten mbt de paarden dienen vergoed te worden door verweerster.
Concreet betreft het 2 kostenposten :
1.De overbrenging van de paarden van Kerstenburg (Dentergem) naar een weide in
Vichte, kort na ongeval (verweerster had ingestemd om de paarden dichter bij huis te
brengen zodat concluante er te voet naartoe zou kunnen gaan ; ze kon immers niet
met de auto rijden)(zie stuk ) – 390 euro
2.De overbrenging van de paarden naar Frankrijk via een transporteur (toegezegd door
Yves Deman, AG inspecteur ; concluante had zelf een paardenvrachtwagen voor het
transport maar kon deze niet besturen na ongeval ;er MOEST verhuisd worden dus
werd er een paardentransporteur ingeschakeld) – 5.000 euro
Beide kostenposten had verweerster kort na ongeval toegezegd. Hierover kan dus geen
discussie bestaan.
Concreet betreft het 390 euro (1) en 5.000 euro (2)(zie stuk X) ; in totaal 5.390 euro.
Recapitulerend :
-Vervoersonkosten concluante : 38.269,80 euro
-Vervoersonkosten moeder en helpers Frankrijk :25.245,00 euro
-Vervoersonkosten moeder België : 4.900 euro
-Vervoersonkosten Marc België : 1.600 euro
-Vervoersonkosten paarden : 5.390 euro
-TOTAAL transportkosten : 75.404,80 euro
Bijkomend vragen we een voorbehoud voor ALLE transportkosten
-van concluante van en naar Frankrijk vanaf 1 januari 2016 en dit tot op het ogenblik
dat concluante terug in België gevestigd is.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
465

-voor het transport van de paarden van Frankrijk naar België, door een
paardentransporteur
-die de moeder van concluante nog zou moeten maken in het kader van afhandeling
ongeval / dossier en zorg voor dochtertje concluante
-voor de verhuis van concluante van Frankrijk naar België (immers : was er geen
ongeval geweest, dan was concluante NIET naar België teruggekeerd ; had AG
ingestemd met een annulatie / uitstel van de verkoop, dan was concluante helemaal
niet naar Frankrijk verhuisd ; en had AG onmiddellijk voor de nodige hulp in Frankrijk
gezorgd, dan had concluante 85 % kans op herstel gehad, een kans die haar nu
ontnomen is)
-eventuele andere, op later tijdstip nader te bepalen en motiveren kosten
Meer de (verwijl- of) gerechtelijke intrest, aan de wettelijke rentevoet, op voormelde
hoofdsom vermeerderd met de vergoedende intrest, vanaf de dag van de tussen te komen
uitspraak tot de dag van de daadwerkelijke betaling.
D.Administratie- en aanverwante kosten
Het dossier is ten gevolge van het bedrog door verweerster zeer omvangrijk geworden.
Immers : een eerlijke arts had perfect in 2012 op basis van slechts enkele verslagen en
NUTTIGE onderzoeken zoals EMG en Q-EEG tot correcte besluiten kunnen komen.
De eerste reactie van Dr Bolt was : waar gaat dit dossier eigenlijk over ? Je hebt
bewustzijnsverlies en alle symptomen van hersenschudding plus een verslag van november
2010 dat hersentrauma bevestigt. Je hebt al beelden van het ligamentair nekletsel sinds
oktober 2010. De diagnose en het causaal verband kon een maand na ongeval al gesteld
worden ! Al de rest dat volgde, is gewoon een bevestiging van iets wat 1 maand na ongeval
gekend was …
Nu is onderzoek na onderzoek opnieuw uitgevoerd moeten worden, zijn steeds bijkomende
bewijzen moeten aangeleverd worden ; moest er steeds gezocht worden naar een nieuwe
advocaat, een nieuwe bijstandsarts ; enz. ; moesten er inderdaad ‘honderden bladzijden
papier gespuwd worden’ ; en nog eens, en nog eens ...
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
466

Dit alles leidde tot een gigantisch aantal kopies dat genomen moest worden voor alle
partijen en betrokkenen ; de aankoop van talrijke enveloppes ; het bundelen in ‘boeken’ van
de copies ; het aankopen van diverse CD-roms en DVD’s ; diverse USB sticks voor de
rechtbank, de deskundige, de bijstandsartsen, de advocaten, … ; diverse aangetekende
zendingen en postzegels, ook internationale zendingen vanuit Frankrijk ; inkt voor de printer
en printpapier ; enz. enz. en dit gedurende meer dan 5 jaar !!
Er diende de voorbije 2 jaar IEDERE DAG gebeld te worden naar artsen, advocaten,
medeslachtoffers, onderzoekers, journalisten, universiteiten, politici, … teneinde én de
letsels, én het bedrog in dit dossier te kunnen aantonen. De telefoonkosten zijn aanzienlijk.
Er diende geïnvesteerd te worden in de creatie van diverse video’s, de aankoop van opname
apparatuur, kabels, …
Er diende geïnvesteerd te worden in externe harde schijven voor back-ups van het
omvangrijk dossier.
Het volledig medisch dossier diende opgevraagd te worden. Ook hieraan zijn kosten
verbonden (stuk ).
Er diende geïnvesteerd te worden in administratieve hulp : het uittypen van de teksten oa
van de diverse conclusies, want concluante kan dat niet allemaal zelf.
Het is onmogelijk om de totale kost van de voorbije 5,5 jaar exact te begroten.
In dossiers bestaande uit 1 à 2 conclusies en niet al te veel discussie wordt al 500 à 1.000
euro toegekend. Concluante had een veelvoud daarvan !
Een begroting van 5.000 euro ex aequo et bono voor de kosten tot heden is billijk. Zou uw
rechtbank dit niet toekennen, dan vragen wij dat zij een voorbehoud toekent om de
concrete kost punt per punt uit te werken. We vragen ook voorbehoud voor eventuele
toekomstige administratieve kosten.
Meer de (verwijl- of) gerechtelijke intrest, aan de wettelijke rentevoet, op voormelde
hoofdsom vermeerderd met de vergoedende intrest, vanaf de dag van de tussen te komen
uitspraak tot de dag van de daadwerkelijke betaling.
BESLUIT :
Voor de voorlopige stoffelijke schade wordt een provisie gevraagd van :
465 + 21.600 + 75.404,80 + 5000 = 102.469,80 euro
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
467

meer de (verwijl- of) gerechtelijke intrest, aan de wettelijke rentevoet, op voormelde
hoofdsom vermeerderd met de vergoedende intrest, vanaf de dag van de tussen te komen
uitspraak tot de dag van de daadwerkelijke betaling.
II.MORELE EN MATERIËLE SCHADE T.O.
A.Professionele schade T.O.
Zoals voorzegd werkte concluante ten tijde van het ongeval via haar BVBA Calliope’s, die
evenwel failliet is gegaan ten gevolge van de arbeidsongeschiktheid die voortvloeide uit het
ongeval.
Concluante is op heden nog steeds invalide en volledig arbeidsongeschikt en als dusdanig
erkend. Deze toestand zal niet meer veranderen. In werkelijkheid kan zij onmogelijk nog enig
betaald beroep op regelmatige wijze uitoefenen.
Concluante heeft geen uitkeringen gewaarborgd inkomen ontvangen. Haar polis had zij kort
voor het ongeval opgezegd nu ze voldoende geld gespaard had om een eventuele moeilijke
periode van 1 à 2 jaar te kunnen overbruggen en nu zij jong, sterk en kerngezond was.
Concluante heeft ononderbroken mutualiteitsuitkeringen ontvangen sinds de datum van het
ongeval. Dit impliceert dat concluante NIET MAG werken.
Onafhankelijk ziekenfonds Securex wenst haar subrogatierecht uit te oefenen voor de door
haar betaalde uitkeringen.
In welke mate concluante in de toekomst uitkeringen zal genieten staat nog niet vast en
hangt af van de door uw rechtbank toegekende vergoeding B.A.O.. De mutualiteit voorziet
om haar uitkeringen terug te vorderen.
Het past te benadrukken dat concluante ten tijde van het ongeval een zeer hoog inkomen
verdiende, terwijl de vervangingsinkomsten van de mutualiteit geplafonneerd zijn en slechts
een miniem deel van het werkelijke beroepsinkomstenverlies van concluante dekken. Zo
ontving zij tot 2013 slechts +/- 700 euro per maand, wat in schril contrast staat met het
maandelijks budget van 10.000 euro waarover zij voor het ongeval vrij kon beschikken. Haar
financiële slagkracht werd zo maar eventjes tot 1/14
de
herleid ! En dat terwijl alle zware
vaste kosten onverminderd bleven doorlopen, bovenop de medische en andere kosten …
In elk geval vraagt concluante voor de vergoeding van haar beroepsinkomstenverlies en van
haar andere professionele schade, zoals de aantasting van haar economische waarde, enkel
een provisie. De definitieve vordering terzake zal wellicht pas kunnen worden gesteld nadat
er meer duidelijkheid zal zijn ontstaan betreffende de uitkeringen enerzijds en anderzijds het
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
468

feit of uw rechtbank de 100 % T.A.O. zoals vooropgesteld door Dr. Jan Van Walleghem en Dr.
Bolt en Professor Lafosse en Professor Verstraeten zal beslissen te weerhouden.
IN HOOFDORDE
Voor wat betreft de BELGISCHE ACTIVITEITEN
De bvba van concluante was een eenpersoonsbvba, zonder leningen, zonder voorraden,
zonder specifieke materialen, zonder machines, zonder personeel, zonder noemenswaardige
professionele kosten. Alle ‘beroepskosten’ waren namelijk de in wezen privé kosten van
concluante.
De bvba was een verderzetting van de beroepsactiviteiten van concluante als volledig
zelfstandige. Concluante leefde volledig van haar bvba.
In die zin kunnen we stellen dat de omzet van de bvba gelijk is aan de beroepsinkomsten van
concluante. Zij was immers de enige die voor inkomsten zorgde.
Als we de omzet / inkomsten bekijken van concluante in de 5 jaar die voorafgaan aan het
ongeval, dan komen we tot de volgende inkomsten (BTW reeds afgehouden) :
-2006 :88.095,66 euro (stuk 365)
-2007 : 161.748,84 euro (stuk 366)
-2008 : 110.606,02 euro (stuk 367)
-2009 : 118.839,00 euro (stuk 368)
-2010 : 74.439,10 euro (stuk 369)
Hierbij wensen we aan te stippen dat zij tijdens haar stage nav opleiding landbouw 2008 -
2009 enkele weken niet kon werken en dat 2010 een sabatsjaar was : immers vanaf januari
2010 besteedde concluante het grootste deel van haar tijd aan het zoeken van een geschikte
paardencoaching center locatie. In die zin geeft de omzet 2010 een vertekend (en te laag)
beeld. Dat blijkt ook uit het omzetverschil : van 1.512,50 euro voor de ‘zoekmaanden’ naar
ruim 38.000 euro in september toen zij het werk kon hernemen – maw 13.000 euro PER
WEEK nu ze in september slechts 3 weken kon werken.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
469

In geval concluante ‘normaal’ zou gewerkt hebben, zou haar omzet beduidend hoger
gelegen hebben. In die zin mag er met 2010 geen rekening gehouden worden.
Wanneer we het gemiddelde nemen van de inkomsten van 2006 – 2007 – 2008 – 2009,
komen we uit op 119.822,38 euro.
We kunnen dus stellen dat concluante gemiddeld zo’n 10.000 euro per maand verdiende
voor het ongeval.
Aangezien er zo goed als geen pure beroepsonkosten zijn, begroten we deze op 10 % van de
omzet. In werkelijkheid zullen deze veel lager liggen, want er waren geen 1.000 euro
‘beroepsonkosten’ per maand. De reële “winst” of het “loon” zou dus minstens 9.000 euro
per maand zijn.
Dat maakt dat het inkomstenverlies van concluante uit haar Belgische activiteiten op
jaarbasis geraamd kan worden op 12 x 9000 = 108.000 euro.
Concluante was op het moment van het ongeval 34 jaar oud. Tussen het moment van het
ongeval en de consolidatiedatum ligt 5 jaar. We kunnen aldus het inkomstenverlies van
concluante voor haar Belgische activiteiten tot de consolidatie ramen op :
5 x 108.000 = 540.000 euro
We benadrukken nogmaals dat dit inkomsten betreft uit een PART TIME JOB. Ook werd
reeds uitvoerig aangetoond dat deze ook na de verhuis naar Frankrijk zouden blijven
uitgeoefend worden.
Voor wat betreft de FRANSE ACTIVITEITEN :
De Franse activiteiten zouden in persoonlijke naam worden uitgevoerd. In die zin zijn alle
verliezen van het Paardencoaching Center / Chez Oro persoonlijke inkomstenverliezen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
470

Door het ongeval konden deze activiteiten niet opgestart worden, dit ondanks grote
inspanningen om wél de activiteiten te kunnen opstarten.
Om de inkomstenverliezen te ramen kunnen we uitgaan van volgende principes :
1.Minstens zou de omzet voldoende hoog geweest zijn om de lening aan de bank
terug te betalen. Anders zou de bank uiteraard nooit toegestemd hebben met die
lening. Dit is m.a.w. MET ZEKERHEID een minimaal inkomstenverlies.
In die zin dient het inkomstenverlies MINSTENS gelijk te zijn aan de kost van de
lening.
De kost van de lening voor de 5 jaar volgend op het ongeval bedraagt :
Lening 1 : 985,90 euro/maand (zie stuk 370)
Lening 2 : 485,00 euro / maand (zie stuk 371)
Lening 3 : 194,65 euro / maand (zie stuk 372)
Lening 4 : 717,14 euro / maand (zie stuk 373)
Lening 5 : 274,59 euro / maand (zie stuk 374)
Hetzij : 2.657,28 euro / maand
Dat geeft voor de lening : na 5 jaar (jan 2016) :
60 x 2.657,28 euro = 159.436 euro
2.Minstens zou de omzet voldoende hoog geweest zijn om de schuldsaldoverzekering
aan de bank terug te betalen. Anders zou de bank natuurlijk nooit met de lening én
de schuldsaldoverzekering ingestemd hebben. Dit is m.a.w. MET ZEKERHEID een
minimaal inkomstenverlies.
De schuldsaldoverzekering kost 97 euro per maand. Dit is voor de voorbije 5 jaar :
60 x 97 euro = 5.820 euro
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
471

3.Minstens zou de omzet voldoende hoog geweest zijn om bijkomend de vaste
kosten te dragen.
In die zin dient het inkomstenverlies MINSTENS gelijk te zijn aan de som van de vaste
kosten in de 5 jaar volgend op het ongeval.
De boekhoudkundige oefening werd slechts gemaakt tot eind december 2014 – maw
4 jaar en 3 maanden na het ongeval. Immers de jaarrekening voor 2015 wordt pas in
2016 gemaakt.
Het accountant kantoor van concluante begroot de persoonlijke inkomstenverliezen
van concluante op 252.370 euro (stuk 376) :
Je soussigné, Thierry de LAMARLIERE, Expert Comptable autorisé au CER
France du Bourbonnais, certifie et atteste que :
L'accident subi par Madame SANTENS Anke, domiciliée « La Grange du Theil »
03390 SAINT BONNET de FOUR a généré des pertes financières importantes
sur son exploitation.
L'étude d'installation validée en 2010 par les services de l'Etat, prévoyait un
chiffre d'affaire en 2014 d'un montant de 106 550 € HT et un Excédent Brut
d'Exploitation (EBE) de 55 294 €.
La dernière comptabilité (2014) présente un CA de 6 245 € HT et un Excédent
Brut d'Exploitation (EBE) négatif de 9 095 €.
La perte constatée en terme d'EBE est donc de 64 389 €. pour l'année 2014.
Ce calcul est reproductible pour les années antérieures de la façon suivante :
2011 : EBE Prévisionnel 29 094 € EBE Constatée – 6 959 € Perte = 36 053 €
2012 : EBE Prévisionnel 41 969 € EBE Constatée –25 489 € Perte = 67 458 €
2013 : EBE Prévisionnel 54 919 € EBE Constatée – 29 551 € Perte = 84 470 €
2014 : EBE Prévisionnel 55 294 € EBE Constatée – 9 095 € Perte = 64 389 €
soit une perte totale sur les 4 premières années d'activité de 252 370 €
Voor zijn berekening baseert hij zich op de EBE / PDE (stuk 376) : het financieel plan
op basis waarvan de Europese subsidies werden toegekend. Dit betreft dus een
MINIMUM.
Aangezien concluante groen licht kreeg om haar project uit te voeren, mét Europese
subsidies, en nà studie van het project door een 15-koppige commissie, en aangezien
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
472

dit het minimum minimora betreft, dient dit weerhouden te worden als het minimum
der geleden persoonlijke inkomstenverliezen.
Concluante voegt ook de Franse belastingsaangiftes toe van de voorbije jaren, die
getuigen van dit jaarlijks verlies (stuk 377, 378, 379, 380, 381, 382, 383).
Hierbij dienen 5 kanttekeningen gemaakt te worden :
a)De boekhouding is onvolledig
Sinds het ongeval kan concluante niet goed meer overweg met papier. Haar
hoofd slaat toe. Zij verliest papieren. Zij kan ze niet geordend houden. Zij heeft
geen overzicht.
De boekhouding werd soms wel, soms niet bijgehouden. Veel facturen zijn
verloren gegaan. Veel onkosten werden niet toegevoegd aan de boekhouding.
Bijkomend adviseerde de boekhouder om diverse kostenposten weg te laten. Hij
wilde het verlies niet te hoog laten oplopen om controles en vragen van de fiscus
te vermijden (waarom is er geen omzet ? waar komt het geld vandaan om de
steeds hoger oplopende verliezen te betalen ?) en om controle mbt PDE te
vermijden (men is geacht ieder jaar zijn minimale omzet te behalen ; zoniet
riskeert men sancties en terugbetaling van de subsidies). De fiscus zou bovendien
concluante verplicht kunnen hebben om de niet-gestarte activiteit te staken. Dat
zou dan weer als gevolg gehad hebben dat de leningen onmiddellijk moesten
terugbetaald worden, want 1 ervan is deels met Europese subsidies. Concluante
zou aldus dakloos geworden zijn.
b)De kosten voor hulp door derden zitten niet in de boekhouding
De hulp door derden werd in het zwart betaald.
Werken via een interimkantoor was onbetaalbaar en onpraktisch (verplichting
om per 2 soms per 4 uur iemand te nemen ; iemand ofwel voor de paarden ofwel
voor huishouden, combinatie van de 2 mocht niet om verzekeringstechnische
redenen en omdat het een ander uurtarief betrof).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
473

De kosten voor de vrijwilligers (eten, bedlinnen, vervoer, …) steken ook niet in de
boekhouding. Dit waren immers privé kosten.
c)De kosten zijn niet begroot op de reële kosten op jaarbasis
Immers, concluante was grofweg de helft van het jaar in België. Diverse
kostenposten (verbruik water, gas, elektriciteit, telefoon, …) zouden op jaarbasis
hoger liggen.
d)Concluante oefende geen beroepsactiviteit uit
In die zin zijn de ‘beroepsonkosten’ te herleiden tot pure privé onkosten.
e)De kosten van de lening zitten niet in de boekhouding
Dat komt omdat concluante de lening niet kon betalen door haar
arbeidsongeschiktheid tgv ongeval.
Wanneer wij dus én de kosten van de lening én de schuldsaldoverzekering, én de verliezen
die terug te vinden zijn in de belastingsaangiftes / EPB (en die dus allen PRIVE-onkosten zijn),
bij elkaar optellen, bekomen wij de MINIMALE verliezen uit de Franse activiteiten :
159.436 + 5.820 + 252.370 = 417.626 euro
Met dien verstande dat dit slechts ten dele de periode t.e.m. eind december 2014 dekt – en
dit bedrag dus hoger zal uitvallen als wij de berekening tot de consolidatiedatum 21.09.2015
moeten maken.
Hierbij dient er in wezen ook een loon voor concluante voorzien te worden. We beperken dit
loon tot een strikt minimum van 1.000 euro per maand, hetzij 12.000 euro op jaarbasis.
Voor een periode van januari 2011 tot datum consolidatie geeft dat bijkomend :
57 x 1.000 = 57.000 euro
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
474

Wanneer wij deze 4 persoonlijke verliesposten bij elkaar optellen, geeft dat een MINIMAAL
verlies van :
159.436 + 5.820 + 252.370 + 57.000 = 474.626 euro
Nogmaals, indachtig houdend, dat dit enerzijds deels slechts een berekening tot eind
december 2014 betreft (maw 9 maanden voor de consolidatiedatum die nog niet begroot
konden worden) ; anderzijds GEEN REKENING HOUDT MET DE VERLOREN WINSTEN die
concluante ongetwijfeld gemaakt zou hebben !
Er kan door verweerster alleszins niet gesteld worden dat er géén inkomsten zouden zijn. De
bvba Calliope’s alleen al, zou instaan voor 12.000 euro per jaar aan stalgeld (zonder
persoonlijke zorg, training, etc. mee te tellen). Facturen daartoe werden opgesteld, maar
konden nooit betaald worden door de bvba Calliope’s (stuk 384 en 385). Slechts 1 factuur
kon deels betaald worden in 2010 (stuk 386).
Wanneer wij aldus de MINIMALE persoonlijke inkomstenverliezen uit de Belgische én
Franse beroepsactiviteiten van concluante tijdens de periode T.A.O. bij elkaar optellen,
bekomen wij :
540.000 euro (BE) + 474.626 euro (FR) = 1.014.626 euro
Uw rechtbank begrijpt WAAROM verweerster het pad van het bedrog koos …
IN ONDERGESCHIKTE ORDE
Voor wat betreft de BELGISCHE ACTIVITEITEN
Zou uw rechtbank opteren voor een berekening in concreto, dan dient de scheiding tussen
de bvba van concluante en haarzelf in acht te worden genomen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
475

In die zin bestaat het inkomstenverlies van concluante voor de periode T.A.O. dan uit de som
van haar loon (het loon dat zij uit de bvba ontving + de uitgekeerde dividenden) en de
talrijke voordelen in natura die zij via haar bvba genoot.
Loon
Het loon dat de bvba Calliope’s uitkeerde aan concluante, bedroeg 3.000 euro per maand,
hetzij 36.000 euro op jaarbasis.
Sinds haar ongeval betaalde concluante zichzelf geen loon en dividenden meer uit, dit om de
bvba draaiende te houden, steeds met het idee dat zij het werk zou kunnen hernemen.
Het pure loonsverlies sinds ongeval tot consolidatie kan dan ook bepaald worden op :
5 x 36.000 euro, hetzij 180.000 euro.
Dividend
De berekening van de dividenden zal door een deskundige-accountant gemaakt dienen te
worden. Alvast 1 x 9.000 euro werd als dividend voorzien voor concluante. Opnieuw
betaalde zij zich dit niet uit door haar ongeval, dit om de bvba financieel gezond te kunnen
houden.
Voordelen in natura
De voordelen in natura die concluante op jaarbasis vanuit haar bvba genoot zijn o.a.:
-De betaling van de lening van haar privé-woning
-Alle verzekeringen
-Alles ivm de auto
-Alles ivm de paarden
-Alles ivm onderhoud en decoratie van de privé-woning
-Alles ivm verwarming, water, elektriciteit
-Alle belastingen op de woning
-Alle opleidingen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
476

-Alle telefoon- en internetkosten
-Zelfs vakanties …
-enz.
De exacte berekening van de voordelen in natura zal door een deskundige-accountant
gemaakt dienen te worden. Concluante verzoekt dan ook om de aanstelling van zo’n
deskundige (in de hoop dat zij iets objectiever zijn dan de artsen-deskundigen …)
Deze voordelen in natura vertegenwoordigen op jaarbasis alleszins een persoonlijk voordeel
van minstens 60.000 euro op jaarbasis. Dat blijkt bvb. ook uit de balans van Calliope’s bvba
(hier fragment 2011 over het jaar 2010)(stuk 387) alsook de jaarrekeningen (stuk 413, 414,
415, 416) : alle hieronder vermelde kosten zijn eigenlijk privé kosten, die door de bvba
gedragen werden :
Diensten en diverse goederen
* Huur en huurlasten
Huur terreinen 2.904,00
Huur gebouwen 21.858,00
Huur paarden 360,00
Huur personenwagen 2.400,00
27.522,00
* Onderhoud en herstellingen
Ond & herst terreinen gebouwen 1.532,51
Onderhoud paarden 7.200,35
Ond & herst install., mach. & gereedschap97,00
Ond & herst Bedrijfsvoertuig 16,50
Ond & herst Personenwagens 3.207,54
12.053,90
* Leveringen aan de onderneming
Water, gas en electriciteit 1.450,46
Brandstoffen 873,77
Benzine P.W. 1.816,25
Onderhoudsproducten 10,25
Klein materiaal 257,37
Werkkledij 779,67
Etalagekosten, decoratie 30,58
Drukwerk en kantoorbehoeften 686,30
5.904,65
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
477

* Verzekeringen
Brandverzekering 228,68
Verzek voertuigen BW 333,19
Verzek voertuigen PW 85,50
647,37
* Notoriteitsuitgaven
Forfaitaire onkostenvergoeding 3.250,00
Verplaatsingskosten buitenland 1.435,57
Onkostenvergoeding buitenl dienstreizen4.275,00
Relatiegeschenken 168,13
Onthaal- en receptiekosten binnenland 98,90
Restaurantkosten binnenland 1.747,52
Restaurantkosten buitenland 136,20
Publiciteit 1.838,31
12.949,63
* Post & telefoon
Post 24,31
Internet 137,43
Mobilofoon 638,32
800,06
Sinds haar ongeval betaalde concluante een groot deel van deze kosten zelf, dit om de bvba
draaiende te houden, steeds met het idee dat zij het werk zou kunnen hernemen.
Na het faillissement van de bvba verloor concluante ALLE voordelen in natura uit de bvba en
moesten alle ‘bedrijfsonkosten’ – eigenlijk privé kosten - door haar persoonlijk gedragen
worden.
Deze bijkomende financiële last, méér alle vaste kosten in Frankrijk, was enorm.
Het inkomstenverlies sinds ongeval tot consolidatie uit deze weggevallen voordelen in
natura kan dan ook provisioneel bepaald worden op :
5 x 60.000 euro, hetzij 300.000 euro.
Wanneer wij het loonverlies en de inkomstenverliezen uit de voordelen in natura optellen
voor de periode sinds ongeval tot consolidatie bekomen wij provisioneel :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
478

180.000 + ? + 300.000 = 480.000 euro
Voor wat betreft de FRANSE ACTIVITEITEN :
Zie boven : minimaal 474.626 euro
Wanneer wij aldus volgens deze manier van werken (het opsplitsen van concluante en
haar bvba) de MINIMALE persoonlijke inkomstenverliezen uit de Belgische én Franse
beroepsactiviteiten van concluante tijdens de periode T.A.O. bij elkaar optellen, dan
bekomen wij provisioneel :
480.000 euro (BE) + 474.626 euro (FR) = 954.626 euro
Uw rechtbank begrijpt WAAROM verweerster het pad van het bedrog koos …
SAMENVATTEND mbt de professionele schade T.O.
Concluante verzoekt uw rechtbank om een provisionele vergoeding T.A.O. toe te kennen
van 900.000 euro ; dit is slechts een fractie van de reële persoonlijke inkomstenverliezen
sinds het ongeval.
Bijkomend verzoekt concluante om de aanstelling van een accountant - deskundige, waarbij
de kosten ten laste van verweerster worden gelegd. Immers, zonder ongeval zou concluante
geen bedrijfsrevisor – deskundige nodig gehad hebben om haar verliezen te begroten.
In die zin verzoekt concluante om de aanstelling van een accountant, met als opdracht :
de Belgische boekhouding die bij de curator ligt (Meester Delabie, Kortrijk) na te zien en te
onderzoeken :
1° in welke mate de onderneming gezond en winstgevend was ten tijde van het ongeval,
2° hoe de boekhoudkundige situatie is gewijzigd sinds (en door) het ongeval van
22/09/2010,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
479

3° wat de waarde was van de aandelen – die verloren zijn gegaan door het faillissement –,
4° welk verlies aan beroepsinkomsten is ontstaan sinds en door het ongeval.
en
bijkomend de Franse boekhouding te onderzoeken, met als opdracht te bepalen welke de
persoonlijke beroepsinkomsten concluante mislopen heeft door en sinds het ongeval.
Concluante benadrukt hierbij nogmaals dat BVBA Calliope’s nooit failliet zou zijn verklaard
indien het ongeval niet zou zijn tussengekomen. Dit ongeval is wel degelijk de enige oorzaak
van de teloorgang van het bedrijf.
B.Morele schade T.O.
B.1
De gewone morele schade wordt doorgaans begroot op basis van 25 € per dag,
overeenkomstig de graden van de T.I..
De T.I. wordt als volgt begroot in deskundigenverslag door Dr Ann Lechat, Dr Michel Van
Loo, Dr Jan Van Walleghem en wordt bijkomend bevestigd door wetsdokter Dr Jan Bolt:
100 % van 22.09.2010 tot en met 31.12.2010 – hetzij 101 dagen
90 % van 01.01.2011 tot en met 31.08.2011 – hetzij 244 dagen
100 % van 01.09.2011 tot en met 31.12.2011 – hetzij 122 dagen
90 % 01.01.2012 tot consolidatie 21.09.2015 – hetzij 1.360 dagen
Alzo bekomt men de volgende vergoeding :
a. 100 % x 25 € x (101 + 122 =) 223 dagen : 5.575,00 €
b. 90 % x 25 € x (244 + 1360 =) 1.604 dagen : 36.090,00 €
-----------------
c. samen : 41.665,00 €
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
480

Er waren verschillende hospitalisatieperiodes, nl. :
* van 21/11/2010 t.e.m. 26/11/2010, zijnde 6 dagen ;
* van 26/09/2011 t.e.m. 04/11/2011, zijnde 40 dagen ;
* van 18/01/2012 t.e.m. 19/01/2012, zijnde 2 dagen ;
* van 20/08/2012 t.e.m. 07/09/2012, zijnde 19 dagen ;
* van 09/12/2014 t.e.m. 10/12/2014, zijnde 2 dagen ;
hetzij in totaal 69 hospitalisatiedagen, meer diverse 1dagsopnames zonder
overnachting in het ziekenhuis in de loop van 2014, welke we niet mee in rekening
brengen.
Gelet op de uitzonderlijke pijnen (5/7 tot 7/7), meer de zwangerschap die tgv ongeval
en de gevolgen daarvan NIET op een normale manier beleefd kon worden, past het
een bijkomende vergoeding van 10 € toe te kennen per hospitalisatiedag, hetzij een
bijkomende vergoeding van 690 €.
De morele schade T.O. wordt alzo begroot op (41.665,00 + 690 € =) 42.355 €.
B.2
Bovenstaande betreft een begroting zoals UIT GEWOONTE toegepast wordt.
Hierbij past het aan te stippen dat deze bedragen en dagvergoedingen naar voor geschoven
worden door de verzekeringssector, die hiertoe uitgebreid overleg pleegt met de
magistratuur, dit in samenwerking met de Hoge Raad voor Justitie.
In dat kader organiseren VERZEKERINGSARTSEN ‘informatienamiddagen’ waarop aan
rechters ‘geleerd’ wordt hoe ze letselschade moeten begroten en vergoeden.
Hierbij gaan verzekeringsartsen zelfs concrete, bestaande dossiers als voorbeeld aanhalen,
waarbij het recht op privacy en de wet patiëntenrechten flagrant geschonden wordt : geen
van deze slachtoffers weet immers dat hun gehele medische en financiële geschiedenis de
revue passeert tijdens zo’n ‘informatienamiddag’. Aan de rechters wordt geleerd hoe en
waarom ze letsels moeten afwijzen, zo ook schadeposten moeten afwijzen. Afspraken
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
481

hieromtrent worden vastgelegd. Als iedere rechter zich hier aan houdt, ontstaat ‘de norm’.
Lees : de VERZEKERINGSNORM !
In die zin wordt het gehele rechtssysteem van bij de start en aan de basis gemanipuleerd,
tot rechters het ‘normaal’ vinden dat peanuts toegekend worden als vergoeding.
Iedereen doet het immers zo …
Op vandaag staat geen enkele rechter meer stil bij vragen zoals :
Zijn deze vergoedingen wel billijk ?
Hoe zijn deze vergoedingen tot stand gekomen ?
Wie heeft deze uiteindelijk bepaald ?
Hoe komt dat dat die slechts 10 % zijn van wat in het buitenland gangbaar is ? (alhoewel
verzekeringspremies NIET duurder zijn in het buitenland !)
Geen enkele magistraat sprak ooit met een slachtoffer, geen enkele magistraat woonde ooit
een ‘informatienamiddag’ bij georganiseerd door verenigingen die de belangen van
slachtoffers verdedigen.
Zodoende kan er per definitie al geen sprake zijn van een onpartijdig oordeel of van billijke
vergoedingen in de Belgische rechtbanken !
We verwijzen naar enkele interne documenten van de vzw Belgische Vereniging van
Geneesheren Specialisten in de lichamelijke schade evaluatie. In realiteit is dat een
groepering van verzekeringsartsen, onder leiding van de hoofdgeneesheren van de
verzekeringsmaatschappijen. Het is vervolgens voor diezelfde mannetjes dat een
professorentitel gekocht wordt en het zijn diezelfde mannetjes die optreden als
gerechtsdeskundige en het zijn diezelfde mannetjes die zetelen in de Orde van Geneesheren.
Een voorbeeld : Jean-Pierre TRICOT : ‘professor’ aan de K.U. Leuven, ook lid van de Orde van
Geneesheren Antwerpen, ook (onder)voorzitter van bovenvernoemde vzw, ook
verzekeringsarts (AXA, Mensura, Fortis, AG, P&V, Nateus, Baloise, …), ook
gerechtsdeskundige, ook … . Hij wordt steeds op de zwaarste bedrogdossiers gezet. Niemand
spreekt hem dan tegen, want hij is after all ‘professor’ en hij is after all ‘lid van de Orde der
Artsen’ en hij is after all (onder)voorzitter van een aantal louche verzekeringsvzw’s en
commissies. Zo gaat dat in zijn werk. Erger nog : datzelfde soort mannetjes komt dan aan het
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
482

hoofd te staan van overheidsorganisaties zoals het Fonds voor Arbeidsongevallen,
Waarborgfonds, edm.. Een catastrofe voor alle rechthebbenden.
Vanuit de politiek luidt het dan “dat de barema’s ontstaan zijn na GEZAMENLIJK overleg
tussen de gerechtsdeskundigen (zijzelf), de verzekeringsartsen (zijzelf), Assuralia (de koepel
van de verzekeringen, dus zijzelf), de universiteiten (zijzelf), de Orde der Artsen (zijzelf) en de
vzw Belgische Vereniging … e.a. (zijzelf)“.
M.a.w. : het GEZAMENLIJK overleg gebeurt tussen 1 en dezelfde partij !!! En die partij krijgt
carte blanche om vervolgens de magistratuur in te fluisteren wat de verzekeringen maar
willen … En de rechters knikken en volgen … want “alle partijen” hebben het “in gezamenlijk
overleg” en “na grondige studie” zo beslist …
Enkele citaten uit de bijgevoegde stukken :
Stuk 279 : De commissie (van verzekeringsartsen dus) geeft een advies aan de magistratuur
in positieve of negatieve zin
Stuk 281 : hier ziet u waar de “lijst van Geens” vandaan komt … niet om de slachtoffers te
beschermen – wel om de verzekeringen absolute macht te geven. Wie de “lijst van Geens”
controleert, kan er nl. voor zorgen dat er enkel maar meer ‘trouwe’ verzekeringsartsen op
die lijst komen … en aangezien de rechters altijd de gerechtsdeskundigen volgen, wil dat
zeggen dat eens die “lijst van Geens” er is, de rechtbanken nog meer dan nu al het geval is,
het bedrog van de verzekeringen zullen legaliseren …
Er mag IN GEEN GEVAL een verplichting komen voor de rechtbanken om verplicht uit deze
lijst te kiezen. Door de rechter ZELF een expert te laten kiezen, kan een slachtoffer nog een
waterkansje krijgen op een eerlijke expertise – als die rechter zou kiezen voor een eerlijke
deskundige.
Verder :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
483

Vooral letsels als whiplash, diffuse axonale schade, … worden hierin toegelicht. Rechters
moeten toch begrijpen dat mensen die jarenlang klachten en pijn hebben en
arbeidsongeschikt zijn, perfect met 0 à 3 % naar huis gestuurd kunnen worden ? We
kunnen enkel hopen dat uw rechtbank niet deelgenomen heeft aan deze “lessen” …
Medische fouten zijn ook prima en behoeven geen sanctie, pech voor de slachtoffers :
Dit leest u als : het Fonds (= olv verzekeringsartsen) en de verzekeringsmaatschappijen …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
484

Opnieuw gelobby door verzekeringsartsen bij de magistratuur :
Waarvoor zijn al deze “contacten met het gerechtelijk apparaat” nodig ? Is de rechterlijke
macht dan niet ONAFHANKELIJK ? Of staat zij inderdaad ten dienste van het
verzekeringskartel ?
Stuk 283 : wat moet een slachtoffer zich voorstellen bij deze “zeer vruchtbare” contacten
tussen verzekeringsartsen en de magistratuur ? Waarvoor moeten de rechters
“gesensibiliseerd” worden ? Om systematisch ‘onzichtbare letsels’ af te blijven wijzen ?
Stuk 284 : de “medisch-juridische dialoog” tussen de verzekeringsprofessoren en de
magistratuur worden verder gezet … wat is “beter begrip” ? Nog minder toezicht op de
experts ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
485

We verzoeken uw rechtbank om even stil te staan bij een dergelijke gang van zaken,
waarbij de magistratuur nooit eens een eerlijke arts te horen krijgt, en in hoeverre deze
gang van zaken overeenstemt met haar visie op een onafhankelijke, onpartijdige
rechtspraak.
B.3
In het kader van het bakken van een Nieuwe Pot, lijkt het passend om
1)Hetzij een maatregel in te voeren die de vergoeding uit B.1 wat ‘billijker’ maakt, en
deze te verdubbelen, bij wijze van krachtig signaal dat uw rechtbank NIET akkoord is
met het gekonkelfoes van verzekeringsmaatschappijen, noch in dit dossier, noch bij
de magistratuur in het algemeen
2)Hetzij een maatregel in te voeren zoals gebruikelijk is in de Verenigde Staten : daar
veroordelen de rechtbanken verzekeringsmaatschappijen die zich schuldig maken
aan het moedwillig belemmeren van een eerlijke procesgang, tot het betalen van het
DUBBELE. In die zin verzoeken we uw rechtbank om ditzelfde principe toe te passen,
en een morele schade T.O. van 84.710 euro te weerhouden.
Zoniet, minstens rekening te willen houden met het FEIT dat concluante 85 % kans had op
een volledig herstel, zou haar binnen het eerste jaar na ongeval de nodige rust, hulp,
behandeling en dus de KANS geboden zijn om te KUNNEN herstellen van de letsels
opgelopen tijdens het ongeval. Een kans die haar nochtans beloofd was, maar vervolgens
last minute ontnomen werd. En zodoende een bijkomende vergoeding te voorzien die gelijk
is aan 85 % van de morele schade T.O. : 85 % x 42.355 = 36.002 euro. En aldus een totale
morele schade T.O. van 42.355 + 36.002 = 78.357 euro te weerhouden.
Enkel de ‘gewoonlijke’ verzekeringsvergoeding weerhouden zou impliceren dat uw
rechtbank akkoord gaat met de manier van werken van verweerster, immers er is geen
sanctionerende maatregel hiervoor nodig ; en met het gekonkelfoes van
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
486

verzekeringsmaatschappijen binnen de rechterlijke macht op nationaal niveau. Dat is geen
Nieuwe Pot bakken.

C.Huishoudelijke schade T.O.
Voor de periode van T.O. past het de dagvergoeding vast te leggen op 50 euro en wel om
volgende redenen :
1)de indicatieve tabel weerhoudt een dagvergoeding van 25 euro voor een gezinslid
met kinderlast en gaat uit van een twee-oudergezin.
Echter, concluante, die mede tgv ongeval alleenstaande moeder is geworden, dient
de rol van moeder én van vader te vervullen.
2)een pasgeboren baby vraagt, net zoals een peuter tot deze de schoolgaande leeftijd
bereikt, 24 uur per dag tijd en aandacht. De baby maakt onderdeel uit van de
CONCRETE situatie van concluante. Zelfs gebaseerd op een dagvergoeding van 50
euro, zou dat slechts neerkomen op een schadevergoeding van … 2,08 euro per uur !
Dat is zo goed als niets en een ernstige onderwaardering van deze schadepost.
3)omgekeerd geldt, dat met 50 euro per dag, concluante in haar concrete
leefomstandigheden, zich slechts 2 uur per dag zou kunnen hebben laten vervangen
door derden, rekening houdende met de CONCRETE tarieven in haar CONCRETE
leefsituatie. Dat laat nog steeds een schade van 22 uur waarvoor m.a.w. geen enkele
vergoeding voorzien wordt – hetgeen strijdig is met artikel 1382 BW.
4)de indicatieve tabel – en de naam zegt het zelf – biedt slechts een INDICATIE van de
huishoudelijke schade. Uw rechtbank is in NIETS verplicht om deze indicatieve tabel
te volgen.
5)de indicatieve tabel is, net zoals overigens iedere tabel die onder groot lobbywerk
van het verzekeringskartel zijn intrede gedaan heeft in de Belgische rechtbanken,
niets meer dan een verzameling van schamele vergoedingen die verzekeringen
bereid zijn om te betalen aan slachtoffers van een ongeval. De ‘indicatieve tabel’
vergoedingen staan veraf van de reële schade ! Zij hebben NIET als doel een schade
te vergoeden. Zij hebben enkel als doel de verzekeringsmaatschappijen geld te
besparen.
6)artikel 1382 BW voorziet dat àlle schade vergoed dient te worden en dat deze
bovendien, daar waar mogelijk, in concreto begroot dient te worden. Het spreekt
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
487

voor zich dat, zelfs met 50 euro als dagvergoeding, 2,08 euro per uur géén
schadebegroting ‘in concreto’ inhoudt en een aanfluiting blijft van het principe van
de integrale schadevergoeding zoals beoogd in artikel 1382 BW. Immers, haar
‘waarde’ huishoudelijke ongeschiktheid dient overeen te stemmen met de reële
waarde die aan huishoudelijk werk toegekend wordt. Die reële waarde bedraagt
géén 2 euro per uur, maar 10 euro per uur. Men vindt geen huishoudelijke hulp meer
voor minder dan 10 euro per uur. Bijkomend, in het CONCRETE geval van concluante,
vindt men zelfs geen huishoudelijke hulp meer voor minder dan 15 euro per uur, dit
door de grote afstanden en verplaatsingstijd op het Franse platteland.
7)zonder maar te spreken over de ernstige meerinspanningen die het huishouden
vragen voor concluante. Zelfs met die meerinspanningen, en met die pijn, slaagt zij er
door het krachtverlies in de spieren nog niet in om zich van al haar huishoudelijke
taken te kwijten. Bepaalde zaken blijven onmogelijk. De meeste zaken blijven pijn
veroorzaken.
Concluante begrijpt anderzijds dat het een té grote sprong zou zijn om de reële
huishoudelijke schade – waar zij nochtans gerechtigd toe is conform artikel 1382 BW ! - in
concreto te gaan vergoeden. Dit zou, in de CONCRETE individuele leefomstandigheden van
concluante met een baby / peuter zonder bijstand van de vader, noch van familie en
vrienden die veraf wonen, immers neerkomen op een dagvergoeding van 240 euro (24 uur x
10 euro / uur) – feitelijk zelfs 360 euro (24 uur x 15 euro / uur wat hier gangbaar is).
In die zin lijkt een dagvergoeding van 50 euro een bijzonder redelijk (en nog steeds sterk in
het nadeel van concluante want slechts 1/5 van de reële huishoudelijke schade die overigens
aan 10 euro per uur ad minima is begroot) compromis dat haalbaar moet zijn in het kader
van het bakken van een Nieuwe Pot.
Uw rechtbank mag er zelfs ambshalve gerust nog een serieuze schep bovenop doen gelet op
de MENSONWAARDIGE omstandigheden waarin concluante en haar kind vooral sinds de
laatste 3 jaar in moest leven – letterlijk IN HET VUIL !
In die zin past het om de huishoudelijke schade T.O. van concluante te begroten als volgt :
a. 100 % x 50 € x 223 dagen : 11.150,00 €
b. 90 % x 50 € x 1.604 dagen : 72.180,00 €
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
488

-----------------
c. samen : 83.330,00 €
In geval verweerster zou opwerpen dat zij geen vergoeding voor de huishoudelijke schade
verschuldigd zou zijn tijdens de dagen van hospitalisatie, verliest zij uit het oog dat de
huishoudelijke schade niet alleen bestaat uit het moeten leveren van verhoogde
inspanningen – die inderdaad in de periode van hospitalisaties niet kunnen worden geleverd
– maar tevens uit de vermindering of het verlies van de economische geschiktheid om
huishoudelijke taken te verrichten, zodat ook in de periode van totale T.O. vergoeding
terzake verschuldigd is (Cass., 1° K., 7 januari 1999, Verkeersr. 1999, 272). Het is niet omdat
men in het ziekenhuis ligt, dat men plots wél zou kunnen huishoudelijke taken verrichten.
Het is logisch dat men bij het volledig verlies van de mogelijkheid om huishoudelijke
activiteiten te verrichten een hogere vergoeding bekomt dan voor de periode waarin men
deze activiteiten nog gedeeltelijk en/of enkel met meerinspanningen kan verrichten.
Ook het argument ‘het is de gewoonte om de indicatieve tabel toe te passen’ en ‘we willen
voor iedereen een gelijke vergoeding’ is een volstrekt non-argument en mist iedere
gemotiveerde juridische grond ! En wel om volgende reden : een ‘gewoonte’ die ontstaan is
onder invloed van en door toedoen van de verzekeringssector, zonder dat daar ooit een
slachtoffer of een belangenorganisatie die slachtoffers van ongevallen verdedigt bij het
debat betrokken werd, druist regelrecht in tegen het basisprincipe van de gelijkheid : de
partij die moet de schade vergoeden en de partij die moet de schade ontvangen, zijn in
principe 2 GELIJKE partijen. En van 2 GELIJKE partijen zou men mogen veronderstellen, dat
hun stem, hun visie, op GELIJKE wijze gehoord wordt. Enkel een indicatieve tabel die zou
ontstaan zijn door en na een overleg met spelers van BEIDE partijen, zou eventueel te
overwegen kunnen vallen als leidraad. De indicatieve tabel die nu voorligt, en die uw
rechtbank net als alle andere rechtbanken al veel te lang en zonder daar eigenlijk nog bij stil
te staan gebruikt, is GEEN indicatieve tabel die met respect tot de basisprincipes van het
recht tot stand is gekomen. Het is niets meer dan een volstrekt eenzijdig document dat
opgesteld is door en met 1 van de 2 partijen, nl. de betalingsplichtige partij, zonder de partij
van de slachtoffers zelfs maar te horen, laat staan rekening te houden met hun opmerkingen
of wensen. Het gebruik van een dergelijke ‘indicatieve tabel’ verdedigen, of toepassen, zoals
hij op vandaag bestaat én toegepast wordt, staat in wezen gelijk met het ondersteunen van
de verzekeringssector en het als rechtbank legaliseren van het verzekeringsprincipe : ‘wij
betalen liefst niets, en als het echt niet anders kan, dan zo weinig mogelijk’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
489

Een klein stapje in de richting van een Nieuwe Pot zou er in bestaan om de dagvergoeding
van 50 euro ambtshalve de ‘nieuwe richtlijn’ te maken – voor iedereen, en in het bijzonder
voor ALLEENSTAANDE MOEDERS MET KLEINE KINDEREN. Vooral als de partner het afbolt NA
het ongeval en tgv de klachten en stress die het ongeval en de afhandeling ervan met zich
meebrengt. Zo is het ook ‘voor iedereen een gelijke vergoeding’. Maar dan tenminste toch al
een klein beetje een meer rechtvaardige …
Absurd ? Helemaal niet. Lees even mee. “Gezocht : meid om het huis te poetsen,
boodschappen te doen, te koken, af te wassen, de kleren te wassen en strijken, het tuinwerk
te doen, de klusjes te doen, het stof af te vegen, te stofzuigen en dweilen, ramen te lappen,
enz. plus van ’s morgens tot ’s avonds full time babysit spelen en ’s nachts natuurlijk ook
beschikbaar zijn en indien nodig meermaals ’s nachts opstaan. Detail : er is geen verlof
voorzien. Nooit. De job is 24/7. Wat wij bieden : 2 euro per uur.” HOEVEEL GAAN ER
REAGEREN DENKT U OP ZO’N ADVERTENTIE ?
U lacht er mee ? Nochtans is het niet grappig, want dit is de trieste realiteit in België, waar
letselschadedossiers er NIET op gericht zijn : ‘hoe kunnen we de schade van een slachtoffer
correct begroten’, maar WEL : ‘hoe kunnen we er voor zorgen dat we (zo goed als) niets
hoeven uit te betalen ?’. Het een is recht spreken ; het ander is het verzekeringskartel
ondersteunen.

SAMENVATTEND voor wat betreft de tijdelijke professionele, morele en huishoudelijke
schade samen :
vraagt concluante om een provisie toe te kennen van :
900.000 + 84.710 + 83.330 = 1.068.040 euro
III.LICHAMELIJKE SCHADE B.O.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
490

A.Begroting van de vergoeding voor de blijvende lichamelijke schade via de
kapitalisatiemethode
Algemeen
Het is maar al te logisch dat de vergoeding voor de blijvende huishoudelijke en
morele schade van concluante wordt begroot op basis van de
kapitalisatieberekening. Enkel op die wijze wordt rekening gehouden met de
volledige, werkelijke duurtijd van de schade – die concluante dagelijks moet
ondergaan.
Een forfaitaire vergoeding, al dan niet op basis van de tabel van de vergoedingen per
punt vermeld in de indicatieve tabel, vormt onvoldoende een begroting in concreto.
Meer nog, de bedragen van het systeem van de forfaitaire vergoeding per punt
werden in feite louter bepaald door het volkomen blind vogelpikken van deze
bedragen ; dat dit is gebeurd door een groep wijze juristen onder vakkundige
‘begeleiding’ van de verzekeringsmaatschappijen, en dat achteraf een groot deel van
de magistraten de alzo vastgelegde bedragen als vergoedingsbedragen heeft
aanvaard, neemt niet weg dat deze bedragen willekeurig werden vastgelegd. Zeker is:
zonder enige rekening te houden met de werkelijke schade zoals ze voor dit
welbepaalde slachtoffer bestaat. We verwijzen hiertoe naar de vaste
cassatierechtspraak hieronder.
Verweerster zal deze verzekeringsbegroting ex aequo et bono uiteraard verdedigen,
aangezien op die wijze doorgaans een al te lage vergoeding voor de blijvende morele
en huishoudelijke schade wordt bekomen.
Men kan het trouwens enkel maar eigenaardig achten dat de vergoedingsplichtigen
steeds opwerpen dat de kapitalisatiebegroting niet mag worden toegepast omdat
bepaalde berekeningsfactoren te onzeker zijn, waarna zij dan vaak zelf een heel wat
meer onzekerder raming doen voor dezelfde schadeposten, via de forfaitaire begroting
per punt.
De indicatieve tabel voorziet overigens zelf dat de kapitalisatiebegroting aangewezen is
vanaf 15 % B.A.O. Immers, zo wordt niet enkel rekening gehouden met de leeftijd van
het slachtoffer maar bovendien met diens levensverwachting en met diens geslacht.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
491

Het past tevens voor ogen te houden dat consolidatie geen wijziging in de aard van de
morele en de huishoudelijke schade met zich brengt, maar enkel in de graad van deze
schade.
De berekening van dergelijke vergoeding vertoont heel wat meer coherentie wanneer
dezelfde berekeningsbasis (i.h.b. van 50 (zou uw rechtbank voor het verzekeringsbedrag
gaan, 25) € per dag voor de morele schade) verder wordt gebruikt voor de toekomstige
schade. Zo kan het toch wel eigenaardig worden genoemd dat voor de periode van T.O.
een welbepaalde dagvergoeding voor de morele en voor de huishoudelijke schade
wordt aangenomen, zelfs zonder betwisting, maar dat voor de begroting van dezelfde
schade in de toekomst steeds opnieuw door de vergoedingsplichtige wordt
geargumenteerd dat de begroting zou dienen te gebeuren ex aequo et bono, zijnde
i.h.b. overeenkomstig de forfaitaire vergoeding per procentpunt. Deze opwerping heeft
overigens geen enkele uitstaans met een zo concreet mogelijke vergoeding van de
schade, maar wel met het nastreven van een zo laag mogelijke vergoeding van de
toekomstige schade.
In dit concrete dossier mag bovendien niet uit het oog verloren worden dat concluante
een alleenstaande moeder is, bij wie de lichamelijke schade zich veel meer laat voelen
dan bij iemand die kan rekenen op de aanwezigheid en steun van een partner bij van
alles en nog wat. Het zou dan ook zeer onrechtvaardig zijn om aan concluante, die alles
alleen moet dragen, en bij wie de meerinspanningen veel hoger liggen, hetzelfde toe te
kennen als aan iemand die de steun heeft van een partner. Dat concluante geen partner
heeft, kan haar niet kwalijk genomen worden : waar of wanneer zou ze die sinds
ongeval moeten leren kennen hebben als zij haar huis niet uit komt ??
De indicatieve tabel
Zowel in de indicatieve tabel van 2008 als in deze van 2012 wordt uitdrukkelijk
gesteld :
“De schadevergoeding via kapitalisatieberekening is aangewezen voor percentages
gelijk aan of hoger dan 15%.”.
Deze richtlijn wordt gegeven onder de hoofding “de persoonlijke, huishoudelijke,
economische ongeschiktheid” en geldt dus duidelijk voor deze drie vormen van
blijvende schade.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
492

Het Hof van Cassatie
Reeds meerdere decennia lang handhaaft het Hof van Cassatie de volgende
zienswijze aangaande de begroting ex aequo et bono, zijnde i.h.b. de forfaitaire
vergoeding per punt: de bodemrechter kan de berekeningswijze voorgesteld door het
slachtoffer (d.i. de kapitalisatieberekening) enkel afwijzen en vervangen door een
begroting ex aequo et bono indien hij de reden opgeeft waarom voormelde
berekeningswijze niet kan worden aangenomen en indien hij bovendien de
onmogelijkheid vaststelt om de schade op een andere wijze te begroten (Cass., 16
februari 1956, Pas. 1956, I, 622 ; Cass. (2° K.), 30 maart 1994, Jur. Belge nr. 157, 337,
m.b.t. de begroting van de schade geleden door een B.V.B.A. t.g.v. de
arbeidsongeschiktheid van een medezaakvoerder ; Cass. (2° K.), 9 maart 1999,
Verkeersr., 1999, 252 of nr. 99/91, Pas. 1999, p. 355, m.b.t. de schade in hoofde van de
N.M.B.S. t.g.v. het tijdelijk verlies van arbeidsprestaties van een werknemer ; Cass. (1°
K.), 20 februari 2004, Pas. 2004, p. 297).
Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 9 september 2009 (V.A.V. 2010, 295)
eens te meer een vonnis vernietigd dat de blijvende schade op huishoudelijk vlak
forfaitair had begroot. Immers, een dergelijke forfaitaire begroting zou enkel mogen
worden toegepast indien de rechter had vastgesteld dat de schadevergoeding
onmogelijk op een andere wijze kon worden bepaald.
Het is overigens duidelijk dat het Hof van Cassatie de laatste jaren de weigering om te
kapitaliseren nog enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden wil aanvaarden.
Dit blijkt uit het arrest van 17 februari 2012 (Cass. (1° K.), AR C.11.0451.F/1,
www.juridat.be, jura.be). Bij dit arrest werd het vonnis van de Rechtbank van Eerste
Aanleg van Marche-en Famenne gecasseerd. Immers, deze rechtbank had ten
onrechte geweigerd om de vergoeding voor de blijvende morele en huishoudelijke
schade te begroten via de kapitalisatiemethode. De feitenrechter had nochtans wel
degelijk gemotiveerd waarom zij deze methode niet had toegepast op de vergoeding
voor de blijvende morele schade:
-de berekeningsbasis is zelf ex aequo et bono bepaald ;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
493

-de morele schade zal wijzigen met de verloop van de tijd, rekening houdende met
de gewenning en de aanpassing aan het lijden en aan de gevolgen ervan wanneer
deze zich stabiliseren met het verloop van de tijd ;
-er is dan ook geen andere begrotingswijze mogelijk dan de begroting naar
billijkheid ;
-alzo wordt de forfaitaire vergoeding per punt toegepast.
Het Hof van Cassatie aanvaardt deze motivering niet. Het overweegt :
a.“Celui qui, par sa faute, a causé un dommage à autrui est tenu de le réparer et la
victime a droit, en règle, à la réparation intégrale du préjudice qu’ell a subi. Le
juge évalue in concreto le préjudice causé par un fait illicite. Il peut recourir à une
évaluation en équité du dommage à la condition qu’il indique les motifs pour
lesquels il ne peut admettre le mode de calcul proposé par la victime et qu’il
constate en outre l’impossibilité de déterminer autrement le dommage” ; dit zijn
de algemene overwegingen, die dus ook gelden voor de kapitalisatiebegroting
van de huishoudelijke schade ;
b.specifiek wat de vergoeding voor de morele schade betreft : “En considérant que
“cette méthode ne se justifie pas lorsque (…) la base est elle-même évaluée” en
équité et “est susceptible de varier dans le temps, compte tenu de l’effet
d’accoutumance et de la nécessaire adaptation de la victime à ses souffrances et
à ses conséquences quand cells-ci se stabilisent au fil du temps”, le jugement
attaqué, qui n’indique pas les circonstances propres à la cause qui justifient la
variation dans le temps de la base forfaitaire, méconnaît l’obligation d’apprécier
le dommage in concreto”.
Het Hof van Cassatie stelt hier dus duidelijk het volgende : het recht op integrale
schadeloosstelling houdt in dat de rechter de schade in concreto waardeert ; dit
impliceert dat de rechter de kapitalisatiebegroting die wordt gevraagd door de
benadeelde enkel mag afwijzen indien deze onmogelijk is ; deze onmogelijkheid mag
niet worden afgeleid uit de argumentatie dat de vergoedingsbasis (van 50 / 25 € per dag
voor de morele schade) op zichzelf naar billijkheid werd bepaald en dat zij bovendien de
eigenschap heeft om te wijzigen met het verloop van de tijd, gelet op de voormelde
gewenning en aanpassing.
Specifiek wat de vergoeding via de kapitalisatiebegroting van de huishoudelijke schade
betreft voegt het Hof van Cassatie de overweging toe dat de wijziging van de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
494

samenstelling van het gezin in de toekomst niet een voldoende redengeving voor de
weigering vormt, er rekening mee houdende dat het aangevochten vonnis niet de
omstandigheden eigen aan de zaak aanwijst die de wijziging in de tijd van de forfaitaire
berekeningsbasis rechtvaardigen.
Het Hof van Cassatie herhaalde zijn zienswijze in een arrest van 02/05/2012 (RGAR
2013, 14.936 met noot). Daarin word gesteld dat het aangewezen is de morele en de
huishoudelijke schade te kapitaliseren ofschoon de basis van de evaluatiemethode
een forfaitaire vergoeding is.
Het Hof stelt trouwens in dit arrest eens te meer dat het niet voldoende is dat de
rechter ten gronde zich ertoe beperkt te stellen dat de morele schade verandert in de
tijd, dat men eraan gewent en dat het slachtoffer deze minder gewaar zou worden
met het verloop van de tijd.
Hierbij aansluitend past het te herinneren aan het cassatie-arrest van 15 september
2010 (Cass., 15 september 2010, P.10.0476.F, www.juridat.be): het arrest dat de
kapitalisatiemethode voor de begroting van de blijvende morele schade verwerpt
omdat de grondslag ervan zelf ex aequo et bono is geraamd, schendt art. 1382 B.W. ;
immers, het past voor ogen te houden dat de morele schade kan worden vergoed
met behulp van de kapitalisatiemethode en “dat die berekeningswijze de meest
objectieve is om een vaststaande schade waarvan de dagwaarde gekend is, ook als
die forfaitair wordt vastgesteld, te extrapoleren naar de toekomst”.
Zo is het begrijpelijk dat het Hof van Cassatie akkoord ging met kapitalisatiebegroting,
hoewel de graad van B.A.O. slechts 7 % bedroeg (Cass. (2° K.), 12 juni 2002, Pas.
2002, p. 1345). Hierbij overweegt het Hof van Cassatie dat het Hof van Beroep heeft
laten verstaan dat de begroting op een andere wijze mogelijk was dan ex aequo et
bono, zodat het aangewezen was om deze begrotingswijze opzij te schuiven. Dit
maakt trouwens duidelijk dat de kapitalisatieberekening door de rechter ook dient te
worden toegepast voor percentages van B.O. beneden de 15 %.
Het Hof van Cassatie verwerpt telkens de voorziening die gericht is tegen de
beslissing van de bodemrechter om over te gaan tot kapitalisatiebegroting. Dit was
de laatste jaren het geval bij de volgende arresten :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
495

a.12 juni 2002 – P.02.0391.F – 2° Kamer (voorzitter Marc Lahousse) –
www.juridat.be
b.26 januari 2005 – P.04.1222.F – 2° Kamer (voorzitter Francis Fischer) – Arr. Cass.
2005, afl.. 1, 212, Pas. 2005, afl. 1, 211
c.20 februari 2009 – C.07.0305.N – 1° Kamer (voorzitter Ivan Verougstraete) –
www.juridat.be
d.18 april 2012 – P.11.2093.F – 2° Kamer – JLMB 2012, liv. 27, 1289
e.19 november 2014 – P.14.1121.F – 2° Kamer (voorzitter Frédéric Close) –
www.cass.be.
Omgekeerd, wanneer de bodemrechter de kapitalisatiebegroting heeft geweigerd,
volgt bijna steeds cassatie :
a.22 april 2009 –P.08.0717.F – 2° Kamer (voorzitter Jean de Codt) – www.juridat.be
b.4 oktober 2010 – C.09.0475.N – 3° Kamer (voorzitter Robert Boes) –
www.juridat.be
c.6 mei 2011 – C.10.0517.N – 1° Kamer – R.W. 2012-13, afl. 14, 558
d.17 februari 2012 – C.11.0451.F – 1° Kamer (voorzitter C.H.) – www.juridat.be
e.2 mei 2012 – P.12.0091.F – 2° Kamer – JLMB, 2012, afl. 27, 1290, R.G.A.R. 2013,
afl. 1, nr. 14.937, noot De Callatay, D.
Uit bovenstaande cassatierechtspraak kan men de volgende zienswijze betreffende
de toepassing van de kapitalisatiemethode afleiden :
a.de forfaitaire vergoeding per punt of een andere ex aequo et bono begroting kan
uitsluitend worden aanvaard indien een andere begrotingswijze onmogelijk is ;
b.immers dient de begroting zo goed mogelijk in concreto te gebeuren, dus
rekening houdende met de feitelijke gegevens ;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
496

c.wanneer de vergoedingsgerechtigde niet de toepassing van de
kapitalisatiebegroting heeft gevraagd dient de bodemrechter deze methode
uiteraard niet toe te passen ;
d.de kapitalisatiebegroting mag niet worden afgewezen op grond van de
bedenking dat de berekeningsbasis onzeker zou zijn en/of zou evolueren.
Dit laatste is begrijpelijk :
*wanneer het gaat om een slachtoffer met wisselende morele nadelen, zoals met
af en toe hoofdpijn en af en toe ervaren van bepaalde bewegingsbeperkingen,
dan heeft de gerechtsdeskundige daarmee normaal gezien reeds rekening
gehouden bij de vastlegging van de graad van B.I. ; deze berekeningsfactor ligt
dus wel degelijk vast ;
*wanneer de samenstelling van het gezin of een andere factor betreffende de
vergoeding voor de huishoudelijke schade kan wijzigen in de toekomst, dan zal
de rechter zich baseren op de normale verwachtingen ;
*bij dit alles mogen we niet uit het oog verliezen dat de kapitalisatiebegroting in
feite louter een vorm van voordeelstoerekening uitmaakt, in het voordeel van de
vergoedingsplichtige ; immers, normaal gezien zou men ook voor de toekomst de
berekeningswijze gehanteerd voor de periode van T.O. aanwenden, maar omdat
het voordeel van de vervroegde betaling in rekening moet worden gebracht ten
voordele van de verzekeringsmaatschappij past het over te gaan tot de
kapitalisatieberekening.
De lagere rechtspraak
Blijkens het TPR-overzicht 2007 “wordt steeds meer overgegaan tot kapitalisatie van
de blijvende morele schade”, zeker wanneer het gaat om een hogere graad van B.I.
(zie Van Oevelen, A., e.a., “Overzicht van rechtspraak – onrechtmatige daad, schade
en schadeloosstelling (1993-2006)”, TPR 2007-2, nr. 52.3, p. 1267 e.v., met de nodige
verwijzingen aldaar).
Jacques Schryvers verdedigt reeds meerdere decennia dat ook de vergoeding voor de
blijvende morele schade het best kan gebeuren door middel van de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
497

kapitalisatiemethode, aangezien dit enkel maar een berekeningsmethode is en
aangezien zo het best rekening wordt gehouden met de werkelijke duurtijd van de
schade en met de andere begrotingsfactoren (zie bvb. Schryvers, J., “Kapitalisatie van
morele schade wegens blijvende invaliditeit ?”, noot onder Pol. Brugge, 28 september
2000, T.A.V.W. 2001, 306) ; de begroting via kapitalisatie benadert derhalve heel wat
beter de werkelijke duurtijd en omvang van de schade dan de loutere begroting per
punt.
De Rechtbank van Eerste Aanleg te Namen oordeelde in een goed gemotiveerd
vonnis van 16 januari 2009 (RGAR 14505) uitdrukkelijk dat kapitalisatie de voorkeur
geniet, ook bij een BI van 13 % : de blijvende morele schade ex aequo et bono
begroten kan slechts gerechtvaardigd worden in de mate dat de toegekende
schadeloosstelling noch geobjectiveerd, noch nader kan gemotiveerd worden ;
daarenboven kan de ex aequo begroting slechts voor zover de rechter de motieven
aanwijst op basis waarvan hij de berekeningswijze voorgesteld door het slachtoffer
niet kan toelaten en bovendien de onmogelijkheid vaststelt om de schade die hij
bepaald heeft, anders te evalueren.
In een vonnis van 25 juni 2010, waarin het slachtoffer een blijvende invaliditeit had
van 15%, kapitaliseerde de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge (Elementaire
Rechtspraak- Verkeer, ER, 2009-2010-2011 blz. 187) zowel de morele schade als de
economische schade waarde huisman. De Rechtbank motiveerde als volgt :
“Verder werpt de verweerder ten onrechte op dat kapitalisatiemethode leidt tot een
‘onredelijk resultaat’. De methode is concreter en daarom correcter dan de arbitraire
vergoeding per punt. Overigens wordt voor de periode van tijdelijke invaliditeit en de
periode van blijvende invaliditeit tussen de consolidatie en de uitspraken wel
aanvaard dat de begroting gebeurt aan de hand van forfaitaire dagvergoedingen.
Het feit dat het met het vorderen van de leeftijd de mogelijkheden tot het verrichten
van huishoudelijke taken verminderen met of zonder ongevallen neemt niet weg dat
deze mogelijkheden blijvend zijn aangetast door het ongeval.
De mogelijke invloed van tal van factoren op de pijnbeleving,
persoonlijkheidskenmerken, ondersteuning vormt op zich geen argument om de
kapitalisatiemethode af te wijzen voor de morele schade. Dat de intensiteit van deze
schade evolueert – waarmee verweerder kennelijk uitsluitend verminderen bedoelt –
is mogelijk doch vormt op zich geen beletsel. Ook op economisch vlak kunnen zich
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
498

veranderingen voordoen (werkgelegenheid, concurrentiepositie, loonvoorwaarden,
vereiste inspanningen) doch dit belet niet dat de kapitalisatiemethode wordt
gehanteerd”.
Terzake wordt verwezen naar vroegere rechtspraak :
“Wat de vergoeding van de permanente morele schade betreft is het gerechtvaardigd
van die te begroten op een dagbasis en de techniek van de kapitalisatie te gebruiken,
die op precieze wijze toelaat van rekening te houden met de vermoedelijke
levensduur hetgeen een absoluut forfait niet doet, omdat het slachtoffer op elk
moment bewust zal zijn van zijn fysieke vermindering en de gevolgen daarvan
dagelijks in al zijn activiteiten en in al zijn contacten met de anderen zal moeten
ondergaan” (Bergen 15 oktober 2001, R.G.A.R. 2003, 13.672).
In dezelfde zin werd geoordeeld in een vonnis van de Politierechtbank te Leuven
alwaar eveneens de toekomstige morele schade werd gekapitaliseerd op basis van
het forfait TO uit de indicatieve tabel (€ 25,00). Er wordt gekapitaliseerd volgens de
geprojecteerde tafels 2008 (Pol Leuven, 2de kamer, 21 mei 2008, Bull. Ass. 2009,
p.186).
Er werd in voormeld vonnis gesteld : “Bovendien leest men in de indicatieve tabel
(randnummer 38) :"Kapitalisatie hoeft niet te worden voorbehouden voor de
begroting van inkomensverlies. Kapitalisatie kan ook toegepast worden voor alle
periodieke of constante toekomstige schade zoals: morele schade, schade voor hulp
in het huishouden …” Zie ook Schrijvers, J., "De nieueve indicatieve tabel revisited,
TAVW 2001, afl.3, 151-180)”.
De kapitalisatiemethode kan worden toegepast op elke blijvende schade, en dus ook
op de morele schade. (Pol. Brussel, 15 december 2004, R.G.A.R. 2006, nr. 14.139) :
“De morele schade tijdens blijvende arbeidsongeschiktheid wordt begroot op basis
van dezelfde dagvergoeding als tijdens de tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Voor de
toekomst wordt een gekapitaliseerd bedrag toegekend” (Pol. Antwerpen, 29 oktober
1999, T. Vred. 2001, 415).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
499

In een vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel dd. 2 november 2010
(R.G.A.R. 4/2011 nr. 14.737) oordeelde de Rechtbank van Eerste Aanleg in een
gelijkaardige casus met een blijvende invaliditeit van 18% :
“De kapitalisatie is de beste methode om de toekomstige morele schade te vergoeden
gezien deze methode rekening houdt met de vermoedelijke levensduur van de
betrokken persoon en de vroege ontvangst van deze vergoeding”.
De Rechtbank van Eerste Aanleg te Namen (Namen, 18 maart 2013, VAV 2013)
kapitaliseert voor de morele schade van 15 % B.I.
De Politierechtbank te Luik (8 maart 2013, R.G.A.R. 2013, 14.977) kapitaliseerde voor
een alleenstaande vrouw met een kind van 13 jaar.
Het Hof van Beroep te Bergen 15 oktober 2013 (R.G.A.R. 2014, 15.509) oordeelde dat
de rechter de blijvende morele schade van een slachtoffer kan vergoeden door
gebruik te maken van de kapitalisatiemethode. Het is niet verboden te overwegen
dat deze berekeningsmethode objectiever is om meer bepaald een constante schade
waarvan de dagwaarde gekend is, al is deze forfaitair geraamd, naar de toekomst te
berekenen. In casu leert het deskundigenverslag dat het slachtoffer nierproblemen
en cardio-vasculaire aandoeningen zal behouden met op termijn het risico op een
aanzienlijke aantasting van de nierfunctie, hoofdpijnen, een toegenomen
vermoeidheid en zwellingen. Deze omstandigheden eigen aan de zaak, laten toe te
overwegen dat het slachtoffer elke dag een zekere ongerustheid en een hinder in
haar privé leven lijdt, hetgeen aan de morele schade een constant en wederkerend
karakter verleent, dat de kapitalisatie van de morele schade rechtvaardigt.
Recent oordeelde ook de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel (R.G.A.R. 2012,
14.939) :
“De kapitalisatie is de beste methode om de toekomstige morele schade te vergoeden
gezien deze methode rekening houdt met de vermoedelijke levensduur van de
betrokken persoon en de vroegtijdige ontvangst van de vergoeding”.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
500

In dit vonnis verwees men trouwens naar de hier reeds voorafgaande geciteerde
rechtspraak.
De Politierechtbank te Mechelen van 15 november 2013 (V.A.V. 2014, pagina 2/3742)
stelt :
“Wat de keuze van begrotingswijze, kapitalisatieberekening of ex aequo et
bonoraming betreft, dringt de kapitalisatiemethode zich op voor de hogere graden
van blijvende invaliditeit meer bepaald percentages gelijk of hoger aan 15%. De
kapitalisatie draagt bovendien bij tot een grotere transparantie van het
vergoedingsrecht en dus tot een grotere rechtszekerheid door het onzeker element te
reduceren tot een dagbedrag eerder dan tot een globaal bedrag. Men mag niet uit
het oog verliezen dat de kapitalisatie niets meer dan een berekeningswijze is. Zij
maakt het alleen mogelijk te berekenen met welk bedrag een toekomstige periodieke
schade, al dan niet ex aequo et bono bepaalt, overeenstemt. Men mag immers niet
uit het oog verliezen dat door dezelfde dagvergoeding te gebruiken voor de tijdelijke
ongeschiktheid er een logische continuïteit wordt gecreëerd tussen de tijdelijke en
blijvende ongeschiktheid. Op die manier bestaat er ook een betere coherentie tussen
de vergoedingswijze van de materiële en morele schade. Belangrijk hierbij is dat de
rechter de kapitalisatie niet mag verwerpen door te overwegen dat de
kapitalisatiemethode niet kan worden verantwoord wanneer de basis zelf naar
billijkheid wordt geraamd en in de tijd kan variëren, rekening houdend met de
gewenning en met de noodzakelijke aanpassing van de getroffene aan zijn lijden en
de gevolgen ervan wanneer het zich mettertijd stabiliseert”.
Ook de Politierechtbank te Antwerpen, 27 mei 2013, de Verzekering 2013/4, pagina
498-504, heeft voor een slachtoffer met een blijvende ongeschiktheid
gekapitaliseerd.
De Rechtbank oordeelde terecht dat de toekomstige morele schade op de meest
gerichte en derhalve aangewezen wijze vergoed wordt door de toekenning aan het
slachtoffer van een levenslange jaarlijks te indexeren maandelijkse rente.
Concluante verwijst tevens naar een vonnis van de Politierechtbank te Gent dd. 13
mei 2013, geciteerd in Verkeersrecht, Larcier, 2014 blz. 193, waarin de Politierechter
stelde :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
501

“Wat de indicatieve tabel voorziet is eerder bedoeld voor de gewone doorsnee
gevallen en dan nog voor een beperkte ongeschiktheid of voor ongeschiktheden,
lager dan 15%. Trouwens, de indicatieve tabel reikt actueel onomwonden aan dat de
schadevergoeding voor blijvende invaliditeit via kapitalisatie kan worden berekend
wanneer het percentage invaliditeit of ongeschiktheid van het slachtoffer gelijk is aan
of hoger dan 15%. Er kan dan ook opgemerkt worden dat men nooit went aan een
blijvende handicap en dat de intensiteit van de schade geenszins vermindert door het
tijdsverloop”.
Ook het Hof van Beroep te Antwerpen stelde in een uitspraak van 11 december 2013,
Verkeersrecht o.c Sommerijns, blz. 194-195 :
“Blijvende invaliditeit heeft betrekking op de persoonlijke ongeschiktheid, zijnde het
geheel van de gevolgen van de aantasting van de fysieke en de psychische integriteit
op de handelingen en gedragingen in het dagelijks extra patrimoniaal leven met
inbegrip van de pijnen die volgens de deskundige normalerwijze verbonden zijn aan
het letsel, evenals de psychische schade die hiermee gepaard gaat.
Het Hof onderschrijft het standpunt van de eerste rechter niet als zou er rekening
moeten worden gehouden met gewenning en aanpassing. Het zicht van het linkeroog
is volledig verloren en dit zal zo blijven voor de rest van zijn leven met de daaraan
gekoppelde ongemakken en moreel leed die met het ouder worden mogelijk nog
zullen toenemen.
De kapitalisatiemethode kan worden toegepast op elke vorm van periodieke of
constante toekomstige schade van materiële, morele, financiële en economische
aard. Kapitalisatie is de omzetting van een toekomstige en periodieke schuld in een
bedrag. Met een kapitalisatieberekening wordt bepaald welk kapitaal nodig is om
gedurende een zekere tijd periodiek een bepaalde som te betalen.
Het Hof is van oordeel dat de begroting van de schade op grond van de
kapitalisatieberekening met toepassing van de splitsingsmethode de meest adequate
is voor de toekomstige schade vermits deze wijze van begroting nauwer aansluit bij
de realiteit van deze toekomstige schade dan wanneer ze in billijkheid zou worden
geraamd.
Het Hof heeft de morele schade en huishoudelijke schade gekapitaliseerd”.
Concluante verwijst naar het hierboven geciteerde vonnis van de Politierechtbank te
Mechelen van 15 november 2013, VAV 2014, pagina 2/37-42, waarin deze Rechtbank
terecht stelt:
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
502

“Men mag immers niet uit het oog verliezen dat door dezelfde dagvergoeding te
gebruiken voor de tijdelijke ongeschiktheid er een logische continuïteit wordt
gecreëerd tussen de tijdelijke en blijvende ongeschiktheid. Op die manier bestaat er
een betere coherentie tussen de vergoedingswijze van materiële en morele schade …”.
In subsidiaire orde, ingeval van begroting ex aequo et bono
Minstens, wanneer uw Rechtbank op forfaitaire basis zou vergoeden, kan men
rekening houden met de vergoedingsberekeningen die men louter op basis van de
kapitalisatie bereikt, en vervolgens kan de Rechtbank de alzo berekende
schadesommen afronden om ze vervolgens op forfaitaire wijze toe te kennen. Een
soortgelijk advies vindt men terug in het zeer degelijke artikel “Begroting van schade
door kapitalisatie : meer precies dan ex aequo et bono”, T. Vred. en Pol. 2012, B., De
Temmerman :
“De verdeeldheid van de rechtspraak over de vraag of blijvende morele schade door
een kapitalisatieberekening moet worden begroot is niet wenselijk. Een vergelijkbare
behandeling van slachtoffers met een vergelijkbare schade komt daardoor in het
gedrang. De financiële inzet van de discussie is niet gering. (…)
Als het daadwerkelijk zo is dat de forfaitaire bedragen per punt die de indicatieve
tabel voorstelt veel te laag zijn, volstaat het deze bedragen te verdrievoudigen terwijl
het basisbedrag voor morele schade tijdens de tijdelijke invaliditeit behouden blijft om
aan de technische discussie over de vergoeding per punt dan wel door kapitalisatie te
ontnemen”.
De concrete kapitalisatiefactoren
Kapitalisatie is in dit concrete dossier te meer aangewezen om volgende redenen :
oConcluante heeft al 5,5 jaar last van constante, steeds wederkerende pijnen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
503

oDeze pijnen zullen door het verouderingsproces alleen maar TOENEMEN ; de
marge voor het verergeren van klachten is veel groter bij een jonger iemand,
dan bij iemand die al op leeftijd is
oAls concluante op 39-jarige leeftijd na een verkeerde beweging of overbelasting
soms ’s morgens niet uit haar bed geraakt van de rugpijn, wat zal dat dan zijn op
45- jarige leeftijd ? 50-jarige leeftijd ? 60-jarige leeftijd ?
oVooral het nek- en rugletsel vertonen een degeneratief karakter, waarvoor
overigens voorbehoud
oHierbij betreft het geen pijnen aan 1 specifiek deel van haar lichaam, maar pijn
verspreid over haar gehele lichaam : én hoofd, én nek, én rug, én schouders, én
polsen, én spieren, én …
oDe letselschade van concluante betreft een aantasting van het centrale
zenuwstelsel. Dat regelt alle ‘automatische’ processen zoals spijsvertering,
ademhaling, hartslag, … : ook deze ‘onzichtbare’ functies worden aangetast,
zoals bleek uit de diverse medische verslagen. Zij leiden tot bijkomende
beperkingen en een beperkte belastbaarheid. Iemand die bvb een oog of arm
verliest, wat op het zicht natuurlijk veel meer indruk maakt, heeft echter al deze
beperkingen – en bijhorende risico’s - niet.
oDe secundaire klachten evolueerden negatief : de spierzwakte stabiliseert niet,
het aantal ontstekingen NEEMT hierdoor TOE
oConcluante kan niet ontlast worden door een partner die haar bijstaat ; haar
beperkingen zijn des te meer merkbaar en voelbaar. Een klein voorbeeld : soms
kan zij niet eens een bokaal (voedsel) opendraaien – geen kracht genoeg …
evenmin kan zij zeggen ‘schat doe jij dit even open aub’. Bvb : de vuilzak buiten
zetten. Zij kan niet zeggen ‘lief zet jij die even buiten aub’. Zij moet haar vuilnis
in kleinere vuilzakken doen en daarmee heen en weer lopen. Zij verliest dus veel
meer tijd met van alles en nog wat, om hetzelfde te kunnen doen als iemand
met dezelfde letsels die wel een partner heeft.
De scharnier- of peildatum, zijnde de datum waarop het vonnis ten gronde wellicht zal
worden geveld, wordt voorlopig geschat op 6 april 2016, zijnde als concluante 39 jaar
oud is.
Op die leeftijd heeft de Belgische vrouw een mediaanlevensduur van 49,61 jaar (zie de
tabellen van de prospectieve mediaanlevensduur 2015)(stuk 284).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
504

Conform de richtlijnen in de indicatieve tabel dient de kapitalisatie te gebeuren aan de
hand van :
*de meest recente statistische gegevens ;
*volgens de tabellen van de maandelijkse betalingen (omdat helaas de tabellen voor
de dagelijkse betalingen niet bestaan) ;
*aan een kapitalisatierentevoet van 1 %.
Volgens de tabellen van de huidige waarde van een zekere (of vaste) rente
overeenstemmend met de mediaanlevensduur van een vrouw van 39 jaar, aan een
kapitalisatierentevoet van 1 %, met maandelijkse betalingen, is de
kapitalisatiecoëfficiënt 39,136. Deze coëfficiënt is dan ook van toepassing voor de
begroting van de vergoeding voor de blijvende morele en huishoudelijke schade in de
toekomst, zijnde vanaf de scharnierdatum.
B. Vergoeding voor de blijvende huishoudelijke schade
Zoals voorzegd werd de scharnierdatum voorlopig vastgelegd op 6 april 2016.
Vanaf 21/09/2015, de consolidatiedatum, tot 06/04/16, liggen 6 maanden en 16
dagen, hetzij in totaal 197 dagen. Deze periode is de periode in het verleden voor de
blijvende schade.
De dagvergoeding voor de blijvende huishoudelijke schade in het verleden kan voor
concluante worden bepaald op 50 € per dag (zoals hierboven uiteengezet voor de
periode van T.O.).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
505

Alzo bekomt men de volgende vergoeding voor de blijvende huishoudelijke schade in
het verleden, zijnde tussen de consolidatie- en de scharnierdatum :
197 dagen x 50 € x 82,21 % (B.O.) = 8.097,68 €. Deze som wordt vermeerderd met
vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf de gemiddelde datum van
deze schadeperiode, zijnde vanaf 01/01/2016.
Concluante hoopt dat uw rechtbank zich kan vinden in het HERSTEL van haar woon-
en leefomstandigheden en op een voldoende hoge provisie op 6 april 2016, die een
terugkeer naar België voor haar gezin én haar paarden mogelijk moet maken.
Concluante zal niét naar het OCMW stappen en concluante zal haar paarden niét
achterlaten of verkopen. In die zin zal zij meer beroep kunnen doen op steun in het
huishouden van vrienden en familie in de buurt, die nu in Frankrijk – wat haar
CONCRETE leefsituatie is ! en het is DIE concrete leefsituatie die beoordeeld moet
worden ! - totaal ontbreekt, en die een dagvergoeding van 50 euro ZEKER
rechtvaardigt gelet op de hoge meerinspanningen die zij voortdurend moet leveren,
en de diverse spoedopnames, strafklachten kinderverwaarlozing, edm als gevolg. Dat
zijn geen ‘kleine gebreken’ meer ! In geval terugkeer naar België mogelijk gemaakt
wordt, stemt concluante in om de dagvergoeding voor huishoudelijke schade te
herleiden tot het verzekeringstarief van 25 euro per dag.
De vergoeding voor de blijvende huishoudelijke schade in de toekomst, zijnde vanaf
de scharnierdatum, wordt gelet op het bovenstaande en mits toekenning HERSTEL
begroot als volgt :
25 € x 365 dagen x 82,21 % (B.O.) x 39,136 = 293.585,06 €.
Zou een terugkeer naar België na 6 april 2016 niet mogelijk zijn, dan vraagt
concluante om de dagvergoeding op te trekken tot 50 euro per dag, zodat zij aansluit
bij haar concrete leefomstandigheden, en de blijvende huishoudelijke schade te
begroten als volgt :
50 € x 365 dagen x 82,21 % (B.O.) x 39,136 = 587.170,12 €.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
506

C.Vergoeding voor de blijvende morele schade
De kapitalisatiefactoren werden hierboven reeds uiteengezet.
De dagvergoeding voor morele schade wordt algemeen in de Belgische rechtspraak
vastgelegd op 25 € (zie de indicatieve tabel).
Concluante meent, dat het gelet de concrete omstandigheden in dit dossier, passend
voorkomt om deze dagvergoeding te verdubbelen voor wat betreft deze schade in
het verleden :
197 dagen x 50 € x 82,21 % (B.O.) = 8.097,68 €. Uiteraard eveneens meer
vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf 01/01/2016.
Concluante hoopt dat uw rechtbank zich kan vinden in het HERSTEL van haar woon-
en leefomstandigheden en op een voldoende hoge provisie op 6 april 2016, die een
terugkeer naar België voor haar gezin én haar paarden mogelijk moet maken.
Concluante zal niét naar het OCMW stappen en concluante zal haar paarden niét
achterlaten of verkopen. In die zin zal zij meer beroep kunnen doen op steun van
vrienden en familie in de buurt en zal zij terug een begin van sociale contacten
kunnen ontwikkelen, wat nu door haar beperkte mobiliteit in Frankrijk – wat haar
CONCRETE leefsituatie is ! en het is DIE concrete leefsituatie die beoordeeld moet
worden ! - totaal ontbreekt, en die een dagvergoeding van 50 euro ZEKER
rechtvaardigt gelet op de hoge meerinspanningen die zij bij alles voortdurend moet
leveren, en de diverse spoedopnames, strafklachten kinderverwaarlozing, edm als
gevolg. Dat zijn geen ‘kleine gebreken’ meer ! In geval terugkeer naar België mogelijk
gemaakt wordt, stemt concluante in om de dagvergoeding voor huishoudelijke
schade te herleiden tot het verzekeringstarief van 25 euro per dag en vraagt zij een
vermeerdering hiervan met 85 %, aangezien zij zonder het bedrog van AG 85 % kans
had om van haar letsels tgv ongeval te kunnen herstellen. Deze kans is haar
opzettelijk en bewust ontnomen geweest.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
507

De vergoeding voor de blijvende lichamelijke schade in de toekomst, zijnde vanaf de
scharnierdatum, wordt gelet op het bovenstaande begroot als volgt :
25 € x 365 dagen x 82,21 % (B.O.) x 39,136 = 293.585,06 €.
Te vermeerderen met 85 % nu de BLIJVENDE invaliditeit VEROORZAAKT is door het
bedrog van verweerster = 293.585,06 € + 249.547,30 € = 543.132,36 €.
Uiteraard eveneens meer vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf
01/01/2016.
Zou een terugkeer naar België na 6 april 2016 niet mogelijk zijn, dan vraagt
concluante om de dagvergoeding op te trekken tot 50 euro per dag, zodat zij aansluit
bij haar concrete leefomstandigheden, en de blijvende lichamelijke schade, die zich in
dat geval veel meer zal laten voelen, en een veel groter risico inhoudt om te
verergeren naar de toekomst toe, te begroten als volgt :
50 € x 365 dagen x 82,21 % (B.O.) x 39,136 = 587.170,12 €.
D. In subsidiaire orde : B.I. met kapitalisatie aan 0 % = NIEUWE POT
Nog billijker zou het zijn, en nog meer in concreto zou het zijn, en nog meer zou het
getuigen van een Nieuwe Pot, om de nominale waarde van de morele lichamelijke
schade als basis te gebruiken :
25 € x 365 dagen x 82,21 % (B.O.) = 7.501,22 € per jaar
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
508

Gelet op de gemiddelde leeftijd van 88,60 jaar voor een Belgische vrouw (tabel
Schryvers), en gelet op de leeftijd van concluante op het scharniermoment van 39
jaar, laat dit 49,60 jaar. Dit geeft bij een kapitalisatie aan 0 % :
7.501,22 € x 49,60 jaar = 372.060,51 €
Te vermeerderen met 85 % nu de BLIJVENDE invaliditeit VEROORZAAKT is door het
bedrog van verweerster = 372.060,51 € + 316.251,43 € = 688.311,94 €.
Uiteraard eveneens meer vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf
01/01/2016.
E.In subsidiaire orde : de forfaitaire vergoeding per procentpunt
Indien de rechtbank zou beslissen dat de begroting van de vergoeding voor de
blijvende lichamelijke schade onmogelijk kan gebeuren via een
kapitalisatieberekening (zie bovenstaande cassatierechtspraak), dan zal zij uiteraard
de begroting ex aequo et bono, meerbepaald de forfaitaire vergoeding per punt,
toepassen.
In een dergelijk geval zal zij hopelijk willen inzien dat niet de forfaitaire vergoeding
per punt volgens de indicatieve tabel moet worden toegepast. Het zou leiden tot
slechts een fractie van de reële schade die concluante dagelijks lijdt en ook in de
toekomst zal lijden. In dat geval mag zij de oven UIT zetten en houdt zij vast aan de
Oude Pot.
Dit kan geen passende en billijke vergoeding worden genoemd voor concluante, gelet
op haar werkelijke, bewezen én levenslange nadelen ingevolge het ongeval.
Zoals hierboven reeds werd aangehaald kan beter het advies van de rechtsgeleerde
Bart De Temmerman worden gevolgd, waar hij erop wijst dat het de rechtbank vrij
staat om zelf de vergoeding per punt te bepalen, tevens rekening houdende met de
kapitalisatieberekening. Vanuit die optiek mag uw rechtbank gerust een 0 toevoegen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
509

achter de huidge ‘vergoedingen per punt’ en deze toepassen, mocht verweerster
aandringen op ‘punt per punt vergoeding’ …
SAMENVATTEND voor de blijvende huishoudelijke ongeschiktheid en de blijvende
invaliditeit,
vraagt concluante MINSTENS een provisie van :
(8.097,68 + 293.585,06 =) 301.682,74 € in geval de HERSTELmaatregel toegekend
wordt ; (8.097,68 + 587.170,12 =) 595.267,80 € in geval de HERSTELmaatregel niet
toegekend wordt, voor de blijvende huishoudelijke ongeschiktheid, meer
vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf 1/8/09 tot de dag van de
tussen te komen uitspraak,
(8.097,68 + 543.132,36 =) 551.230,04 € in geval de HERSTELmaatregel toegekend
wordt ; (8.097,68 + 587.170,12 =) 595.267,80 € in geval de HERSTELmaatregel niet
toegekend wordt, voor de blijvende invaliditeit, meer vergoedende intrest aan de
wettelijke rentevoet vanaf 1/8/09 tot de dag van de tussen te komen uitspraak,
IV. BLIJVENDE ECONOMISCHE ONGESCHIKTHEID
A. Professionele schade en verlies van de waarde van de aandelen van BVBA
Calliope’s
Hiervoor wordt voorlopig enkel voorbehoud gevraagd, en wordt het oordeel van de
deskundige-accountant afgewacht, zou uw rechtbank instemmen met de aanstelling
ervan, zoals supra reeds uiteengezet. Concluante is enige aandeelhouder, dit zijn
privé verliezen.
B.Het kapitaal in de bvba Calliope’s dient vergoed te worden
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
510

Op het moment van het ongeval was er een kapitaal in de bvba van 62.106,18 euro.
De werking van de bvba viel stil door de arbeidsongeschiktheid tgv ongeval. Het
kapitaal van de bvba op dat ogenblik bevatte lonen, dividenden, e.a. voor persoonlijk
gebruik van concluante, ook kosten voor de stalling en verzorging van de paarden die
aan Frankrijk zouden worden uitbetaald. De activiteiten in Frankrijk staan op
persoonlijke naam van concluante.
Concluante stelde alles in het werk om de schade tgv ongeval te beperken. Zij liet na
om lonen, dividenden, enz. uit de bvba te halen om een faillissement van de bvba af
te wenden in de optiek dat zij weldra zou kunnen het werk hervatten.
Door het doorlopen van de vaste en andere kosten van de bvba kon concluante
uiteindelijk nooit de dividenden en kosten voor Frankrijk uit de bvba halen. Dit zijn
alle privé inkomsten. Dit bedrag dient vergoed te worden. (stuk 388)
C.Startkapitaal bvba Calliope’s
Concluante was enige aandeelhouder van haar bvba Calliope’s. Deze had een volstort
kapitaal van 25.000 euro. Dit betrof privé geld van concluante.
Door ongeval kon concluante het werk niet hernemen. De bvba ging failliet.
Concluante is haar startkapitaal kwijt. Dit zou niet gebeurd zijn zonder ongeval. Het
startkapitaal dient vergoed te worden. (stuk 388 en stuk 14)
D.Pensioenbelofte
Binnen de bvba Calliope’s was een pensioenbelofte voorzien van 76.500 euro.
Spaartegoeden werden hiervoor opgebouwd. Deze zijn door het faillissement
verdwenen. ZONDER HET ONGEVAL ZOUDEN DEZE SPAARTEGOEDEN VERDER
OPGEBOUWD WORDEN. De stukken tonen aan dat concluante NIET van plan was om
te stoppen met de bvba. Concluante verliest hierdoor dit privé-kapitaal, dat moet
vergoed worden.
(zie attest pensioenbelofte stuk 177 ; origineel ondertekend in boekhouding bij
curator)
E.VAPZ
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
511

De bvba Calliope’s legde een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen aan. Deze
kost werd door de bvba Calliope’s gedragen. Het betreft een privé-inkomst voor
concluante. Door de arbeidsongeschiktheid die volgde op het ongeval, ging de bvba
failliet, waardoor deze betalingen moesten worden stopgezet. ZONDER HET
ONGEVAL ZOU HET VAPZ VERDER BETAALD GEWEEST ZIJN waardoor concluante een
persoonlijk verlies lijdt van 174.709,91 euro.(stuk 180)
F.Pensioensparen PRICOS
Aanvankelijk als zelfstandige, vervolgens de bvba Calliope’s betaalde ook het
‘normale’ pensioensparen voor concluante en dit sinds 2006. Concluante was toen 30
jaar. ZONDER HET ONGEVAL ZOU PRICOS VERDER BETAALD GEWEEST ZIJN waardoor
concluante een persoonlijk verlies lijdt van 108.855,47 euro.(stuk 178 + 179) Het
spreekt voor zich dat concluante, gelet op de financiële ramp waar ze in terecht
kwam sinds en door het ongeval, deze pensioenopbouw niet privé kon bekostigen.
Zonder ongeval had ze dit wél gekund.
G.Privé leningen aan de bvba
Concluante stak, met het oog op een positief eindverslag van Hans Verstraelen dat
provisie, hulp door derden, en van daaruit hopelijk werkhervatting zou mogelijk
maken, meermaals privé geld in de bvba, om de bvba draaiende te houden. Door het
faillissement van de bvba is zij ook dit privé-geld kwijt.
De tijd ontbreekt om nu alle rekeninguittreksels te overlopen om uit te dokteren
hoeveel privé-geld concluante precies in de bvba stak.
Vast staat dat concluante hiervoor vergoed moet worden. Zij vraagt dan ook een
voorbehoud voor deze schade.
H.Verlies boek paardencoaching
Concluante kon door het ongeval haar boek over paardencoaching niet afwerken. Dit
was al ver gevorderd en werd in het Engels geschreven, wat nu onmogelijk is om
verder te doen. Denken en schrijven in het Engels vraagt nog meer inspanning dan
denken en schrijven in het Nederlands. Zij lijdt daardoor verlies. (stuk 194 + 195)
Zij vraagt hiervoor een schadevergoeding van 10.000 euro.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
512

I.Verlies uit de Belgische beroepsactiviteiten
Of dit nu onder bvba Calliope’s zou gebeuren of als zelfstandige in hoofdberoep, het
is een feit dat concluante volledig arbeidsongeschikt werd tgv ongeval.
Hierdoor kan zij haar Belgische beroepsactiviteiten niet meer hernemen. Dit zorgt
voor aanzienlijke inkomstenverliezen.
Uit de provisionele begroting bij de tijdelijke professionele ongeschiktheid blijkt, dat
deze persoonlijke inkomstenverliezen uit de Belgische beroepsactiviteiten gemiddeld
tussen de 96.000 en 108.000 euro per jaar schommelen.
Op het moment van consolidatie is concluante 39 jaar.
Dat laat nog 26 jaar tot de pensioenleeftijd van 65 jaar.
Als wij een gemiddeld verlies van 100.000 euro per jaar weerhouden, leidt dat tot :
26 x 100.000 = 2.600.000 euro
Evenwel dient het advies van een deskundige-accountant afgewacht te worden
vooraleer er een definitieve uitspraak kan gebeuren over de EXACTE
inkomstenverliezen uit de Belgische activiteiten.
Een voorzichtige provisie van minstens de helft, 1.300.000 euro is gerechtvaardigd.
J.Verlies uit de Franse beroepsactiviteiten
Het is een feit dat concluante volledig arbeidsongeschikt werd tgv ongeval. De fysieke
letsels, en meerbepaald nek- en rugletsel, meer de spierzwakte die hier uit volgde,
meer de cognitieve problematiek, maken dat het hernemen van de Franse
beroepsactiviteiten niet meer mogelijk is. Dit zelfs los van het gegeven
‘inbeslagnameprocedure’.
Dit zorgt voor aanzienlijke inkomstenverliezen.
Uit de provisionele begroting bij de tijdelijke professionele ongeschiktheid blijkt, dat
deze persoonlijke inkomstenverliezen uit de Franse beroepsactiviteiten gemiddeld
MINSTENS tussen de 80.000 en 100.000 euro per jaar schommelen.
Op het moment van consolidatie is concluante 39 jaar.
Dat laat nog 26 jaar tot de pensioenleeftijd van 65 jaar.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
513

Als wij een gemiddeld verlies van 90.000 euro per jaar weerhouden, leidt dat tot :
26 x 90.000 = 2.340.000 euro
Evenwel dient het advies van een deskundige-accountant afgewacht te worden
vooraleer er een definitieve uitspraak kan gebeuren over de EXACTE
inkomstenverliezen uit de Franse beroepsactiviteiten.
Een voorzichtige provisie van minstens de helft, 1.170.000 euro is gerechtvaardigd.
Er kan niet ingeroepen worden dat een eventuele terugkeer naar België deze
schadepost laat verdwijnen : immers ZONDER HET ONGEVAL zou er IN GEEN GEVAL
sprake geweest zijn van een terugkeer naar België. En zou uiteraard het
Paardencoaching Center uitgebouwd geweest zijn – het was immers geen “job”,
maar een passie, een droom, een levenswerk van concluante om dit te doen.
Het ongeval en de gevolgen daarvan zijn de ENIGE reden waarom deze activiteit
gestaakt moest worden. De inkomstenverliezen dienen integraal vergoed te worden,
zoniet is er sprake van schending art. 1382-1383 BW.
K.Andere blijvende professionele schade
Concluante vraagt voorbehoud voor de andere blijvende professionele schade die zij
nog niet in concreto kon begroten.
SAMENVATTEND kan aldus als volgt een provisie voor de blijvende professionele schade
toegekend worden van 2.927.171,56 euro :
-Kapitaal in de bvba 62.106,18 euro
-Startkapitaal bvba 25.000,00 euro
-Pensioenbelofte 76.500,00 euro
-VAPZ 174.709,91 euro
-Pricos 108.855,47 euro
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
514

- Boek 10.000,00 euro
-Beroepsinkomsten Belgische activiteiten 1.300.000,00 euro
-Beroepsinkomsten Franse activiteiten 1.170.000,00 euro
V.ANDERE PERSOONLIJKE SCHADE

A.De gemiste huurinkomsten van de privé-woning in Vichte
Concluante ontving van de bvba Calliope’s een maandelijkse huurinkomst van 650,00 euro
per maand. Deze huurinkomst viel weg nu de bvba sinds ongeval zonder inkomsten viel. In
juni 2012 werd de woning particulier verhuurd en waren er opnieuw huurinkomsten. Dit tot
de gedwongen verkoop in mei 2014 om medische en juridische kosten te kunnen blijven
voorschieten.
In totaal betreft het dus 3 maanden huurverlies in 2010, 12 maanden huurverlies in 2011, 6
maanden huurverlies in 2012, 8 maanden huurverlies sinds verkoop woning, hetzij 29
maanden aan 650 euro = 18.850 euro
(stuk 10)
B.Verliesposten mbt gedwongen verkoop van de woning in Vichte
Zonder ongeval zou de woning niet verkocht geweest zijn. Het kantoor van de bvba
Calliope’s was er gevestigd. Deze bvba zou zijn blijven verder bestaan. Concluante zou er
blijven verblijven tijdens haar Belgische professionele activiteiten Diverse lopende
contracten en nieuwe contracten voor 2011 waren voorzien, ondertekend (reeds in bezit van
AG sinds oktober 2010).
De woning had een waarde van 175.000 euro. Omdat verzoekster kosten moest blijven
voorschieten in het kader van de medische expertise die niet door Providis ten laste
genomen werden, moest zij snel snel haar woning verkopen. Deze werd uiteindelijk voor
slechts 155.000 euro verkocht.
Dit betekent een verlies van 20.000 euro.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
515

Daarnaast is er het makelaarsloon van 6.808 euro. Hiervoor bestaat nog een schuld van
5.598 euro.
Daarnaast diverse akte- en andere kosten tgv de gedwongen verkoop van 2.187,97 euro.
Hetzij een totaal van 28.995,97 euro.
(dienstige stukken: 396, 163)
C.Het verlies van de privé-woning in Vichte
De woning vertegenwoordigde een kapitaal van 175.000 euro. Bijkomend zou deze woning
voor een voortdurende huurinkomst gezorgd hebben, was zij niet verkocht geweest.
Deze privé-inkomsten vallen nu weg.
Het is op heden niet duidelijk of uw rechtbank zal instemmen met het HERSTEL van de
woonaccommodatie van concluante, ja dan nee.
In geval uw rechtbank hiermee instemt, vervalt de vraag naar schadeloosstelling voor deze
aanzienlijke verliespost. De woongelegenheid in België wordt immers hersteld.
In geval uw rechtbank niet zou instemmen met het HERSTEL van de woonaccommodatie van
concluante, vraagt concluante voorbehoud om deze kostenpost – het BLIJVEND verlies van
de privé-woning – te vorderen.
Vast staat, dat ZONDER HET ONGEVAL, concluante deze woning nog zou bezitten.
D.Het verlies van een personenwagen
Zoals uit de boekhouding van de bvba Calliope’s blijkt, droeg de bvba alle (persoonlijke)
kosten mbt de wagen : aankoop, onderhoud, keuring, herstellingen, …
Deze kost valt nu op concluante.
Concluante heeft sinds het ongeval geen eigen wagen meer.
De moeder van concluante moest noodgedwongen de auto van concluante overkopen.
Zij betaalde hiervoor 4.500 euro (voor een auto die concluante dus zelf al betaald had !!).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
516

Concluante moet deze kost, die zij ZONDER HET ONGEVAL niet gehad zou hebben – ze zou
de auto van de bvba immers blijven gebruiken en de bvba zou niet failliet gegaan zijn – nog
terugbetalen aan haar moeder en vraagt dan ook dat deze schadepost toegekend wordt.
(stukken 397, 398, 399 ter staving)
E.De aankoop van een nieuwe personenwagen
Bovenvermelde wagen ging intussen stuk en er moest overgegaan worden tot de aankoop
van een nieuwe wagen.
Concluante zou ZONDER HET ONGEVAL geen kosten moeten maken hebben voor een
nieuwe wagen. Immers, de bvba zou deze betaald hebben.
Concluante dient dan ook de kost van deze nieuwe wagen vergoed te krijgen.
Temeer omdat zij deze nog moet terugbetalen aan haar moeder (stuk 280). Zelf kon zij
immers noch een lening krijgen in haar uitzichtloze financiële situatie en zelf had zij geen
middelen om deze aan te kopen.
Zij vraagt hiervoor een vergoeding van 32.000 euro.
F.Aankoop toekomstige wagens
Ook naar de toekomst toe, zou de aankoop van een nieuwe wagen verlopen via de bvba.
Om de 5 jaar zou concluante een nieuwe wagen kunnen aangeschaft hebben ZOU HET
ONGEVAL NIET GEBEURD ZIJN.
Dit is DOOR HET ONGEVAL een privé-kost geworden, wat het VOOR ONGEVAL niét was.
Concluante vraagt een provisie van 30.000 euro voor een personenwagen, om de 5 jaar te
vervangen, zoals ZONDER HET ONGEVAL ook gebeurd zou zijn.
Een veilige wagen is des te belangrijker, nu bijkomend letsel nefast zou zijn voor concluante.
Er kan uitgegaan worden van een nieuwe wagen in 2020, 2025, 2030, 2035, 2040, 2045,
hetzij 6 x 30.000 euro = 180.000 euro.
G.Mingenot voor het Franse domein
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
517

Concluante lijdt een belangrijk mingenot voor haar Franse domein.
Ten gevolge van het ongeval spendeerde zij pakweg de helft van het jaar in België.
Zij heeft dus een prachtdomein, waar zij alle kosten van moet dragen, maar zonder dat zij
hier het genot van heeft.
Zelfs als zij ter plaatse is, kan zij hier niet van genieten. Ze ligt in bed of is moe of moet zich
bezighouden met brandjes blussen langs alle kanten.
Het mingenot kan begroot worden op 1.000 euro per maand.
ZONDER HET ONGEVAL HAD CONCLUANTE KUNNEN GENIETEN VAN HAAR DOMEIN : de
paardeninfrastructuur benutten, wandelingen maken in het bos, … dit alles is onmogelijk
door en sinds het ongeval.
Dit dient voorzien te worden sinds datum ongeval tot datum zitting : 57 x 1.000 euro =
57.000 euro.
Dit mingenot vervalt zodra zij terug in staat gesteld wordt om van haar domein (dit of een
ander) te kunnen genieten ZOALS ZONDER HET ONGEVAL OOK HET GEVAL GEWEEST ZOU
ZIJN.
H.Paardenvrachtwagen
De paardenvrachtwagen is noodzakelijk om in geval van nood de paarden te kunnen naar de
dierenkliniek brengen of naar een training of … .
De paardenvrachtwagen was eigendom van Calliope’s bvba. Alle kosten werden door de
bvba gedragen. In feite had concluante dus, via haar bvba, deze paardenvrachtwagen reeds
betaald.
Zij moest deze een 2
de
keer betalen, om hem te kunnen behouden.
Plots werd ook dit een privé-kost, terwijl deze ZONDER HET ONGEVAL géén privé kost zou
geweest zijn.
Concluante vraagt dan ook om voor deze door het ongeval gedwongen kost vergoed te
worden. De factuur bedraagt 4.840 euro (stuk 400).
I.Meubels
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
518

De meubels in de privé woning van concluante werden betaald door Calliope’s bvba. Alle
kosten werden door de bvba gedragen. In feite had concluante dus, via haar bvba, deze
meubels reeds betaald.
Zij moest deze een 2
de
keer betalen, om ze te kunnen behouden tgv faillissement tgv
ongeval.
Plots werd ook dit een privé-kost, terwijl deze ZONDER HET ONGEVAL géén privé kost zou
geweest zijn.
Concluante vraagt dan ook om voor deze door het ongeval gedwongen kost vergoed te
worden. De factuur bedraagt 605 euro (stuk 401).
Temeer omdat concluante deze meubels nog moet terugbetalen aan haar vrienden, die deze
voor haar betaald hebben om haar te ontlasten en ze vervolgens tot haar beschikking
gelaten hebben.
J.Paarden
Hetzelfde gebeurde met de paarden. Ook deze moesten uit de bvba overgekocht worden.
Dit gebeurde door concluante’s moeder (stuk 402). Concluante betaalt maandelijks 15 euro
per paard af.
Zij vraagt vergoeding voor het overkopen van haar eigen, reeds betaalde paarden, ten
belope van 6.000 euro.
Het spreekt voor zich dat ZONDER het ongeval, concluante deze privé kost niet gehad zou
hebben. De paarden zouden eigendom gebleven zijn van de bvba.
Concluante had bovendien geen keuze, wilde zij de activiteiten hernemen. De specifieke
paardencoaching training van de paarden duurt zo’n 2 à 3 jaar.
K.Bijzondere morele schadevergoeding tgv stress tgv procedure
Concluante staat sinds 5,5 jaar enorm onder druk.
Deze is geen gevolg van het ongeval : immers had verweerster haar contractuele en
deontologische verplichtingen nageleefd, dan was alles eerlijk en correct verlopen in de
afhandeling van dit letselschadedossier en was er geen bijkomende stress geweest.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
519

Bovendien staat het vast dat deze stress bijgedragen heeft tot het instandhouden van en
verergeren van de letsels.
Dit is geen psychisch lijden dat onder de T.I. of B.I. kan gecatalogeerd worden. Het staat
immers los van het ongeval.
Evenmin kan deze stress toegeschreven worden aan de algemene stress die iedereen wel
ondervindt die in een procedure betrokken is.
Wat concluante doorstaan heeft, kan geen ‘normale’ procedurestress meer genoemd
worden. Het was dan ook geen ‘normale’ procedure.
Veel leed kon vermeden geworden zijn.
Concluante verzoekt uw rechtbank om een door haar als ‘passend’ beschouwde vergoeding
hiervoor te voorzien, minstens 1 euro hiervoor toe te kennen bij wijze van symbolische
erkenning.
L.Levensveranderende gebeurtenis
In het kader van een Nieuwe Pot past het om een vergoeding in te voeren voor een
“levensveranderende gebeurtenis”.
Deze is in België onbestaande.
In U.K. bijvoorbeeld, wordt in geval van “levensveranderende gebeurtenis” een VAST
FORFAIT toegekend van 250.000 GBP (omgerekend zo’n 339.000 euro).
Onder een “levensveranderende gebeurtenis” wordt verstaan dat ALLE aspecten van het
leven aangetast worden door een ongeval : het gezinsleven, het lichamelijk functioneren,
het professioneel leven, het sociaal leven, de hobbies, de ontwikkelingsmogelijkheden, enz.
Het spreekt voor zich dat ieder ongeval zijn impact zal hebben op minstens 1 deelaspect van
het leven : men moet veranderen van job ; of men kan zijn job houden maar kan zijn hobbies
niet meer doen ; of studies moeten stopgezet worden maar het gezinsleven loopt gewoon
verder ; enz.
Het Angelsaksisch recht voorziet een aparte schadevergoeding in geval ALLE aspecten van
het leven aangetast worden, die voor een totale ommekeer in iemand’s leven zorgen.
Dit is het geval bij concluante. NIETS van haar leven voor het ongeval schiet nog over.
Het is bijgevolg niet passend om dit gelijk te stellen aan de B.I., die zich slechts uitspreekt
over de lichamelijke beperkingen en hinder, maar die zich NIET uitspreekt over alle aspecten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
520

Concluante verzoekt uw rechtbank dan ook om zo’n VAST FORFAIT in het leven te roepen,
dat hopelijk navolging zal mogen vinden in andere rechtbanken, en dit toe te kennen aan
concluante.
M.Advocatenkosten
Concluante diende in de nasleep van het ongeval, en vooral de gevolgen daarvan, diverse
advocaten te consulteren om bijkomende schade en problemen te voorkomen :
-Voorkomen inbeslagname domein Frankrijk
-Strafklacht kinderverwaarlozing
-Jeugdrechtbank
-Faillissement voorkomen
-…
Concluante vraagt uw rechtbank om een voorbehoud voor deze nog niet te becijferen
kosten, en vraagt een provisie van 4.000 euro voor 1 van de reeds teruggevonden facturen
mbt inbeslagname Frankrijk (stuk 405).
Het staat immers vast dat ZONDER het ongeval, maar ook ZONDER het bedrog in dit dossier
waardoor dit dossier – ONNODIG - maar bleef aanslepen, deze kosten niet gemaakt hadden
hoeven worden !
N.Vergoeding conform WAM wetgeving
Concluante vraagt een vergoeding omdat de WAM wetgeving niet nageleefd is.
Een duidelijk geformuleerd verzoek tot provisie werd aan AG bezorgd samen met de nodige
stavingsstukken reeds in oktober 2010.
Toch liet AG na om de nodige provisies, nochtans bij wet vastgelegd, te betalen.
Concluante vraagt voorbehoud voor deze vergoeding. De tijd ontbreekt om deze nog te
berekenen.
O.Verlies van een schooljaar
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
521

Concluante volgde een opleiding transpersoonlijke psychologie bij Gilles Guattari op het
moment van het ongeval. Ze diende deze opleiding te staken. AG zegde toe deze terug te
betalen. Zij heeft dat nooit gedaan. Naast de kost van deze opleiding wenst concluante
vergoed te worden voor het verlies van dit schooljaar. Wellicht zal zij ook nooit deze
opleiding kunnen afmaken. De cognitieve problemen laten dit niet toe.
Zij vraagt hiervoor forfaitair 3.000 euro.
SAMENVATTEND geeft dat voor de andere persoonlijke schade PROVISIONEEL :
18.850 + 28.995,97 + 4.500 + 32.000 + 180.000 + 57.000 + 4.840 + 605 + 6.000 + 4000 + 3000
= 339.790,97 euro
VI.SCHADE VEROORZAAKT AAN DERDEN
Niet alleen concluante is het slachtoffer van dit ongeval.
Diverse derden leden ook schade tgv dit ongeval, en de gevolgen en afhandeling daarvan.
Om tot een integraal schadeherstel te kunnen komen, is het passend dat ALLE schadelijders
van ditzelfde ongeval vergoed worden voor hun schade.
A.De opvang van concluante’s dochtertje
Sinds 3 januari 2013 staat de moeder van concluante grotendeels in voor de opvang van
haar dochtertje.
Dit valt niet gelijk te stellen met ‘een handje toesteken’ zoals de meeste grootouders
wellicht doen.
Het betreft hier de DAGELIJKSE ZORG voor een baby / peuter / kleuter.
Te meer daar het dochtertje van concluante de voorbije 3 jaar 20 maanden full time
doorbracht bij haar oma waarbij concluante’s moeder grotendeels ALLEEN voor die opvang
moest instaan – immers de helft van de tijd zat concluante zelf in Frankrijk.
Dit heeft verregaande gevolgen op het leven van concluante’s moeder : zij is gebonden, kan
zich niet vrij bewegen, moet 24/7 thuis zijn om op concluante’s dochtertje te passen. Zij
verliest haar bewegingsvrijheid. Te meer nu concluante’s vader overleden is, en niet even
kan bijspringen – en concluante’s broers niet meer thuis wonen. Alles kwam letterlijk op de
schouders van concluante’s moeder terecht.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
522

Een opvanggezin ontvangt voor de opvang van een kind zo’n 1.200 euro per maand.
Het is passend om, gelet op de CONCRETE omstandigheden in dit dossier, eenzelfde bedrag
toe te kennen aan de moeder van concluante. 1.200 euro per maand stemt overeen met 744
babysit uren. Dat laat slechts 1,6 euro per uur als vergoeding en kan niet als buitensporig
beschouwd worden.
Het spreekt voor zich, dat ZONDER het ongeval, concluante’s dochtertje bij haarzelf zou
gewoond hebben. En dat concluante’s moeder deze extra zorg NIET gehad zou hebben.
Concluante verzoekt dan ook om een vergoeding van :
20 x 1.200 = 24.000 euro
om de morele (stress), fysieke (overbelasting) en persoonlijke (verlies van vrijheid) schade
van haar moeder te vergoeden.
Hierbij past het op te merken, dat deze kost vermeden kon zijn, had verweerster haar
verplichtingen nagekomen zoals het hoort.
B.De morele schade van concluante’s dochtertje
De veelvuldige, en vooral extreem lange scheidingen van concluante’s dochtertje van haar
moeder, zijn niet “normaal” te noemen. Op vandaag bvb is zij 1 maand van haar moeder
gescheiden.
Dat leidde tot ernstige psychologische problemen.
Concluante’s dochtertje ontwikkelde verlatingsangst, begon opnieuw in bed te plassen,
kreeg nachtmerries, kwam wenend wakker ’s nachts, kon plots niet meer in het donker
slapen, werd van alles bang, enz.. Een tijd lang had zij problemen op school, telkens moeder
terug moest vertrekken, en maakte zij ruzie met de andere kinderen. Dit is nu gelukkig wat
gestabiliseerd.
De laatste maanden, als concluante op bezoek komt bij haar dochtertje, weigert zij soms om
bij haar moeder te gaan. Dit zou volgens een kinderpsycholoog een typische reactie zijn bij
kleine kinderen die zich afgewezen voelen – hetgeen uiteraard NIET het geval is ! Maar een
gevolg is van de concrete situatie waarin concluante zich bevindt tgv ongeval, en vooral tgv
het bedrog volgend op het ongeval.
Concluante verzoekt uw rechtbank dan ook om een morele schadevergoeding voor het
psychisch leed dat haar dochtertje is aangedaan, van 25.000 euro.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
523

Dit geld zal gespaard worden voor dochtertjes latere studies zodat ze er toch IETS positiefs
aan overhoudt.
Concluante vraagt tevens voorbehoud voor eventuele behandeling door een
kinderpsychiater mocht deze manifest kindonvriendelijke situatie, ontstaan door de
gevolgen van het ongeval, nog lang blijven aanhouden.
Dit is zowel voor moeder als voor kind ONMENSELIJK.
C.Vergoeding voor de andere bijstand van concluante’s moeder
De bijstand door concluante’s moeder was niet beperkt tot transport en opvang van
concluante’s dochtertje.
Zij stond ook in voor volgende zaken :
-Het bijhouden van de administratie
-Het nemen van copies
-Het inscannen van documenten
-Het bijhouden van de boekhouding
-Het uitvoeren van betalingen
-Poetshulp in Frankrijk
-Boodschappen doen
-Afspraken regelen met artsen, ziekenhuizen, advocaten, …
-Koken
-Met de hond gaan wandelen
-…
Dit waren geen “occasionele” bezigheden, maar quasi DAGELIJKSE bezigheden !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
524

Uw rechtbank kon zelf vaststellen hoeveel documenten er reeds bezorgd werden en kan zich
een beeld vormen van de inspanningen die geleverd werden voor het leveren van het bewijs
van letsels en bedrog in dit dossier.
Zonder concluante’s moeder was dit niet mogelijk geweest.
Zij verdient hiervoor vergoed te worden.
Concluante vraagt dan ook een bijkomende schadeloosstelling voor haar moeder van 15.000
euro, hetgeen slechts overeenstemt met 3.000 euro per jaar, hetgeen een ernstige
onderwaardering betreft van de reële hulp die zij geboden heeft.
Zeker in de 6 maanden na geboorte dochtertje van concluante, was concluante’s moeder
FULL TIME met de zorg voor concluante zelf, haar procedures, administratie, dieren, … bezig.
ZONDER HET ONGEVAL had concluante’s moeder al die inspanningen uiteraard niet hoeven
leveren.
Bijkomend het feit dat haar leeftijd en eigen gezondheidsproblemen hiervoor belangrijke
meerinspanningen vroegen. En dit nota bene na meer dan 40 jaar in de fabriek gewerkt te
hebben …
D.Privé-leningen van concluante’s moeder
Het ongeval en de afhandeling daarvan, zorgden bovendien voor een belangrijke bijkomende
financiële belasting van concluante’s moeder, die al haar spaargeld in rook zag opgaan om
haar dochter te blijven ondersteunen.
Zo zijn er bvb diverse leningen aan de bvba van concluante gebeurd door de moeder van
concluante. Zij dient dit geld uiteraard te recupereren. Zonder het ongeval was zij dit geld
niet kwijt geweest.
Zo betaalt concluante’s moeder sinds de geboorte van haar dochtertje quasi alles voor
dochtertje van concluante : speelgoed, kledij, voeding, … nu de hoge vaste kosten van
concluante alsook het uitblijven van een provisie het niet mogelijk maakten om hier zelf voor
in te staan.
Daarnaast betaalde concluante’s moeder ook diverse uitgaven voor concluante toen zij dat
zelf niet kon, bvb. ziekenhuisfacturen, edm.
Concluante vraagt voorbehoud voor deze schadeposten, waarvoor de tijd ontbreekt om
deze allemaal te begroten.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
525

E.Vergoeding logement in België voor concluante’s moeder
Sinds het ongeval moest concluante noodgedwongen terug intrekken bij haar moeder.
ZONDER ONGEVAL zou concluante zelfstandig gewoond hebben. In haar EIGEN WONING.
Het 5 jaar lang ter beschikking stellen van een logement kan niet gelijkgesteld worden als
een normale opvang tussen ouders en kind in geval van nood – het is het noodgedwongen
oplossen van een structureel probleem dat ontstaan door het ongeval en het bedrog
gepleegd in dit dossier.
Concluante verzoekt uw rechtbank om een forfaitaire vergoeding toe te kennen aan
concluante’s moeder voor dit logement, dat ZONDER ONGEVAL niet nodig zou geweest zijn,
en begroot deze op 300 euro per maand, te rekenen vanaf datum verhuur woning in Vichte,
voor de volgende kosten :
-Huur
-Gas
-Water
-Elektriciteit
-Telefoon
-Internet
-Voeding
-…
Dit is alleszins NIET overdreven en is zeker gerechtvaardigd. Het past niet om derden te laten
opdraaien voor de verantwoordelijkheden van verweerster.
Aldus : sinds 1 juni 2012 tot 6 april 2016 : 46 maanden
300 (euro) x 46 (maanden) = 13.800 euro
SAMENVATTEND geeft dat voor de schade aan derden PROVISIONEEL :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
526

24.000 + 25.000 + 15.000 + 13.800 = 77.800 euro
VII.HULP DOOR DERDEN
Het staat vast dat sinds het ongeval hulp door derden noodzakelijk is geweest.
We vermelden slechts enkele van de talrijke stukken die hiervan getuigen :
In een nieuw verslag van Dr Di Costanzo van 24 augustus 2012 staat:
‘Je soussignée Dr DI COSTANZO, certifie que l'état de santé de Mme SANTENS
Anke nécessite l'intervention d'une auxiliaire de vie sociale au retour à
domicile’
In een nieuw verslag van Dr Plieweiss van 27.02.2014 staat:
‘Je soussignée, Madame le Docteur PLIEWEISS, certifie que l'état de santé de
Madame SANTENS Anke, nécessite l'intervention d'une aide à domicile 2
heures par jour.’
In het ergologisch verslag van 18.02.2014 staat oa:
‘Mevrouw SANTENS verblijft in Frankrijk (waar haar manege met de paarden
zijn) als ze hulp kan krijgen van derden (moeder, een vriend, een familielid,
vrijwilligers). Ook als ze geld heeft om voor een huishoudhulp en hulp voor de
paardenverzorging te betalen.
Ze kan namelijk de zorg voor het huishouden, haar dochtertje, de paarden en
het domein fysisch niet aan.
Als dat zo niet is woont ze bij haar moeder in België. Ze komt ook naar België
als de fysische pijnen niet meer om te dragen zijn.
Ze is ook afhankelijk van anderen om de reis van en naar Frankrijk met haar te
doen omdat zo lang (600 kilometer) met de wagen niet kan rijden.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
527

Als ze in België bij haar moeder verblijft, zorgt er niemand voor de paarden. Ze
geeft ze dan bij het weggaan heel veel eten en hoopt dat ze genoeg hebben
tot ze terugkeert. Gemiddeld is haar moeder ongeveer 1 week per maand bij
haar in Frankrijk. Ze is in het bezit van 3 paarden.’
‘Ideaal zou zijn, volgens haar zeggen, dat ze hulp van derden voor huishouden
en hulp voor de paarden zou krijgen. Bepaalde periodes kreeg ze In Frankrijk 2
uur huishoudhulp per dag en 4 uur hulp voor de paarden per dag. Indien ze dat
permanent zou kunnen bekomen dan, verklaart Mevrouw SANTENS, kan ze
het beroep van Paarden Coaching opnieuw stelselmatig en stap per stap aan.’
‘Als er iemand is om te helpen kan ze relatief normaal functioneren en is de
pijn draaglijk. Zonder hulp kan ze haar plan trekken gedurende enkele dagen.
Na een week neemt de pijn opnieuw toe.’
Deze voortdurende hulp door derden heeft voor belangrijke uitgaven gezorgd. Stukken 404,
405, 406, 407 zijn slechts enkele voorbeelden. We hadden niet de tijd ze allemaal op te
zoeken.
De factuur alleen al van Elicati (stuk 409) bedraagt bijna 3.000 euro.
Concluante moest ook een verzekering afsluiten voor de vrijwilligers (stuk 410).
Concluante verzoekt uw rechtbank om de vergoeding voor hulp door derden ex aequo et
bono te begroten op 1.500 euro per maand, en dit om volgende redenen :
1)Het is het bedrag dat AG zelf toekende tijdens de vergadering met Yves Deman en
stemt overeen met 50 euro per dag. AG liet toen weten dat zij daar géén facturen
voor nodig hadden, dat het een forfaitaire vergoeding betrof
2)Het wordt een kluwen om alle facturen op te zoeken
3)Het meeste is in het zwart betaald geweest
4)Los van de lonen, stalgelden, zijn er ook de kosten verbonden aan de gemiste
huurinkomsten omdat de 2
de
woning ter beschikking gesteld moest worden van de
vrijwilligers
5)Er zijn vervoersonkosten, maaltijden, drinken, telefonie onkosten, …
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
528

6)Het stemt overeen met het bedrag voor de opvang van 3 paarden, 500 euro per
maand (zie attest Paul Hanssens, stuk 224)
7)Het stemt overeen met hetgeen Gary Clayton vraagt als maandelijkse vergoeding
8)…

Aldus komt dit voor de VOORBIJE HULP DOOR DERDEN neer op 6 april 2016 op 66
maanden :
66 1.500 = 99.000 euro
Concluante vraagt voorbehoud voor toekomstige hulp door derden:
Concluante is akkoord deze te herleiden tot 10 uur huishoudhulp per week en 10 uur hulp
per week voor de paarden / buitenwerk (stallen mesten, zware zakken versleuren, fysiek
zware buitentaken rond de weide) MITS ZIJ IN BELGIË HERSTEL KAN BEKOMEN VAN
GELIJKWAARDIGE WOONOMSTANDIGHEDEN.
Zo is er tenminste de mogelijkheid om een aantal kleine zaken te vragen aan familie,
vrienden, enz. ; wordt de administratie geen onoverzichtelijke papierboel meer als oma
regelmatig kan komen helpen ; en vooral : zit concluante dicht bij familie en vrienden voor
de opvang van haar dochtertje in periodes waar er veel pijn of last bestaat. En kan zij door
continue overbelasting te vermijden, hopelijk terug zelf een deel van de taken rond huis &
dier opnemen.
VIII.ESTHETISCHE SCHADE
Concluante verwijst naar haar synthesebesluiten van 27.02.2015, blz. 23 (stuk 257) en
meerbepaald het besluit van dermatologe Dr. Vanden Broucke die de ‘sagging skin’
toeschrijft aan een verminderde productie van groeihormoon.
Zij wijst er op dat dit de ENIGE mogelijke verklaring is van de versnelde huidveroudering.
Concluante had GEEN hormonale problemen VOOR het ongeval.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
529

De verminderde hormonale productie is een typisch verschijnsel na TBI.
Het causaal verband met het ongeval is hierboven reeds uitvoerig aangetoond.
Dr. Vanden Broucke is ook duidelijk in die zin, dat de huidveroudering NIET kan
toegeschreven worden aan een normaal verouderingsproces, noch aan het rookgedrag van
concluante.
De foto’s spreken boekdelen :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
530

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
531

VERHOOGD VETGEHALTE ; VERDWIJNEN SPIERWEEFSEL ; VERZAKKING VAN DE
HUIDSTRUCTUREN ; TOENEMENDE HUIDVEROUDERING ; VERDUNNING VAN DE HUID EN
ONDERHUIDSE WEEFSELS ;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
532

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
533

Deze bleke, dunne, droge, verrimpelde huid, die we ook bij bejaarde mensen zien
verschijnen, en deze lelijke en opvallende vettoename staan in schril contract met de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
534

toestand van concluante VOOR het ongeval (zie deel 1.4) (zie stuk 119 – video VRT 3 weken
voor ongeval).
1 jaar groeihormoonbehandeling bracht GEEN verbetering in de toestand.
Men kan stellen dat het gehele lichaam een “litteken” geworden is van het ongeval. Voor
een voorheen slanke en gespierde jonge vrouw is dat een catastrofe. Des te meer weegt
deze esthetische schade, nu concluante nog jong was op het moment van het ongeval :
amper 34 jaar. Veel te jong om er als een 60-plusser uit te zien.
Concluante durft geen rokjes meer te dragen. Ze moet steeds haar lichaam verstoppen in
wijde kledij. Ze durft niet meer in bikini of badpak rond te lopen. Ze voelt zich beschaamd.
Bovendien kan ze haar lelijk lichaam niet wegsteken. De schade is met het blote oog
zichtbaar.
Ook haar manier van bewegen is veranderd : ze beweegt trager, onzekerder, aarzelend. Ze
loopt gebogen. Haar zelfbewuste, energieke houding van voor het ongeval is ze kwijt.
Voortdurend is er een gevoel van schaamte, onmacht, ongemak. Hoge hakken dragen kan
niet meer : dan valt ze om of slaat haar voeten om, ze kan haar evenwicht niet behouden.
Ook haar manier van spreken is totaal veranderd : nerveus, korter, aggresiever,
ongeduldiger. Ze staat voortdurend onder (hoog)spanning. Dr. Van Walleghem vermeldt een
“abnormale geagiteerde houding” in zijn deskundigenverslag (stuk 82). Ook de donkere
wallen vallen hem op. Voorts weerhoudt hij :
Dit is een ernstige esthetische schade ook zonder dat er littekens werden
opgelopen- vooral nu SO bijzonder atletisch gebouwd was voor VKO. Op de
schaal van Julin is dit een “ernstige” esthetische schade: 4/7.
Het past niet om te zeggen “o maar mevrouw ziet er toch nog goed uit, er bestaan ergere
esthetische klachten”. Niemand weet hoe concluante haar veranderd uitzicht beleeft,
behalve zijzelf. Zij vergelijkt zich niet met anderen, maar met zichzelf. Zij moet leven met
zichzelf – niet met anderen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
535

Deze schade is des te erger, omdat ze VOORKOMEN had kunnen worden : concluante is
niet 1 dag of 1 week na het ongeval zo geworden. Het is een geleidelijk aftakelingsproces
geweest, dat startte enkele maanden na ongeval, en dat zich daarna in snel tempo verder
zette. De hormonale ontregeling zou met 85 % kans voorkomen kunnen zijn, was er
onmiddellijk de nodige hulp en bijstand geleverd, en had alle stress omtrent de GEVOLGEN
van het ongeval het initieel letsel niet bijkomend bezwaard.
Concluante vraagt voor deze esthetische schade een forfaitaire vergoeding van 1.000 euro
per jaar, dit vanaf haar 35
ste
tot haar 65
ste
. Dat zij na haar 65
ste
zou aftakelen, vindt zij
normaal. Maar niet vanaf haar 34
ste
, en niet zo snel, en niet in die mate dat ze beschaamd
moet zijn voor haar lichaam, waar ze voor het ongeval zo trots op was, en waarbij ze haar
hele garderobe moest veranderen. Zij kan geen enkele van haar kledingsstukken van voor
het ongeval nog dragen, ze zijn allemaal te klein. In principe moeten ook dit vergoed
worden.
Hetzij 30 jaar x 1.000 euro = 30.000 euro forfaitair.
IX.GENOEGEN- EN SEKSUELE SCHADE
GENOEGENSCHADE
* Uit het bovenstaande blijkt reeds voldoende duidelijk dat concluante zich sinds het
ongeval in feite enkel maar kan bezig te houden met de gevolgen van het ongeval :
medisch en juridisch. Om de haverklap doktersbezoeken, behandelingen ;
voortdurend brandjes blussen op administratief-financieel vlak ; hulp en bijstand
zoeken ; juridische procedures ; ... Zij voelt zich constant als een opgejaagd dier. Het
zorgde op de duur voor het ontstaan van een depressie.
Alle vroegere vrijetijdsbestedingen zijn noodgedwongen weggevallen. Sociale
contacten zijn onbestaande geworden. Door de beperkte verplaatsingsmogelijkheden
leeft concluante in een totaal isolement. Van enige levensvreugde is geen sprake
meer. Wanneer heeft concluante nog voor het laatst spontaan gelachen ?
Dr. Van Walleghem noemt de genoegenschade in zijn verslag ‘ernstig’ :
Genoegenschade door de blijvende pijnen, verlies spierkracht, cognitieve
stoornissen is ernstig te noemen: sporten, lopen, paardrijden, … zijn
onmogelijk. Autorijden is uitputtend en pijnlijk. (…) Muziek : SO speelde piano,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
536

viool ; ook muziekbeluisteren is onmogelijk tgv de posttraumatische tinnitus
ontstaan tijdens VKO
Concluante lijdt dus wel degelijk belangrijke genoegenschade en een dergelijke
morele schade, BIJKOMEND IN HOOFDZAAK VEROORZAAKT DOOR HET BEDROG IN
DIT DOSSIER, wordt slechts door een klein deel van de slachtoffers geleden, zodat het
passend is om daarvoor een afzonderlijke en bijkomende vergoeding toe te kennen.
De vergoeding voor alle schade inzake muziek, sport, uitgaan, … wordt ex aequo et
bono begroot op 25.000 €. LEVENSLANG blijft dat uiteindelijk een lachertje :
uitgaande van de redenering dat concluante sinds ongeval nog 50 jaar te leven had,
komt dit neer op een schamele vergoeding van 500 euro per jaar …
*Concluante vraagt een aparte vergoeding als mingenot voor de paarden. Dit is
gerechtvaardigd gelet op de uitzonderlijke band die concluante heeft met haar
paarden. Zij spendeerde iedere dag de hele namiddag bij haar paarden. Dit valt niet
te vergelijken met eens een uurtje piano spelen of een keer gaan zwemmen wat niet
meer lukt. Deze o zo belangrijke schadepost kan, en moet dus volgens artikel 1382-
1383 BW, IN CONCRETO begroot worden.
Concluante vraagt een mingenot van 15 euro per dag per paard, nu zij minstens een
uur per dag per paard bezig was.
Dat geeft :
Voor de periode 22.09.2010 – 18.12.2013 (overlijden Panter) : 1.174 dagen
Vier paarden, 4 x 15 euro per dag, 60 euro per dag
Hetzij 70.440 euro
Voor de periode 19.12.2013 – 06.04.2016 (datum zitting) : 826 dagen
Drie paarden, 3 x 15 euro per dag, 45 euro per dag
Hetzij 37.170 euro
SAMEN 107.610 euro
Dit is des te meer gerechtvaardigd, nu de paarden als onderdeel van het gezin zijn !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
537

EN DEZE SCHADE VOORKOMEN HAD KUNNEN WORDEN.
Concluante vraagt een voorbehoud voor de TOEKOMSTIGE genoegenschade. Deze
kan vervallen als de woonomstandigheden hersteld worden zodat haar de
mogelijkheid geboden wordt om dit ESSENTIEEL LEVENSPLEZIER te hernemen ZOALS
ZE ZONDER ONGEVAL OOK GEHAD ZOU HEBBEN.
Het is alsof je een week niet gegeten hebt, een lekkere taart ziet, en er net niet
aankan …
Er kan niet geargumenteerd worden dat “anderen” instonden voor de zorg van de
paarden : concluante heeft er geen persoonlijk plezier aan, als “anderen” instaan
voor de zorg van de paarden. EN AL ZEKER NIET ALS ZIJ INTUSSEN IN BELGIË ZIT DOOR
DE GEVOLGEN VAN HET ONGEVAL EN DE PAARDEN IN FRANKRIJK STAAN !!
SEXUELE SCHADE
* Het ontbreken van seksuele lust en de verminderde potentie zijn ongetwijfeld
veroorzaakt door de hormonale ontregeling en de uitputting tgv trauma capitis :
Dr. Van Walleghem beschrijft in zijn verslag :
- sexuele genoegens zijn onmogelijk, niet alleen door de pijn maar ook door de
fysieke en mentale uitputtingstoestand en overprikkeling (Dr P Bourgeois 13-
10-2013).
- het aangaan van een nieuwe relatie, - met het vooruitzicht tot het vormen
van een nieuw gezin en samen kinderen te krijgen -, is onmogelijk door de
toestand van sociale regressie, vermoeidheid en armoede. Haar 1ste kind kan
zij, - door haar posttraumatische fysieke en mentale beperkingen -, niet alleen
opvoeden. Deze ongewilde secundaire steriliteit en uitzichtloosheid wordt
door het SO op haar kritische leeftijd van 39 jaar als uiterst ernstig ervaren.
Wegens de seksuele schade, zijnde de zogenaamde pretium voluptatis, vraagt
concluante een bijkomende vergoeding t.b.v. 150.000 €.
Deze is te meer gerechtvaardigd om volgende redenen :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
538

1.Deze schade kon VOORKOMEN geweest zijn had verweerster geen BEDROG
gepleegd
2.De gevolgen zijn ONOMKEERBAAR : concluante zal nooit een eigen kindje meer
kunnen hebben
3.Concluante wenst deze schadevergoeding te gebruiken voor de oprichting van
een hulpfonds voor KINDEREN die het slachtoffer worden van een ongeval, en
voor kinderen van ALLEENSTAANDE OUDERS die het slachtoffer worden van een
ongeval. Door deze schadepost integraal toe te kennen, draagt uw rechtbank bij
tot een Nieuwe Pot die niet alleen het psychisch leed van concluante kan
verzachten, maar die ook anderen praktisch kan helpen. Het zou een nieuw
levensdoel kunnen scheppen voor concluante, dat als occasioneel
vrijwilligerswerk wél nog binnen haar mogelijkheden ligt, nu het Paardencoaching
Center NIET meer tot haar mogelijkheden behoort.
Bijkomend voorziet de Europese Schaal voor Invaliditeit maar liefst 25 % blijvende
invaliditeit voor steriliteit (blz. 56, stuk 285) :
Definitief ontoegankelijk voor alle medische technieken voor de
ondersteuning van de voortplanting bij een persoon die tot voortplanting in
staat was.
En deze schaal is nota bene een VERZEKERINGSSCHAAL opgesteld door en o.l.v. de
kopstukken uit het Belgische bedrog … (die overigens nergens in Europa formeel
aanvaard is) – dus sowieso aan de LAGE kant begroot.
Als wij dit zouden omzetten naar de formule B.I., dit op basis van het
verzekeringsforfait van 25 euro per dag :
25 euro x 365 x 25 % x 39,136 = 89.279 euro
en dit – TERECHT – zouden verdubbelen omdat deze steriliteit het RECHTSTREEKS
GEVOLG is van het BEDROG in dit dossier (immers, was de 1
ste
expertise eerlijk
verlopen, dan was er reeds lang mogelijkheid geweest voor hulp, behandeling en rust
en was een pak stress en zorgen vermeden !), zou dat een schadevergoeding
opleveren van 2 x 89.279 = 178.558 euro
In die zin is deze uitzonderlijke schadevergoeding meer dan gerechtvaardigd.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
539

Uw rechtbank kan verweerster bevelen deze schadevergoeding op een aparte en
geblokkeerde rekening te storten.
Verweerster zal inroepen dat er geen 2 x een vergoeding kan toegekend worden voor
1 en dezelfde schade. Immers, concluante verzocht bij de HERSTELMAATREGELEN om
een adoptieprocedure mogelijk te maken.
Concluante wil hierbij aanstippen dat het 2 verschillende schadeposten betreft :
De adoptieprocedure dient als herstel van EEN 2
de
kindje en betreft het gegeven
KIND.
Deze vergoeding slaat op de pretium voluptatis : het gegeven FYSIEK niet meer in
staat zijn om een EIGEN kindje te verwekken, te dragen, te baren.
Uw rechtbank zal akkoord zijn dat een adoptiekindje, hoe welkom ook, niet
gelijkgesteld kan worden met een zelf gedragen, zelf gebaard kind.
Ook omvat de vergoeding voor de pretium voluptatis het gemis aan liefkozingen en
intieme contacten met een partner. Dit richt zich op het louter SEXUELE aspect.
Dat ontbreekt TOTAAL bij concluante.
Dit staat geheel los van een adoptiekindje waarbij uiteraard geen sex aan te pas
komt.
Het zijn m.a.w. 2 AFZONDERLIJKE schadeposten. Aangezien alle schade integraal
vergoed moet worden, zijn beide schadeposten gerechtvaardigd.
SAMENVATTEND geeft dit voor de genoegenschade en pretium voluptatis :
25.000 + 107.610 + 150.000 = 282.610 euro
X.PRETIUM DOLORIS
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
540

Dr Van Walleghem weerhoudt in zijn verslag (stuk 82) de volgende graden van pretium
doloris :
22.09.2010 – 21.09.2012 : 7/7
22.09.2012-21.09.2014 : 5/7
22.09.2014-21.09.2015 : 3/7
Deze erge mate van pijn is een schadepost, die om vergoeding vraagt.
Verweerster zal oproepen dat de pijn vervat zit in de T.I. en de B.I..
Niets is minder waar !
De invaliditeit, of persoonlijke ongeschiktheid, heeft betrekking op de BEPERKINGEN in
de lichamelijke en psychische capaciteiten die ontstaan tgv een ongeval.
Zo kan men bvb bij blindheid aan 1 oog ernstige BEPERKINGEN hebben, waarvoor een %
B.I. toegekend wordt – maar men heeft daarom niet per sé pijn.
Omgekeerd kan men bvb. een klein letsel hebben aan de voet of zelfs een teen,
waarvoor een miniem % B.I. toegekend wordt, maar dat door het specifieke gebruik
(zodra je stapt gebruik je je voet of zet je je teen neer) leidt tot een erge mate van pijn.
Er bestaat niet noodzakelijk een evenredig verband tussen beiden.
Iemand die bvb. in coma ligt, is 100 % arbeidsongeschikt en volledig invalide. Toch heeft
deze persoon daarom niet noodzakelijk pijn.
Kortom : de B.I. of persoonlijke ongeschiktheid STAAT LOS van de graad van pijn. Het zijn
2 AFZONDERLIJKE schadeposten. In die zin verdienen ze een APARTE schadeloosstelling.
Uw rechtbank zal ten andere noteren dat het ENKEL de “verzekeringsschalen” zijn, die
de pijn onder dezelfde mat vegen als de persoonlijke ongeschiktheid.
Het standpunt volgen dat “pijn vervat zit in de B.I.”, impliceert een puur
verzekeringsstandpunt volgen en vormt een schending art. 1382 B.W..
Concreet vertaald naar de situatie van concluante, uit de persoonlijke ongeschiktheid
zich in het alledaagse leven in o.a. :
-Geen zware boodschappen kunnen dragen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
541

-Geen tuinwerk kunnen doen
-Geen zware deuren kunnen openduwen
-Geen zware potten op het vuur kunnen zetten
-Je eten laten aanbranden
-De helft van je boodschappen vergeten
-Geen geluid kunnen verdragen
-Geen aanrakingen kunnen verdragen
-Geen kledij kunnen verdragen
-Geen drukte kunnen verdragen
-Geen sterk licht kunnen verdragen
-Geen orde kunnen brengen of houden in het huishouden
-Geen orde kunnen brengen of houden in papierwerk
-Cijfertjes omkeren
-Geen codes en paswoorden van bankkaarten, websites, … meer kunnen onthouden
-Geen telefoonnummers, adressen, … meer kunnen onthouden
-Geen besef van tijd hebben, overal te laat komen
-Geen spierkracht hebben
-Niet ver kunnen rijden met de auto
-Niet kunnen spelen met je kind
-Geen 2 dingen tegelijk meer kunnen doen
-Alles op een traag tempo
-… de lijst is lang …
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de dagelijkse beperkingen waar concluante mee
geconfronteerd wordt en ‘mee moet leren leven’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
542

Dit staat los van de pijn die zij geleden heeft, en tot op vandaag lijdt, en ook in de
toekomst zal lijden.
Vooral omwille van de HOGE GRAAD VAN PIJN die zij kende, vooral in de eerste 2 jaar na
ongeval, en tot 4 jaar na ongeval, nog steeds in erge mate ; en vooral omdat veel van die
pijn KON VERMEDEN ZIJN was alles in deze expertise eerlijk verlopen zoals het hoort, en
was tijdig de nodige hulp voorzien, is een vergoeding voor de pretium doloris een
absolute noodzaak !
Waarom iets gaan begroten, als men het dan toch niet gaat vergoeden ? Dat houdt geen
steek.
Concluante meent dat een dagvergoeding van 25 euro passend is voor een pretium
doloris van 7/7. Dan nog komt dit neer op een vergoeding van 1 euro per uur dat men
ondraaglijke pijn lijdt ! Dit is een lachertje ! Dit is niets ! Hoe kan men spreken over
‘integrale en billijke schadevergoeding’ als men al moeilijk doet over 1 euro per uur voor
constante, onmenselijke, ondraaglijke pijnen ?
Aldus vraagt concluante dat uw rechtbank voor de voorbije pijnen uit het verleden
volgende vergoedingen toewijst :
365 (dagen) x 2 (jaar) x 25 (euro) = 18.250 euro voor de periode 22.09.2010 – 21.09.2012
365 x 2 x 25 x 5/7 = 13.035 euro voor de periode 22.09.2012 – 21.09.2014
365 x 2 x 25 x 3/7 = 7.821 euro voor de periode 22.09.2014 – 21.09.2015
Hetzij samen 18.250 + 13.035 + 7.821 = 39.106 euro
Concluante vraagt een voorbehoud voor de toekomstige pijnen, zou een terugkeer naar
België met in achtname van haar identiteit en huidige woon- en leefomstandigheden niet
mogelijk blijken, en zou de pijn persisteren, mogelijks blijven toenemen door
voortdurende overbelasting.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
543

Ook het argument ‘pijn went’ is een non-argument !
Pijn went NIET. Pijn went NOOIT.
Al ooit een slachtoffer horen zeggen : ik verga van de pijn, dag in dag uit, maar dat is niet
erg, want dat went ?
De ENIGE die verklaren dat “pijn went”, zijn VERZEKERINGSARTSEN en
VERZEKERINGSADVOCATEN.
Geen enkele arts die los staat van verzekeringen, zal je horen verklaren dat “pijn went”.
Het is ONTSTELLEND dat bepaalde rechters een dergelijk standpunt zouden volgen.
Het is niet omdat je het “gewoon bent van pijn te hebben”, dat de “pijn went”. Dit zijn
2 totaal verschillende zaken. Dit zou impliceren dat “pijn” een “normaal” gegeven is. Een
gezonde mens – zoals concluante was voor het ongeval – heeft geen pijn ! Pijn wordt
gereguleerd in de hersenen en vreet massa’s energie. Dat vormt dus een bijkomende
belasting, naast de reeds bestaande beperkingen tgv de letselschade. M.a.w. : hoe meer
pijn, hoe meer belasting, hoe meer schade. En hoe meer schade vergoed dient te worden
cfr. art. 1382-1383 BW – ALLE schade dient INTEGRAAL en IN CONCRETO vergoed te
worden.
Deze redenering zou ook impliceren dat een invalide mét chronische pijn niet meer
schade lijdt dan een invalide zonder chronische pijn. Het is de logica zelve dat deze
redenering niet klopt.
Het is niet omdat je “leert leven met de pijn” (je hebt GEEN KEUZE !!! het is dat of
zelfmoord plegen), dat de “pijn went”. Dit zijn 2 totaal verschillende zaken.
De ene pijn is ook de andere niet. Juist daarom dat er graden zijn en dat er een schaal
bestaat ! Je kan een occasionele pijn bvb. tijdens het heffen of door de zoveelste
ontsteking niet vergelijken met een voortdurend aanwezige pijn zoals de gekmakende
hoofdpijn die concluante 4 jaar onafgebroken had.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
544

Concluante is het gewoon van pijn te hebben. IEDERE DAG WEER. Maar die pijn WENT
NOOIT. Jamais. Niet bij concluante. En ook niet bij andere slachtoffers.
Schrijven dat “pijn went” is schrijven wat de verzekeringen wensen en getuigt niet alleen
van onmenselijkheid, maar ook van grote onwetendheid, onredelijkheid en onbillijkheid.
Concluante zou zelfs durven zeggen dat een dergelijke absurde stelling aanleunt bij
PARTIJDIGHEID. Een rechter die zoiets schrijft, heeft duidelijk zelf nog nooit hevige
chronische pijn gehad. Hij zou wel anders piepen ! Hij zou eerder het tiendubbele
toekennen voor pretium doloris ! Pijn kan je gek maken. Pijn die je uit je slaap houdt, pijn
zodra je beweegt, … dat zijn geen ‘beperkingen’ meer. Dat is moordend na enkele weken
!
XI.TOEKOMSTIGE BEHANDELINGEN EN HULPSTUKKEN
Hiervoor vraagt concluante een voorbehoud.
XII.DE VERGOEDENDE INTREST
·Het past de hoofdsommen tot aan de dag van het vonnis ten gronde te
vermeerderen met vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet. Er is geen goede
reden voorhanden om van deze rentevoet af te wijken, nu deze werd bepaald
rekening houdende met alle relevante marktfactoren.
·Het past de aanvangsdata voor de vergoedende intrest vast te leggen als volgt :
a.voor de esthetische schade, de genoegen- en seksuele schade, de schade T.O., de
pretium doloris, en alle andere schadeposten, vanaf de datum van het ongeval,
zijnde 22/09/2010 ;
b.voor de blijvende schade in het verleden, zijnde deze vanaf de consolidatiedatum
van 21/09/2015 tot aan de scharnierdatum van 06/04/16, vanaf de gemiddelde
datum van deze schadeperiode, zijnde vanaf 01/01/2016 ;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
545

c.voor de vergoedingen voor de blijvende schade vanaf de consolidatiedatum
(21/09/2015) ;
d.op de gekapitaliseerde bedragen uiteraard geen vergoedende intrest, maar wel
de moratoire gerechtelijke intrest (noodzakelijkerwijze aan de wettelijke
rentevoet).
·De indicatieve tabel voorziet terecht dat de gerechtelijke moratoire intrest, aan de
wettelijke rentevoet, vanaf de datum van het vonnis wordt toegekend niet alleen op
de hoofdsommen van de schadebedragen, maar ook op de vergoedende intresten.
XIII.KOSTEN VAN HET GEDING
Concluante vraagt voorbehoud voor de kosten van de eigen verdediging : advocaten
en bijstandsartsen. Zij motiveert dit als volgt : zonder het bedrog in dit dossier waren
deze kosten niet nodig geweest. In die zin zou het onrechtvaardig zijn om concluante
te laten opdraaien voor het bedrog gepleegd door verweerster en haar koopbare
deskundigen.
Concluante verzoekt uw rechtbank om een rechtsplegingsvergoeding toe te kennen
die in verhouding staat tot de belangrijke meerinspanningen die geleverd moesten
worden om enige verdediging überhaupt mogelijk te maken.
a. expertisekosten Hans Verstraelen : 11.925,66 €
b. expertisekosten Philippe Tack : 8.689,79 €
c. rechtsplegingsvergoeding : 15.400,00 €
-----------------
e. samen : 36.015,45 €
XIV.DE REEDS BETAALDE PEANUTS – PARDON, PROVISIES
Concluante heeft na vonnis 7 mei 2014 30.000 euro provisie ontvangen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
546

XV.RECAPITULATIE
Concluante vraagt provisies voor de volgende schadeposten die NIET MEER
HERSTELD kunnen worden en dus VERGOEDING noodzaken :
Kosten en uitgaven : 102.469,80 €
Schade T.O. : 1.068.040,00 €
Schade B.O. : 595.267,80 €
Schade B.H.O. : 595.267,80 €
Schade B.A.O. : 2.927.171,56 €
Andere persoonlijke schade : 339.790,97 €
Schade veroorzaakt aan derden : 77.800,00 €
Hulp door derden : 99.000,00 €
Esthetische schade : 30.000,00 €
Genoegenschade en pretium voluptatis : 282.610,00 €
Pretium doloris : 39.106,00 €
Kosten van het geding : 21.326,99 €
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
547

Telkens meer de vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet.
Hetzij samen 6.177.850,92 euro.
Met voorbehoud voor nog niet begrote schadeposten.
Met dien verstande dat dit bedrag slechts rekening houdt met de HELFT van de reële
voorziene inkomsten, die dan nog begroot zijn ad minima (!) aangezien de reële
inkomsten van de Franse activiteiten veel hoger zouden gelegen hebben dan het EBE.
DEEL 8 : OVERWEGINGEN
8.1Dode Letter Wetten
België bulkt van de wetten en deontologische codes die Dode Letter blijven. Zo kan
structurele medische corruptie decennia lang blijven bestaan.
A.Inbreuken op de deontologische code van de verzekeringen
Volgens Minister Peeters “doen verzekeringsmaatschappijen er alles aan om het leed te
beperken en te verzachten”. Dan heeft concluante daar nog maar bitter weinig van gemerkt.
Assuralia voorziet de deontologische codes. De volgende artikels worden daarbij
voortdurend geschonden, of wel zeer specifiek ingevuld. Er bestaat geen controle. Er
bestaan geen sancties.
Het zou passend zijn mocht uw rechtbank rekening houden met de wijze waarop
verzekeringen verondersteld zijn te handelen, en hoe zij DAADWERKELIJK handelen.
ALGEMEEN
1.2. De verzekeringsonderneming verbindt er zich toe integriteit, loyaliteit en eerlijkheid in
acht te nemen in haar relaties met anderen, waaronder de verbruikers, de tussenpersonen
en de andere verzekeringsondernemingen.
2.1. De informatie die de verzekeringsonderneming verstrekt is correct en relevant en mag
niet misleidend zijn; iedere overdrijving of verzwijging dient te worden vermeden. De
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
548

algemene voorwaarden, alsmede de directe en indirecte communicatie met de (kandidaat-)
verzekerde moeten duidelijk, nauwkeurig en begrijpelijk zijn.
2.2. De geleverde diensten zijn, zowel inzake productie als inzake het schadebeheer,
conform de beschrijving die ervan wordt gegeven; de verzekeringsonderneming treft de
nodige maatregelen om elk disfunctioneren of elke niet-gelijkvormigheid te verhelpen die
niet aan de consument, maar aan de verzekeringsonderneming te wijten zou zijn.
2.3. De verzekeringsonderneming verbindt zich, in zoverre dit van haarzelf afhangt, tot een
correcte schaderegeling binnen een redelijke termijn. Dit schadebeheer moet actief zijn en
qua aanpak gerelateerd worden aan de aard en de omvang van de schade. Wanneer de
verzekeraars van mening verschillen over het schadegeval waarbij zij betrokken zijn, maar
het recht op uitkering niet betwisten, mag dit geen nadelige gevolgen hebben voor de
dienstverlening naar de consument en de uitbetaling van de hoe dan ook verschuldigde
sommen.
2.4. De consument heeft recht op een aanvaarding en behandeling van elke klacht door zijn
verzekeraar, alsook op de invoering van procedures voor klachtenbehandeling binnen de
sector.
2.6. De gegevens met betrekking tot de consumenten worden vertrouwelijk en
overeenkomstig de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer behandeld. De
verzekeringsonderneming verbindt er zich toe in wettelijke procedures te voorzien.
2.7. De verzekeringsonderneming zal de consument aanzetten tot preventie. [De consument
richt iedere klacht betreffende de correcte toepassing door de verzekeringsonderneming
van deze gedragscode aan de klachtendienst van de betrokken verzekeringsonderneming.
Als het door deze dienst gegeven antwoord niet bevredigend is voor de consument, dan kan
hij vervolgens met zijn klacht terecht bij de Ombudsman van de verzekeringen via
www.ombudsman.as.]
3.8. De verzekeringsonderneming verbindt er zich toe zo goed mogelijk aan de
informatiebehoeften van de tussenpersonen waarmee zij samenwerkt, tegemoet te komen.
4.5. De verzekeringsonderneming vormt geen kartel met een concurrent ten nadele van de
consumenten.
4.7. De verzekeringsondernemingen zullen beschikbare informatie uitwisselen; discretie
staat hierbij voorop.
7.1. De verzekeringsonderneming leeft de op haar toepasselijke wetten na en doet die
naleven, al pleit ze voor wijziging ervan wanneer ze onuitvoerbaar of inefficiënt blijken te
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
549

zijn; meer in het bijzonder betaalt zij aan de Staat en de andere overheden de belastingen
die hen toekomen.
8.1 De verzekeringsonderneming geeft in geval van geschil de voorkeur aan een minnelijke
regeling.
8.3. Bij het regelen van een geschil wordt iedere praktijk vermeden die de sereniteit van de
debatten aantast.
II. GEDRAGSREGELS KLACHTENMANAGEMENT
1.2. Antwoordtermijn - Elke klacht gericht aan de onderneming verdient een snel antwoord.
Bij schriftelijke klachten (cfr. 1.1.) gelden volgende termijnen: - de verzekeringsonderneming
verstuurt binnen de 3 werkdagen een ontvangstmelding met een korte uitleg over het
verdere verloop van de procedure; tenzij een antwoord ten gronde wordt gegeven binnen
de week; - de verzekeringsonderneming streeft ernaar om binnen de 2 weken een antwoord
op de klacht te versturen; - de verzekeringsonderneming waarborgt u een definitief
antwoord binnen de maand; indien dit niet mogelijk is, dient de niet-naleving van deze
termijn gemotiveerd te worden, met een indicatie van de termijn waarbinnen een definitief
antwoord mag verwacht worden.
1.3. Als u het oneens blijft - Wanneer u aangeeft dat u het oneens is met het definitieve
antwoord van een onderneming op uw klacht, meldt de verzekeraar dat u contact kan
opnemen met de Ombudsman van de verzekeringen. [1.4. Klachten De consument richt
iedere klacht betreffende de correcte toepassing door de verzekeringsonderneming van
deze gedragscode aan de klachtendienst van de betrokken verzekeringsonderneming. Als
het door deze dienst gegeven antwoord niet bevredigend is voor de consument, dan kan hij
5 vervolgens met zijn klacht terecht bij de Ombudsman van de verzekeringen via
www.ombudsman.as.]
III Gedragsregels van de BA verzekeraars met betrekking tot slachtoffers van zware
ongevallen ongeacht de aard van het ongeval
Onderstaande gedragsregels hebben tot doel de slachtoffers, en hun directe omgeving,
wanneer zij een uitermate dramatische gebeurtenis hebben ondergaan, centraal te stellen in
het schaderegelingproces van een minnelijke regeling.
Het betreft de gevallen van personen die zijn overleden en van de personen die de volgende
restletsels hebben opgelopen: tetraplegie, paraplegie, hemiplegie, quadripareze, amputatie
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
550

van een of meerdere ledenmaten, niet aangeboren blijvende hersenletsels, of gelijkaardige
restletsels, ...
Gedragsregels
3. Zodra de verzekeraar weet dat hij op één of andere wijze tot schadeloosstelling
gehouden is, gaat hij na aan welke personen hij voorschotten kan betalen.
4. De verzekeraar waakt erover dat betwistingen over schadebedragen die, in verhouding
tot de ernst van de zaak en de omvang van de schade, een volstrekt marginaal karakter
hebben, worden vermeden (kleine materiële schade). In het bijzonder met betrekking tot
deze marginale schadeposten volstaat een begin van bewijs (geschrift, beschadigd goed ter
beschikking houden, …).
5. De betaling heeft het karakter van een voorschot op de eindafrekening. Voor het
verkrijgen van een eerste aangepast voorschot dient de schadelijder geen specifieke
bewijsstukken voor te leggen.
6. De eventuele volgende voorschotten worden zo snel mogelijk betaald en moeten
volstaan om de onmiddellijke financiële gevolgen van het ongeval te kunnen dragen, zodat
de schadelijders zelf geen grote bedragen moeten voorschieten. [Wanneer de verzekeraar
weigert een voorschot te betalen dan moet dit worden gemotiveerd].
7. Aan de schadelijders wordt duidelijk meegedeeld dat het gaat over een voorschot, niet
over een definitieve regeling.
8. De uitbetaling van een voorschot gebeurt steeds zonder enige directe of indirecte afstand
van rechten door de schadelijders.
9. Elk voorstel tot minnelijke regeling dat rechtstreeks gedaan wordt aan het slachtoffer of
aan een nabestaande, gaat gepaard met een correcte en volledige informatie over de
draagwijdte en de gevolgen ervan.
10. Indien een minnelijke regeling wordt getroffen op basis van een niettegensprekelijke
medische expertise, dient deze expliciet te vermelden dat er een medisch voorbehoud wordt
voorzien voor eventuele toekomstige tussenkomsten die in oorzakelijk verband staan met
het ongeval.
11. Elk voorstel tot minnelijke regeling wordt geconcretiseerd via een dading of kwijting ten
definitieve regeling waarbij de schadelijder een bedenktijd krijgt van minstens 30 dagen.
Toepassingsgebied Deze gedragsregels gelden enkel voor de slachtoffers die zware
lichamelijke schade hebben opgelopen en kaderen alleen binnen de
aansprakelijkheidsverzekeringen (Takken 10a en 13). De gedragscode is niet van toepassing
in geval van arbeidsongevallen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
551

IV GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR
De rechtsbijstandsverzekering heeft tot doel intellectuele en materiële diensten te
verstrekken en kosten te vergoeden zodat de verzekerde als eiser of verweerder zijn
rechten en belangen kan laten gelden in een gerechtelijke, administratieve of andere
procedure of buiten elke procedure om. De verzekeraar verleent rechtsbijstand in
overeenstemming met de Belgische regelgeving, waarin onder meer de beginselen van de
Europese richtlijn van 22 juni 1987 zijn omgezet, en met de Belgische wet op de
landverzekeringsovereenkomst.
GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR
1.Bevoorrecht aanspreekpunt
De verzekeraar vergroot zijn beschikbaarheid door het netwerk van contactpersonen die ter
beschikking van de verzekerden staan uit te breiden door permanentiediensten, afspraken,
…, te organiseren. Hij sensibiliseert in nog grotere mate zijn interne en externe
medewerkers alsook de tussenpersonen voor de verwachtingen van de verzekerde ten
aanzien van de rechtsbijstand. Tijdens de behandeling van een dossier, moedigt hij
persoonlijke contacten aan tussen zijn eigen medewerkers en de tussenpersoon of de
verzekerde als er geen tussenpersoon is.
2.Opstelling en communicatie over de polis
De polis vermeldt duidelijk wat wel en wat niet gedekt is. Dat dient in een zo eenvoudig en
verstaanbaar mogelijke taal te zijn. De verzekeraar zal in de polis uitdrukkelijk melding
maken van de voorwaarden voor de inwerkingtreding van de dekking, de
vergoedingsbedragen voor kosten en erelonen en het maximumbedrag van de dekking. De
verzekeraars verbinden zich ertoe om de verjaringstermijn op te nemen in hun algemene
voorwaarden bij de volgende herziening, en, algemeen, om de verzekerden en de
tussenpersonen op de hoogte te brengen van het bestaan van die termijn. De verzekeraar
zal de verzekerde ook alle bijkomende nuttige informatie over de polis verstrekken. De
verzekeraar zal op het vervaldagbericht en in de polis duidelijk de premie vermelden die met
de rechtsbijstandsdekking overeenstemt. Informatie, advies en communicatie bij een
schadegeval
De verzekeraar zal rechtsbijstand bieden in overeenstemming met de Aanbevelingen
schaderegeling van Assuralia die hij onderschreven heeft. Die Aanbevelingen omschrijven
de diensten die de verzekerde van zijn verzekeraar mag verwachten wanneer hij een
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
552

schadegeval aangeeft, meer bepaald aangaande de inhoud van de informatie die de
verzekeraar aan de verzekerde verstrekt, en de termijnen waarbinnen de verzekeraar die
informatie zal verstrekken.
De verzekeraar informeert de verzekerde over diens uit de rechtsbijstandspolis
voortvloeiende rechten en plichten alsook over de wijze waarop hij zijn rechten kan doen
gelden. Hij doet dit uiterlijk zeven dagen na ontvangst van de aangifte. Als de verzekerde
slachtoffer van een zwaar letselongeval is en de bijstand van zijn verzekeraar inroept,
neemt de verzekeraar onmiddellijk contact op met hem. De verzekeraar zorgt er ook voor
dat hij tijdig alle nodige informatie ontvangt in een begrijpelijke taal. De verzekeraar
informeert de verzekerde over de mogelijkheid een beroep te doen op de Diensten
Slachtofferhulp in geval dit van toepassing is en verstrekt hem, als hij daarom verzoekt, de
nodige contactadressen. De verzekeraar zal de informatie en het advies bovendien laten
verstrekken door professionele medewerkers, die voor rechtsbijstandsverzekeringen
uitsluitend schadedossiers beheren en over de vereiste opleiding en ervaring beschikken. Die
medewerkers moeten borg staan voor een hoogstaande dienstverlening. De verzekeraar zal
het dossier ook proactief beheren en de verzekerde in duidelijke en verstaanbare taal op de
hoogte houden van de evolutie van zijn dossier. Hij zal hem tevens de informatie
betreffende het strafdossier bezorgen zodra hij hiervan in kennis gesteld is. Naar keuze van
de verzekerde is het de rechtsbijstandsverzekeraar zelf of de verzekeringstussenpersoon die
deze informatie verstrekt.
3. Opeenvolging van rechtsbijstandverzekeraars
Als een verzekerde, achtereenvolgens, meerdere
rechtsbijstandsverzekeringsovereenkomsten gesloten heeft en, na toepassing van de
verschillende definities die deze rechtsbijstandverzekeringen aan het begrip schadegeval
geven, de verzekerde voor een welbepaald geval niet gedekt blijkt te zijn, dan verbindt de
huidige rechtsbijstandsverzekeraar van die verzekerde zich ertoe het schadegeval ten laste
te nemen, ten belope van het laagste waarborgbedrag, op voorwaarde dat: - de verzekerde
altijd en ononderbroken gedekt was voor dit type schadegeval in rechtsbijstand; - de
verzekerde geen weet had van het schadegeval bij de sluiting van de nieuwe
verzekeringsovereenkomst. Geschillenregeling • tussen verzekerden van eenzelfde
rechtsbijstandsverzekeraar De verzekeraar zal zich zo organiseren dat een werkelijk geschil,
waarin de belangen van twee verzekerden tegengesteld zijn, er niet toe leidt dat een van
hen benadeeld wordt door het feit dat hij bij dezelfde rechtsbijstandsverzekeraar
verzekerd is. Hij zal de regeling die hij daarvoor uitwerkt klaar en duidelijk beschrijven.
Daarnaast deelt de verzekeraar de verzekerde mee dat hij in die situatie een beroep kan
doen op een advocaat. • met de rechtsbijstandsverzekeraar De verzekeraar zal in de
rechtsbijstandspolis uitdrukkelijk vermelden dat de verzekerde, wanneer die het niet met de
verzekeraar eens is over de wijze van behandeling van het schadegeval, het recht heeft om
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
553

een advocaat naar eigen keuze te raadplegen. De verzekeraar zal die bepalingen in
herinnering brengen bij elk meningsverschil tussen hemzelf en de verzekerde over de
stappen om een schadegeval te behandelen. Vrije keuze van advocaat De verzekeraar zal
het principe van de vrije keuze van advocaat uitdrukkelijk opnemen in de
rechtsbijstandspolis. De verzekeraar zal dat principe bovendien in herinnering brengen
wanneer bij een gerechtelijke of administratieve procedure of bij een belangenconflict
tussen verzekerde en verzekeraar een beroep wordt gedaan op een advocaat. De
verzekeraar zal deze vrije keuze van de verzekerde eerbiedigen. Wanneer de verzekerde
geen advocaat kent die hem kan verdedigen, zal de verzekeraar, wanneer de verzekerde
hem daarom verzoekt, de contactgegevens van advocaten meedelen.
Inschakeling van de advocaat - Wanneer het dossier toevertrouwd wordt aan een advocaat,
brengt de verzekeraar de verzekerde en diens raadsman op de hoogte van de door hem
reeds ondernomen stappen en deelt hij hun alle elementen van het dossier mee. Op het
eerste verzoek overhandigt hij aan de door de verzekerde ingeschakelde advocaat de
algemene en bijzondere voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst.
In geval van onenigheid over de inschakeling van de advocaat zal de verzekeraar, binnen de
14 dagen na de aanvraag, zijn weigering om het optreden van de advocaat ten laste te
nemen, schriftelijk meedelen aan de verzekerde en diens raadsman. Hij dient die beslissing
uitgebreid te motiveren. In dit geval stelt hij een overzicht op van de reeds ondernomen
stappen en van de door hem geplande initiatieven. Vergoeding van de advocaat De
verzekeraar zal in de polis uitdrukkelijk melding maken van de voorwaarden en eventuele
beperkingen voor de vergoeding van de erelonen van advocaten, afhankelijk van het soort
van interventie of het soort van rechtbank. Hij zal die in herinnering brengen wanneer er een
beroep wordt gedaan op een advocaat.
De verzekeraar houdt de verzekerde op de hoogte van de financiële stand van zijn dossier.
Wanneer de procedure afgelopen is, brengt hij de klant op de hoogte van de kosten voor
een gerechtelijke procedure, onder andere de door de advocaat gefactureerde kosten en
erelonen.
Vrije keuze van deskundige De verzekeraar vermeldt in de rechtsbijstandspolis de
mogelijkheid voor de verzekerde een beroep te doen op de deskundige van zijn keuze
wanneer de aard van het geschil dit vereist. Medische expertise In gevallen van zware
lichamelijke schade organiseert de verzekeraar automatisch een tegensprekelijke
medische expertise. Voor de andere gevallen van lichamelijke schade: zodra de
rechtsbijstandsverzekeraar de conclusies van het door de tegenpartij uitgevoerde medisch
onderzoek ontvangt, deelt hij die mee aan de verzekerde en/of de behandelende
geneesheer/adviserend geneesheer en vraagt hij uitdrukkelijk of ze akkoord kunnen gaan
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
554

met die conclusies. Als ze niet akkoord gaan, wordt er overgegaan tot een tegensprekelijke
expertise.
Voorstel tot minnelijke regeling De verzekeraar verstrekt volledige, correcte en objectieve
informatie over de voor- en nadelen van een minnelijke regeling. In gevallen van zware
lichamelijke schade, wijst de verzekeraar de verzekerde onder meer op het feit dat het
ondertekenen van een definitieve minnelijke regeling – in de huidige stand van wetgeving
en rechtspraak – een burgerlijkepartijstelling in het strafproces uitsluit, waardoor de
verzekerde geen rechtstreekse toegang meer kan krijgen tot het strafdossier. In die
gevallen, als de verzekerde zich burgerlijke partij wenst te stellen, zoekt de verzekeraar een
oplossing zodat die burgerlijkepartijstelling mogelijk is zonder dat de
schadevergoedingsprocedure geblokkeerd wordt.
Privacy De verzekeraar zal de informatie die hij over de verzekerde ontvangt met de
grootste discretie behandelen, met inachtneming van de wet van 8 december 1992 op de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Klachtenbehandeling [De consument richt iedere klacht betreffende de correcte toepassing
door de verzekeringsonderneming van deze gedragscode aan de klachtendienst van de
betrokken verzekeringsonderneming. Als het door deze dienst gegeven antwoord niet
bevredigend is voor de consument, dan kan hij vervolgens met zijn klacht terecht bij de
Ombudsman van de verzekeringen via www.ombudsman.as.]1 *** Die gedragsregels zijn op
1 januari 2009 in werking getreden voor alle rechtsbijstandverzekeraars die lid zijn van
Assuralia.
B.Deontologische code van de artsen
Ook op dat vlak steekt het allemaal zo nauw niet. Volgende artikels werden in dit dossier
geschonden :
Art. 119 :
“ De geneesheer belast met een deskundig onderzoek naar de lichamelijke of geestelijke
bekwaamheid of geschiktheid van een persoon of met om het even welk klinisch
onderzoek, met de controle van een diagnose of met het toezicht op een behandeling, of
nog met een onderzoek naar de medische prestaties voor rekening van een
verzekeringsinstelling, moet de bepalingen van deze code naleven.”
Art. 35 b:
“De geneesheer mag zijn bevoegdheid niet overschrijden. Hij moet het advies inwinnen
van confraters, onder meer van specialisten, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
555

de patiënt, telkens wanneer dit binnen de diagnostische of therapeutische context nuttig
of noodzakelijk blijkt”.
Art. 6
“ Elke geneesheer moet, ongeacht zijn functie of specialiteit, onverwijld hulp bieden aan
een zieke die in onmiddellijk gevaar verkeert.”
Dit was zeker het geval bij verzoekster.
1.De deskundige kon puur op basis van het medisch dossier reeds overgemaakt in mei
2014 ingezien en beslist hebben dat hulp door derden en verdere behandeling
noodzakelijk was. Op basis daarvan kon verdere verergering van de letsels
voorkomen zijn. Verzoekster verloor sinds aanstelling Dr. TACK 12 kg, de uitputting
zette zich voort, verzoekster belandde meermaals op spoed, enz.. Gescheiden van
haar dochtertje !!!! DIT ALLES KON VERMEDEN ZIJN.
2.Zeker na de 1
ste
zitting in augustus 2014 kon Dr. TACK overgegaan zijn tot het
opstellen van een tussenverslag dat de noodzakelijke hulp door derden en verdere
behandeling voorzag. Hij liet na dit te doen met verergering letsels tot gevolg en
scheiding van haar dochtertje !!!
3.Hetzelfde geldt voor de 2
de
zitting op 31.10.2014.
4.Hetzelfde geldt voor het voorverslag. Dr. TACK ontzegt bijkomend noodzakelijke hulp
door derden en behandeling met zijn onjuist verslag. Hij brengt hierdoor bijkomende
fysieke schade toe en veroorzaakt daardoor onnodig en bijkomend psychisch lijden
door de scheiding van verzoekster en haar dochtertje.
5.De beslissing om NOG een (neuro)psychologisch onderzoek te laten doorgaan – dan
nog bij de vaste medewerker van Dr. Baeke en met selectief bezorgen van enkele
verslagen – dit terwijl er al 10 uitgevoerd waren is absurd en vertraagt het bekomen
van de nodige hulp en behandeling (cfr. supra).
6.Om 8 u ’s morgens de NMR hersenen in Brugge te laten doorgaan, maakte dat
verzoekster 2 dagen op spoed belandde. Nochtans had zij de problemen ’s morgens
gemeld. Ipv hulp te bieden, veroorzaakt Dr. TACK bijkomende schade.
7.ZEKER in geval van hersenletsel, is SNELLE behandeling essentieel. Hoe langer het
duurt voor passende behandeling gestart wordt, hoe kleiner de kans op herstel en
hoe langer het duurt voor een tijdelijk effect blijvend kan worden. Hiermee vertraagt
Dr. TACK het genezingsproces – voor zoverre nog mogelijk. (zie hiervoor de
uitgebreide literatuurlijst in de opmerkingen op voorverslag).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
556


Art. 104
“Elke geneesheer moet, ongeacht zijn medische activiteiten, naast het louter curatieve
karakter ook rekening houden met het preventieve en educatieve aspect van zijn taak.”
We hernemen integraal de opmerkingen bij artikel 6.
Dr. TACK verhindert met zijn vertragingsmanoeuvres en bijkomende onderzoeken, het
uitstellen van data voor expertisezittingen e.d.m., BEWUST (want hij kent als neuroloog de
klachten en gevolgen van hersenletsel maar al te goed, zeker in geval van aanhoudende pijn
en stress) iedere preventie van voortzetting of verergering van de bestaande letsels.
Art. 125 § 2.
” Hij moet omzichtig zijn in zijn uitspraken. Indien hij een aandoening ontdekt, brengt hij
de behandelende geneesheer ervan op de hoogte of verzoekt hij de patiënt er één te
raadplegen”
Dr. TACK is allerminst omzicht in zijn uitspraken. Hij maakt besluiten op basis van deels
onvolledige, deels subjectieve medische verslagen en rap-rap-rap copy paste en komt hierbij
tot zeer zware oordelen en een onjuiste eindbeslissing die een levensveranderende invloed
heeft op het leven van verzoekster én bovendien haar recht op een eerlijke verdediging
manifest schendt.
En hierbij aansluitend
Art. 125 § 5.
“ Hij moet blijk geven van bedachtzaamheid bij het opstellen van de besluiten in zijn
verslag en mag slechts gegevens aanbrengen die een antwoord brengen op de vragen van
zijn opdrachtgever. “
Zie hierboven : Dr. TACK is allerminst bedachtzaam in zijn uitspraken.
Voorts brengt hij GEEN antwoord op de diverse vragen van zijn opdrachtgever. Het lijkt er
sterk op dat Dr. TACK slechts 1 vraag onthouden heeft : “zijn er elementen die de besluiten
van Dr. Verstraelen komen te ondergraven”. Daarop antwoordt Dr. TACK volmondig NEEN
maar daar blijft het dan ook bij … geen enkele argumentatie, literatuur, staving,
onderbouwing, noppes, de ballen.
Ook inzake artikel 4 en 34 blijft Dr. TACK in gebreke.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
557

Art. 4
“ Om zijn patiënt met de beste zorgen te kunnen omringen, moet de geneesheer zich op
de hoogte houden van de vooruitgang van de geneeskundige wetenschap.”
en
Art. 34 § 1.
“ Zowel voor het stellen van een diagnose als voor het instellen en voortzetten van de
behandeling, verbindt de arts er zich toe zijn patiënt zorgvuldig en gewetensvol de zorgen
toe te dienen die stroken met de thans geldende wetenschappelijke kennis.”
Het is sinds 40 jaar bekend dat diffuse axonale schade in de meeste gevallen NIET
visualiseerbaar is op NMR. Als neuroloog is Dr. TACK hier uiteraard mee bekend.
De nodige literatuur werd door Dr. Seynaeve overhandigd aan Dr. TACK. Dr. TACK kon dus
kennis nemen van de thans geldende wetenschappelijke kennis. Hij dient hier dan ook
rekening mee te houden cfr. art. 34 §1.
Hetzelfde geldt voor Q-EEG. Een Q-EEG is sinds meer dan 20 jaar algemeen erkend,
gedocumenteerd, getest, omschreven, noem maar op. Zelfs door het RIZIV is Q-EEG erkend
sinds 2012. Dr. TACK dient bij het stellen van zijn diagnose rekening te houden met de thans
geldende wetenschappelijke kennis. Deze kennis houdt in dat Q-EEG hersenletsel
objectiveerbaar aantoont.
En zo zijn er nog tal van voorbeelden aan te halen, bijvoorbeeld het feit dat
wetenschappelijk aangetoond is dat in de helft van de gevallen van TBI er ook hypofyseletsel
optreedt ; en schildklierproblemen ; en bijnierschorsproblemen ; en huidproblemen ; en
hartklachten ; en spijsverteringsproblemen (in 50 % van de TBI gevallen komt dit voor) ; enz..
Dit alles valt onder de thans geldende wetenschappelijke kennis. Dr. TACK kan niet zeggen
dat hij het niet wist : deze informatie werd hem MEERMAALS en UITGEBREID bezorgd in de
stukkenbundel van mei 2014, bijkomend in diverse emails, bijkomend in een aanvullend
medisch verslag in augustus 2014, enz. en uiteindelijk in een uitgebreide literatuurlijst (die
slechts een fractie omvat van de bestaande literatuur omtrent deze feiten). De “thans
geldende wetenschappelijke kennis” is m.a.w. maar al te goed gekend door Dr. TACK. Deze
werd hem ook in talloze andere medische expertises onder de aandacht gebracht. Nochtans
houdt hij er geen rekening mee.
Ook artikel 36 a. wordt door Dr. TACK geschonden :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
558

Art. 36 a.
“ Hij zal niettemin vermijden onnodig dure onderzoekingen en behandelingen voor te
schrijven of overbodige verstrekkingen te verrichten.”
We verwijzen hiervoor naar de onnodige en dure bijkomende onderzoeken die door Dr.
TACK gevraagd werden (cfr. supra) en die als enig doel hadden: rekken, vertragen,
rechtsbijstandbudget uitputten, zoeken om middels subjectieve verslagen de ware aard,
omvang, gevolgen van de letselschade te verhullen.
Minister Geens verwijst naar de Orde der Artsen om dergelijke inbreuken te sanctioneren.
De Orde der Artsen is echter in belangrijke mate samengesteld uit … VERZEKERINGSARTSEN !
Uiteraard dekken zij hun corrupte collega’s in.
Het bewijs ervan wordt geleverd door de Orde zelf : ze verklaart zich ‘niet bevoegd’ om het
bedrog door Hans Verstraelen te onderzoeken (stuk 360) en ze seponeert de klacht tegen
Tack (stuk 361). Zo houdt zij het bedrog actief mee in stand.
Dat maakt dat uw rechtbank de ENIGE resterende instantie is om te reageren op dergelijke
inbreuken.
C.Deontologische code van de advocaten
In het bijzonder Mr C. Vandenbogaerde lapte de deontologische code van de advocaten aan
zijn been : informatieplicht – niet concluderen – beroepsgeheim / vertrouwensrelatie met
cliënt geschonden.
D.Wet Patiëntenrechten
Zoals hierboven uitvoerig werd aangetoond, werd de Wet Patiëntenrechten van concluante
meermaals geschonden :
-Haar medisch patiëntendossier werd opgevraagd door Meersman bij AZ Groeninge
-Medische verslagen werden doorgestuurd zonder haar medeweten of akkoord :
tussen experten onderling, naar de verzekering, naar artsen buiten de expertise, naar
god weet wie nog allemaal
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
559

-Zij heeft tot op vandaag GEEN inzage in haar medisch dossier dat door AG arts Luc
Desmet werd opgesteld. Slechts 1 verslag werd overgemaakt
Zie in dit kader ook de uitgebreide opmerkingen in stuk 256 + 257
E.Privacy
Zoals hierboven uitvoerig werd aangetoond, werd de privacy van concluante meermaals
geschonden :
-Haar vertrouwelijke medische informatie werd opgevraagd en doorgespeeld aan
verweerster
-Verweerster stuurde privé detectives op haar af. Deze braken in in de woning en
installeerden zich bijkomend meerdere dagen op haar hooizolder. Haar post
verdween. Dit zorgde wekenlang voor een onveilig en ongemakkelijk gevoel. (stuk
390)
-God weet wat concluante nog allemaal zal moeten vernemen …
F.WAM-wetgeving
De WAM wetgeving werd niet nageleefd. Getuige daarvan het ontbreken van enige provisie,
tot vonnis rechtbank in mei 2014, m.a.w. bijna 4 jaar na ongeval …
G.Strafbare feiten
De betrokkenen in dit dossier maakten zich schuldig aan diverse strafbare feiten waaronder
de belangrijkste : opzettelijke slagen en verwondingen, schuldig verzuim, intellectuele
valsheid in geschrifte, meineed, …
Het strafrechterlijk onderzoek zal hier hopelijk inzicht in geven.
8.2HOE E.V.R.M. EEN KLUCHT WORDT IN BELGIË (stuk 257)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
560

A.SCHENDING ARTIKEL 14 EVRM – HET VERBOD VAN DISCRIMINATIE
Hierbij halen we het beginsel van gelijkheid aan samen met het beginsel van non-
discriminatie en samen met de grondwetsartikels 10 en 11.
Van oudsher werden deze rechten als uiterst belangrijk beschouwd. Het EVRM vermeldt het
verbod van discriminatie in art. 14 :
Verbod van discriminatie - Het genot van de rechten en vrijheden die in dit Verdrag zijn
vermeld, moet worden verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond ook, zoals
geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of
maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte
of andere status.
Het IVBPR voegt in art. 2, §1 eenzelfde verbod in, en voegt daaraan toe art. 26: het
gelijkheidsbeginsel. Dit beginsel wordt met zeer ruime reikwijdte gehuldigd. Het legt aan de
overheid de verplichting op om de burgers gelijk te behandelen, op gelijk welk vlak. Alle
rechten én plichten die opgelegd worden, kunnen aan deze beginselen worden getoetst.
In de grondwet zijn deze zaken van een immens belang. Ze komen voor in Titel II, meer
bepaald in de artikelen 10, 11 en 11bis. Het art. 10 poneert het beginsel van gelijkheid, art.
11, eerste zin stelt het discriminatieverbod in voor wat betreft de rechten van de Belgen. De
artikels 10 en 11 drukken de facto hetzelfde uit, het zijn twee keerzijden van dezelfde
medaille. Het gelijkheidsbeginsel legt misschien wat meer de nadruk op de positieve
verplichtingen, terwijl het non-discriminatiebeginsel wat meer nadruk legt op de negatieve
verplichtingen.
De artikelen 10 en 11 GecGW hebben een zeer groot belang gekregen omdat het
Arbitragehof sinds 1989 er wetten, decreten en ordonnanties kan aan toetsen. De artikelen
werden door de opstellers van de grondwet niet als zo belangrijk beschouwd, maar de
rechtspraak van het Arbitragehof heeft ze tot zeer belangrijk verheven.
Dit zijn algemene bepalingen, ze hebben een reikwijdte, toepassingsgebied dat niet beperkt
is tot de rechten van Titel II. Ze hebben betrekking op alle rechten, uit de grondwet zowel
als uit internationale verdragen, gewone wetten en decreten etc. Ze gelden dus ook voor de
verplichtingen door wetgevers etc. opgelegd.
Wat zijn de criteria om uit te maken of er een schending voorligt?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
561

Het Arbitragehof had haar rechtspraak ab initio afgestemd op die van het EHRM, wat betreft
het art. 14 EVRM.
Gelijkheid staat niet gelijk aan een verbod van onderscheid; legt geen identieke behandeling
op. Het betekent alleen dat elk verschil in behandeling redelijk verantwoord moet (kunnen)
worden.
Een verantwoording is redelijk als aan twee vereisten voldaan is:
(1) Onderscheiden o.b.v. een objectief criterium, niet o.b.v. iets wat afhangt van een
arbitraire beoordeling.
(2) De onderscheiding moet verantwoord zijn in het licht van het doel en de gevolgen. Er
moet m.a.w. een evenredigheidsverband zijn tussen het nagestreefde doel en de
aangewende middelen. Er mag geen al te grote last op de benadeelde categorie van
personen rusten.
Daar komt nog iets bij wat eigen is aan het Arbitragehof, en eigenlijk aan België, en gesteund
wordt op de vroegere rechtspraak van het Hof van Cassatie.
(3 ) Het Arbitragehof heeft altijd geoordeeld dat een redelijke verantwoording pas kan
geboden worden, indien de nadelige regeling zelf niet strijdig is met een hogere norm.
Wanneer er dus een verschil is in de regels voor twee categorieën, dan kan de
onderscheiding niet redelijk verantwoord zijn als de benadeelde categorie onder een
regeling valt die strijdig is met een hogere norm. Met andere woorden, wat onwettig is, is
niet verantwoordbaar.
Het recht legt aan de overheid een positieve verplichting op, namelijk het nemen van
initiatieven tegen discriminatie, zoals de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van
discriminatie, bij het stellen van bepaalde handelingen door particulieren en door de
overheid. Het is onbetwistbaar dat er ook een plicht is voor de burgers, dat dus aan deze
initiatieven van wetgeving ook horizontale werking moet worden toegekend.
Wanneer we deze beginselen breed interpreteren en vertalen naar deze huidige expertise,
in het bijzonder “het woord van de gerechtsdeskundige en de verzekeringsmaatschappij
(er is geen letsel) tegen het woord van de verdediging (er is wel letsel)”, en het feit dat
bepaalde gerechtsdeskundigen al dan niet tot letsels besluiten puur “omdat zij het zo
zeggen” en zonder dit geargumenteerd te staven, kunnen we het volgende stellen :
1.Een rechtbank kan een onderscheid maken tussen enerzijds de verdediging, die de
besluiten van de gerechtsdeskundige betwist ; en anderzijds de gerechtsdeskundige,
de expert in het verhaal, die meent dat zijn besluiten gerechtvaardigd zijn, hierin
bijgetreden door de verzekeringsmaatschappij (of omgekeerd …). De rechtbank moet
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
562

de verdediging en de gerechtsdeskundige-verzekeringsmaatschappij geen identieke
behandeling geven. Wel moet het verschil in behandeling redelijk verantwoord
kunnen worden.
2.We stellen vast dat bepaalde rechtbanken het advies van een gerechtsdeskundige
soms (meestal zelfs) wél (blindelings) volgen, terwijl bepaalde rechtbanken het
advies van een gerechtsdeskundige niet volgen. Een objectief criterium hiervoor
bestaat niet. Het al dan niet volgen van het advies van een gerechtsdeskundige door
een rechtbank is m.a.w. een puur arbitraire beoordeling. In die zin is NIET voldaan
aan de vereiste voor verantwoording. Het is m.a.w. NIET verantwoord om het
woord van de gerechtsdeskundige boven het woord van de verdediging te
verkiezen. Nochtans zien we in de praktijk dat juist dit wel gebeurt: de
gerechtsdeskundige wordt geloofd omdat hij enerzijds arts is, anderzijds onder ede
staat (voor zoverre dat vandaag nog iets betekent, zeker aangezien er in België nog
nooit een gerechtsdeskundige wegens meineed veroordeeld is ; men kan zeggen dat
de wet dode letter blijft) ; de verdediging, in casu het slachtoffer van een ongeval,
wordt systematisch niet geloofd omdat er – soms terecht, soms onterecht - vanuit
gegaan wordt dat dit slachtoffer enkel uit is op geld.
3.Des te groter wordt het contrast als we het doel en de gevolgen en de aangewende
middelen bekijken. Het doel van de verdediging bestaat erin een zo groot mogelijke
schadeloosstelling te bekomen ; het doel van de verzekeringsmaatschappij bestaat
erin een zo laag mogelijke schadeloosstelling uit te keren ; het doel van de
gerechtsdeskundige is verondersteld hierin duidelijkheid te scheppen. De gevolgen
voor de verdediging kunnen catastrofaal zijn: slachtoffers van een ongeval kunnen
door een onjuiste beoordeling van hun dossier bijkomende klachten ontwikkelen,
een verergering van hun klachten kan ontstaan, zij kunnen in sommige gevallen
komen te overlijden, in armoede belanden, enz.. De gevolgen voor de
gerechtsdeskundige zijn nihil: wat hij ook beslist, hij presenteert zijn fikse
ereloonnota. De gevolgen voor een verzekeringsmaatschappij zijn verwaarloosbaar:
met zo veel miljarden winst ieder jaar, voelt zij nauwelijks het verschil van een paar
miljoen min of meer. Nog een grotere discrepantie bestaat er op het vlak van de
aangewende middelen : de gerechtsdeskundige en de verzekeringsmaatschappij
beschikken over een heleboel medische kennis, die de verdediging mist. De
verzekeringsmaatschappij beschikt over een onuitputtelijk budget om te procederen,
terwijl de verdediging het in het beste geval moet stellen met een beperkt
rechtsbijstandbudget. In de realiteit zien we dat veel slachtoffers van ongevallen
geen passende schadevergoeding bekomen omdat de middelen hen ontbreken om
de procedure verder te zetten. Daar waar de verantwoording juist vereist dat er geen
al te grote last op de benadeelde categorie van personen mag rusten, zien we in de
realiteit dat ALLE LAST op de benadeelde categorie, nl. de verkeersslachtoffers, rust.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
563

Niet alleen moeten zij al hun letsels bewijzen, de bewijzen die zij aanbrengen worden
dan nog zonder meer van tafel geveegd ook onder het motto “dat telt niet” zonder
dat zij hiertegen enig verweer of rechtsmiddel hebben – behalve het oordeel van de
rechtbank. Ook in die zin is NIET voldaan aan de vereiste voor verantwoording. Het
is m.a.w. NIET verantwoord om het woord van de gerechtsdeskundige boven het
woord van de verdediging te verkiezen. Wel integendeel: een gelijke behandeling
zou juist vereisen dat het woord van de verdediging boven het woord van de
gerechtsdeskundige gesteld wordt, juist om meer gelijkheid te creëren.
4.De nadelige regeling zelf mag niet strijdig zijn met een hogere norm. Concreet
bestaat de nadelige regeling erin, dat gerechtsdeskundigen doorgaans geloofd
worden ten nadele van de verdediging. De hogere norm bestaat in de toepassing van
de wet : nl. dat iedere schade tgv ongeval volledig hersteld moet worden. En als zij
niet hersteld kan worden, dat zij dan vergoed moet worden. Ook in die zin is NIET
voldaan aan de vereiste voor verantwoording. Het is m.a.w. NIET verantwoord om
het woord van de gerechtsdeskundige boven het woord van de verdediging te
verkiezen.
Cfr. Artikel 14 EVRM kan er in brede interpretatie gesteld worden dat er sprake is van
discriminatie op basis van vermogen (nu verzekeringsmaatschappijen veel
vermogender zijn dan slachtoffers) en op basis van status (nu door zijn status als
gerechtsdeskundige, deze automatisch een hogere geloofwaardigheid lijkt te
genieten bij de rechtbanken, die soms wel, maar soms ook niet, verantwoord is).
Besluit in casu : Verzoekster maakte bij verzoekschrift 29.08.2014 al melding van
haar bedenkingen over de onpartijdigheid van Dr. TACK. Verzoekster werd hierbij niet
geloofd door de rechtbank, die haar vertrouwen bevestigde in de
gerechtsdeskundige. Het voorverslag van Dr. Tack aanvaarden louter omdat hij de
gerechtsdeskundige is en zijn besluiten aanvaarden “omdat hij het zo zegt”, is niet
verantwoordbaar en strijdig met artikel 14 EVRM en is derhalve onwettig. De
toepassing EVRM staat boven de nationale wetten en artikel 1 EVRM voorziet de
Verplichting tot eerbiediging van de rechten van de mens. De Hoge
Verdragsluitende Partijen verzekeren een ieder die ressorteert onder haar
rechtsmacht de rechten en vrijheden die zijn vastgesteld in de Eerste Titel van dit
Verdrag.
B.SCHENDING ARTIKEL 2 EVRM – RECHT OP LEVEN
(mag in verleden tijd geplaatst worden …)
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
564

Verzoekster koestert een kinderwens. Deze kinderwens kan NIET in vervulling gaan door de
gevolgen van het ongeval. Verzoekster heeft behandeling en hulp door derden nodig om
deze kinderwens te kunnen vervullen. Zonder het ongeval had verzoekster deze kinderwens
kunnen vervullen. Mits een eerlijke medische expertise, die er in de 2
de
fase op gericht zou
moeten zijn om daar waar mogelijk schade te herstellen, minstens te beperken, zou de
mogelijkheid tot behandeling en hulp door derden reeds gegeven zijn. Ook het nog
ongeboren kind van verzoekster heeft recht op leven. Verzoekster het recht op behandeling
en hulp door derden ontzeggen, ontzegt haar ook haar kinderwens. Dit is strijdig met Artikel
2 EVRM.
C.SCHENDING ARTIKEL 3 EVRM – VERBOD VAN FOLTERING
Artikel 3 EVRM bepaalt : Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan
onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.
Verzoekster is akkoord dat een gerechtsdeskundige de nodige bijkomende onderzoeken
moet laten uitvoeren om tot een correcte beoordeling van de letselschade te kunnen
komen.
Verzoekster is NIET akkoord met het uitvoeren van bijkomende onderzoeken die al 10 keer
uitgevoerd werden. Zeker als deze onderzoeken inspanningen (verplaatsingen, stress,
onkosten, …) vereisen die fysieke pijn en psychisch lijden veroorzaken. Het is tergend en
onmenselijk om aan een slachtoffer van een ongeval te vragen om zich nog maar eens te
overbelasten en zich 1250 km te verplaatsen, enz. NADAT dezelfde onderzoeken al 10 keer
uitgevoerd werden.
Het is extreem vernederend om 5 jaar aan een stuk als leugenaar en profiteur afgeschilderd
te worden – en dit zowel door verweerster als door de aangestelde gerechtsdeskundigen.
Het is vernederend om zich als een soort crimineel te moeten gaan verdedigen. Het is
vernederend om deze beledigingen jaar na jaar te moeten horen en slikken.
Hetzelfde geldt voor expertisezittingen, waarbij er met geen enkel argument van de
verdediging rekening gehouden wordt. Het is zinloos om dergelijke expertisezittingen te
laten doorgaan. Het is des te erger, nu dit telkens een pak fysieke pijn en onnodige stress
veroorzaakt gelet op de concrete leefsituatie van verzoekster. Deze expertisezittingen laten
verder gaan, nieuwe gerechtsdeskundige aanstellen, in de huidige gezondheidstoestand van
verzoekster, is onmenselijk.
De medische expertise eindeloos laten aanslepen en keer op keer uit te stellen, zoals in dit
dossier tot 2 x toe het geval is geweest, is gelet op de drastische gevolgen ervan,
onmenselijk te noemen. Dat een slachtoffer van een ongeval geduld dient te oefenen : ja,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
565

akkoord. Dat na 5 jaar nog geen enkele vooruitgang is in het dossier : nee. Dit is het
slachtoffer van een ongeval bijkomend straffen, bovendien voor een feit waar hij/zij niet
eens schuld aan heeft. Temeer gelet op alle geleverde inspanningen om alle vormen van
schade maximaal te beperken. Dit ten koste van haar gezondheid, kind, dieren en thuis.
Het feit dat verweerster alles op alles zette om iedere verdediging van het dossier te
bemoeilijken, leidde ertoe dat verzoekster zelf moet instaan voor haar verdediging. Dit
vraagt een ongeziene concentratie en mentale inspanning, die haar capaciteiten ver te
boven gaat, onmenselijke offers vraagt op het vlak van pijn en stress, en die maakt dat
iedere ‘wakkere’ minuut van de dag hieraan besteed moet worden, omdat alles zo traag
gaat, en zo moeilijk verloopt, nu alle informatieverwerking vertraagd verloopt. Het is
onmenselijk, om iemand die constante hoofdpijn heeft en doodmoe is, te belasten met een
taak als de verdediging van een medisch dossier. Dit kwalificeert als fysieke én psychische
foltering.
Voorts is het onmenselijk om een moeder te scheiden van haar kind. Er kan niet verwacht
worden dat derden blijven opdraaien voor en instaan voor de zorg en opvang van
verzoekster en haar gezin/dieren. Dat het kind van verzoekster daarvan slachtoffer is, is
onmenselijk. Idem voor de paarden.
En zo kan verzoekster nog een tijdje doorgaan maar ze zal het hier bij laten, of het zal weer
zijn van “overdrijven”. NIEMAND kan een oordeel vellen over iemands lichamelijk of
psychisch lijden zolang hij of zij geen dag in het lichaam, het hoofd of de ziel van de ander
heeft doorgebracht. NIEMAND kan een oordeel uitspreken over de beleving van fysieke pijn
of verdriet van een ander. Hoogstens kan men zich dit inbeelden, voorstellen. ALTIJD is dit
een subjectieve beoordeling. Nog minder kan iemand zich uitspreken over de pijn van
iemand die leeft in een omgeving en situatie waar ze geen enkele kennis van hebben. En nog
minder als de vraag naar die omgeving en situatie niet eens gesteld wordt.
D.SCHENDING ARTIKEL 6 EVRM – RECHT OP EEN EERLIJK PROCES
Een eerlijke procedure vereist een onpartijdig en onafhankelijk karakter. Met uitzondering
van uw rechtbank heeft geen enkele partij in de medische expertise zich sinds 5 jaar
onpartijdig of onafhankelijk opgesteld.
Zowel de 1
ste
als de huidige medische expertise zijn een SCHIJNvertoning en een belediging
van het vertrouwen dat uw rechtbank stelt in haar deskundigen. Van enige eerlijkheid is
daarin, voor wat het medische luik betreft, tot op vandaag geen sprake geweest. We
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
566

verwijzen hiervoor naar alle andere opmerkingen in deze besluiten en naar de opmerkingen
op het voorverslag.
Van een redelijke termijn kan na 5 jaar, na dermate vergergering van de letsels, na alle
materiële en persoonlijke gevolgen, geen sprake meer zijn. Een tussenverslag dat de nodige
behandeling en hulp door derden mogelijk maakt, kon in alle redelijkheid en met
inachtname van de nodige portie ‘geduld’ al lang geleden opgesteld geweest zijn. Dat de
expertise nog niet afgerond is kunnen we begrijpen. Dat de nodige middelen voor hulp en
behandeling er tot op vandaag niet zijn, na overmaking van alle medische stukken, gaat er bij
verzoekster echt niet in. De wet die herstel en beperking van schade vooropstelt, blijft dode
letter.
Ook het proceseconomisch karakter wordt zo een lachertje. Mensen blijven op kosten jagen
aan artsen, advocaten, verplaatsingen, expertises – VOOR VALSE VERSLAGEN TE KRIJGEN ??
Moeten BETALEN voor valse verslagen ??
De medische expertise in dit dossier is tot op heden een aanfluiting van artikel 6 EVRM.
E.SCHENDING ARTIKEL 8 EVRM – RECHT OP EERBIEDIGING VAN PRIVE-,
FAMILIE- EN GEZINSLEVEN
ARTIKEL 8 Recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven 1. Een ieder heeft recht op
respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. (…).
Deze feiten zijn uw rechtbank intussen meer dan bekend.
De gang van zaken in deze medische expertise heeft als gevolg dat het familie- en
gezinsleven van verzoekster NIET gerespecteerd wordt. Zij dient noodgedwongen
gescheiden van haar dochtertje te leven als er geen middelen voor hulp beschikbaar zijn. Dit
is onaanvaardbaar. Te pas en te onpas moet zij haar planning schikken naar de agenda’s van
Jan en alleman, ongeacht of dit fysiek, praktisch, financieel haalbaar is of niet.
Het recht op respect voor de woning is tot 2 x toe geschonden. Verzoekster verloor eerst
haar woning in België. Nu staat zij op het punt haar woning in Frankrijk te verliezen. Deze
medische expertise heeft verregaande gevolgen die strijdig zijn met artikel 8 EVRM.
Verweerster stuurde privé-detectives naar haar privé-woning, dagen aan een stuk !
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
567

F.SCHENDING ARTIKEL 1 VAN HET AANVULLEND PROTOCOL EVRM VAN
20.III.1952 – BESCHERMING VAN EIGENDOM
Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de
Fundamentale Vrijheden Parijs, 20.III.1952 De Regeringen die dit Protocol hebben
ondertekend, zijnde Leden van de Raad van Europa, Vastbesloten om stappen te doen
teneinde de collectieve handhaving te verzekeren van bepaalde rechten en vrijheden die niet
zijn genoemd in Titel I van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de
Fundamentele Vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen „het
Verdrag“), Zijn het volgende overeengekomen:
ARTIKEL 1 Bescherming van eigendom Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op
het ongestoord genot van zijn eigendom. Aan niemand zal zijn eigendom worden
ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en
in de algemene beginselen van internationaal recht. De voorgaande bepalingen tasten
echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een Staat heeft om die wetten toe te passen,
die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming
met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te
verzekeren.
In geen geval mag een gerechtelijke procedure tot gevolg hebben dat nota bene de
rechthebbende zijn eigendom verliest. Je hebt een ongeval, je bent in je recht, maar jij moet
je woning verkopen om alles te kunnen blijven betalen omdat een verzekering weigert de
nodige voorschotten te voorzien, omdat de gerechtsdeskundige weigert zijn opdracht op
onpartijdige wijze uit te voeren, omdat de rechtsbijstandverzekering die verondersteld is je
rechten te verdedigen, het omgekeerde doet, en dat ondanks het feit dat er zovele wetten
en regels en codes en richtlijnen bestaan, die in theorie de rechten van een
verkeersslachtoffer beschermen en er op moeten toezien dat er preventief gewerkt wordt
om bijkomende schade maximaal te beperken ? De hele procedure met alles en iedereen die
er bij betrokken is, en vooral het overschrijden van wat als een redelijke termijn
beschouwd kan worden, vormen de directe aanleiding van de gedwongen verkoop van de
woning in België van verzoekster. Verzoekster had de keuze: de paarden weg of de woning
weg. En nu nog haar Franse domein er bovenop kwijt !
Ook de paarden zijn een eigendom van verzoekster. Naast een sterke emotionele waarde, is
er de economische waarde van de dieren als coachingspaarden. Deze paarden wegdoen
betekent het einde van de kans op het hernemen van de professionele actviteiten. Aan uw
rechtbank behoort het toe er op toe te zien dat verzoekster haar eigendom – de paarden –
én hun huisvesting kan behouden. Ook het ongestoord genot daarvan te hebben. Dit
impliceert hulp bij de verzorging van de paarden en behoud van de infrastructuur. Nu is daar
geen genot aan. Enkel telkens je bijkomend pijn doen met het fysiek zware werk.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
568

Het verloop en de onredelijke termijn van de medische expertise leidde er ook toe dat
verzoekster niet meer over een eigen auto beschikt. Zij rijdt met een auto die eigendom is
van haar moeder. Talloze andere eigendommen dienden verkocht te worden de voorbije
jaren tgv het verloop van deze expertise en het uitblijven van passende provisie,
behandeling en hulp. De door uw rechtbank toegekende en veruit ontoereikende provisie uit
2014 was na enkele dagen weg om schulden af te betalen.
De schendingen van dit artikel stapelen zich op. Aan uw rechtbank behoort het toe uitspraak
te doen die enerzijds de rechten van verdediging van alle partijen eerbiedigt, anderzijds de
bepalingen EVRM respecteert.
G.SCHENDING ARTIKEL 2 VAN HET AANVULLEND PROTOCOL EVRM VAN
20.III.1952 – RECHT OP ONDERWIJS
ARTIKEL 2 Recht op onderwijs Niemand mag het recht op onderwijs worden ontzegd. Bij de
uitoefening van alle functies die de Staat in verband met de opvoeding en het onderwijs op
zich neemt, eerbiedigt de Staat het recht van ouders om zich van die opvoeding en van dat
onderwijs te verzekeren, die overeenstemmen met hun eigen godsdienstige en filosofische
overtuigingen.
Dochtertje van concluante kan niet naar school !!
Geen hulp voorzien voor de zorg van het dochtertje van verzoekster impliceert dat haar
recht op onderwijs haar ontzegd wordt. Er zijn scholen in de buurt. Het kindje dient er wel
te geraken – en terug thuis te geraken ook. Dat verzoekster hier niet toe in staat is, is een
gevolg van het ongeval. Het niet-voorzien van de nodige hulp door derden impliceert
schending van artikel 2 aanvullend protocol EVRM. Verzoekster vraagt uw rechtbank dan
ook om de nodige maatregelen te willen voorzien.
Los daarvan verdiende verzoekster royaal haar boterham. De kinderen van verzoekster
hadden zicht op studiemogelijkheden naar keuze (studeren in het buitenland bvb.,
bijkomende opleidingen, …). Het wegvallen van de inkomsten van verzoekster door ongeval
heeft als gevolg dat deze studiemogelijkheden voor haar kind(eren) ook wegvallen. Dit dient
rechtgezet te worden. Het kind/de kinderen van verzoekster moeten niet op hun beurt
slachtoffer worden van dit ongeval en deze expertise.
Bijkomend volgde verzoekster zelf een opleiding psychologie op het ogenblik van het
ongeval. Ze diende deze te staken tgv ongeval. Ze kon deze sindsdien niet hernemen. Ze kan
de informatie niet verwerken. Ze kan zich onvoldoende concentreren. Ze vergeet meteen
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
569

alles wat gezegd wordt. Ze kan niet snel genoeg nota nemen. Ze heeft moeite om nieuwe
begrippen te integreren. Haar recht op voortgezet onderwijs werd haar zodoende
ontnomen. Dit impliceert bijkomende schending artikel 2 aanvullend protocol EVRM.
Vergelijkbare bepalingen en artikels zien we terugkeren in het Internationaal Verdrag
inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR). Ook hier worden diverse artikels
geschonden.
8.3 ENKELE RECHTSPRINCIPES
A.OVERWEGENDE DAT UW RECHTBANK DE BEVOEGDHEID HEEFT OM AF TE WIJKEN
VAN DE GEWOONTE OM OVER TE GAAN TOT DE AANSTELLING VAN EEN NIEUWE
GERECHTSDESKUNDIGE VOORALEER VONNIS TE MAKEN
GEEN ENKELE WET BEPAALT DAT UW RECHTBANK VERPLICHT IS OM OVER TE GAAN TOT
DE AANSTELLING VAN EEN GERECHTSDESKUNDIGE OM ADVIES IN TE WINNEN
Artikel 962 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt: De rechter kan, ter oplossing van een voor
hem gebracht geschil of ingeval een geschil werkelijk en dadelijk dreigt te ontstaan,
deskundigen gelasten vaststellingen te doen of een technisch advies te geven. [
1
De rechter
kan daarbij de deskundigen aanwijzen waarover partijen het eens zijn. Hij kan van de keuze
van de partijen slechts afwijken bij een met redenen omklede beslissing. Behoudens
overeenstemming tussen de partijen, geven de deskundigen alleen advies over de in het
vonnis bepaalde opdracht.]
1
(Hij is niet verplicht het advies van de deskundigen te volgen, indien het strijdig is met zijn
overtuiging.) <W 2007-05-15/62, art. 4, 093; Inwerkingtreding : 01-09-2007 ; zie ook art. 34>
Er staat niet: de rechter MOET een deskundige gelasten om een technisch advies te geven.
De rechter kan zich perfect baseren op de studie van het medisch dossier of het standpunt
van de adviserend geneesheer van de mutualiteit volgen, zoals steeds vaker gebeurt in
Nederland bij ‘onzichtbare letsels’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
570

B.UW RECHTBANK KAN OP BASIS VAN NIET-WETTELIJKE NORMEN BESLISSEN TOT
HET OPSTELLEN VAN EEN TUSSENVONNIS
Indien er op een bepaalde casus geen wettelijke bepaling van toepassing blijkt, kan de
rechter altijd een uitspraak ten gronde doen. Indien er geen wettelijke normen voorhanden
zijn om een casus te beslechten, dient de rechter op basis van niet-wettelijke normen te
beslissen. Hierin ligt een bevestiging van de (wets)aanvullende taak van de rechter. De
bodemrechter heeft een extensieve interpretatie en staat in de bijna-volledigheid van de
wettelijke orde. Hierbij heeft de individuele rechter het recht om, naargelang de aard van de
zaak, zijn eigen rechtsgevoel te laten spreken.
C.RECHT VORM GEVEN DOOR DE WISSELWERKING VAN FEITEN EN NORMEN TE
RESPECTEREN
Geen enkele rechter staat te springen om bestaande normen terzijde te schuiven.
Toch is dit de enige manier om recht te spreken, als de feiten hiertoe noodzaken.
Het bepalen van de betekenis van juridische begrippen en regels is slechts één van de
aspecten van de rechtsvindingproblematiek. Een tweede belangrijke aspect heeft
betrekking op het selecteren, vaststellen en waarderen van de relevante feiten. De rechter
dient een zo volledig mogelijk beeld te hebben van de zaak die ter beoordeling voorligt.
Verzoekster tracht – weliswaar zeer uitgebreid (sorry ; maar er staat dan ook veel op het
spel voor ons gezin) – de zaak zo volledig mogelijk voor te stellen aan uw rechtbank.
De voor een concreet geval relevante feiten zijn te vinden in het spectrum van zowel de
procesrechtelijke mogelijkheden als de in eerste instantie toepasselijk geachte
rechtsnormen. Deze beide aanknopingspunten zijn echter weer afhankelijk van de feiten
waarvan de rechter dient uit te gaan en van de betekenis die hij eraan toekent.
De rechter pendelt daardoor op en neer tussen de feiten en de normen: verschuivingen in
samenstelling, betekenis en perspectief van het een, werken door in het ander. De twee
aspecten van het rechtsvindingsproces - het betekenis geven aan teksten enerzijds en het
selecteren, vaststellen en waarderen van de relevante feiten anderzijds - kunnen weliswaar
analytisch gescheiden worden, maar zijn in de praktijk nauw met elkaar verweven. Door dit
proces van wisselwerking tussen feit en norm krijgt het recht mede vorm. "[D]e regel, aldus
Scholten in zijn befaamde Algemeen Deel, vervormt zich, de toepassing is rechtsvorming en
dus geschiedt die vervorming mede op grond van het geval." (p. 122).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
571

Als de implicaties van dit alles consequent worden doorgetrokken, betekent dit dat in
principe in iedere rechterlijke uitspraak door middel van keuzes, betekenis aan
rechtsnormen wordt toegekend. En bovendien dat de rechter in het licht van de permanente
wisselwerking tussen het feit en de norm eveneens recht schept. In die optiek is iedere
rechterlijke uitspraak mogelijk bron van recht. Precedentenrecht zou zo begrepen de
noodzakelijke consequentie van de taak van de rechter kunnen zijn.
Verzoekster vraagt uw rechtbank beleefd om haar taak te vervullen en op consequente wijze
feit en norm tegen elkaar af te wegen en van haar procesrechterlijke mogelijkheden gebruik
te maken om eindelijk RECHT én RECHTVAARDIGHEID te laten gelden.
D.CONSISTENTIE ALS NORMATIEVE GRONDSLAG KAN LEIDEN TOT
ONRECHTVAARDIGHEID VAN HET INDIVIDUELE GEVAL
Consistentie als normatieve grondslag voor rechterlijke uitspraken heeft nadelen: het volgen
van ‘normen’ die naar huidig inzicht als onrechtvaardig of onjuist worden ervaren, kan in
termen van individuele of substantiële rechtvaardigheid minder optimale resultaten hebben.
ZOALS HET BLINDELINGS VOLGEN VAN CORRUPTE VERZEKERINGSARTSEN DIE DOEN ALSOF
ZE ONPARTIJDIGE GERECHTSDESKUNDIGEN ZIJN.
Het voordeel van consistentie is dat rechtszekerheid kan worden bewerkstelligd.
Rechtspraak moet immers eenvormig en continu zijn om een bepaalde zekerheid te kunnen
bieden. Het volgen van rechterlijke uitspraken in de tijd (i.c. ‘er moet altijd een
gerechtsdeskundige zijn’) omwille van de rechtszekerheid, kan echter tevens resultaten
teweeg brengen die niet optimaal zijn. Dit zal met name het geval zijn wanneer een
‘gewoonte’ naar huidige inzichten niet meer als optimaal of rechtvaardig wordt ervaren.
Hetzelfde geldt wanneer ‘normen’ worden gevolgd omwille van argumenten van
proceseconomie of efficiëntie.
De eerste opvatting over het gelijkheidsbeginsel (consistentie), het rechts-
zekerheidsbeginsel en het beginsel van proceseconomie en efficiëntie, richten zich door hun
temporele werking op de stabiele werking van het rechtsstelsel. Het zijn formele beginselen.
Juist omdat deze beginselen formeel zijn, kennen ze ook hun beperkingen. Want behalve
naar het realiseren van stabiliteit, moet ieder rechtssysteem tevens op zoek zijn naar het
realiseren van rechtvaardigheid in het individuele geval. Dit verklaart ook waarom normen
opzij geschoven kunnen worden door argumenten die zich richten op de inhoud van dat
precedent. Bij iedere rechterlijke uitspraak moeten de formele beginselen die zich richten
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
572

op de stabiliteit van het rechtssysteem, dan ook worden afgewogen tegen meer
substantiële, op de inhoud van het recht gerichte argumenten.
E.HET VERTROUWENSBEGINSEL EN DE RATIONALITEIT VAN HET RECHTERLIJK
OORDEEL
Het vertrouwensbeginsel vereist dat er niet, zonder een bijzondere rechtvaardigingsgrond,
wordt ingegaan tegen bij de burger voorheen gewekte verwachtingen.
In casu heeft verzoekster de verwachting dat een volledig herstel van de schade tgv
ongeval nagestreefd kan worden. Jammergenoeg is dat vandaag niet de norm, zoals blijkt
uit tal van trieste verhalen van slachtoffers van ongevallen.
Het vertrouwensbeginsel heeft betrekking op het feit dat de juridische gevolgen van een
bepaalde handeling niet aan permanente verandering onderhevig mogen zijn (stabiliteit).
Vertrouwen op het feit dat normen gevolgd worden is echter slechts gerechtvaardigd indien
er goede redenen bestaan om te stellen dat de normen gevolgd gaan worden.
IN BELGIE HEBBEN WIJ VOORAL GOEDE REDENEN OM ER VAN UIT TE GAAN DAT DE NORM
(de ‘onpartijdige gerechtsdeskundige’) NIET BESTAAT EN DUS ZEKERLIJK NIET LANGER
MAG GEVOLGD WORDEN.
Het vertrouwensbeginsel vooronderstelt deze goede redenen dus, eerder dan dat het die
redenen zelf biedt. De vraag die dus onderzocht moet worden is welke goede redenen er zijn
om erop te mogen vertrouwen dat normen gevolgd gaan worden. Het begrip "rationaliteit"
kan een antwoord geven op deze vraag.
Consistentie, rechtszekerheid, proceseconomie en vertrouwen zijn met andere woorden
slechts zinvolle postulaten indien we ervan kunnen uitgaan dat rechterlijke uitspraken
rationeel zijn, dat ze een zekere kwaliteit bezitten.
Deze rationaliteit kan onder meer gemeten worden aan de mogelijkheid tot
veralgemeenbaarheid van de rechterlijke uitspraak. De theorie van de morele redenering
van Hare is in dit verband hoogst instructief. Hare stelt dat er een nauwe band bestaat
tussen descriptieve en prescriptieve (evaluerende) uitspraken. Uit dit onderscheid komen
twee grondslagen van het morele redeneren voort: het principe van de
veralgemeenbaarheid en het principe van de prescriptiviteit. Wanneer we in een
descriptieve uitspraak beweren: "a is rood", dan moeten we volgens Hare ook aannemen dat
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
573

ieder ander object dat in alle relevante aspecten identiek is aan "a" tevens rood is. Het feit
dat "a" bepaalde eigenschappen bevat, is immers de reden waarom het "rood" wordt
genoemd. Indien dit niet het geval is, wordt de kwalificatie "rood" op onjuiste wijze gebruikt.
Deze redenering is niet alleen van kracht voor descriptieve uitspraken, maar tevens voor
prescriptieve uitspraken, omdat die eveneens descriptieve elementen bevatten. Wanneer
iets bijvoorbeeld "goed" wordt genoemd is dat vanwege een aantal feitelijke eigenschappen
of kenmerken ervan. Elk ander object dat deze eigenschappen of kenmerken tevens bevat
moet dan eveneens "goed" worden genoemd. Met andere woorden, prescriptieve zowel als
descriptieve uitspraken moeten veralgemeenbaar zijn, anders zijn ze niet rationeel. Het
veralgemeenbaarheidsprincipe is daarmee een vereiste van iedere rationele redenering,
ook voor het juridisch argumentatieproces. "[T]he notion of a reason, aldus Hare, as
always, brings it with the notion of a rule (...)." (Freedom and Reason, Oxford, Oxford
University Press, 1963, 21). In deze uitspraak zit de essentie van de gebondenheid aan
rechterlijke uitspraken vervat: ratio is regel.
Is dit dossier geen mooie kans, om de toepassing van de wet, die volledig herstel van
schade tgv ongeval voorziet, de nieuwe norm te maken ? En een eerste stap te zetten naar
een veralgemening van deze wet als nieuwe norm ? Is dat niet veel rationeler, en
rechtvaardiger, dan vast te houden aan de ‘gewoonte’ of de norm om steeds weer
gerechtsdeskundigen aan te stellen, en eens deze aangesteld zijn, aangesteld te blijven ? En
die los van hun (on)partijdigheid, (on)nauwkeurigheid, (on)volledigheid met hun torenhoge
facturen in een mum van tijd het rechtsbijstandbudget van slachtoffers van een ongeval op
souperen ? Zodat slachtoffers geen kans op verdediging meer hebben ?
F.COHERENTIE EN MORALITEIT (ONZE FAVORIET)
Het ideaal van een samenhangend of coherent recht vereist echter dat rechterlijke
uitspraken tevens een bredere werking hebben. De eis van coherentie gaat immers verder
dan die van consistentie alleen. Rechtsnormen zouden niet alleen onderling niet-
tegenstrijdig mogen zijn, ze moeten elkaar tevens ondersteunen. In onderling verband
moeten ze een hechter en steviger geheel opleveren dan wanneer ze afzonderlijk
beschouwd worden. Coherentie duidt, zo begrepen, eerder op een cluster van
eigenschappen, en heeft in sterke mate ook betrekking op de verhouding tussen
rechtsnormen en (rechts)beginselen. Dat is tevens de visie van Dworkin (in Law’s Empire),
die stelt dat indien een rechter een oordeel velt, hij ervan uit dient te gaan, "so far as this is
possible, that the law is structured by a coherent set of principles about justice and fairness
and procedural due process, and to enforce these in the fresh cases that come before them,
so that each person’s situation is fair and just according to the same standards." (p. 243).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
574

Hoe verhoudt dit ideaal van coherentie zich tot de precedentwerking van rechterlijke
uitspraken?
Een rechter moet zich bij zijn werk volgens Dworkin altijd beroepen op de beginselen
die deel uitmaken van het "network of political structures and decisions of his
community." (p. 245). De handelingen die bij uitstek uitdrukking geven aan dit
netwerk, zijn de handelingen van de wetgever, rechter en bestuur. De rechter moet
zich, zoals een van de vele auteurs van een kettingroman, steeds afvragen of zijn
interpretatie van dit netwerk "could form part of a coherent theory justifying the
network as a whole. No actual judge could compose of anything approaching a full
interpretation of all of his community’s law at once. But an actual judge can allow the
scope of his interpretation to fan out from the cases immediately in point to cases in
the same general area or department of law, and then still farther, so far as this
seems promising." (p. 245).
Dworkin noemt dit het streven naar het ideaal van "recht als integriteit". Daarmee
wil hij zeggen dat de morele beginselen die de achtergrond van wetgeving en
rechtspraak uitmaken, het recht als geheel zouden moeten kunnen rechtvaardigen.
In elk concreet geval waarover een beslissing wordt geveld, moet daarom worden
gestreefd naar coherentie met de beginselen die vroegere beslissingen - in de vorm
van wetgeving (bvb. strikter wettelijk kader inzake deskundigenonderzoeken) en
precedenten - schragen. Dit interpretatieve ideaal ligt steeds besloten in iedere
moderne rechtsorde, omdat de interpretatie die de burgers van zo’n samenleving
geven aan de politieke en juridische beslissingen die op hen van toepassing zijn, in
principe altijd gericht is op de verdere explicitering en versterking het "zelfbegrip" -
de morele strekking die men aan het recht toekent - van de moderne
rechtsgemeenschap. Het recht ontwikkelt zich daardoor niet willekeurig, maar als
de uitdrukking van een onderliggend streven naar de vorming en explicitering van
een coherent rechtsbewustzijn van de rechtsgemeenschap.
Interpretatie in het recht, onder meer aan de hand van precedenten, moet aldus de
zelfopvatting van een gemeenschap naar voren laten komen.
Wat is de zelfopvatting van de politierechtbanken vandaag ? Welke waarden willen zij
uitdragen ? Willen zij blijven vasthouden aan een tijd- en geldrovend systeem van
gerechtsdeskundigen, dat nu al tientallen jaren in alle stilte kritiek krijgt omwille van de
gekende wantoestanden en verzekeringsinmenging, die bij IEDERE rechter gekend is, en die
door geen enkele rechter openlijk aangekaart mag of kan worden, en dat onder groot
lobbywerk van de verzekeringssector bij politici en in de Orde van Geneesheren, de norm
geworden is ? Of wil de rechtsgemeenschap van de politierechtbanken terug fier kunnen
opkomen, niet alleen voor HAAR rechten als rechterlijke macht, maar ook voor de rechten
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
575

van de slachtoffers van een ongeval die niet weten in welk wespennest ze terecht komen –
tot het te laat is ? Welk beeld wil de rechtsgemeenschap uitstralen ? Welk signaal wil uw
rechtbank naar de buitenwereld sturen ?
Verzoekster is er alleszins van overtuigd, vanuit haar vertrouwen in uw rechtbank, dat
RECHT, WAARHEID en RECHTVAARDIGHEID wél hand in hand kunnen gaan.
De bestaande ‘norm’ hoeft niet overboord gegooid te worden, voor zover de norm zorgt
voor rationaliteit, coherentie, moraliteit en rechtvaardigheid. Maar als de norm hier NIET
aan beantwoordt, dan moet het mogelijk kunnen zijn om er van af te stappen. Dit telkens op
basis van de FEITEN en de CONCRETE INHOUD van ieder individueel dossier. Van iedere
unieke MENS.
G.MOTIVERING, OVERTUIGINGSKRACHT, BEGRIJPELIJKHEID EN AANVAARDBAARHEID
Als een gebrekkige motivering een belangrijke reden is voor het feit dat sommige normen
hun rol niet naar behoren vervullen, dan lijkt het ook logisch om aan die motivering zelf
nadere eisen te stellen.
Net zomin het passend lijkt om een deskundigenverslag blindelings te aanvaarden onder de
noemer “omdat de gerechtsdeskundige het zo zegt” (zonder meer), lijkt het niet passend om
een gerechtsdeskundige aan te stellen, of te vervangen door een nieuwe, of hem zijn
opdracht van A tot Z te laten vervullen (of : niet te vervullen zoals in dit dossier) “omdat dat
de gewoonte is”.
Een op alle onderdelen goed gemotiveerde rechterlijke uitspraak kan de rechtvaardigheid
zonder twijfel ten goede komen. De rechterlijke uitspraak zal dan ook minstens
duidelijkheid moeten verschaffen over hoe en waarom de rechter tot zijn beslissing is
gekomen, op basis van welke gezichtspunten en afwegingen. De motivering zou eveneens
een meer expliciete discussie mogelijk moeten maken over de rol die normen in een te
beslechten geschil spelen, nu en naar de toekomst toe. Hoe dan ook, de rechter dient in de
context van het specifieke geval de rationaliteit van zijn uitspraak zo goed mogelijk te
garanderen.
Daarbij is het overigens een misverstand te stellen dat iedere rechterlijke uitspraak
aan dezelfde motiveringsvereisten dient te voldoen. Er zijn, afhankelijk van de
feitelijke omstandigheden en de aard van de beslissing, wel degelijk verschillen
mogelijk. Zo lijkt er in het zakenrecht wat statischer geredeneerd te kunnen worden
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
576

dan bijvoorbeeld in het verbintenissenrecht. Ook zal een beslissing die handelt over
primaire levensbehoeften uitvoeriger moeten worden gemotiveerd dan een geschil
over bijvoorbeeld zekerheidsrechten. En zo mag van het Hof van Cassatie ook meer
verwacht worden dan van een vrederechter, omdat het Hof van Cassatie immers
meer dan welke rechter ook zal bijdragen aan de rechtsvorming.
Hoe kan een inhoudelijk betere motivering worden bereikt? Op dit moment wordt
door het Hof van Cassatie de motiveringsplicht nogal restrictief, als een formele
vereiste opgevat. Echter, kwalitatieve begrippen als overtuigingskracht,
begrijpelijkheid en aanvaardbaarheid kunnen niet worden afgedwongen aan de
hand van een aantal op voorhand vastliggende abstracte of theoretische vereisten.
Vooruitgang in deze aangelegenheid is vooral een kwestie van cultuur en inzicht.
Is de oproep om ook daadwerkelijk - feitelijk - meer aandacht te besteden aan een
deugdelijke motivering niet in strijd met artikel 6 van het Gerechtelijk Wetboek ?
Deze bepaling leert ons dat rechters geen uitspraak mogen doen bij wege van
algemene en als regel geldende beschikking. De hedendaagse interpretatie van
artikel 6 Ger.W. heeft vooral indirecte betekenis: de rechter mag zich formeel-
juridisch niet gebonden achten door vroegere rechtspraak, aangezien hij dan aan de
rechtspraak een algemene en als regel geldende draagwijdte toekent. Voorzover de
rechter zich echter de zienswijze van een norm gemotiveerd eigen maakt, dat wil
zeggen zolang hij tevens de reden geeft waarom hij een norm wenst te volgen, is er
geen probleem. Deze reden mag dus niet inhouden dat hij zo besluit omdat een
eerdere rechter op dezelfde wijze heeft besloten. Bovendien mag hij slechts in casu
een uitspraak doen.
H.WANNEER IS EEN AFWIJKING VAN DE NORM TOEGESTAAN ?
De vraag wanneer van een norm mag worden afgeweken, blijft relevant. Want ook
indien het niet wenselijk is de gebondenheid aan de norm juridisch af te dwingen, blijft
de gebondenheid aan ‘de gewoonte’ een normatief behoren. De stabiliteit van de
rechtsorde vereist immers dat niet van iedere norm die als niet meer rationeel wordt
ervaren mag worden afgeweken; dat dus wordt verdisconteerd dat de norm een
temporeel paradigma vormt. De kwalitatieve beoordeling ervan zal dus meer moeten
inhouden dan een loutere rationaliteitstoetsing.
De methode van de marginale toetsing zou een belangrijk hulpmiddel kunnen zijn bij de
kwalitatieve beoordeling van normen. Door middel van een dergelijke toetsing wordt slechts
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
577

beoordeeld of de rechter in redelijkheid en met afweging van alle betrokken belangen tot
een bepaalde beslissing had kunnen komen. Slechts indien op basis daarvan de norm
kennelijk onredelijk lijkt te zijn, zou een inhoudelijk onderzoek naar de kwaliteit, de
rationaliteit, van een rechterlijke uitspraak ten gronde moeten volgen. Een dergelijke toets
levert dus geen indeplaatsstelling op van de concrete opvatting van de individuele rechter
die nu oordeelt ten opzichte van de rechters die de norm creëerden. Een marginaal
onderzoek houdt er immers rekening mee dat er verschillende opvattingen
("conceptions") over een bepaalde rechtspropositie kunnen bestaan, die alle onder
eenzelfde begrip ("concept") kunnen worden geplaatst. In deze procedure moet uiteraard
tevens een toetsing van de postulaten die de stabiliteit van ons rechtssysteem beogen te
bewerkstelligen worden betrokken. Slechts indien ook daar rekening mee wordt gehouden,
kan eventueel tot de conclusie worden gekomen dat tot overruling van een norm of
‘gewoonte in de rechtspraak’ moet worden overgegaan.
Vertaald naar voorliggend dossier :
Volgens vaste jurisprudentie mag een rechtbank uitgaan van de juistheid van het
onder ede opgemaakte deskundigenverslag, tenzij tegenbewijs noopt tot afwijking
van dit uitgangspunt. Eiseres levert het tegenbewijs van de beweringen van de
gerechtsdeskundige. Wanneer het tegenbewijs voldoende overtuigend geacht
wordt door de rechtbank, kan de rechtbank om gegronde redenen afwijken van dit
vertrouwen in de juistheid van een deskundigenverslag. En passende maatregelen
nemen. Die, als het niet anders blijkt te kunnen, van de norm afwijken.
I.OVERWEGENDE DAT DE RECHTBANK DIENT TOE TE ZIEN OP EEN
PROCESECONOMISCH VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De procedure tot op heden ruim 70.000 euro gekost. Had verzoekster zelf het dossier niet
verdedigd, dan zou dit bedrag intussen wellicht bijna het dubbele hiervan zijn. En we staan
nog nergens.
Dit is allesbehalve proceseconomisch.
Deze procedure in huidige gang van zaken op gebruikelijke wijze laten verder lopen, is
proceseconomisch niet verantwoord. Er is nu al 5 jaar betaald om onjuiste en/of valse
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
578

verslagen te bekomen en uw rechtbank te misleiden – en deze valse verslagen te
weerleggen. Dat kan niet de bedoeling zijn van een medische expertise. Noch van uw
rechtbank.
Er dient rekening gehouden te worden met de beperkte financiële middelen van
verzoekster. Haar invaliditeitsuitkering laat niet toe om de nodige behandeling te
bekostigen, laat staan bijkomend de nodige hulp door derden te bekostigen. Het volledige
rechtsbijstandbudget is opgebruikt. Hierdoor wordt de verder zetting van de procedure
onmogelijk gemaakt. Maatregelen dringen zich op om tenminste aan de kosten van het
medische luik van deze procedure een einde te stellen.
Voorts is uw rechtbank niet gebonden door de bewoordingen die de partijen aan hun
standpunt geven (in casu: verweerster dringt telkens aan op “haar verdediging van haar
rechten” als zij rekt, vertraagt, uitstelt en onder dat motto wordt telkens alles toegegeven
door Dr. TACK), maar dat zij eerder, ook proceseconomisch gezien, de ware wil en de
bedoeling van de partijen moet achterhalen (in casu voor verweerster: de reële letsels
mogen NIET erkend worden ; voor Dr. TACK: zich geen problemen met verzekeringen op de
hals halen door als 1
ste
gerechtsdeskundige in België de link whiplash – hersenletsel –
hypofyseletsel – bijnierschorsinsufficiëntie te gaan erkennen en hiermee een voor de
verzekeringsmaatschappij gevaarlijk precedent gaan stappen want als dit EEN (1) keer
erkend wordt, zal het in andere dossiers ook erkend moeten worden … en het zijn er veel).
Alhoewel weinig gebruikt in burgerlijk recht, kan de notie ‘goeder trouw’ in dit kader
ingeroepen worden. In de Verenigde Staten is het in ieder geval een courant beginsel in de
afhandeling van letselschadedossiers. Rechters leggen verzekeringsmaatschappijen, die
getuigen van ‘bad faith’ door onvolledige, onjuiste of vervalste medische dossiers over te
maken, zeer zware sancties op : enerzijds hoge boetes te betalen aan de rechtbank,
anderzijds bijkomende schadevergoeding, tot het dubbele van de schadevergoeding, te
betalen aan het benadeelde slachtoffer van een ongeval. Het zou zeker geen kwaad kunnen
als de Belgische rechtbanken dat systeem ook invoeren … en de middelen dan gebruiken
voor meer personeel enz. op de rechtbanken.
"De rechten van de verdediging (van verweerster) zijn niet absoluut en worden beperkt door
de rechten van de wederpartij (verzoekster) en door de noodwendigheden van een vlugge
rechtsbedeling in het algemeen; dat deze beperkingen voor die partij, die zich op de rechten
van de verdediging beroept (door te protesteren tegen een vonnis dat het
deskundigenverslag van Dr Van Walleghem aanvaardt), de verplichting meebrengen om
deze rechten uit te oefenen op een wijze die de belangen van de wederpartij en de vlotte
werking van het gerecht zo weinig mogelijk hindert".
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
579

Vanuit proceseconomisch oogpunt kan de goede trouw ingeroepen worden om een vonnis
dat het verslag van Dr Van Walleghem aanvaardt, te rechtvaardigen: verweerster heeft nl.
weinig blijk gegeven van goede trouw doorheen de hele medische expertise … (cfr. supra).
Zij heeft de expertisewerkzaamheden vertraagd en bemoeilijkt. Zij laat na om het medisch
dossier van verzoekster over te maken. Zij beïvloedt de deskundigen. Zij ontneemt hiermee
de kans van verzoekster om haar letsels te bewijzen.
Deze gang van zaken dient omwille van redelijkheid, billijkheid, rechtvaardigheid en
proceseconomie rechtgezet te worden door nu vaart te maken met dit dossier – en de reeds
veel te ver gaande schade te HERSTELLEN.
8.4 RECHTSPRAAK IN HET BUITENLAND
NEDERLAND
Een gerechtelijke medische expertise in Nederland kent een vergelijkbaar verloop zoals in
België, met aanstelling van geneesheren-gerechtsdeskundigen. Sinds een tiental jaar echter,
stellen Nederlandse rechters zich vragen bij de talrijke dossiers ‘onzichtbare letsels’, waarbij
gerechtsdeskundigen nooit letsels blijken te objectiveren, terwijl slachtoffers van ongevallen
wel ernstige klachten vertonen en door de mutualiteit volledig arbeidsongeschikt verklaard
worden.
Aangezien de situatie in België vergelijkbaar is met de situatie in Nederland, is de
Nederlandse jurisprudentie wel degelijk relevant in de beoordeling van dit dossier.
We verwijzen naar een Nederlands vonnis waarbij zowel de aanstelling van een medisch
gerechtsdeskundige als een ergoloog NIET NODIG bevonden werd, noch in eerste aanleg,
noch in beroep. Het Nederlands Hof oordeelde op basis van de medische onderzoeken
uitgevoerd door zowel de verzekeraar als de verzekerde als de Nederlandse mutualiteit en
bevestigde de letsels in beroep na eerdere gelijkaardige vonnissen van de rechtbank in 1
ste

aanleg. En dit, terwijl er nochtans een voorafbestaande toestand bestond, nl. fibromyalgie.
Uw rechtbank zal vaststellen dat ook hier de verzekeraar de bij ‘onzichtbare letsels’
gebruikelijke (bedrog)strategie “het is psychisch/psychiatrisch” trachtte door te drukken.
(eigen onderlijning):
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
580

Hof Den Bosch | 05 november 2013 | ECLI:NL:GHSHE:2013:5188 | HD 200.011.012_01

Tussenarrest, whiplash, volledige arbeidsongeschiktheid medewerkster ABP. 1. Medische en juridische
causaliteit. Het hof komt niet terug op zijn beslissing dat benadeelde ten gevolge van het ongeval volledig
arbeidsongeschikt is geraakt. Door neuroloog, psychiater en neuropsycholoog waren geen beperkingen
vastgesteld, maar het hof acht de klachten plausibel. Het hof vindt onderzoek door
verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige niet nodig. 2. Huishoudelijke hulp. Toekenning uren op
basis van indicatiestelling. Voorbehoud voor wijzigingen t.a.v. huishoudelijke in de toekomst afgewezen. 3.
Smartengeld € 10.000 4. Verlies van arbeidsvermogen: benoeming rekenaar van NRL; pensioenleeftijd 66 jaar 5.
Nevenverdiensten als nagelstyliste: gedeeltelijk toegewezen. 6. Rekenrente: gezien de lage rentestand van de
afgelopen jaren en de looptijd van 20 jaar ziet het hof aanleiding conform het CPB-advies 2012 een rekenrente
vast te stellen van 2,2% (rendement 4,2 %; inflatie 2%).

ECLI:NL:GHSHE:2013:5188
Instantie: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak: 05-11-2013
Datum publicatie: 06-11-2013
Zaaknummer: HD 200.011.012_01
Formele relaties
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2010:BN1779
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2010:BN1786
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2011:1493
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2011:4659
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2011:717
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2013:583
Rechtsgebieden: Civiel recht
Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Schadevergoeding in letselschadezaak
Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.011.012/01
arrest van 5 november 2013
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. R.M.W.H. Bedaux te Heerlen,
tegen
London verzekeringen N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde in principaal appel,
appellante in incidenteel appel,
advocaat: mr. E.H.H. Schelhaas te 's-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 2 februari 2010, 13 juli 2010, 22 februari 2011, 5 april
2011, 11 oktober 2011 en 12 februari 2013 in het hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht onder
zaaknummer 106172HA ZA 05-1160 gewezen vonnissen van 22 november 2006, 28 februari 2007 en 7 mei
2008.
28 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 12 februari 2013;
- de memorie na tussenarrest houdende vermeerdering en vermindering van eis van 9 april 2013 met 12
producties;
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
581

- de antwoordmemorie na tussenarrest van 7 mei 2013 met vijf producties.
Partijen hebben arrest gevraagd.
29 De verdere beoordeling In principaal en incidenteel appel
29.1.1. Bij genoemd tussenarrest is het hof ervan uitgegaan dat uit het rapport van Bruins kan worden afgeleid
dat bij [appellante] sprake is van verminderd cognitief functioneren, wat vooral tot gevolg heeft dat sprake is van
een verminderde concentratie, verminderde geheugenfunctie en traagheid van handelen. Het hof heeft
geoordeeld dat het causaal verband tussen genoemde klachten en het ongeval is komen vast te staan (r.o. 26.8).
Het hof zag geen aanleiding voor een onderzoek door een verzekeringsgeneeskundige en een
arbeidsdeskundige, omdat het de klachten van [appellante] plausibel achtte en het evenzeer plausibel
achtte dat die klachten, gezien de aard en de intensiteit daarvan, tot beperkingen leiden. Nu [appellante]
door het UWV op basis van dezelfde klachten 80-100% arbeidsongeschikt is verklaard, waarbij het UWV
tot de conclusie is gekomen dat voor [appellante] geen bemiddelbare arbeid meer is te duiden, is het hof
tot de conclusie gekomen dat er in deze procedure van moet worden uitgegaan dat [appellante] ten
gevolge van het ongeval volledig arbeidsongeschikt is geraakt, zowel voor haar hoofdfunctie als voor
haar nevenwerkzaamheden (26.9 ).
29.1.2. Het hof heeft vervolgens enige schadeposten van [appellante] besproken en de zaak naar de rol
verwezen om partijen in de gelegenheid te stellen hun uitgangspunten aangaande de hoogte van de schade
nader toe te lichten en te actualiseren. Het hof kondigde aan vervolgens de uitgangspunten te zullen formuleren
op basis waarvan een berekening door het NRL zou kunnen worden gemaakt.
Terugkomen op tussenarrest?
29.2.1. In hun memorie na tussenarrest hebben beide partijen bezwaren aangevoerd tegen in het tussenarrest
genomen beslissingen en het hof gevraagd daarop terug te komen.
29.2.2. Het verst strekkend zijn de bezwaren van London. London stelt zich op het standpunt dat het hof ten
onrechte is teruggekomen op zijn oordeel in r.o. 22.9 van het tussenarrest van 11 oktober 2011, waarin het hof
overwoog dat na de medische deskundigenberichten een onderzoek door een verzekeringsgeneeskundige, een
arbeidsdeskundige en een financieel deskundige in de rede ligt. Volgens London ontbreekt de medische
causaliteit in deze zaak, nu de neuroloog, de psychiater en de neuropsycholoog geen beperkingen hebben
vastgesteld. Ten onrechte heeft het hof zelf het medisch causaal verband vastgesteld, zo stelt London. Het hof
heeft volgens London miskend dat voor een ruime benadering van de juridische causaliteit pas ruimte is als
daartoe in medische zin een indicatie bestaat. Ook heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat benoeming van een
verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige niet nodig is omdat het UWV [appellante] volledig
arbeidsongeschikt heeft afgeschat, aldus London.
29.2.3. Het hof overweegt als volgt. Het hof constateert dat de weergave door London van r.o. 22.9 van het
tussenarrest van 11 oktober 2011 niet geheel juist is. Het hof heeft niet overwogen dat het benoemen van meer
deskundigen in de rede ligt, maar dat niet is uit te sluiten dat meer deskundigenonderzoek nodig zal zijn. Het hof
heeft uit de opgestelde rapporten afgeleid, dat de klachten van [appellante] serieus en reëel zijn, dat zij onder
meer lijdt aan nek- en hoofdpijnklachten welke door het ongeval zijn veroorzaakt. Voor de motivering daarvan
verwijst het hof kortheidshalve naar het tussenarrest van 11 oktober 2011. Het hof wijst er nogmaals op dat het
enkele feit dat sprake is van substraatloze klachten aan die aanname niet in de weg staat en evenmin aan de
conclusie dat de genoemde klachten beperkingen meebrengen. Uit het rapport van Bruins heeft het hof
vervolgens afgeleid dat [appellante] cognitief verminderd functioneert. Voor de motivering daarvan verwijst het hof
kortheidshalve naar het tussenarrest van 12 februari 2013, rechtsoverwegingen 26.6 en 26.7. Ook hier geldt dat
het feit dat Bruins heeft geconcludeerd dat er op haar vakgebied geen cognitieve stoornissen objectiveerbaar zijn,
niet aan deze conclusie in de weg staat, nu Bruins immers in haar rapport wel afwijkende prestaties van
[appellante] heeft vastgesteld en heeft aangegeven dat haar klachten plausibel zijn. Het hof is vervolgens, alle
omstandigheden in aanmerking genomen, tot de conclusie gekomen dat het geen behoefte heeft aan
voorlichting door een verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige, nu het hof, op basis van de
hiervoor weergegeven conclusies en het feit dat [appellante] door het UWV voor 80 tot 100%
arbeidsongeschikt is verklaard en dat volgens die instantie geen bemiddelbare arbeid meer is te duiden,
aanneemt, dat [appellante] als gevolg van het ongeval volledig arbeidsongeschikt is geraakt . Er is immers
geen andere oorzaak voor die arbeidsongeschiktheid aan te wijzen dan de klachten en beperkingen die
het gevolg zijn van het ongeval . Het hof wijst erop dat het Londons verwijzing naar eerdere
psychische/psychiatrische klachten al heeft verworpen (tussenarrest van 11 oktober 2011, r.o. 22.6.3) en dat
het hof ook heeft vastgesteld dat de vroegere fibromyalgieklachten geen rol meer spelen (tussenarrest van 11
oktober 2011, r.o. 22.6.1).
29.2.4. Uit het voorgaande blijkt, dat het hof in de door London geopperde bezwaren geen aanleiding ziet op het
tussenarrest terug te komen.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
582

29.2.5. Het bezwaar van [appellante] richt zich tegen het oordeel van het hof dat [appellante] ook in hoger beroep
onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van verlies van zelfwerkzaamheid. [appellante] voert aan dat zij
duidelijk heeft gesteld dat zij en haar ex-man vóór het ongeval al het onderhoud aan de woning verrichtten zonder
hulp. Zij verliest daarbij echter uit het oog dat zij niet alleen dient te stellen, maar ook te onderbouwen, dat zij vóór
het ongeval zelf onderhoud aan de woning verrichtte. Nu zij dat heeft nagelaten acht het hof deze schadepost niet
toewijsbaar. Ook op dit punt blijft het hof bij het tussenarrest.
29.3. Het hof zal vervolgens de diverse schadeposten voor zover nodig nader bespreken.
Kosten huishoudelijke hulp
29.4.1. De rechtbank heeft in r.o. 2.12.4 van haar vonnis van 7 mei 2008 geoordeeld dat [appellante] behoefte
heeft aan huishoudelijke hulp gedurende 2 uur per week vanaf 2001 en dat een vergoeding van € 7,50 per uur
redelijk is. London werd, gelet op het feit dat volgens de rechtbank de helft van de schade voor rekening van
[appellante] bleef, veroordeeld tot betaling van € 7,50 per week. Een einddatum heeft de rechtbank niet
vastgesteld. Tegen dit oordeel is grief 8 van [appellante] gericht en grief 11 van London.
29.4.2. [appellante] heeft in de memorie na deskundigenbericht van 17 juli 2012 gesteld dat zij hulp van haar zus
krijgt bij het doen van boodschappen gedurende twee uur per week in het kader van mantelzorg en dat zij
daarvoor € 20,-- per week betaalt. Bij deze memorie heeft zij overgelegd een Besluit van de gemeente Heerlen tot
toekenning van hulp bij het huishouden voor drie uur per week voor de periode van 12-03-2012 tot en met 12-03-
2017 (productie 92) en een CAK afrekening van 15 oktober 2009 (productie 93). Volgens [appellante] kreeg zij
eerst 1 ½ uur per week oftewel € 58,29 per week, overgaand per 15-06-2009 in € 116,58 per week. [appellante]
heeft voorts gewezen op de Richtlijn huishoudelijke hulp van de Letselschaderaad. Volgens [appellante] blijkt uit
die Richtlijn dat de norm voor huishoudelijke hulp voor een matig beperkt persoon in 2009 € 60,-- per week
bedroeg en in 2012 € 63,-- per week.
29.4.3. Het hof heeft in r.o. 26.13 van het tussenarrest van 12 februari 2013 overwogen dat het hof het
aannemelijk en redelijk acht dat [appellante] 3 uur huishoudelijke hulp per week nodig heeft en dat de WMO-
bijdrage in mindering strekt op het schadebedrag. Het hof is voorts uitgegaan van een einddatum van 75 jaar en
heeft geoordeeld dat [appellante] recht heeft op vergoeding van de door haar gemaakte kosten, waaronder eigen
bijdrage WMO.
29.4.4. [appellante] heeft in haar laatste memorie met betrekking tot huishoudelijke hulp gesteld “Dit is door het
Hof toegewezen onder punt 26.13 voor de daarbij genoemde uren rekening houdend met de geldende eigen
bijdrage WMO per jaar thans € 17,20 per maand of zoveel meer als die bijdrage in de komende jaren minder is tot
een maximum van drie uren per week. [appellante] vraagt uitdrukkelijk akte dat dit voorbehoud ook in het arrest
wordt opgenomen”. London voert verweer tegen de gevorderde schadevergoeding en ook tegen het gevraagde
voorbehoud.
29.4.5. Het hof overweegt als volgt. Uit de bij akte van 16 maart 2010 (productie 85) en de memorie na
deskundigenbericht van [appellante] overgelegde stukken blijkt, dat in het kader van de WMO aanvankelijk een
indicatiestelling voor 1 ½ uur huishoudelijke hulp is gegeven, naar het hof begrijpt ingaand 2009. Uit de bij
genoemde akte overgelegde stukken blijkt niet precies op welk moment de indicatie is verhoogd tot 3 uur per
week. Uit de overgelegde stukken leidt het hof af dat [appellante] in elk geval 3 uur hulp ontving vanaf week 23
van 2009, dat wil zeggen vanaf 1 juni 2009. Deze indicatie is ongewijzigd gebleven tot 12-03-2017.
Uit de door [appellante] overgelegde stukken blijkt voorts dat haar eigen bijdrage voor de WMO is vastgesteld op
€ 17,20 per periode van 4 weken (beschikking van 15 oktober 2009, productie 84, overgelegd bij akte van 16
maart 2010 en productie 93, overgelegd bij de memorie van 17 juli 2012). Deze eigen bijdrage is kennelijk
gemaximaliseerd en staat los van de vraag hoeveel uur hulp [appellante] per week ontvangt.
29.4.6. Aanvankelijk bedroeg de indicatie 1 ½ uur per week. Dit aantal uren is minder dan de 2 uur die de
rechtbank had toegekend. Het hof is van oordeel dat [appellante] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in de
periode tot 1 juni 2009, vanaf welke datum zij – voor zover het hof heeft kunnen nagaan - in het kader van de
WMO 3 uur hulp kreeg, behoefte had aan méér dan de 2 uren waarmee de rechtbank rekening heeft gehouden.
London heeft in haar grief 11 bezwaar gemaakt tegen toekenning van schade voor huishoudelijke hulp, maar zij
betwistte de behoefte daaraan in het algemeen en heeft geen specifiek bezwaar gericht tegen het door de
rechtbank bepaalde aantal uren. Het hof zal daarom net als de rechtbank uitgaan van behoefte aan 2 uur
huishoudelijke hulp à € 7,50 per uur in de periode van 4 september 2001, de datum van het ongeval, tot 1 juni
2009. Vanaf die datum houdt het hof rekening met een behoefte aan 3 uur huishoudelijke hulp, conform de
indicatiestelling in het kader van de WMO. Anders dan London is het hof van oordeel dat bij die indicatiestelling
kan worden aangesloten, nu ervan wordt uitgegaan dat alle klachten en beperkingen van [appellante] een gevolg
zijn van het haar overkomen ongeval, zodat het in het kader van de WMO uitgevoerde arbeidsdeskundige
onderzoek hier gelding heeft. Het hof is van oordeel dat [appellante] onvoldoende heeft gesteld om te
onderbouwen en aannemelijk te maken dat de hulp van haar zus voor het doen van boodschappen noodzakelijk
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
583

is. Het hof verwijst hierbij ook naar het rapport van [Advies] Advies BV (productie 83 van [appellante] bij akte van
16 maart 2010), waarin is vermeld dat [appellante] boodschappen kan doen. Het hof zal daarom met die hulp
geen rekening houden.
29.4.7. Uit de producties 92 en 93 van [appellante] blijkt voorts dat zij hulp in natura ontvangt en dat haar eigen
bijdrage € 17,20 per 4 weken bedraagt. Dat bedrag vormt dus haar schade in de periode van 1 juni 2009 tot 12
maart 2017, de in het Besluit van de gemeente (productie 92) genoemde einddatum.
29.4.8. [appellante] heeft het hof verzocht een voorbehoud te maken voor de toekomst. De formulering van dat
voorbehoud door [appellante], geciteerd in 29.4.4, is voor het hof onduidelijk. Zoals London heeft aangevoerd is
het algemene uitgangspunt dat goede en kwade kansen omtrent toekomstige ontwikkelingen in de
schadeberekening worden verdisconteerd. Het hof is van oordeel dat [appellante] onvoldoende heeft gesteld om
van dit uitgangspunt af te wijken. Het hof zal daarom het verzochte voorbehoud niet opnemen. Het hof gaat
mitsdien uit van een schade van € 17,20 per 4 weken vanaf 1 juni 2009, de datum waarop [appellante] 3 uur
huishoudelijke hulp in het kader van de WMO ontving, totdat [appellante] 75 jaar wordt, op [geboortedatum] 2027.
29.4.9. Resumerend: toewijsbaar zijn kosten van huishoudelijke hulp voor 2 uur per week à € 7,50 per uur vanaf 4
september 2001 tot 1 juni 2009 en € 17,20 per periode van 4 weken vanaf 1 juni 2009 tot [geboortedatum] 2027,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de kosten telkens zijn/worden gemaakt. Voor
rekening van London komt 80% van het aldus berekende bedrag (tussenarrest van 11 oktober 2011, 22.7.5).
ziektekosten
29.5.1. [appellante] heeft een geactualiseerde berekening overgelegd van eigen risico ziektekosten en extra
premie ziektekostenverzekering. Als productie 102 heeft zij de polisbladen overgelegd. London heeft betwist dat
ziektekosten van [appellante] aanhoudend doorlopen en stelt dat uit niets blijkt dat [appellante] ziektekosten in
verband met het ongeval maakt en/of dat haar eigen risico voor rekening van London zou kunnen worden
gebracht.
29.5.2. De rechtbank heeft in r.o. 2.12.7 van het vonnis van 7 mei 2008 ten aanzien van de ziektekosten
overwogen dat [appellante] ter schadebeperking zich heeft laten verzekeren in de hoogste categorie, teneinde
kosten zoals fysiotherapie vergoed te krijgen en dat [appellante] daarnaast heeft gesteld dat zij aan eigen bijdrage
en ziektekosten, vanaf 2003, ongeveer een bedrag van € 500,-- per jaar dient te dragen, ter onderbouwing
waarvan zij facturen in het geding had gebracht. De rechtbank wees de kosten, als niet weersproken, toe, met
dien verstande dat de rechtbank 50 % ten laste van London bracht gelet op de eigen schuld van [appellante].
Aldus kwam de rechtbank tot een bedrag van € 1.479,17 aan schade in totaal, waarvan de helft diende te worden
vergoed door London. [appellante] en London hebben geen van beiden hiertegen een grief gericht, behoudens –
wat betreft [appellante] - voor zover het betreft het oordeel dat 50% van de schade voor eigen rekening van
[appellante] komt. Voor de ziektekosten tot 7 mei 2008 staat het bedrag van € 1.479,17 dus vast.
29.5.3. Ook voor de periode daarna moet de extra ziektekostenpremie voor de aanvullende verzekering als
schade in aanmerking worden genomen. Zoals [appellante] ook zelf stelt, vormt de extra premie voor de
tandartsverzekering geen schade als gevolg van het ongeval. De opgave van [appellante] van de extra premie in
haar laatste memorie is door London niet weersproken, zodat daarvan kan worden uitgegaan. Het feit dat
[appellante] toen zij nog in dienst van het ABP was korting op de premie kreeg en daarna niet meer, vormt ook
schade. Deze dient te worden begrepen in de berekening van het verlies aan verdienvermogen.
29.5.4. [appellante] heeft gesteld dat haar eigen risico, laatstelijk ten bedrage van € 350,-- per jaar, ook schade
vormt die voor rekening van London dient te komen. Dat is alleen het geval indien [appellante] als gevolg van het
ongeval extra ziektekosten moet maken die ten laste komen van haar eigen risico, terwijl zij geen kosten ten laste
van het eigen risico zou hebben gemaakt indien het ongeval haar niet was overkomen. [appellante] heeft op dat
punt echter niets aangevoerd, laat staan aangetoond. Dat betekent dat het hof het bedrag van het eigen risico
van [appellante] niet als schade aanmerkt.
29.5.5. Resumerend: de schade bedraagt het door de rechtbank vastgestelde bedrag van € 1.479,17,
vermeerderd met de premie voor de aanvullende verzekering die [appellante] sindsdien heeft gemaakt en in de
toekomst zal maken, te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen vanaf het moment dat de kosten
zijn gemaakt. Voor rekening van London komt 80% van het aldus berekende bedrag.
Smartengeld
29.6.1. De rechtbank heeft een bedrag van € 10.000,-- toegewezen. [appellante] heeft hiertegen geen grief
gericht. Londons grief 9 heeft op deze beslissing betrekking. Volgens London is een bedrag van € 1.500,--
toereikend. Ook in de antwoordmemorie na deskundigenbericht neemt London dit standpunt in. Volgens London
ziet de smartengeldvergoeding op het door een ongeval niet meer kunnen uitoefenen van hobby’s en/of het
inkleden van de vrije tijd zoals de benadeelde dat voor het ongeval deed. Van dat alles is volgens London in casu
geen sprake.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
584

29.6.2. Het hof houdt rekening met de volgende omstandigheden. [appellante] heeft als gevolg van een
verkeersongeval een whiplashtrauma opgelopen. Zij heeft sindsdien last van ernstige nek- en hoofdpijnklachten.
Zij gebruikt in verband daarmee veel pijnstillers. Er is sprake van een functionele invaliditeit van 8%. Zij heeft
cognitieve klachten, in die zin dat sprake is van verminderde concentratie, een verminderde geheugenfunctie en
traagheid van handelen. Door de beperkingen als gevolg van deze klachten is zij volledig arbeidsongeschikt
geworden en heeft zij hulp nodig voor de huishoudelijke werkzaamheden. Anders dan London stelt zijn al deze
omstandigheden van belang voor de bepaling van de hoogte van het smartengeld en gaat het daarbij niet slechts
om het niet meer kunnen uitoefenen van hobby’s. Dit alles in aanmerking nemend acht het hof het door de
rechtbank vastgestelde bedrag van € 10.000,-- redelijk. De grief van London faalt dus. Over dit bedrag is
wettelijke rente verschuldigd vanaf de datum van het ongeval, 4 september 2001. Voor rekening van London
komt 80% van dit bedrag.
Rekenrente
29.7.1. [appellante] pleit ervoor de rekenrente bij kapitalisatie van de schade te stellen op 0%, nu de te ontvangen
rente op spaardeposito’s is gezakt naar minder dan 2% en de inflatie meer bedraagt dan 2 ½ % per jaar. London
heeft aangevoerd dat er geen reden is af te wijken van het gebruikelijke percentage van 3%.
29.7.2. Het hof overweegt dat de rekenrente ziet op een verwachting van het rendement van kapitaal en van
inflatie. Uit diverse publicaties, waaronder een notitie van het CPB van september 2012 over de rekenrente in
verband de actuele discussie over rendement en inflatie bij pensioenfondsen, blijkt dat de rekenrente de
afgelopen jaren feitelijk lager was dan 3%, gemiddeld kwam de rekenrente uit op 2%. In genoemde notitie wordt
voor de berekening van pensioenen bij een termijn van 20 jaar een rekenrente van 2,2% geadviseerd (saldo 4,2%
rendement, 2,0% inflatie). Gezien de leeftijd van [appellante] heeft de schade een looptijd van – statistisch bezien
– ruim 20 jaar.Het hof ziet in de huidige ontwikkelingen en de toekomstverwachtingen, gezien de lage rentestand
van de afgelopen jaren en de termijn van 20 jaar waarmee rekening moet worden gehouden, aanleiding conform
voornoemd advies van het CPB een rekenrente vast te stellen van 2,2%.Daarbij gaat het hof uit van een
rendement van 4,2 % en een inflatie van 2%.
Verlies verdienvermogen
29.8.1. Het verlies verdienvermogen is het verschil tussen het inkomen inclusief emolumenten (zoals de hiervoor
genoemde door de werkgever gegeven korting op de premie ziektekostenverzekering) en pensioen dat
[appellante] zou hebben verworven in de situatie wanneer haar geen ongeval zou zijn overkomen en het inkomen
in de situatie met ongeval.
29.8.2. Onderscheid moet worden gemaakt tussen het inkomen dat [appellante] verdiende als werkneemster van
het ABP en haar inkomen uit nevenwerkzaamheden als nagelstyliste. Het hof gaat eerst in op het verlies
verdienvermogen als werkneemster.
Inkomen in loondienst
29.8.3. London heeft aangevoerd dat [appellante] gebruik zou hebben gemaakt van de FPU-regeling en het
ongeval weggedacht zou zijn gestopt met werken op 62,5 jarige leeftijd. [appellante] heeft gesteld dat zij op de
leeftijd van 66 jaar met pensioen zou zijn gegaan. London ziet over het hoofd dat [appellante] geen aanspraak op
FPU heeft, omdat zij is geboren op [geboortedatum] 1952, en dus niet vóór 1950. [appellante] heeft als productie
103 een schema overgelegd waarin de voorgenomen verhoging van de AOW-leeftijd is vermeld. Volgens
[appellante] blijkt daaruit dat haar AOW ingaat als zij 66 jaar is, zodat ervan moet worden uitgegaan dat zij dan
met pensioen zou gaan. Dat is door London uitsluitend betwist met een verwijzing naar de FPU, welke verwijzing
niet opgaat. Het hof zal daarom uitgaan van een pensioenleeftijd van 66 jaar, ingaand 1 januari 2019, en
vervolgens AOW.
Nevenwerkzaamheden als nagelstyliste
29.8.4. [appellante] heeft gesteld dat zij vóór het ongeval in haar vrije tijd werkzaam was als nagelstyliste en dat
zij gemiddeld 20 vaste klanten behandelde per 3 weken en 22 nieuwe behandelingen per jaar had.Per jaar
leverden die werkzaamheden volgens haar stelling € 4.095,-- netto per jaar op.
29.8.5. De rechtbank heeft ten aanzien van deze neveninkomsten geoordeeld dat [appellante] de beweerdelijke
verdiensten niet heeft onderbouwd en dat zij evenmin heeft aangetoond dat zij deze werkzaamheden niet meer
kan uitvoeren. Hiertegen is grief 6 van [appellante] gericht.
29.8.6. Het hof heeft in het tussenarrest van 2 februari 2010 geoordeeld dat [appellante] voldoende heeft
onderbouwd dat zij voor het ongeval als nagelstyliste werkzaam was en in het tussenarrest van 12 februari 2013
aangenomen dat [appellante] na het ongeval volledig arbeidsongeschikt is geraakt, zowel ten aanzien van haar
baan bij het ABP als voor haar nevenwerkzaamheden als nagelstyliste. In zoverre slaagt de grief dus. Thans
dient nog te worden beoordeeld hoe groot het verlies aan inkomsten is.
29.8.7. [appellante] heeft in de memorie van grieven gesteld dat haar inkomen uit deze nevenactiviteit na fictieve
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
585

belastingdruk netto € 4.095,-- per jaar bedroeg. Zij baseert die berekening op de stelling dat ze globaal 20 vaste
klanten had die zich 1 keer per 3 weken lieten behandelen naast de nog incidentele behandelingen. In de
schadestaat overgelegd als productie 96 wordt uitgegaan van 320 nabehandelingen à € 25,-- en 22 nieuwe
behandelingen à € 50,-- per jaar. [appellante] gaat er in haar berekening van uit dat de inkoopwaarde van de
behandeling 25% bedraagt.
29.8.8. Ter onderbouwing van haar neveninkomsten heeft [appellante] bij memorie van grieven de producties 60
tot en met 65 overgelegd. Productie 60 bevat een kopie van het door haar in 1991 behaalde diploma, productie
61 bevat kopieën van twee ongedateerde visitekaartjes. Productie 62 bevat zeven verklaringen van personen.
Daarin staat dat deze personen respectievelijk van 1999 tot en met 2001, van 1996 tot en met 2001 (3x), van
1995 tot en met 2001, van 1994 tot en met 2001 en van 1991 tot en met 2001 hun nagels door [appellante] lieten
behandelen. Productie 63 toont aan dat [appellante] in 2000 en 2001 een abonnement had op een vakblad voor
nagelstylisten. Productie 64 bevat inkoopfacturen bij een groothandel voor nagelstylisten over de jaren 1996 tot
en met 2001 en productie 65 bevat ongedateerde handgeschreven lijstjes.
29.8.9. Met deze producties is niet aangetoond dat [appellante] neveninkomsten ten bedrage van € 4.095,-- per
jaar ontving. Uit productie 64 leidt het hof af dat [appellante] de volgende inkopen deed (afgerond en omgerekend
in euro’s)
1996 € 557,--
1997 € 817,--
1998 € 290,--
1999 € 232,--
2000 € 95,--
2001 € 190,--
Als er in navolging van [appellante] van wordt uitgegaan dat de inkoopwaarde van de behandeling 25% bedraagt
en de gemiddelde fictieve belastingdruk 40% (zie inleidende dagvaarding blad 3), zou hieruit kunnen worden
afgeleid dat [appellante] de volgende inkomsten had:
1996 € 2.228,-- bruto - 40% € 1.336,80 netto
1997 € 3.268,-- ,, ,, € 1.960,80 ,,
1998 € 1.160,-- ,, ,, € 696,-- ,,
1999 € 928,-- ,, ,, € 556,80 ,,
2000 € 380,-- ,, ,, € 228,-- ,,
2001 € 760,-- ,, ,, € 456,-- ,,
Gemiddeld over zes jaar is dat – afgerond - € 872,-- per jaar. Het hof constateert echter een duidelijk neergaande
trend vanaf 1998, met een kleine opleving in 2001. Het acht het daarom redelijk uit te gaan van neveninkomsten
vanaf 2002 van € 500,-- netto per jaar, welke inkomsten [appellante] had kunnen verwerven tot zij 65 jaar zou
worden, zoals in de memorie van grieven gesteld en niet gemotiveerd weersproken, dus tot [geboortedatum]
2017.
Buitengerechtelijke advocatenkosten
29.9.1 [appellante] heeft haar vordering op dit punt verminderd bij memorie van 9 april 2013 tot € 5.938,20.
London heeft verweer gevoerd en gesteld dat alleen kosten in rechte zijn gemaakt.
29.9.2. Het hof overweegt als volgt. Redelijke kosten, die zijn gemaakt ter vaststelling van schade en
aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte, komen voor vergoeding in aanmerking, tenzij
artikel 241 Rv betreffende de regels voor proceskosten van toepassing is. De inleidende dagvaarding in deze
zaak is uitgebracht op 14 november 2005.
29.9.3. [appellante] heeft gesteld dat alle buitengerechtelijke kosten worden gedekt door de DAS
rechtsbijstandverzekering, maar beperkt tot het basistarief. Uit een brief van DAS rechtsbijstand aan haar
advocaat d.d. 25 april 2003 blijkt dat als tarief voor het honorarium geldt € 160,-- per uur exclusief BTW en
kantoorkosten. [appellante] heeft met haar advocaat op 19 maart 2003 een overeenkomst gesloten, waarin is
overeengekomen dat het advocatentarief gebaseerd op de algemene declaratierichtlijn van de Orde van
Advocaten van toepassing is, welk tarief € 168,-- per uur (exclusief BTW en Kantoorkosten) bedraagt en wordt
aangepast met factoren zoals specialistische kennis (factor 1,5). Vermeld is dat verzekeringsmaatschappijen niet
altijd voor de volle 100% betalen en dat het verschil voor rekening van [appellante] blijft. [appellante] heeft gesteld
dat een opslag van minimaal 50% is overeengekomen. [appellante] heeft verder gesteld dat door haar advocaat
vóór dagvaarding 57,32 uren zijn besteed. Op grond van de overeenkomst zou volgens berekening van het hof,
uitgaand van een toeslag van 50%, 57,32 (vóór de dagvaarding bestede uren) x 84 = € 4.814,88 voor haar
rekening komen. Uit de urenstaten van de advocaat blijkt dat de uren zijn besteed aan correspondentie,
telefonische en persoonlijke besprekingen, schadeberekeningen, opstellen schadestaat, studie en bestuderen
dossier. Gezien de aard van de zaak en de ingewikkeldheid ervan acht het hof deze kosten redelijk, zodat deze
tot een bedrag van € 4.814,88 zullen worden toegewezen. Rente hierover is toewijsbaar vanaf de dag der
dagvaarding. Voor rekening van London komt 80% van dit bedrag.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
586

29.9.4. [appellante] heeft verder gesteld dat na de dagvaarding door haar advocaat 249,62 uren zijn besteed en
dat daarvan 52 uren zijn besteed aan schade vaststellen en schade berekenen (circa € 6.400,98). [appellante]
verwijst daarbij naar artikel 6:96 lid 2 BW. Wat daarvan ook zij, dit zijn kosten die na de dagvaarding zijn gemaakt
en die kosten behoren om die reden niet tot de buitengerechtelijke kosten, maar tot de kosten van de procedure.
Die kosten zijn dus niet afzonderlijk toewijsbaar.
Deskundige
29.10. Nu partijen niet gezamenlijk te kennen hebben gegeven een comparitie te wensen, zal het hof een
deskundige, verbonden aan het Nederlands Rekencentrum Letselschade benoemen om de schade te berekenen.
Het hof heeft de heer E.M. Budwilowitz daartoe bereid gevonden. Het NRL hanteert algemene voorwaarden die
op al haar overeenkomsten van toepassing zijn. Het hof verzoekt de deskundige deze algemene voorwaarden toe
te zenden aan partijen. Het hof gaat ervan uit dat de deskundige en partijen zich na de benoeming met elkaar
over deze kwestie verstaan: wensen partijen aan een eventuele voorwaarde van de deskundige te voldoen, dan
behoeft het hof omtrent deze kwestie niet te worden ingeschakeld; wensen partijen niet te voldoen aan de
voorwaarde van de deskundige, dan dient de deskundige niet met het onderzoek te beginnen, maar moet hij zijn
voorwaarde en partijen hun bezwaren aan het hof kenbaar maken, waarna de raadsheer–commissaris met
partijen en de deskundige nader overleg zal moeten plegen over de kwestie.
29.10.1. De aan de deskundige voor te leggen vragen luiden als volgt:
I. Wilt u een berekening te maken van het verlies arbeidsvermogen van [appellante], zowel wat betreft haar
inkomen in loondienst als wat betreft haar inkomen als nagelstyliste.
- Wilt u de eerstbedoelde berekening maken op basis van de door [appellante] in het geding gebrachte loon- en
uitkeringsgegevens, waaronder ook de uitkering van Loyalis (productie 100).
- Wilt u de laatstbedoelde berekening maken op basis van hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 29.8.9.
II. Wilt u een berekening maken van de schade van [appellante] ter zake van huishoudelijke hulp, uitgaande van
hetgeen het hof heeft overwogen in rechtsoverweging 29.4.9.
III. Wilt u een berekening maken van de schade van [appellante] ter zake van ziektekosten, uitgaande van
hetgeen het hof heeft overwogen in rechtsoverweging 29.5.5.
IV. Een en ander rekening houdend met een rekenrente van 2,2%.
V. Geven de standpunten van partijen, de stukken van het geding en/of uw bevindingen in het algemeen nog
aanleiding tot het maken van opmerkingen die van belang zouden kunnen zijn voor het nemen van de
beslissingen in deze zaak?
29.10.2. Indien de deskundige nadere informatie nodig heeft die geen deel uitmaakt van de processtukken, dient
hij deze op te vragen bij de advocaten. De advocaat die informatie verschaft, dient een afschrift daarvan toe te
zenden aan de advocaat van de wederpartij. De deskundige wordt verzocht de verkregen informatie als bijlage bij
het deskundigenbericht te voegen. Indien de deskundige voor het onderzoek gebruik maakt van de informatie van
derden dient hij daarvan melding te maken in zijn rapport.
29.10.3. De kosten van het deskundigenbericht zullen voorshands ten laste van London worden gebracht, nu zij
voor de schade van [appellante] aansprakelijk is.
29.10.4. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
30 De uitspraak
Het hof:
5.1. bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 29.10.1 van dit arrest
geformuleerde vraag/vragen;
5.2. benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vraag/vragen:
E.M. Budwilowitz
Nederlands Rekencentrum Letselschade B.V.
Postbus [postbusnummer]
[postcode] [vestigingsplaats]
Telefoon rechtstreeks: [telefoonnummer]
e-mail: [emailadres];
5.3. bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan
de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
5.4. bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek – en ten aanzien van de conceptrapportage – partijen in de
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
587

gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de
deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van
de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te
leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te
zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ
's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het
onderzoek kan worden begonnen;
5.5. bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van
€ 6.500,--, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met
afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met
afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het
hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij London laatstgenoemd bedrag binnen twee weken na heden zal overmaken naar IBAN-
rekeningnummer NL53 RBOS 0569 990572 ten name van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch onder vermelding
van zaaknummer HD 200.011.012;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te
lichten;
5.6. benoemt mr. H.A.W. Vermeulen tot raadsheercommissaris, tot wie de deskundige en partijen zich,
door tussenkomst van de griffier, dienen te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek
dan wel hetgeen in r.o. 29.10 is overwogen daartoe aanleiding geeft;
5.7. verwijst de zaak naar de rol van 8 april 2014 voor memorie na deskundigenonderzoek, aan de zijde van
[appellante];
5.8. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, P.M. Huijbers-Koopman en H.A.W. Vermeulen en in
het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 november 2013.
We willen graag een 2
de
vonnis uit Nederland onder de aandacht van Uw rechtbank
brengen. In dit vonnis werd er wél een medische expertise uitgevoerd. De
gerechtsdeskundige besloot dat er geen objectiveerbare klachten te weerhouden waren tgv
ongeval. Het Hof besloot om het advies van de gerechtsdeskundige NIET te volgen (eigen
onderlijning).
Hof Den Bosch | 12 december 2012 | BZ2030 | HD 200.011.012 T6

Het hof oordeelt op basis van deskundigenbericht dat de cognitieve stoornissen neuropsychologisch niet
objectiveerbaar zijn. Dit betekent echter niet dat de cognitieve klachten niet bestaan, dus niet reëel en niet
consistent zijn. Nu benadeelde voorafgaande aan het ongeval o.a. een. fulltime-baan had, kan er
redelijkerwijs van uit worden gegaan dat zij de cognitieve klachten voor het ongeval niet had. Het hof
neem t causaal verband tussen klachten en ongeval aan. Het hof ziet, anders dan in eerder tussenarrest,
geen aanleiding voor een onderzoek door een arbeidsdeskundige en een verzekeringsgeneeskundige.
(vervolg samenvatting)
Vervolg samenvatting:
Thans is komen vast te staan dat de substraatloze klachten van benadeelde plausibel zijn. Het is evenzeer
plausibel dat de klachten tot beperkingen leiden. Het enkele feit dat sprake is van substraatloze klachten staat
aan het aannemen van beperkingen immers niet in de weg. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat benadeelde
door het UWV op basis van dezelfde klachten na het ongeval voor 80-100% arbeidsongeschikt is verklaard,
waarbij het UWV tot de conclusie is gekomen dat er voor benadeelde geen bemiddelbare arbeid meer is te
duiden.
Huishoudelijke hulp tot 75 jaar

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
588

Opm Piv:
Zie met name r.o 26.3, 26.7 en 26.9

Volledige uitspraak:
LJN: BZ2030, Gerechtshof 's-Hertogenbosch , HD 200.011.012 T6


Datum uitspraak: 12-02-2013
Datum publicatie: 22-02-2013
Rechtsgebied: Civiel overig
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Voortzetting van LJN BN1779, LJN BN1786, LJN BU4001, LJN BU4003 en LJN BU4023
Volgens neuropsycholoog zijn cognitieve stoornissen niet objectiveerbaar, uit rapport blijkt dat
cognitieve klachten bestaan en hof gaat uit van een verminderd cognitief functioneren van betrokkene en
causaal verband tussen deze klachten en het ongeval. Gelet op plausibiliteit van de klachten acht het hof
plausibel dat deze gelet op aard en intensiteit zoals blijkende uit het deskundigenbericht tot beperkingen
leiden. Op basis van eerdere UWV-rapportages gaat hof uit van volledige arbeidsongeschiktheid . Partijen
worden in gelegenheid gesteld hun uitgangspunten met betrekking tot de arbeidsvermogensschade nader toe te
lichten en te actualiseren.
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl


Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.011.012

arrest van 12 februari 2013

in de zaak van

[X.],
wonende te [woonplaats],
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. R.M.W.H. Bedaux,

tegen:

London Verzekeringen N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde in principaal appel,
appellante in incidenteel appel,
advocaat: mr. E.H.H. Schelhaas,

als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 2 februari 2010, 13 juli 2010, 22 februari 2011, 5 april
2011 en 11 oktober 2011 in het hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht onder nummer 106172/HA ZA
05-1160 gewezen vonnissen van 22 november 2006, 10 januari 2007, 28 februari 2007 en 7 mei 2008.

24 Het tussenarrest van 11 oktober 2011

Bij genoemd arrest is een deskundigenonderzoek gelast en is iedere verdere beslissing aangehouden.

25 Het verdere verloop van de procedure

25.1. De in genoemd arrest benoemde deskundige, neuropsycholoog dr. J. Bruins (hierna: Bruins), heeft op 26
mei 2012 haar definitieve rapport uitgebracht.

25.2. [appellante] en London hebben een memorie na deskundigenbericht genomen. [appellante] heeft daarbij
nog vier producties overgelegd.

25.3. Vervolgens hebben partijen de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
589

26 De verdere beoordeling

in principaal en incidenteel appel

rapport Bruins

26.1. Bruins heeft [appellante] op 8 en 15 maart 2012 onderzocht en brengt daarvan in haar rapport verslag uit. In
de inleidende opmerkingen (p. 1-3) merkt Bruins over de medische gegevens op dat zij het volledige dossier –
naar het hof begrijpt: het volledige medische dossier – heeft gelezen en dat zij alleen de voor haar beeldvorming
belangrijkste gegevens in het rapport heeft opgenomen. Het rapport bevat een anamnese (p. 4-6), vermeldt de
gebruikte onderzoeksmethoden en vragenlijsten (p. 6), beschrijft uitgebreid de onderzoeksresultaten (p. 6-10),
waarna een samenvatting en conclusie volgt. Vervolgens beantwoordt Bruins de gestelde vragen, waarbij zij
deels verwijst naar de anamnese en de onderzoeksresultaten. Hieruit blijkt dat Bruins het onderzoek zorgvuldig
heeft verricht.
26.2. Uit het rapport blijkt voorts dat Bruins in het kader van het inzage- en blokkeringsrecht het conceptrapport
eerst aan [appellante] heeft toegestuurd. [appellante] is daarbij tevens in de gelegenheid gesteld feitelijke
onjuistheden te corrigeren. Naar het hof begrijpt, heeft [appellante] van het blokkeringsrecht geen gebruik
gemaakt. In het rapport heeft Bruins nader aangegeven hoe zij de correcties van [appellante] heeft verwerkt.
Daarna zijn beide advocaten in de gelegenheid gesteld bij het concept-rapport opmerkingen te maken. Alleen de
advocaat van [appellante] heeft daarvan gebruik gemaakt. In het rapport zijn diens opmerkingen vermeld evenals
de reactie daarop van Bruins (p. 16-17). Aldus voldoet het rapport aan de vereisten van het wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering.

26.3. Bruins concludeert in haar rapport, voor zover van belang, als volgt:

“Uit het dossier blijkt dat er geen evidentie is voor afwijkingen bij beeldvormend onderzoek.
(…)
Bij het huidige neuropsychologisch onderzoek wordt op twee onderzoeksdagen een wisselende uitslag
geconstateerd op symptoomvaliditeitstests. Het is moeilijk een verklaring aan te wijzen voor een
verminderde prestatie-motivatie op de 2e onderzoeksdag. Slaaptekort in combinatie met de medicatie
(van analgetica is bekend dat het cognitieve functies negatief beïnvloedt) is niet uitgesloten, maar geen
aannemelijke verklaring. Immers, betrokkene heeft altijd slaapproblemen en voelt zich altijd vermoeid.
(…). Desalsniettemin heeft zij de 1e onderzoeksdag goed gepresteerd op een test die gevoelig is voor
onderpresteren, de zogenaamde symptoomvaliditeitstest.
Er dient te worden benadrukt dat het testprofiel op de 2e onderzoeksdag ook goede prestaties toont: zij heeft bij
voorbeeld een goede prestatie op de planningstest en een gemiddelde prestatie op een visueel associatieve
geheugen test (met plaatjes) en logisch redeneertest. Behalve het testprofiel in acht nemend, is de klinische
indruk van ondergetekende positief: er bestaat geen vermoeden dat betrokkene zich bewust niet heeft ingezet
(geen aanwijzing voor malingering).

Haar niveau van algemeen intellectueel functioneren wordt met behulp van de verkorte Groninger Intelligentie test
(versie II) op ruim benedengemiddeld niveau geschat, hetgeen wordt toegeschreven aan twee subtest onder
tijdsdruk waarop zij zwak scoort door traagheid. Rekening houdend met een gemiddelde prestatie voor logisch
redeneren, kan worden aangenomen dat betrokkene tenminste over een gemiddelde intelligentie beschikt. Er is
geen aanwijzing van een achteruitgang in het intellectueel functioneren, bovendien is dit alleen te
verwachten bij ernstige hersentrauma’s.

Uit het neuropsychologisch onderzoek kunnen de volgende afwijkingen worden geconstateerd:
- Er is een verminderde prestatie op een test voor selectieve auditieve aandacht;
- Er is een zeer traag werktempo op een test voor volgehouden visuele aandacht, bovendien fluctueren de
regeltijden enorm; zij werkt zeer onnauwkeurig;
- Er is een verminderde reproductie op een werkgeheugentest met woorden waarbij haar aandacht verdeeld dient
te worden over twee rijtjes woorden.

De eerste twee afwijkende resultaten behaalde betrokkene op de 2e onderzoeksdag, toen zij een wisselende
prestatie had op de symptoomvaliditeitstest en dus onderpresteerde. Op de selectieve aandachtstest is er weinig
verschil tussen de trage testperiode en de snelle testperiode, dat wil zeggen dat zij op de relatief eenvoudige,
trage test ook beneden verwachting presenteerde. De grote variatie in regeltijden op de visuele aandachtstest is
verklaarbaar doordat betrokkene de stippenpatroontjes telde, in plaats van ‘ herkende’ door oefening. Het tellen
van patronen kost veel tijd en verklaart de zeer trage regeltijden.

Uitsluitend de laatstgenoemde werkgeheugentest werd in combinatie met een goede uitslag op
symptoomvaliditeit behaald op de 1e onderzoeksdag. Echter een afwijkende uitslag op een test geeft geen
aanwijzing voor een stoornis. Betrokkene presteerde op overige tests voor verdeelde aandacht en werkgeheugen
normaal.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
590

Dit betekent concreet dat de hier boven afwijkende prestaties niet geïnterpreteerd kunnen worden als afwijkend:
niet vanwege het onderpresteren: al zou de symptoomvaliditeitstest goed zijn gemaakt, dan nog zouden
bovenstaande resultaten niet duiden op hersenfunctiestoornissen, rekening houdend met het testprofiel van
betrokkene.

Haar prestatie op de verbale geheugenleertest is niet afwijkend: het leervermogen is weliswaar traag, maar niet
afwijkend. Wel bestaat een aanwijzing voor aandachtfluctuaties gezien de wisselende leercurve. Het herinneren
van de ingeprente informatie is ook niet dermate afwijkend dat sprake is van een stoornis (benedengemiddelde
prestaties).
Er is geen sprake van mentale traagheid, algehele vertraagde snelheid van informatieverwerking en/of (inherent)
traag werktempo.
Er zijn geen beperkingen of stoornissen geobjectiveerd in het executieve functioneren (gedragsregulatie,
plannen); visuoconstructieve functies (ruimtelijk inzicht, constructieve functies) en taalfuncties.

Bij het onderzoek naar het psychisch functioneren blijken verhoogde distress- en depressieve gevoelens
aanwezig, maar geen duidelijke psychopathologie. Er zijn veel somatische klachten aanwezig, een aantal kunnen
psychosomatisch van aard zijn, maar zij kunnen ook gerelateerd zijn aan de medicatie die betrokkene gebruikt
(bijwerkingen). Het is niet mijn vakgebied hierover een oordeel te geven.

Conclusie: uit de neuropsychologische onderzoeksresultaten kan duidelijk worden geobjectiveerd dat de
afwijkende prestaties niet kunnen worden toegeschreven aan functionele beperkingen. Dit is in overeenstemming
met de aard van het ongeval en het ontbreken van evidentie voor cerebraal letsel. Dit wil niet zeggen dat de
klachten van betrokkene niet bestaan of verzonnen zijn. Het betekent dat op mijn vakgebied geen
cognitieve stoornissen objectiveerbaar zijn.(…).

26.4. Het hof is van oordeel dat de conclusie van Bruins volgt uit haar bevindingen en ook deugdelijk is
gemotiveerd. Daarom wordt hierna bij de verdere beoordeling van deze conclusie uitgegaan. Derhalve staat op
grond van dit rapport niet vast dat de cognitieve stoornissen van [appellante] voortvloeien uit cerebraal letsel. Om
die reden zijn de cognitieve stoornissen neuropsychologisch niet objectiveerbaar.

26.5. Zoals [appellante] terecht in haar memorie na deskundigenbericht opmerkt, betekent dit niet dat de
cognitieve klachten niet bestaan, dus niet reëel en niet consistent zijn. Zo merkt Bruins in haar rapport expliciet op
dat het ontbreken van evidentie voor cerebraal letsel nog niet wil zeggen dat de klachten niet bestaan of
verzonnen zijn. Bruins vermeldt weliswaar op p. 7 dat de uitslag van de twee symptoom-validiteitstests wisselend
is, met een aanwijzing voor onderpresteren op de 2e onderzoeksdag, maar nu zij op p. 11 van haar rapport
uitdrukkelijk aangeeft dat er geen vermoeden bestaat dat [appellante] zich bewust niet heeft ingezet (geen
aanwijzing voor malingering), leidt het hof uit het rapport af dat er bij [appellante], wel klachten bestaan, te weten
verminderde concentratie, geheugenproblemen en traagheid.

26.6. Uit het onderzoek van Bruins blijkt het volgende:
[appellante] maakt bij het onderzoek een heldere indruk, er zijn geen bewustzijnsdalingen en het niveau van
intellectueel functioneren wordt op een benedengemiddeld niveau geschat (GIT2 (hof: int. Test) IQ 83; p.7).
Er is een aanwijzing voor een lichte concentratiestoornis op dag 2; het langdurig visueel vasthouden van
aandacht verloopt zeer traag; zeer veel omissies bij test; geen stoornis in de uitvoerende controlefuncties; het
onthouden van visuele informatie op korte termijn verloopt ruim benedengemiddeld (p. 8).
De verbale geheugenleertest is laaggemiddeld en de inprenting is op basis van leeftijd en opleiding
benedengemiddeld (p. 9).
Het niveau van algemeen intellectueel functioneren wordt op ruim benedengemiddeld geschat, met name door
traagheid; uit het neuropsychologisch onderzoek blijken de volgende afwijkingen:
- een verminderde prestatie op een test voor selectieve aandacht;
- een zeer traag werktempo op een test voor volgehouden visuele aandacht, zij werkt zeer onnauwkeurig;
- een verminderde reproductie op een werkgeheugentest (p. 11);
Er bestaat een aanwijzing voor aandachtfluctuaties (p. 11).
Er is sprake van een wisselende prestatiemotivatie (p. 14).
De geheugenproblemen zijn veel meer gerelateerd aan de lichamelijke ongemakken/beperkingen; bij een
disbalans in het lichamelijk functioneren wordt de psyche en het cognitief functioneren ook negatief beïnvloed;
met name vermoeidheid en pijn spelen daarbij een rol; het ongeval is de trigger geweest die [appellante] (verder)
uit het evenwicht heeft gehaald met alle psychosomatische gevolgen van dien (p. 15);
Het is niet aannemelijk dat sprake is van intellectuele deterioratie, omdat dit slechts bij ernstig hersenletsel
voorkomt, wel is aannemelijk dat [appellante] dit als zodanig ervaart, echter andere factoren zijn hierop van
invloed waarvan het meest waarschijnlijke het medicatiegebruik is (p. 17).

26.7. Gelet op het feit dat [appellante] een Mavo en Meao-opleiding heeft afgerond en voorafgaande aan
het ongeval een fulltime-baan had en daarnaast in de avonduren als nagelstyliste werkzaam was, kan er
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
591

redelijkerwijs van uit worden gegaan dat zij de hiervoor vermelde klachten, namelijk verminderde
concentratie, geheugenproblemen en traagheid, voor het ongeval niet had. Het is alleszins aannemelijk
dat hoofdpijn- en nekklachten leiden tot verminderd intellectueel functioneren. Dat de klachten mogelijk
(mede) worden veroorzaakt door het medicijngebruik, doet er niet aan af dat ook deze klachten moeten worden
toegerekend aan het ongeval. Uit het rapport van Bruins blijkt voldoende dat [appellante] door deze klachten
gezien haar leeftijd en opleiding in cognitief opzicht verminderd, want gezien haar leeftijd en opleiding
benedengemiddeld, functioneert. Dat de klachten niet hun oorzaak vinden in hersenletsel en mogelijk mede zijn
te wijten aan het medicatiegebruik doet er niet aan af dat het cognitief verminderd presteren aan het ongeval
moet worden toegerekend.

26.8. Dit leidt ertoe dat het hof ervan uitgaat dat bij [appellante] sprake is van verminderd cognitief
functioneren, dat vooral tot gevolg heeft dat sprake is van een verminderde concentratie, verminderde
geheugenfunctie en enorme traagheid van handelen.
Dit betekent dat bij de verdere beoordeling van de schade van [appellante] naast de hoofdpijn- en nekklachten,
blijkende uit het rapport van neuroloog Bernsen en de door de reumatoloog geconstateerde
slaapstoornissen, ook uitgegaan dient te worden van genoemde cognitieve klachten bij [appellante]. Op
grond van de uitgebrachte deskundigenrapporten is het causaal verband tussen de genoemde klachten
en het ongeval komen vast te staan.

26.9. Het hof ziet, anders dan in het tussenarrest van 11 oktober 2011 aangegeven, geen aanleiding voor een
onderzoek door een arbeidsdeskundige om vast te stellen of en zo ja, in welke mate de uit deze klachten
voortvloeiende beperkingen tot arbeidsongeschiktheid leiden en dus evenmin voor een daaraan voorafgaand
onderzoek door een verzekeringsgeneeskundige. Thans is komen vast te staan dat de substraatloze klachten van
[appellante] plausibel zijn. Gelet op de context van de klachten is het evenzeer plausibel dat de klachten, meer in
het bijzonder vanwege de aard en intensiteit daarvan zoals blijkende uit de deskundigenrapporten, tot
beperkingen leiden. Het enkele feit dat sprake is van substraatloze klachten staat aan het aannemen van
beperkingen immers niet in de weg. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat [appellante] door het UWV op
basis van dezelfde klachten na het ongeval voor 80-100% arbeidsongeschikt is verklaard, waarbij het
UWV tot de conclusie is gekomen dat er voor [appellante] geen bemiddelbare arbeid meer is te duiden.
Dit alles leidt ertoe dat in deze procedure ervan moet worden uitgegaan dat [appellante] ten gevolge van
het ongeval volledig arbeidsongeschikt is geraakt, zowel ten aanzien van haar baan bij het ABP als ten
aanzien van het uitoefenen van haar nevenwerkzaamheden als nagelstyliste. Dit betekent dat London voor
de daardoor geleden schade van [appellante] aansprakelijk is, in dit geval voor 80% vanwege het percentage
eigen schuld van [appellante].

26.11. Dit betekent dat het hof thans toekomt aan de beoordeling van de diverse schadeposten.

verlies zelfwerkzaamheid

26.12. De post verlies zelfwerkzaamheid is door de rechtbank bij gebreke van een voldoende onderbouwing
afgewezen. Grief 9 van [appellante] richt zich tegen dit oordeel.
[appellante] heeft naar het oordeel van het hof ook in hoger beroep onvoldoende onderbouwd dat zij dan wel haar
man voor het ongeval zelf de werkzaamheden in de tuin en onderhoudswerkzaamheden aan het huis verrichtte.
Om die reden ontbreekt ten aanzien van deze kosten het causaal verband. Derhalve faalt grief 9.

kosten huishoudelijke hulp

26.13. [appellante] stelt dat zij behoefte heeft aan 3 uur huishoudelijke hulp per week en vordert vergoeding van
de kosten van € 7,50 per uur respectievelijk € 10,00 per uur. Deze kosten acht het hof in ieder geval redelijk.
Gelet op de klachten en beperkingen van [appellante] acht het hof het ook aannemelijk en redelijk dat [appellante]
3 uur huishoudelijke hulp per week nodig heeft. Rekening moet worden gehouden met de aan [appellante] door
de gemeente verstrekte voorzieningen. [appellante] heeft in dat verband thans, zoals gevraagd in r.o. 8.6.1 van
het arrest van 13 juli 2010, een beschikking (met onleesbare datum) van de gemeente Heerlen overgelegd. Bij
deze beschikking heeft de gemeente beslist op de door [appellante] op 6 februari 2012 ingediende aanvraag tot
uitbreiding van de hulp bij het huishouden. Aan [appellante] is in plaats van de eerder toegekende 1,5 uur bij het
huishouden 3 uur hulp per week toegekend voor de periode van 12 maart 2012 tot en met 12 maart 2017. Vast
staat dus dat [appellante] van 30 april 2009 tot 12 maart 2012 voor 1,5 uur hulp in huishouding heeft gekregen en
vanaf 12 maart 2012 voor 3 uur. Het hof zal van dit aantal uren uitgaan.
Het hof is van oordeel dat het redelijk is ervan uit te gaan dat [appellante] in de situatie zonder ongeval zelf vanaf
75-jarige leeftijd hulp in de huishouding zou hebben ingeschakeld, zodat zij tot die leeftijd recht heeft op een
vergoeding van de door haar gemaakte kosten (waaronder eigen bijdrage Wmo) door London.

stallingskosten, telefoonkosten, kosten neksteun en steunzolen, hogere ziektekosten

‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
592

26.14. Nu het causaal verband vaststaat, komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking. Dit betekent dat
grief 10 van London faalt. Ten aanzien van de stallingskosten ad € 37,50 geldt dat deze zoals door de rechtbank
terecht is overwogen voor volledige vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de andere posten geldt
dat deze vanwege het percentage eigen schuld voor 80% door London dienen te worden vergoed.

arbeidsvermogensschade

26.15. Deze schade wordt vastgesteld door de feitelijke inkomenssituatie met ongeval en de hypothetische
situatie zonder ongeval met elkaar te vergelijken en een financiële schadebegroting op grond van het verschil te
maken. Bij deze vergelijking dient een redelijke verwachting omtrent toekomstige ontwikkelingen te worden
gemaakt.
Beide partijen hebben in hoger beroep een rekenkundig rapport, gebaseerd op de hiervoor genoemde
vergelijking, opgesteld. London heeft bij memorie van antwoord een rapport van het NRL van 17 september 2008
(prod. 5) overgelegd en [appellante] heeft bij memorie van antwoord in incidenteel appel (wederom) een
aangepaste schadestaat, opgesteld door haar eigen advocaat, overgelegd (prod. 71). Partijen hebben elkaars
uitgangspunten (deels) betwist. Aangezien het debat in hoger beroep zich tot nu toe vooral heeft toegespitst op
het causaal verband tussen het ongeval en de klachten, is het hof aan de beoordeling van daarbij te hanteren
uitgangspunten nog niet toegekomen. Nu er voorts sinds het uitbrengen van de memories en de rekenkundige
rapporten de nodige tijd is verstreken, ziet het hof aanleiding partijen in de gelegenheid te stellen hun
uitgangspunten nader toe te lichten en te actualiseren. Vanzelfsprekend dient daarbij rekening te worden
gehouden met relevante gewijzigde wetgeving, zoals de wetgeving ten aanzien van de pensioenleeftijd. Het hof is
van oordeel dat bij de berekening van de arbeidsvermogensschade de uit die wetgeving voor [appellante]
voortvloeiende pensioenleeftijd uitgangspunt dient te zijn. Het hof zal op grond van de nadere toelichting van
partijen de overige uitgangspunten formuleren op grond waarvan vervolgens een geactualiseerde
schadeberekening door het NRL kan worden gemaakt.
Het hof begrijpt uit een opmerking van [appellante] dat ook haar voorkeur uitgaat naar een schadeberekening
door het NRL.

26.16. Het hof sluit niet uit dat, gelet op het feit dat in deze zaak al de nodige beslissingen zijn genomen - zoals
ten aanzien van het causaal verband en het percentage eigen schuld – partijen er de voorkeur aangeven om
tijdens een meervoudige comparitie te bezien of een minnelijke regeling van het geschil mogelijk is, dan wel te
bezien of zij ten overstaan van het hof tot overeenstemming kunnen komen over de daarbij te hanteren
uitgangspunten. Partijen dienen in dat geval daartoe gezamenlijk een verzoek bij het hof in te dienen, waarna het
hof een meervoudige comparitie zal gelasten.

buitengerechtelijke kosten

26.17. [appellante] heeft wederom verzuimd nadere informatie over de buitengerechtelijke kosten over te leggen
(zie r.o. 8.6.2 van het arrest van 13 juli 2010). [appellante] wordt alsnog, maar nu voor de laatste keer, in de
gelegenheid gesteld die informatie over te leggen.

tussenconclusie

26.18. De zaak wordt naar de rol verwezen voor een memorie na tussenarrest aan de zijde van [appellante] met
een inhoud als aangegeven in onderdeel 26.15 en verder, waarna London in de gelegenheid zal worden gesteld
daarop bij antwoordmemorie te reageren.
Ingeval beide partijen een meervoudige comparitie wensen dienen zij dat in een gezamenlijk verzoek aan het hof
te berichten onder opgave van hun beider verhinderdata.
In afwachting daarvan wordt iedere verdere beoordeling aangehouden.

27 De uitspraak

Het hof:

op het principaal en incidenteel appel

verwijst de zaak naar de rol van 12 maart 2013 voor memorie na tussenarrest aan de zijde van [appellante] met
de hiervoor in r.o. 26.15 vermelde doeleinden, waarna London in de gelegenheid zal worden gesteld hierop te
reageren;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. P.M. Huijbers-Koopman, H.A.W. Vermeulen en S.E. Bartels en in het openbaar
uitgesproken door de rolraadsheer op 12 februari 2013.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
593

We willen graag een 3
de
vonnis uit Nederland van 14 mei 2014 onder de aandacht van Uw
rechtbank brengen. Dit vonnis is des te belangrijker, omdat er heel veel gelijkenissen zijn
met het voorliggend dossier :
-Het slachtoffer uit Nederland had ongeveer dezelfde leeftijd en oefende hetzelfde
soort werk uit (zelfstandig consultant) als de PR activiteiten
-Vergelijkbare omstandigheden bij ongeval: reed aan trage snelheid, aanrijding zag hij
niet aankomen, aangereden vanuit de zijkant ; geen kopstaartbotsing aan hoge
snelheid (m.a.w. : VEEL HOGERE IMPACT ROTATIE HERSENEN)
-Vertoonde dezelfde klachten (met dit verschil MEER klachten in dit dossier)
-De klachten kenden een vergelijkbaar verloop, waarbij ze pas volop een jaar na
ongeval duidelijk werden ; ook volledig arbeidsongeschikt verklaard door de
ziekenbond
-Het slachtoffer probeerde ook alles om aan het werk te blijven, hetgeen leidde tot
een verergering van de klachten ; verslag noteert : “geforceerde overbelasting door
gemotiveerde man met zelfstandig beroep” en “Gaandeweg bleek dat betrokkene
bezig was roofbouw te plegen op zijn lichaam. Uiteindelijk was het hem ook duidelijk
dat het zo niet verder kon, hetgeen ertoe leidde dat hij zijn werkzaamheden volledig
heeft gestaakt. Aanvankelijk is nog getracht met externe hulp de zaak draaiende te
houden. Het is echter duidelijk dat hier sprake is van een eenmansbedrijf waarbij de
persoonlijke contacten van betrokkene en zijn netwerk bepalend zijn voor het succes
van de organisatie. Betrokkene is onzes inziens vooralsnog volledig arbeidsongeschikt
te beschouwen”
-De uitgevoerde deskundigenonderzoeken neuropsychologie leidden tot vergelijkbare
resultaten: onvolledige en dus onbetrouwbare testresultaten, tests konden niet
uitgevoerd worden door vermoeidheid en stress, er werd ook aggravatie genoteerd ;
standaard neurologisch onderzoek geen afwijkingen vast te stellen ;
-De aanslepende verzekeringskwestie wordt door de deskundige erkend als een
bezwarende onderhoudende factor
-VERSCHIL : deze man had een voorafbestaande toestand nl. migraine sinds 20 jaar EN
een letsel 6 maanden na ongeval nl. liesbreuk (maw: 2 extra redenen voor de
verzekering om te gaan betwisten en die er in dit dossier niet zijn) ; deze man had
GEEN bewijzen op IRM of Q-EEG of evenwichtstest of bloedonderzoeken of … (in dit
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
594

dossier liggen deze WEL voor) maw deze man had GEEN ENKEL objectiveerbaar
bewijs, enkel het klinisch beeld ; deze man had ook GEEN PTSS
TOCH aanvaardt de rechtbank de klachten in causaal verband met ongeval ; beschouwt ze
ze als reëel, niet ingebeeld, niet verzonnen, niet overdreven zijn en acht ze ze voldoende
bewezen. De rechtbank vindt de bijkomende onderzoeken door neuroloog en
neuropsycholoog zoals gevraagd door de verzekering NIET nodig en gaat over tot de
aanstelling van een deskundige om het inkomstenverlies te begroten en eventuele
resterende verdiencapaciteit te begroten.
WAAROM KAN DIT IN NEDERLAND
EN NIET IN BELGIË ?
EN DAT IN EEN DOSSIER WAAR NA 5 JAAR 2 VALSE
DESKUNDIGENVERSLAGEN VOOR LIGGEN DIE OP VRAAG
VAN DE VERZEKERING ZO WERDEN OPGESTELD ?
TERWIJL DE LETSELS TGV ONGEVAL EN HET CAUSAAL
VERBAND MET ZEKERHEID VAST STONDEN
1 MAAND NA HET ONGEVAL ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
595

Rb: causaal verband whiplash en klachten aangenomen,
deskundigenberichten noodzakelijk ter vaststelling schade

Rechtbank Noord-Nederland | 14 mei 2014 | ECLI:NL:RBNNE:2014:2579 | C/17/115715 / HA ZA 11-678

Whiplash, ongeval 1997, 44-jarige zelfstandige management consultant. De rechtbank overweegt dat het feit dat
de diagnose postwhiplashsyndroom op basis van de geldende NVvN niet (meer) kan worden vastgesteld niet
doorslaggevend is. Door middel van de rapporten van de neuroloog en de psychiater kan voldoende objectief
worden vastgesteld dat de klachten reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn; causaal
verband aangenomen. Rapport arbeidsdeskundige onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank acht
bedrijfseconomische deskundigenbericht om de winstmogelijkheden van de onderneming van benadeelde dient
te onderzoeken noodzakelijk, om vervolgens, zo nodig met behulp van een register arbeidsdeskundige, het
verlies van verdienvermogen te berekenen. De rechtbank oordeelt voorts dat het belastbaarheidsprofiel na 1999
alsnog dient te worden opgesteld zodat beoordeeld kan worden of sprake was en is van resterende
verdiencapaciteit.
ECLI:NL:RBNNE:2014:2579
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak: 14-05-2014
Datum publicatie: 22-05-2014
Zaaknummer: 115715
Rechtsgebieden: Civiel recht
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg – meervoudig
Inhoudsindicatie: Whiplash, causaal verband psychiatrie
Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/115715 / HA ZA 11-678
Vonnis van 14 mei 2014
in de zaak van
[eiser volledig] [eiser],
wonende te Drachten,
eiser,
advocaat mr. Chr.D. de Vos, kantoorhoudende te Emmen,
tegen
naamloze vennootschap N.V. UNIVÉ SCHADE,
gevestigd te Zwolle,
gedaagde,
advocaat mr. M.T. Spronck, kantoorhoudende te Zutphen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [eiser] en Univé.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 -7, 8a – 8h en 9 (productie 8 “schadeoverzicht materiële schade” ontbreekt),
- de conclusie van antwoord met productie 1, – de akte (herstel) overlegging producties, te weten de ontbrekende
productie 8 alsmede productie 8i, tevens houdende akte wijziging van eis,
- het proces-verbaal van de comparitie van 27 juni 2012,
- de conclusie van repliek met producties 12 – 23,
- de akte tot rectificatie (van een onderdeel van de conclusie van repliek) van [eiser]
- de conclusie van dupliek.
1.2. Vervolgens is vonnis bepaald.
2 De feiten
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
596

2.1. Op zaterdag 14 juni 1997 is [eiser], op dat moment 44 jaar oud, als bestuurder van een personenauto,
betrokken geweest bij een verkeersongeval. De personenauto van [eiser] werd aangereden door een van rechts
komende personenauto met een snelheid van ongeveer 10 km/uur, terwijl [eiser] met een snelheid van ongeveer
80 km/uur op een voorrangsweg reed. De bestuurder van die van rechts komende personenauto was in het kader
van de WAM verzekerd bij Univé. Univé heeft de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend.
2.2. Als gevolg van het ongeval kon [eiser] aanspraak maken op uitkeringen uit
ongevallen(inzittenden)verzekeringspolissen van AMEV (Fortis) en Ohra. Beide uitkeringen hebben het karakter
van een sommenverzekering.
2.3. [eiser] was ten tijde van het ongeval directeur enig aandeelhouder van World Trade Group Holding BV.
2.4. [eiser] heeft op maandag 16 juni 1997 zijn huisarts, [naam], bezocht. De huisarts heeft daarover bij brief van
30 juli 1997 verklaard, voor zover hier van belang: "Op 16-06 zag ik betrokkene met klachten over tintels in
rechter arm en been. Bij onderzoek goede mobiliteit in de extremiteiten. Neurologisch geen bijzonderheden. Geen
pathologische reflexen. DD/contusie nek met lichte prikkelingsverschijnselen. (…) Gedoseerde rust met geleidelijk
mobiliseren. Op 27-06 zag ik patiënt weer.; draaien hoofd wat moeilijk en soms nog tintelingen in rechter hand en
onderarm, etc. "
2.5. De huisarts heeft [eiser] ter verdere behandeling verwezen naar fysio-manueeltherapeut [naam 1] te
Drachten. Bij brief van 17 januari 1998 heeft [achternaam] daarover bericht, voor zover hier van belang: "De
klachten waren hoofd- en nekpijn, tintelingen in de rechteronderarm en hand. Bij onderzoek was er een beperkte
en pijnlijke rotatie van de CWK (…) "
2.6. In opdracht van Ohra heeft arbeidsdeskundige [naam 3] een arbeidsdeskundig rapport opgesteld, gedateerd
16 januari 1998. Het rapport bevat een weergave van de klachten van [eiser] alsmede van zijn werkzaamheden
vóór en na het ongeval als door [eiser] omschreven.
2.7. [eiser] is poliklinisch onderzocht door neuroloog [naam 4]. De neuroloog heeft daarover bij brief van 27
februari 1998 aan de huisarts van [eiser] bericht, voor zover hier van belang: "Conclusie: Suspect voor post
whiplash syndroom. (…) Patiënt werd ter verdere evaluatie naar de neuropsycholoog verwezen etc."
2.8. Op verwijzing van behandelend neuroloog[aaaa] is [eiser] op 27 januari 1998 onderzocht door klinisch
psycholoog [naam 5] (MCL). De klinisch psycholoog heeft daarover als volgt gerapporteerd, voor zover hier van
belang: "Conclusie: Uit bovenstaande gegevens blijkt dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn voor cognitief
dysfunktioneren. Dat wil niet zeggen dat er geen sprake is van een whiplash. Het geheugen voor verbaal
materiaal is goed. De concentratie is goed als de taken niet te complex zijn, wel worden er veel fouten gemaakt.
Meneer heeft veel moeite om zijn aandacht bij complexe taken te houden. Het is mogelijk dat spanningen er
mede voor zorgen dat meneer moeite heeft met bepaalde taken. De onzekerheid over zijn inkomen speelt hier
een grote rol bij. Tevens is er sprake van acceptatieproblematiek. Er valt te denken aan psychotherapie. Ook
zoueen whiplashgroep in een revalidatiecentrum in aanmerking komen. ".
2.9. [eiser] en Univé hebben registerarbeidsdeskundige [naam 6] (Heling & Partners) en expert arbeidszaken dhr.
[naam 7] (Cunningham Boschman RAD) gevraagde de activiteiten van [eiser] als management consultant te
inventariseren en de restverdiencapaciteit van [eiser] vast te stellen. Zij hebben daarover op 11 maart 1999
gerapporteerd. Het rapport luidt, voor zover hier van belang:
op bladzijde 9: “Omzetgegevens zonder ongeval:
Op basis van de door betrokkene aangegeven kengetalen komen wij tot de volgende te realiseren omzet.
Betrokkene is op declaratiebasis werkzaam voor het CBI. Hij ontvangt de volgende vergoedingen per dag:
- werkzaamheden in Nederland ¦ 1.100,--
- werkzaamheden in het buitenland ¦ 1.250,--
- verblijfsvergoeding ¦ 500,--
- onkostenvergoeding ¦ 500,--
Uitgaande van 150 werkdagen per jaar, waarvan 60 werkdagen in het buitenland, voor het CBI levert dit de
volgende omzet op:
- 90 dagen à ¦ 1.100,-- = ¦ 99.000,00
- 60 dagen à ¦ 1.250,-- = ¦ 75.000,00
- 60 dagen à ¦ 50,-- verblijfkosten = ¦ 30.000,00
- 60 dagen à ¦ 50,-- overige onkosten = ¦ 30.000,00
totale omzet per jaar ¦ 234.000,00”
en op bladzijde 12: “SAMENVATTING EN CONCLUSIE
Betrokkene is een thans 46-jarige management consultant, die aanvankelijk gedeeltelijk is uitgevallen na een
hem overkomen ongeval op 14 juni 1997. Gaandeweg bleek dat betrokkene bezig was roofbouw te plegen op zijn
lichaam. Uiteindelijk was het hem ook duidelijk dat het zo niet verder kon, hetgeen ertoe leidde dat hij zijn
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
597

werkzaamheden volledig heeft gestaakt.
Aanvankelijk is nog getracht met externe hulp de zaak draaiende te houden. Het is echter duidelijk dat hier sprake
is van een eenmansbedrijf waarbij de persoonlijke contacten van betrokkene en zijn netwerk bepalend zijn voor
het succes van de organisatie. Betrokkene is onzes inziens vooralsnog volledig arbeidsongeschikt te
beschouwen.”
2.10.
Op 22 juni 1998 is [eiser] onderzocht door revalidatiearts [bbbbb]. De revalidatiearts heeft daarover bij brief van
15 juli 1998 aan de huisarts van [eiser] bericht, voor zover hier van belang: "Conclusie: Postwhiplash syndroom
t.g.v. trauma in juni '97. Geforceerde overbelasting bij gemotiveerde man met zelfstandig beroep." Bij brief
van 10 december 1998 heeft de revalidatiearts aan de huisarts bericht, voor zover hier van belang:
"Bovengenoemde patiënt was van augustus 1998 tot december 1998 in multidisciplinaire
revalidatiedagbehandeling. etc. De behandeling werd wegens niet verder toenemen van de belastbaarheid
gestaakt."
2.11. In de periode van 31 maart 2000 tot en met 30 juni 2000 is [eiser] behandeld door fysiotherapeut/manueel
therapeut R ’t [cccc].
2.12. [eiser] en Univé hebben neuroloog dr. [dddd] (Martini Ziekenhuis te Groningen) gevraagd om medisch
expertiseonderzoek bij [eiser] te verrichten en om [eiser] vervolgens door te verwijzen naar neuropsycholoog dr.
[eeee] (Academisch Ziekenhuis Groningen) voor neuropsychologisch expertise-onderzoek. Het neurologisch
onderzoek door [ddd] heeft op 20 augustus 2001 plaatsgevonden.
Neuroloog [ddd] heeft over zijn bevindingen bij brief van 16 januari 2002 als volgt – voor zover hier van belang –
gerapporteerd: "Voorgeschiedenis:
Voor het ongeval had hij geen klachten. Er was een liesbreuk in 1998, ongeveer een half jaar na het ongeval. (…)
Betrokkene heeft migraine welke sinds 20 jaar aanwezig is. Het gaat om hoofdpijnklachten welke unilateraal van
aard zijn en bonkend. Sinds 1997 heeft hij daar niet veel klachten meer van. (…) (…)
Beantwoording van de door u gestelde vragen: (…)
1. De diagnose op mijn vakgebied stel ik op chronisch intermitterende tendomyogene nek- en hoofdpijnklachten
bij status na weke delen letsel van de halswervelkolom dd. 14.06.97. Er vond een uitgebreide behandeling plaats.
De behandeling omvatte o.a. meerdere fysiotherapie kuren uitgespreid over enkele jaren. Daarnaast een
multidisciplinaire behandeling waarbij een ergotherapeut, maatschappelijk werker en ook een psycholoog
betrokken waren. Het resultaat is dat betrokkene geleerd heeft door aanpassing van zijn activiteiten niveau het
klachtenpatroon dragelijk te houden.
2a. Betrokkene had de huidige klachten (…) niet voor het ongeval. Ik zie geen goede reden waarom deze
klachten zonder het ongeval zouden zijn ontstaan.
2b. De chronische intermitterende nek en hoofdpijnklachten zie ik op medische gronden in redelijkheid als
ongevalsgevolg. Een stellig bewijs kan ik niet leveren. Betrokkene heeft dergelijke klachten na een weke delen
letsel van de halswervelkolom. Het is bekend dat dergelijke klachten na een vergelijkbaar ongeval kunnen
voorkomen waarbij het exacte mechanisme onduidelijk is. In de meeste gevallen herstelt dit wel spontaan, maar
in de minderheid van de gevallen blijven er persisterende klachten.
3. Er is sprake van een relatieve eindtoestand. Een eventuele verbetering is niet uit te sluiten, maar ik denk niet
dat het grote consequenties heeft voor het later te noemen percentage.
4. Het percentage functionele invaliditeit op mijn vakgebied taxeer ik op 4% waarbij ik de richtlijnen van de
Nederlandse Vereniging voor Neurologie volgt, rekening houdend met de grenzen zoals de vereniging vaststelt
en de aard en mate van de klachten. (…)
5c. Op grond van het letsel acht ik betrokkene verminderd geschikt voor werkzaamheden met langdurige forse
nekflexie, extensie en rotatie. Kortdurend moeten deze houdingen wel ingenomen worden. Iets vergelijkbaars
geldt voor bovenhands arbeid. Zaken als klimmen, klauteren, knielen, kruipen en hurken zijn beperkt wanneer
daarbij genoemde nekbewegingen nadrukkelijk aan de orde komen. Kort cyclisch buigen en torderen moet
gedurende een kortere periode wel kunnen. Het hand- en vingergebruik is niet beperkt. Geen beperkingen zie ik
voor zitten en lopen en staan. Ook traplopen moet in beginsel wel kunnen. Evenmin beperkt is luchtverplaatsing
en ook de verdere punten t/m 27. Ten aanzien van de psychische belastende factoren moet opgemerkt worden
dat er op dit moment sprake is van een situatie waarbij een psychologische test niet lukt. Dit hangt samen met de
reactie van de heer [eiser] op de tests. Het gaat om een reactie welke niet als direct traumatisch te beschouwen
is. Neuropsychologische restverschijnselen zouden op voorhand niet te verwachten zijn bij een dergelijk trauma
aangezien structurele cerebrale schade niet optreedt bij een dergelijk trauma en er in de behandelende sector
ook geen aanknopingspunt voor is vastgesteld."
2.13. Op 9 oktober 2001 is [eiser] bij neuropsycholoog [eee] geweest. De neuropsycholoog heeft daarover aan
neuroloog [ddd] bericht, voor zover hier van belang: "Op 9 october j.l. hebben wij een poging gedaan om, op Uw
verzoek (…) [eiser] neuropsychologisch te testen. Dat is helaas mislukt. We hebben geen betrouwbare
testgegevens gekregen, door twee oorzaken:
· – Verhoogde vermoeibaarheid van de patient; o.a. transpireerde hij al snel sterk.
· – Aggravatie. Hij vertoonde gedrag en testprestaties die we zelfs bij cerebraal zeer zwaar beschadigde
patiënten nooit zien."
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
598

2.14. Op 7 maart 2005 is [eiser] (weer) onderzocht door klinisch psycholoog [naam 5], die naar aanleiding
daarvan als volgt heeft gerapporteerd, voor zover hier van belang:
"Dhr. [eiser] heeft, inmiddels alweer 8 jaar geleden, een trauma meegemaakt. In 1998 werd dhr. Voor het
eerst gezien voor neuropsychologisch onderzoek. Wat betreft de thuissituatie geeft dhr. het beeld dat hij
nauwelijks functioneert. Dhr. ligt relatief vaak op bed wegens vermoeidheidsklachten, beleeft tegelijk
slaapproblemen ’s nachts. Er is een scala van vage lichamelijke klachten. Dhr. werkt sinds het ongeval
niet meer. Dhr. heeft wel geprobeerd als bestuurslid bij een watersport vereniging zich in de afgelopen
tijd weer nuttig te maken, maar ook dit is niet goed gegaan. Bij het onderzoek naar de cognitieve functies
wordt een wat wisselend patroon gevonden. Veel taken worden slechter gemaakt als 7 jaar geleden. De
intelligentie is wel op hetzelfde niveau als 7 jaar gelden. hoe de verslechtering verklaard moet worden is
onduidelijk. In principe verbeteren mensen na een doorgemaakt letsel of blijven op zijn minst op hetzelfde niveau
functioneren."
2.15. Bij brief van 16 september 2005 heeft de behandelend neuroloog[aaaa] aan de huisarts van [eiser]
geschreven, voor zover hier van belang:
“Patiënt werd poliklinisch terug gezien, waarbij hij veel last had van pijn in de nek en pijn in het hoofd. Om die
reden werd aanvullend MRI-onderzoek aangevraagd waarbij patiënt tijdens het onderzoek een aanval kreeg met
ontremmingen met name ten aanzien van het rechterbeen met trekkingen in het gelaat; het MRI-onderzoek
mislukte (…) dus op dat moment. (…)
Conclusie:
Mysterieuze aanvallen, vooralsnog zonder specifieke neurologische verklaring. Een relatie met de post-Whiplash
problematiek is onzeker. (…)”
Bij brief van 3 november 2005 heeft behandelend neuroloog[aaaa] aan [eiser] geschreven:
“Naar aanleiding van de uitslagen kan ik u meedelen dat bij het Eeg na een nachtje slapen er geen tekenen van
epilepsie zijn gevonden. Het meest waarschijnlijk dat toch de aanvallen die beschreven worden als
spanningsaanvallen zijn hetgeen niet ongebruikelijk is in de situatie waarin u verkeerd met de nodige
problemen die veroorzaakt zijn door de whiplash.”
2.16. [eiser] en Univé hebben psychiater dr. [ffff], te Harfsen gevraagd om medisch expertiseonderzoek bij [eiser]
te verrichten. Op 3 juli 2009 is [eiser] onderzocht door psychiater [fff]. De psychiater heeft daarover bij brief van
26 augustus 2009 aan de belangenbehartiger van [eiser] gerapporteerd, voor zover hier van belang:
"Conclusie: Op basis van dossier; anamnese; hetero-anamnese (echtgenote) en psychiatrisch onderzoek kan ik
bij betrokkene geen circumscripte psychiatrische stoornis vaststellen. Wel is zijn draagkracht m.b.t. het verdragen
en hanteren van spanningen duidelijk beperkt hetgeen tot uiting komt in het ervaren van stress, somatische
spanningsequivalenten (trillen) en leidt tot vermijdingsgedrag. Betrokkene heeft op psychisch gebied
klachten betreffende: concentratieproblemen en als hoofdklacht moeheid. De moeheid blijkt de
belangrijkste beperkende factor in zijn functioneren, echter de moeheidsklachten bij betrokkene vloeien
niet voort uit een psychiatrische stoornis zoals: depressie en/of angststoornis.
De classificatie welke ondergetekende (als psychiater) aan de klachten van betrokkene geeft is:
As I: Ongedifferentieerde somatoforme stoornis. Deze classificatie wordt gegeven bij een of meer lichamelijke
klachten (b.v. moeheid) welke na adequaat medisch onderzoek niet toe te schrijven zijn aan een bekende
somatische aandoening of het directe effect van een geneesmiddel. De symptomen veroorzaken in significante
mate lijden en beperkingen in het sociale en beroepsmatige functioneren en de duur van de stoornis is tenminste
zes maanden. De stoornis is niet toe te schrijven aan een andere psychische stoornis, zoals angststoornis,
psychotische stoornis of stemmingsstoornis. Er is geen sprake van een nagebootste stoornis of conversie.
As II: Betrokkene lijdt niet aan een significante persoonlijksheidsstoornis. Hij was in staat stabiele
objectrelaties aan te gaan, duurzaam (betaald) werk te verrichten en er worden geen justitiecontacten
gemeld.
As III: Somatische klachten (zie boven). Moeheidsklachten (hoofdklacht). Galstenen. Raynaud. Migraine.
Duizeligheidsklachten en oorsuizen. Trillen.
As IV: Conflicten met de verzekeraars is een chronische belangrijke stressor.
As V: Niveau van functioneren GAF 60-70.
Beantwoording van de vragen:
1. De situatie na het ongeval:
(…) Samengevat is er sprake van sterk chronische klachten, geduid als whiplash in aansluiting op een auto-
ongeval dd 14-06-1997. De behandelingen hebben niet tot enig duurzaam resultaat geleid.
(…)De ongedifferentieerde somatoforme stoornis als classificatie wordt juist gegeven bij onverklaarbare klachten.
(…)
2. De hypothetische situatie zonder ongeval.
(…) Er zijn momenteel geen significante psychiatrische afwijkingen. De klachten op psychisch gebied, met
name moeheid en concentratieproblemen lijken sterk gecorreleerd aan het ongeval. Het is vanuit
psychiatrische optiek niet mogelijk een gefundeerd antwoord te geven of deze klachten ook hadden kunnen
ontstaan als betrokkene het ongeval niet was overkomen. (…)
3. Overige aspecten van de hypothetische situatie zonder ongeval.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
599

Bij anamnese en na bestudering van het dossier zijn er geen aanleidingen gevonden welke aanleiding geven te
veronderstellen dat bij betrokkene ook zonder ongeval op enig moment beperkingen zouden zijn opgetreden op
het gebied van de uitoefening van beroepsactiviteiten of het verrichten van werkzaamheden in of rond de woning.
4. Er zijn geen behandelingen of therapieën op psychiatrisch gebied medisch geïndiceerd voorde klachten van
betrokkene. (…)
5. Er kan geen psychiatrische verklaring worden gegeven voor: “grand mal” aanvallen bij betrokkene, hiervan
maakt betrokkene overigens ook geen melding.
6. Er is geen psychiatrische verklaring voor de schijnbare verslechtering van het cognitieve functioneren
in het neuropsychologisch onderzoek in 2005 t.o.v. 1998. Aggravatie of simulatie kan niet worden
uitgesloten noch worden aangetoond.
7. Momenteel is er sprake van een somatoforme stoornis (ongedifferentieerde somatoforme stoornis) zie hiervoor
mijn diagnose. Het lijkt niet waarschijnlijk dat deze stoornis al voor het ongeval aanwezig was. Er wordt geen
verklaring gevonden voor (pseudo-)epilepsie-aanvallen bij betrokkene. Betrokkene maakt hiervan tijdens het
psychiatrische onderzoek ook geen melding. In het dossier van de huisarts vind ik één keer een insult na het
staken van de Anafranil. Voorts is er in het dossier een brief van [naam 4], neuroloog Medisch centrum
Leeuwarden dd 03-11-2005.
Ik citeer: “Naar aanleiding van de uitslagen kan ik u meedelen dat bij het EEG na een nachtje slapen er geen
tekenen van epilepsie zijn gevonden. Het meest waarschijnlijke dat toch de aanvallen die beschreven worden (…)
spanningsaanvallen zijn, hetgeen niet ongebruikelijk is in de situatie waarin hij verkeert met de nodige problemen
die veroorzaakt zijn door de whiplash. De aanvallen kunnen behandeld worden door middel van medicijnen doch
gezien de vele bijwerkingen op langere termijn voel ik vooralsnog weinig voor om deze medicatie voor te
schrijven. In eerste instantie heb ik met hem geen nieuwe afspraak gemaakt”. (einde citaat)….
8. Zekerheid verkrijgen over de etiologie van niet te objectiveren klachten als moeheid is niet mogelijk.
Subjectieve beleving speelt een belangrijke rol.
Echter er zijn geen (positieve) aanwijzingen dat betrokkene zijn klachten voorwendt of inbeeldt.
9. Hoewel de klachten van betrokkene gerelateerd lijken aan het trauma dat hij meemaakte voldoet het klachten
patroon niet aan de criteria voor Post traumatisch Stress Stoornis in de zin van DSM IV classificatie.
10. Het geprotaheerde beloop rond de schade regeling is mogelijk een onderhoudende factor bij de
spanningsklachten welke betrokkene ervaart. Het begrip “schade regelingstrauma” is geen
psychiatrische ziekte/classificatie”
2.17. In opdracht van [eiser] heeft [gggg] van [iiii] Groep Schadecalculaties BV (hierna ook: [iiii]) het verlies aan
verdienvermogen van [eiser] berekend op een bedrag van € 1.525.307,00. Het rapport van 20 mei 2011 luidt,
voor zover hier van belang: “Conform voormeld Heling-rapport (toevoeging rechtbank, het rapport van Pigge en
Hopman van 11 maart 1999, zie 2.7.) is rekening gehouden met een omzet in het ongevalsjaar (1997)
ad. ¦ 234.000,--, op basis van 150 werkdagen. Rekening is gehouden met een omzet ad. ¦ 301.275,-- voor het jaar
1998 op basis van 250 dagen, waarvan 187,5 werkdagen (75%) en het restant als studiebelasting en een
inflatiecorrectie ad. 3% (ofwel ¦ 234.000,-- : 150 x 250 x 75% x 3%.
Er is van uitgegaan dat de studiebelasting in het jaar 2000 weg valt, derhalve bedraagt de omzet
alsdan ¦ 426.163,53 op basis van 250 werkdagen en een inflatiecorrectie van 3% (ofwel ¦ 310.313,25 : 187,5 x
250 x 3%).
Voorts is er van uitgegaan dat gelaedeerde met ingang van 1 januari 2008 (het jaar volgend op het jaar waarin hij
de 55-jarige leeftijd bereikt – augustus 2007) zijn arbeidscapaciteit gaat beperken tot 230 werkdagen à 12 uren
per dag, ofwel 2.760 uren gemiddeld op jaarbasis (daling van 8%). In de jaren daarvoor is uitgegaan van jaarlijks
250 werkdagen à 12 uren per dag, ofwel 3.000 uren gemiddeld op jaarbasis. (…) ”
2.18. Univé heeft [hhhh] ([hhh] Expertise, hierna: [hhh]) opdracht gegeven de reële omvang van de schade
wegens verlies van verdienvermogen van [eiser] vast te stellen en daarbij het rapport van [iiii] te analyseren. Zijn
rapport van 10 januari 2012 luidt, voor zover hier van belang: “Bij de onderbouwing van het hypothetische verloop
van de omvang van het verdienvermogen van [eiser] in de situatie zonder ongeval (…) is uitgebreid gerefereerd
aan de inhoud van de rapportage van arbeidsdeskundige [naam 6] van Heling & Partners van 11 maart 1999.
Nadere bestudering van die rapportage, die overigens samen met de arbeidsdeskundige [naam 7] van
Cunningham Boschman werd opgesteld, leert echter dat in die rapportage uitsluitend het te behalen omzetniveau
van (de onderneming van) [eiser] in het ongevalsjaar 1997 is berekend. Daarbij geldt bovendien dat die
berekening niet tot stand is gekomen op basis van eigen onderzoek door de beide arbeidsdeskundigen maar,
zoals onderaan pagina 9 van hun rapport expliciet is vermeld, dat een en ander simpelweg een berekening van
de te realiseren omzet betreft op basis van de door betrokkene (lees: [eiser]) aangegeven kengetallen. In feite
kan dan ook de conclusie worden getrokken dat de berekening, c.q. de vordering die door [eiser] is opgesteld niet
zozeer op het onderzoek dan wel het rapport van de genoemde arbeidsdeskundigen is gebaseerd, maar op
hetgeen hij zelf heeft aangedragen.(…)
Samenvattend kan worden vastgesteld dat [eiser] in de periode kort vóór het ongeval alsmede in de periode
daarna de wind financieel behoorlijk in de zeilen had. Uit de gerealiseerde omzetten en winsten in de (minimaal)
vier jaren daarvóór, blijkt echter dat met dezelfde werkzaamheden kennelijk een relatief groot afbreukrisico
gepaard gaat, alsmede een groot risico op lang periodes waarin met deze werkzaamheden in ieder geval geen
dikbelegde boterham kan worden verdiend, ondanks het feit dat hij ook in die jaren al veel relevante werkervaring
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
600

had en kon beschikken over een zeer uitgebreid netwerk op zijn eigen vakgebieden.
Gezien het voorgaande lijkt het niet gerechtvaardigd en in ieder geval niet voldoende bewezen dat de waarde van
het verdienvermogen van [eiser] in de situatie zonder ongeval over de gehele looptijd tot de 65-jarige leeftijd (22
juli 2017) zou moeten worden gewaardeerd conform de waarde van het verdienvermogen waarvan vanaf april
1997 sprake was of zelfs, zoals in de berekening van de [iiii] Groep is gebeurd, daar nog in ruime mate boven.
Het lijkt daarentegen rechtvaardiger indien de waarde van het verdienvermogen in de situatie zonder ongeval zou
worden gewaardeerd op de gemiddelde waarde van het gerealiseerde verdienvermogen in de jaren 1994 tot en
met 1997, waarbij dan tot de kapitalisatiedatum uiteraard de inflatiecorrectie dient te worden toegepast. Juist in
die periode van vier jaren was immers sprake van twee goede (1994 en 1997) en twee minder goede jaren (1995
en 1996), zodat dit een rechtvaardige en correcte referentieperiode lijkt te zijn.
Indien wordt gekeken naar de waarde van het netto verdienvermogen in de bovenstaande referteperiode, dan
blijkt die als volgt te zijn geweest.
Tabel 1 (in euro’s)

1994
1995
1996
1997
Netto verdienvermogen
31.394
6.682
10.835
46.674
Bij de bepaling van bovenstaande verdienvermogens, ben ik uitgegaan van de fictie dat in de b.v. gerealiseerde
winsten en verliezen, direct aan [eiser] zouden zijn uitgekeerd, uiteraard na afdracht van de daarop betrekking
hebbende vennootschaps- en dividendbelasting. Omdat daarbij geen rekening is gehouden met het opbouwen
van een pensioenvoorziening, noch binnen noch buiten de b.v., behoeft slechts schade te worden berekend tot
de 65-jarige leeftijd. Van pensioenschade is dan immers geen sprake. Ook in de berekening van de [iiii] Groep is
deze berekeningssystematiek gehanteerd.
Het gemiddelde netto verdienvermogen van [eiser] in de periode 1994-1997, zoals dat kan worden afgeleid uit de
cijfers in tabel 1, bedraagt € 23.896,-. (…)
Zoals blijkt uit de bij dit rapport gevoegde uitdraai van de hierboven beschreven A-letselberekening, komt de door
mij berekende schade wegens verlies van arbeidsvermogen uit op een totaalbedrag van € 305.295,02 (…)”
2.19. Het UWV heeft in het kader van de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) [eiser] na
het ongeval volledig arbeidsongeschikt verklaard. [eiser] heeft vanaf 14 juni 1998 een WAZ-uitkering ontvangen
die is gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
3 Het geschil
3.1. [eiser] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Univé veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.634.011,36 te vermeerderen met de wettelijke
rente over het bedrag van € 970.064,00 (reeds geleden schade verlies arbeidsvermogen) vanaf de jaarlijkse data
van opeisbaarheid, en over een bedrag van € 555.243,00 (toekomstige schade verlies arbeidsvermogen) vanaf
kapitalisatiedatum 1 januari 2011, over een bedrag van € 34.237,19 (smartengeld) vanaf datum 1 mei 2011, over
een bedrag van € 25.223,93 (BGK) over de verschillende bedragen (te rekenen vanaf de vervaltermijn van elke
factuur, zijnde een maand na factuurdatum), te verminderen met de reeds betaalde voorschotten ad €
227.940,49;
2. Univé veroordeelt tot het verstrekken van een deugdelijke fiscale garantie, zoals omschreven in punt 36 van de
dagvaarding;
3. Univé veroordeelt in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en –
voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te
rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede voor nakosten met een bedrag volgens het
gebruikelijke liquidatietarief.
3.2. Univé voert verweer met conclusie tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser] in de
proceskosten, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
4 De beoordeling
4.1. De rechtbank stelt bij haar beoordeling voorop dat zij de door [eiser] bij conclusie van repliek overgelegde
productie 12 (zijnde de door hemzelf gegeven schriftelijke toelichting) slechts bij haar beoordeling betrekt voor
zover deze in de conclusie van repliek is aangehaald en nader is gepreciseerd.
4.2. [eiser] maakt aanspraak op een bedrag van € 1.634.011,36 waarop hij in mindering brengt een bedrag van €
227.940,49 dat hij aan voorschotten heeft ontvangen, zodat resteert het door [eiser] gevorderde bedrag van €
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
601

1.406.070,87.
4.3. Bedoeld bedrag van € 1.634.011,36 omvat de volgende schadeposten:
- verlies aan verdienvermogen € 1.525.307,00
- overige materiële schade, excl. kosten vermogensbeheer € 48.243,24
- smartengeld incl. wettelijke rente t/m 30-04-2011 € 34.237,19
- kosten rechtsbijstand excl. wettelijke rente € 26.223,93
+ belastinggarantie € 1.634.011,36
4.4. De materiële schade van € 48.243,24 waarvan [eiser] vergoeding vordert bestaat uit de volgende
schadeposten:
- overige schade (productie 8a) € 4.766,39
- medische kosten (productie 8b) € 2.441,85
- toekomstige medische kosten € 1.767,85
- verlies aan zelfwerkzaamheid (productie 8c) € 7.468,48
- toekomstig verlies aan zelfwerkzaamheid (productie 8d) € 9.198,07
- kosten huishoudelijke hulp (productie 8e) € 10.336,50
- toekomstige kosten huishoudelijke hulp (productie 8f) € 12.264,10
Daarnaast maakt [eiser] aanspraak op de gemiddelde kosten van vermogensbeheer van 1,3% per jaar.
4.5. [eiser] legt aan zijn vordering, zakelijk weergegeven, ten grondslag dat hij als gevolg van het ongeval lijdt aan
klachten die kenmerkend zijn voor het postwhiplashsyndroom, daaronder begrepen chronisch intermitterende
nek- en hoofdpijnklachten, concentratieproblemen, geheugenproblemen, spraakproblemen,
vermoeidheidsklachten en daarnaast onder meer het trillen van zijn rechterbeen (zoals zich dat tijdens de
comparitie van partijen heeft voorgedaan en dat door [eiser] wordt aangeduid als het "milkshakesyndroom"), als
gevolg waarvan hij beperkingen heeft, die leiden tot de door hem gestelde schade.
4.6. Univé betwist dat [eiser] whiplashklachten heeft.Het ongeval dat [eiser] is overkomen, is geen aanrijding van
achterop, maar is ontstaan doordat [eiser], rijdende op een voorrangsweg, geen voorrang kreeg van een voor
hem van rechts komende personenauto. Van whiplashklachten kan dan ook geen sprake zijn nu het gestelde
letsel niet past bij het type ongeval, aldus Univé. De rechtbank passeert dit door Univé gevoerde verweer, nu
onvoldoende onderbouwd is gesteld dat een aanrijding zoals de onderhavige niet tot het ontstaan van
whiplashklachten kan leiden en de artsen die [eiser] na de datum van het ongeval hebben onderzocht, de
klachten van [eiser] (ook) in verband hebben gebracht met het postwhiplashsyndroom. Neuroloog [ddd] meldt in
zijn deskundigenbericht van 16 januari 2011 dat [eiser] chronische intermitterende nek- en hoofdpijnklachten
heeft na een weke delen letsel van de halswervelkolom en dat het bekend is dat dergelijke klachten na een
vergelijkbaar ongeval kunnen voorkomen waarbij het exacte mechanisme onduidelijk is.
4.7. Ten aanzien van de stelplicht en bewijslast voor subjectieve gezondheidsklachten na een ongeval
geldt het navolgende (vgl. het arrest van het Hof Leeuwarden van 10 augustus 2010, LJN BN3975 en zie
ook Hoge Raad 8 juni 2001, LJN AB2054 / NJ 2001, 433). De benadeelde dient in het geval van betwisting
te bewijzen dat hij aan gezondheidsklachten lijdt; het enkele feit dat het klachten betreft die naar hun aard
subjectief zijn, betekent niet dat het bewijs ervan niet geleverd kan worden. Voor het bewijs van (min of
meer) subjectieve gezondheidsklachten is niet vereist dat de klachten in die zin worden "geobjectiveerd",
dat ze met gebruikmaking van in de reguliere gezondheidszorg algemeen aanvaarde
onderzoeksmethoden en overeenkomstig de door de desbetreffende medische beroepsgroep
vastgestelde standaarden en richtlijnen worden vastgesteld. Voldoende is dat objectief kan worden
vastgesteld dat deze klachten reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. Dat zal –
onder meer, maar niet uitsluitend, omdat het bewijs van subjectieve gezondheidsklachten ook op andere wijze
geleverd kan worden – het geval kunnen zijn wanneer uit een deskundigenrapport volgt dat de klachten niet
gesimuleerd of overdreven zijn. Indien door de benadeelde in juridische zin het bewijs van de subjectieve
gezondheidsklachten is geleverd, mogen aan het bewijs van het oorzakelijk verband tussen het ongeval en deze
klachten geen al te hoge eisen worden gesteld, in die zin dat het ontbreken van een specifieke, medisch
aantoonbare verklaring voor de klachten niet in de weg staat aan het oordeel dat het bewijs van het oorzakelijk
verband geleverd is. Indien komt vast te staan dat het slachtoffer voor het ongeval deze
gezondheidsklachten niet had, de gezondheidsklachten op zich door het ongeval veroorzaakt kunnen
worden en een alternatieve verklaring voor de gezondheidsklachten ontbreekt, zal het bewijs van het
oorzakelijk verband daarmee veelal geleverd zijn. Het enkele feit dat het (voort)bestaan van de subjectieve
gezondheidsklachten (al dan niet mede) het gevolg is van somatiseren door het slachtoffer, betekent niet dat het
causaal verband tussen deze klachten en het ongeval ontbreekt. Dat is anders wanneer het slachtoffer van het
somatiseren in redelijkheid een verwijt kan worden gemaakt of wanneer aannemelijk is dat, gelet op de
psychische constitutie van het slachtoffer, ook zonder het ongeval door somatisering vergelijkbare
gezondheidsklachten zouden zijn ontstaan. Voor het bewijs van het bestaan van subjectieve
gezondheidsklachten en van het verband tussen deze klachten en het ongeval is dus niet noodzakelijk dat bij het
slachtoffer op basis van de geldende standaarden een erkend ziektebeeld wordt vastgesteld. Dat de diagnose
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
602

postwhiplashsyndroom op basis van de thans geldende NVvN niet (meer) kan worden vastgesteld is dan ook niet
doorslaggevend. Het in neurologische zin ontbreken van beperkingen betekent dus niet steeds dat
evenmin in juridische zin geen sprake kan zijn van (aan het ongeval toe te schrijven) beperkingen.
4.8. Op basis van voornoemde uitgangspunten kan naar het oordeel van de rechtbank door middel van de
rapporten van neuroloog [ddd] en psychiater [fff] voldoende objectief worden vastgesteld dat de klachten
van [eiser] reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. Neuroloog [ddd] stelt in zijn
rapport van 16 januari 2011, zakelijk weergegeven, namelijk de diagnose dat de chronische intermitterende nek-
en hoofdpijnklachten van [eiser] ongevalsgevolg zijn omdat [eiser] deze klachten heeft na een weke delen letsel
van de halswervelkolom en het bekend is dat dergelijke klachten na een vergelijkbaar ongeval kunnen voorkomen
waarbij het exacte mechanisme onduidelijk is. Psychiater [fff] stelt in zijn rapport van 26 augustus 2009 dat de
klachten van [eiser] op psychisch gebied, met name moeheid en concentratieproblemen hem sterk gecorreleerd
lijken aan het ongeval. Psychiater [fff] stelt in dat rapport verder dat [eiser] in zijn draagkracht met betrekking tot
het verdragen en hanteren van spanningen duidelijk is beperkt en dat dit tot uiting komt in het ervaren
van stress, somatische spanningsequivalenten (trillen) en dat dit leidt tot vermijdingsgedrag. Psychiater
[fff] betrekt in zijn rapport ook het trillen van het rechterbeen van [eiser]. Hij meldt daarover in zijn rapport dat
geen verklaring kan worden gevonden voor (pseudo-) epilepsie-aanvallen bij [eiser]. Psychiater [fff] meldt niet dat
sprake is van simulatie of aggravatie, hij vermeldt dat het verkrijgen van zekerheid over de etiologie van niet te
objectiveren klachten niet mogelijk is maar dat er geen (positieve) aanwijzingen zijn dat [eiser] zijn klachten
voorwendt of inbeeldt.
De rechtbank kent aan deze deskundigenrapporten meer waarde toe dan aan de andere overgelegde rapporten
(waaronder die van behandelend psycholoog [jjjj]) omdat de rapporten van neuroloog [ddd] en psychiater [fff] in
opdracht van zowel [eiser] als Univé zijn opgesteld waarbij overeenstemming is bereikt over de personen van de
deskundigen en de aan de deskundigen te stellen vragen, de rapporten op correcte wijze tot stand zijn gekomen
([eiser] is onderzocht en partijen zijn in de gelegenheid gesteld op het conceptrapport te reageren), de rapporten
consistent zijn en de conclusies van de rapporten deugdelijk zijn onderbouwd en Univé geen steekhoudende
bezwaren tegen de inhoud van deze rapporten is ingebracht.
4.9. Zoals hiervoor al is overwogen mogen aan het bewijs van het oorzakelijk verband tussen het ongeval
en de gezondheidsklachten geen al te hoge eisen worden gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank
heeft [eiser] het bewijs van zijn subjectieve gezondheidsklachten geleverd. Uit de rapporten van neuroloog
[ddd] en psychiater [fff] leidt de rechtbank namelijk af dat [eiser] voor het ongeval niet de gezondheidsklachten
had waarop hij thans zijn schadevergoedingsvordering baseert. De rechtbank volgt Univé niet in haar zienswijze
dat het tegendeel volgt uit het feit dat neuroloog [ddd] rapporteert dat [eiser] al 20 jaar migraine heeft. Uit de
vermelding daarvan in het rapport van neuroloog [ddd] volgt dat de neuroloog dit aspect in zijn medisch oordeel
heeft meegenomen. Neuroloog [ddd] komt desondanks tot de conclusie dat de chronisch intermitterende nek- en
hoofdpijnklachten [ddd] in verband staat met het ongeval. De stelling van Univé dat het causaal verband tussen
het ongeval en de chronisch intermitterende tendomyogene nek- en hoofdpijnklachten ontbreekt, omdat
neuroloog [ddd] rapporteert dat hij geen stellig bewijs kan leveren dat voornoemde chronische klachten
ongevalsgevolg zijn, wordt verworpen. Aan het bewijs van het oorzakelijk verband tussen het ongeval en deze
klachten mogen namelijk geen al te hoge eisen worden gesteld, zoals hiervoor al is overwogen (zie ook r.o. 4.7.).
4.10. Univé voert verder tot haar verweer aan dat het causaal verband tussen het ongeval en de psychische
klachten niet uit het rapport van psychiater [fff] blijkt, omdat psychiater [fff] rapporteert dat het vanuit
psychiatrische optiek niet mogelijk is een gefundeerd antwoord te geven of deze klachten ook hadden kunnen
ontstaan als [eiser] het ongeval niet was overkomen.
4.11. De rechtbank verwerpt dit door Univé gevoerde verweer omdat psychiater [fff] in zijn rapport heeft toegelicht
dat het niet mogelijk is om zekerheid te verkrijgen over de etiologie van niet te objectiveren klachten als die van
[eiser] en dat subjectieve beleving een belangrijke rol speelt. Ook wat betreft de psychische klachten geldt dat
wanneer het bestaan van de – subjectief beleefde – klachten objectief kan worden vastgesteld – waarvoor de
klachten reëel dienen te zijn, dat wil zeggen niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven, waarvan volgens
psychiater [fff] sprake is, aan het bewijs van het causaal verband geen al te hoge eisen kunnen worden gesteld.
Psychiater [fff] rapporteert immers dat er geen (positieve) aanwijzingen zijn dat [eiser] zijn klachten voorwendt of
inbeeldt. Omdat voor het ongeval deze gezondheidsklachten niet bestonden, de gezondheidsklachten op zich
door het ongeval veroorzaakt kunnen worden en een alternatieve verklaring voor de gezondheidsklachten
ontbreekt, oordeelt de rechtbank dat het bewijs van het oorzakelijk verband is geleverd. Het enkele feit dat het
(voort)bestaan van de subjectieve gezondheidsklachten (al dan niet mede) het gevolg is van somatiseren door
het slachtoffer, betekent niet dat het causaal verband tussen deze klachten en het ongeval ontbreekt. Dat [eiser]
van het somatiseren in redelijkheid een verwijt kan worden gemaakt is niet gebleken.
4.12. Evenmin is aannemelijk geworden dat [eiser] ook zonder het ongeval te kampen zou hebben gekregen met
somatische spanningsequivalenten (de aanvallen van [eiser] die gepaard gaan met trillen), nu psychiater [fff]
rapporteert dat het niet waarschijnlijk is dat deze (ongedifferentieerde somatoforme) stoornis al voor het ongeval
aanwezig was en hij in zijn rapportage de brief van 3 november 2005 van neuroloog Engstrom aanhaalt die in
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
603

deze brief -kort gezegd- vermeldt dat het meest waarschijnlijk is dat de aanvallen die beschreven worden
spanningsaanvallen zijn, hetgeen niet ongebruikelijk is in de situatie waarin [eiser] verkeert. De stelling van Univé
dat psychiater [fff] geen verband aanwezig acht tussen het ongeval en de aanvallen van trillen is dan ook niet
juist. Nu voorts vaststaat dat neuroloog Engstrom in 2005 na medische onderzoek geen (andere) verklaring heeft
gevonden voor de (pseudo)epilepsie aanvallen (dan dat het spanningsklachten zijn) volgt de rechtbank Univé
evenmin in haar stelling dat thans nog nader onderzoek hiernaar dient plaats te vinden.
4.13. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het bewijs van het oorzakelijk verband tussen het
ongeval en de gezondheidsklachten van [eiser] geleverd. Voor het benoemen van een neuroloog en een
neuropsycholoog -zoals verzocht door Univé – is dan ook geen plaats. Bij de berekening van de schade
moet worden uitgegaan van de beperkingen zoals die zijn omschreven in de tweezijdige rapportages van
neuroloog [ddd] en psychiater [fff]. De rechtbank zal thans ingaan op de afzonderlijk door [eiser] gevorderde
schadeposten.
verlies aan verdienvermogen
4.14. [eiser] stelt dat hij als gevolg van het ongeval niet meer in staat is de werkzaamheden te verrichten zoals hij
dat voor het ongeval deed, terwijl hij in de hypothetische situatie zonder ongeval deze werkzaamheden tot zijn
65e jaar zou hebben weten te continueren. [eiser] heeft ter onderbouwing van de door hem gevorderde
vergoeding van € 1.525.307,00 vanwege verlies aan verdienvermogen een rapport van [iiii] Groep
Schadecalculaties van 20 mei 2011 overgelegd waarin zijn verlies aan verdienvermogen op dat bedrag wordt
berekend. Univé betwist niet dat [eiser] zonder ongeval zijn werk zou hebben voortgezet, maar betwist wel de
juistheid van de rapportage van [iiii], bij de totstandkoming waarvan Univé niet betrokken is geweest, onder
verwijzing naar het in haar opdracht opgestelde rapport van [hhh].
4.15. De rechtbank stelt voorop dat verlies aan verdienvermogen wordt begroot door de vergelijking van het
verdienvermogen (1) dat [eiser] zou hebben gehad als het ongeval niet had plaatsgevonden en het
verdienvermogen (2) dat thans nog resteert. Bij deze vergelijking komt het bij de begroting van de schade in
beide gevallen aan op de redelijke verwachting van de rechter omtrent toekomstige ontwikkelingen.
hypothetische situatie (zonder ongeval)
4.16. In het rapport van [iiii] is voor de berekening van het verdienvermogen van [eiser] zonder ongeval uitgegaan
van een consumptief inkomen van € 96.949,00 gebaseerd op een omzet van ¦ 301.275,00 waarbij wordt
verwezen naar het rapport van Pigge en Hopman van 11 maart 1999 waarin die omzet wordt genoemd waarbij de
omzet over 1997 als uitgangspunt is genomen. Univé betwist onder andere dat enkel
de omzet van 1997 van ¦ 301.275,00 uitgangspunt moet zijn voor de berekening van het verdienvermogen van
[eiser] zonder ongeval. Dat zou het gemiddelde moeten zijn van de omzet over de jaren 1994 tot en met 1997,
aldus Univé.
4.17. [eiser] stelt zich op het standpunt dat van de in het rapport van Pigge en Hopman opgenomen
uitgangspunten moet worden uitgegaan, waaronder met name het referentiejaar 1997, omdat dat rapport een
tweezijdig karakter heeft zodat daaraan een zwaarwegende juridische betekenis toekomt. De rechtbank volgt
[eiser] daarin niet gelet op de door Univé tegen dit onderdeel van het rapport van Pigge en Hopman aangevoerde
zwaarwegende bezwaren zoals die zijn verwoord in het rapport van [hhh]. De rechtbank heeft daarbij met name
het oog op de omstandigheid dat uit het rapport van Pigge en Hopman niet valt op te maken op grond waarvan
het reëel is om bij de berekening van het verdienvermogen van [eiser] zonder ongeval uitsluitend af te gaan op de
omzet van zijn onderneming over 1997. De rechtbank acht dat van belang omdat [hhh] heeft gerapporteerd dat
de onderneming van [eiser] werd gekenmerkt door goede (1994 en 1997) en minder goede jaren (1995 en 1996).
Verder blijkt uit het rapport van Pigge en Hopman niet dat zij zelf voldoende onderzoek naar de omzetgegevens
hebben verricht. Reeds hierom kan naar het oordeel van de rechtbank de berekening van het verdienvermogen
van [eiser] in de hypothetische situatie zonder ongeval niet (enkel) op de in het rapport van Pigge en Hopman
opgenomen uitgangspunten worden gebaseerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een
bedrijfseconomische analyse van de onderneming van [eiser] moet worden gemaakt om het verlies
verdienvermogen zo zorgvuldig mogelijk te kunnen berekenen. De rechtbank ziet aanleiding een deskundige
benoemen die de winstmogelijkheden van de onderneming van [eiser] dient te onderzoeken en te berekenen om
vervolgens, zo nodig met behulp van een register arbeidsdeskundige, het verlies van verdienvermogen te
berekenen.
feitelijke situatie (met ongeval)
4.18. [eiser] stelt dat bij de berekening van zijn inkomen met ongeval als uitgangspunt dient te worden genomen
dat er geen resterende verdiencapaciteit meer is (geweest) na het ongeval. Verder dient volgens [eiser] bij de
berekening van zijn inkomen te worden uitgegaan van hetgeen hij aan WAZ-uitkeringen betaald heeft gekregen
en wat hij in de toekomst aan uitkeringen betaald zal krijgen. [eiser] stelt dat hij daarnaast nimmer enig inkomen
heeft verworven en evenmin zal kunnen verwerven.
4.19. Univé betwist allereerst dat er na het ongeval geen resterende verdiencapaciteit meer is (geweest). Volgens
Univé dient een verzekeringsgeneeskundige te worden benoemd om de (thans) bestaande beperkingen in kaart
te brengen, alsmede de beperkingen waarmee [eiser] geconfronteerd zou zijn als het ongeval niet had
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
604

plaatsgevonden. Daarna dient een aanvullend arbeidsdeskundigenonderzoek te worden gedaan naar de vraag
van welke resterende verdiencapaciteit na het ongeval dient te worden uitgegaan.
4.20. Univé betwist voorts dat [eiser] naast zijn WAZ-uitkering geen inkomen heeft gehad. Univé voert aan dat uit
door [eiser] overgelegde brieven van het UWV blijkt dat [eiser] vanaf 2004 tot 2008 inkomen als zelfstandige heeft
gehad. Het betreft brieven van het UWV waarin het UWV aan [eiser] laat weten dat zijn mate van
arbeidsongeschiktheid en de hoogte van zijn uitkering dienen te worden gewijzigd naar aanleiding van de
jaargegevens die het UWV van de belastingdienst heeft ontvangen over zijn inkomsten als zelfstandige in
bedoelde jaren.
4.21. De rechtbank stelt voorop dat de veronderstelling van de registerarbeidsdeskundigen Pigge en Hopman dat
[eiser] vooralsnog (in 1999) volledig arbeidsongeschikt dient te worden beschouwd niet is gebaseerd op een door
een verzekeringsgeneeskundige opgesteld belastbaarheidsprofiel. De rechtbank is van oordeel dat dit
belastbaarheidsprofiel alsnog dient te worden opgesteld zodat beoordeeld kan worden of bij [eiser] sprake was en
is van resterende verdiencapaciteit, zoals door Univé -in het kader van het door haar gevoerde verweer-
gemotiveerd is gesteld. In het geval daarvan sprake was of is zal een door de rechtbank te benoemen register
arbeidsdeskundige onderzoek moeten doen naar de vraag wat de resterende verdiencapaciteit was en/of is.
4.22. Hoewel [eiser] ter zitting en bij repliek heeft betwist dat hij na het ongeval inkomen heeft verworven, heeft
[eiser] (nog) geen afdoende verklaring gegeven voor de inhoud van deze brieven van het UWV. De nog te
benoemen deskundige zal daarom eveneens worden gevraagd te onderzoeken of [eiser] naast zijn uitkering
inkomen heeft gehad.
4.23. Thans dienen deskundigen te worden benoemd. Enerzijds dient in dit stadium van het geding een
deskundige te worden benoemd die aan de hand van een bedrijfseconomische analyse de omzet- en
winstmogelijkheden van de onderneming van [eiser] zonder ongeval onderzoekt. Anderzijds dient thans een
verzekeringsgeneeskundige te worden benoemd die ten behoeve van een (mogelijk) hierna nog te gelasten
arbeidsdeskundigenonderzoek een belastbaarheidprofiel opstelt. Uiteindelijk zal aan de hand van de rapportages
-kort gezegd- het verlies verdienvermogen dienen te worden vastgesteld. In het onderzoek dient te worden
betrokken de vraag of [eiser] in de feitelijke situatie (met ongeval) naast zijn WAZ-uitkering nog een inkomen
heeft gehad.
4.24. Partijen dienen zich voordat tot benoeming van de diverse deskundigen wordt overgegaan uit te laten over:
1. de aard van de verlangde deskundigheid,
2. de vraag of met benoeming van één deskundige kan worden volstaan,
3. de persoon van de deskundige,
4. het voorschot van de deskundige,
5. de aan de deskundige te stellen vragen.
De rechtbank gaat ervan uit dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken omtrent de persoon van
de deskundige(n). Partijen dienen die deskundige(n) op voorhand gezamenlijk te benaderen voor het verkrijgen
van inlichtingen omtrent aard en duur van het onderzoek, termijn van mogelijke rapportage en de kosten die met
het uitvoeren van het onderzoek gemoeid zijn.
Tevens dienen partijen de deskundige(n) er op te wijzen dat de deskundige(n) in acht dient te nemen:
- de gedragscode voor gerechtelijke deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken (hierna te
noemen de gedragscode);
- de leidraad deskundigen in civiele zaken (hierna te noemen de leidraad).
De gedragscode en de leidraad zijn te vinden op rechtspraak.nl/Procedures/Landelijke-regelingen/Sector-civiel-
recht.
4.25. Voor zover partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de persoon van de deskundige(n) en
mitsdien iedere partij een deskundige voorstelt, dienen partijen gemotiveerd aan te geven waarom zij de voorkeur
geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige, en waarom door de wederpartij voorgestelde deskundige
niet voor benoeming in aanmerking zou moeten komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als
gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onzijdigheid ten opzichte van een of
meer van de partijen. Dergelijke zwaarwegende redenen dienen onderbouwd te worden gesteld, bij gebreke
waarvan de rechtbank aan dergelijke bezwaren voorbij zal gaan. De rechtbank zal dan in beginsel, na weging van
de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, een door één der partijen
aangedragen deskundige benoemen. De rechtbank wijst partijen er op dat hun ook in dit geval zal worden
opgedragen de te benoemen deskundige te benaderen voor het verkrijgen van inlichtingen omtrent aard en duur
van het onderzoek, termijn van mogelijke rapportage en de kosten die met het uitvoeren van het onderzoek
gemoeid zijn, alsmede om de deskundige er op te wijzen dat de deskundige de gedragscode en de leidraad in
acht dient te nemen.
4.26. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen voor akte, zodat partijen zich over de onder 4.24. en
4.25. genoemde punten kunnen uitlaten. Partijen dienen de concept akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
605

elkaar te sturen, zodat in de definitieve akte op de akte van de wederpartij gereageerd kan worden.
4.27. De rechtbank wijst partijen er op dat zij, wanneer partijen afzien van het geven van de informatie als
hiervoor aangegeven, in het uiterste geval af kan zien van een deskundigenonderzoek op de grond dat een
onvoldoende toereikend bewijsaanbod is gedaan.
4.28. Nu de aansprakelijkheid van Univé voor de ongevalgerelateerde schade van [eiser] vaststaat, ziet de
rechtbank aanleiding om te bepalen dat het voorschot op de kosten van de te benoemen deskundigen door Univé
moet worden gedeponeerd. Bij eindvonnis zal worden bepaald wie van partijen uiteindelijk de kosten van de
deskundigen dient te betalen.
4.29. Na de deskundigenberichten moet nog worden beoordeeld of de door [eiser] ontvangen uitkeringen van
AMEV (Fortis) en Ohra in mindering moeten worden gebracht op het aan [eiser] toe te kennen schadebedrag en
of [eiser] overige schade heeft geleden waaronder schade wegens verlies van zelfredzaamheid en huishoudelijke
kosten en immateriële schade en zo ja, tot welk bedrag.
4.30. De rechtbank dient thans nog te beslissen op het door Univé ter comparitie gedane verzoek om hoger
beroep toe te staan tegen dit tussenvonnis. Om redenen van proceseconomische aard zal de rechtbank
tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toestaan. Zij wijst partijen erop dat wet en jurisprudentie
hoger beroep uitsluit tegen de keuze van de deskundige, de beslissing omtrent de partij die het voorschot moet
betalen, en de vaststelling van de termijn voor de voldoening van het voorschot.
4.31. In afwachting van de door partijen in het kader van de te bevelen deskundigenberichten te nemen akten,
houdt de rechtbank in conventie iedere verdere beslissing aan.
5 De beslissing
De rechtbank
5.1. verwijst de zaak naar de rol van 11 juni 2014 voor akte aan de zijde van beide partijen, zoals hiervoor
bedoeld onder 4.24 en 4.25;
5.2. bepaalt dat partijen elkaar uiterlijk een week voor de onder 5.1. genoemde roldatum de concept-akten zullen
toesturen, opdat zij ieder in hun eigen akte nog kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij;
5.3. bepaalt dat van deze tussenbeslissing hoger beroep kan worden ingesteld voordat de eindbeslissing is
gegeven, voor zover wet en jurisprudentie hoger beroep tegen onderdelen van deze beslissing niet uitsluiten,
5.4. houdt voor het overige iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Werkema, mr. S.B. van Baalen en mr. H.J. Idzenga en in het openbaar
uitgesproken op 14 mei 2014.
IERLAND
In Ierland komen er helemaal geen gerechtsdeskundigen te pas, zelfs geen
bijstandsartsen. De rechter baseert zich op de medische onderzoeken uitgevoerd door zowel
het slachtoffer en de verzekering, het oordeel van de mutualiteit, heeft een gesprek met het
slachtoffer in aanwezigheid van beide advocaten en bepaalt op basis van de letsels die hij
bewezen acht, meteen (tijdens de zitting) zelf de graad van invaliditeit aan de hand van de
nationale schaal voor invaliditeit.
Uw rechtbank haalde ter zitting 1 oktober 2014 aan: “Wij zijn geen artsen”. De rechters in
Ierland zijn evenmin artsen. Maar zij kunnen wel de medische besluiten lezen en hieruit
afleiden welke letsels er zijn. Eens dat gebeurd is, is de begroting van de graad van
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
606

invaliditeit eenvoudig en objectief vast te stellen aan de hand van algemeen aanvaarde en
erkende tabellen of schalen. Deze hebben juist tot doel een objectief oordeel te bekomen.
Dat kan van de Belgische gerechtsdeskundigen die met de natte vinger cijfertjes plakken
en/of verkeerde diagnoses stellen of, zoals in dit dossier, gewoon GEEN diagnose stellen,
NIET gezegd worden.
8.5 STRUCTURELE MEDISCHE CORRUPTIE IN JUSTITIE
A.SINDS JAREN WORDEN DUBIEUZE MEDISCHE EXPERTISES TEVERGEEFS AAN DE
KAAK GESTELD
Zie SMV video 1, 2 en 3 (stuk 300, 301, 302)
Zie Panorama 21.05.2015
Zie artikel rechter Lefranc (stuk 392)
Zie presentatie Viva Belgica (stuk 393)
Zie Kurt Becue (stuk 394) : hij schreef een boek waarin hij het bedrog van experts
aankaartte, hij kreeg een rechtzaak aan zijn been, men trachtte de publicatie van het boek te
verhinderen !
Medische fouten : zelfde verhaal als bij ongevallen (stuk 395)
B.DE VERZEKERINGSSECTOR GEEFT ZELF TOE TE STREVEN NAAR DE CREATIE VAN EEN
“GEWOONTERECHT” WAARBIJ “ONZICHTBARE LETSELS” NIET VERGOED WORDEN
Hendrik Clara, hoofdgeneesheer van KBC, geeft openlijk toe dat er gestreefd wordt om de
lage invaliditeitsgraden die toegekend worden bij ‘onzichtbare letsels’ volledig af te schaffen.
Alhoewel hij tegelijk toegeeft dat de ‘onzichtbare letsels’ reëel zijn.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
607

We verzoeken Uw rechtbank uitdrukkelijk om af te stappen van het concept “gewoonte” in
de rechtspraak omtrent letselschade en om recht te spreken op basis van de medische en
andere stukken in het individuele dossier.
Streven naar uniforme rechtspraak is prima maar dan dient ze wel te geschieden op basis
van ware feiten en niet op wens van verzekeringsmaatschappijen die enkel zoeken om geen
letselschade te vergoeden.
En dan is het eigenlijk zeer duidelijk dat al die mensen die uit gewoonterecht tussen 1 en 5%
krijgen voor dingen die zij eigenlijk niet hebben bewezen, eigenlijk teveel krijgen , of met
andere woorden dat dat eigenlijk op zich al oneerlijk is voor de “schuldenaar” omdat die totaal
geen verweermiddel heeft als men ook dingen zonder bewijs doet betalen.
Anderzijds is het natuurlijk hard voor de “eiser” als men een bewijs eist (wat op zich nochtans
logisch is en nodig), terwijl iedereen weet dat er nu ook eenmaal dingen bestaan die, ook als
ze er echt zijn , men niet kan bewijzen .

Vraag is: aan wie zijn kant moet de rechter staan?
En ook: stel dat men onbewijsbare dingen ook gaat vergoeden, wat dan met simulatoren? Wat
met mensen die weten dat men onbewijsbare dingen toch gaat vergoeden, en die dus gaan
simuleren? Lijkt dat u eerlijk tegenover hen die moeten betalen? En zo niet, hoe gaat u dan het
onderscheid maken tussen wie echt recht heeft op een vergoeding en wie niet?

Uit uw schrijven blijkt duidelijk dat u zich partijdig opstelt, aan de kant van de eiser. Een rechter
en een deskundige hoort dat niet te doen en hoort beide partijen evenveel recht te gunnen. U
zou dat goed begrijpen als u betalende partij, burgerrechtelijke aansprakelijke voor een ongeval
zou zijn.

Onthou dat er niet alleen de rechten van de eiser zijn, maar dat de anderen ook, en wel
evenveel, recht hebben op rechtvaardigheid.
Niet?

mvg
Hendrik CLARA


+++


Geachte Dokter Clara,


Dank u om de tijd te nemen om uw standpunt te verduidelijken.

Alhoewel u meent dat we ons ‘partijdig’ opstellen, is dat niet het geval.
Wij baseren ons op de feiten, inzonderheid de medische dossiers.
De discrepantie tussen de medische verslagen en de realiteit van
de betrokkenen, en de deskundigenverslagen, is enorm.
Wij schrijven de betrokken artsen aan in de bedrogdossiers, die
echter plots hun tong zijn verloren en geen commentaar hebben.
Zodoende is het moeilijk om beide partijen aan het woord te laten.
Wij schrijven de Orde van Geneesheren aan, waarin zeer veel
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
608

verzekeringsartsen zetelen, maar ook zij blijft monddood.

Wij respecteren ieders recht op antwoord, en om een compromis te
bekomen, dat IEDERS recht respecteert, is het belangrijk dialoog te creëren.

Dat vraagt 2 partijen, en dat vraagt transparantie. Clubjes maken
en elkaar dossiers doorsluisen, hoort niet thuis in een correcte
toepassing van de verzekeringsgeneeskunde.

We delen uw standpunt, dat letsels bewezen moeten worden.
Q-EEG, SPECT-scan, DTI-scan, neurovisuele testing, biofeedback
bewijzen de letsels. Verzekeringsartsen en koopbare gerechtsdeskundigen
vegen deze bewijzen van tafel. Zodoende kan er van “recht” geen
sprake zijn.

We zijn blij, dat u erkent, dat er een “gewoonterecht” ontstaan is,
dat systematisch tot 1 à 5 % invaliditeit besluit voor onzichtbare letsels.
Als arts zal u akkoord zijn, dat iedere mens, en dus ieder dossier,
uniek is, en individueel bekeken dient de worden. Van “recht” kan
geen sprake zijn als men iedere categorie letsels in 1 en hetzelfde
hokje duwt, zonder rekening te houden met externe factoren,
zoals de individuele woon- en werksituatie, familiesituatie, leeftijd,
beschikbaarheid van hulp, antecedenten, financiële situatie, e.a..

U stelt dat er “dingen bestaan die echt zijn maar die niet bewezen kunnen worden”.
Dit klopt niet langer. Biofeedback maakt het mogelijk om ALLES te
bewijzen . Wat u stelt was VROEGER waar. Maar dank zij de evoluties
in de medische technologie, gaat deze stelling niet meer op.
Los daarvan, is er het klinisch beeld, dat systematisch genegeerd wordt.

Aan wiens kant de rechter moet staan ?
Uiteraard aan niemand zijn kant. Hij moet objectief oordelen op
basis van ALLE stukken in het medisch dossier – en niet enkel op
basis van de stukken die passen in het kraam van de verzekeringen
of, erger nog, die gemaakt zijn op maat van verzekeringen. Hij
moet de argumenten van de verzekering aanhoren, in gelijke mate
en met dezelfde neutraliteit als de argumenten van het slachtoffer.
Het organiseren van besprekingen met magistraten, hoort hier
NIET in thuis. Wij zijn op de hoogte van de “seminaries” die
georganiseerd worden voor rechters, waarin hen aan de hand
van bestaande dossiers uitgelegd wordt op welke basis en met
welke argumenten ze letselschade kunnen afwijzen. Misnoegde
verzekeringsartsen, die minder dossiers krijgen, doen wel eens
een boekje open. Hoe rijmt u dergelijke openlijke
beïnvloeding van rechters met “ieders recht respecteren” ?
De slachtoffers hebben op deze manier geen schijn van kans om hun rechten
te laten gelden. Los van het feit dat deze “seminaries” een
inbreuk vormen op diverse wetgeving, oa patiëntenrechten.
Deze mensen weten niet eens dat hun medische gegevens
gebruikt worden om rechters te manipuleren.
(…)
Wij zijn zeer benieuwd naar uw standpunt hieromtrent.

Wat met simulatoren ?
Wij delen uw standpunt dat er hard moet opgetreden worden
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
609

tegen mensen die zoeken om profijt te halen uit een ongeval.
Dit is evenwel een MINDERHEID.
De simulatoren kan u er op een half uur tijd uithalen door ze
een Q-EEG test te laten afnemen of een biofeedback sessie te
laten doen. Dat zal u 180 euro kosten. De moderne technologie,
waar verzekeringen zich zo hard tegen verzetten, kan u aanwenden
om bedrog uit te sluiten. Als u een vermoeden van simulatie hebt,
hang de mensen aan een Q-EEG of biofeedback toestel. Het is
een machine. Die liegt niet. Die geeft objectiveerbare feiten.
Zo kunnen de verzekeringen zich wapenen tegen bedrog.
En wordt ieders recht gerespecteerd.

(…)
8.6 DE STRAFKLACHT IS EEN NON-ARGUMENT
De hangende strafklacht is een non-argument. Ten eerste staat deze los van de vraag : zijn
de medische besluiten juist ? Uw rechtbank dient zich uit te spreken over de juistheid van
de medische inhoud van het voorliggend eindverslag. De strafklacht heeft betrekking op de
vraag : zijn er strafbare feiten gepleegd door de experts en AG ?
Het zijn 2 verschillende zaken, 2 verschillende vraagstellingen, 2 verschillende opdrachten,
met 2 verschillende doelstellingen : enerzijds mijn letselschade begroten voor uw
rechtbank ; anderzijds strafbare feiten opsporen en sanctioneren voor het parket.
Voor de beoordeling van mijn letselschadedossier is het bijzaak of de experts en AG onder 1
hoedje gespeeld hebben ja dan nee. De hoofdzaak, en de ENIGE vraag die telt op deze
zitting, is :
Kan de rechtbank met alle voorhanden medische
informatie in eer en geweten en zonder enige twijfel
besluiten dat het eindverslag van Tack juist is ?
Ja ? Dan moet uw rechtbank het aanvaarden.
Nee ? Dan moet uw rechtbank het verwerpen. De voorzichtigheid vereist dit.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
610

Het eindverslag van Tack kan maar 1 van de 2 zijn : juist, of niet juist. 6 % BI/BAO en na 1
jaar genezen en klaar om te werken, is dat juist, of niet juist. Dat is de enige vraag die uw
rechtbank nu moet beantwoorden.
Ten tweede is er zoals reeds gemeld, geen klacht ingediend bij de onderzoeksrechter met
burgerlijke partijstelling – wel bij de procureur. Dat betekent dat uw rechtbank NIET
verplicht is om het resultaat van de strafklacht af te wachten.
Als uw rechtbank zou besluiten om het resultaat van de strafklacht af te wachten, dan
impliceert dat volgende zaken : namelijk dat zij op vandaag
1.GEEN ENKELE REDEN ziet om te twijfelen aan de MEDISCHE juistheid van Tack’s
eindverslag en
2.dat uw rechtbank op vandaag over GEEN ENKEL MEDISCH ARGUMENT of over
GEEN ENKELE TEGENEXPERTISE beschikt die mogelijks enige TWIJFEL zou kunnen
oproepen en
3.dat uw rechtbank OVERTUIGD is van de DESKUNDIGHEID van Tack en
4.dat uw rechtbank OVERTUIGD is dat het TEGENSPREKELIJK KARAKTER van de
expertise steeds gerespecteerd werd en
5.dat uw rechtbank OVERTUIGD is dat Tack’s verslag volgens de regels van de kunst
en op basis van recente, algemeen aanvaarde (dus ook door het RIZIV en VAPH
aanvaarde) en gangbare medische inzichten GEMOTIVEERD is en
6.dat uw rechtbank ALLEEN NIET IN STAAT is om uit te maken of er bij Tack of 1 van
de subexperten op wiens verslagen Tack’s en Verstraelens verslag gebaseerd is,
het kleinste vermoeden kan rijzen over hun (ON)PARTIJDIGHEID, waardoor uw
rechtbank feitelijk niet anders kan dan dit ene aspect eerst grondig te laten
uitpluizen door de procureur vooraleer uitspraak te kunnen doen over de
juistheid van Tack’s eindverslag
Het is niet de opdracht van de Procureur om het tegensprekelijk karakter van een expertise
te onderzoeken. De rol van de Procureur kan er toch niet in bestaan om het werk van uw
rechtbank te komen controleren ? Of om de deskundigheid van gerechtsdeskundigen te
onderzoeken ? Of om na te gaan of medische verslagen gemotiveerd zijn ja dan nee ? Beeld
u in zeg, dat ze dat bij iedere expertise zouden moeten doen ? Het enige dat de Procureur
moet onderzoeken is : zijn er strafbare feiten gepleegd - ja dan nee ?
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
611

Aan ieder behoort het toe naargelang de bevindingen een passend gevolg te voorzien.
8.7 KINDERRECHTEN
Fundamentele BASISrechten zijn door het verloop van deze gerechtelijke medische expertise
flagrant geschonden.
Niet alleen van concluante, maar ook en vooral van haar dochtertje en haar ongeboren kind.
Hierbij is ONHERSTELBARE schade aangericht !!
KINDERRECHTEN
Artikel 5 De Staten die partij zijn, eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en
plichten van de ouders of, indien van toepassing, van de leden van de familie in ruimere zin
of de gemeenschap al naar gelang het plaatselijk gebruik, van wettige voogden of anderen
die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind, voor het voorzien in passende leiding en
begeleiding bij de uitoefening door het kind van de in dit Verdrag erkende rechten, op een
wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind.
Artikel 6 1. De Staten die partij zijn, erkennen dat ieder kind het inherente recht op leven
heeft. 2. De Staten die partij zijn, waarborgen in de ruimst mogelijke mate de mogelijkheden
tot overleven en de ontwikkeling van het kind.
Artikel 8 1. De Staten die partij zijn, verbinden zich tot eerbiediging van het recht van het
kind zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van nationaliteit, naam en
familiebetrekkingen zoals wettelijk erkend, zonder onrechtmatige inmenging. 2. Wanneer
een kind op niet rechtmatige wijze wordt beroofd van enige of alle bestanddelen van zijn of
haar identiteit, verlenen de Staten die partij zijn passende bijstand en bescherming,
teneinde zijn identiteit zo snel mogelijk te herstellen.
Artikel 9 1. De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn
of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteiten onder voorbehoud van de
mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in overeenstemming met het toepasselijk recht en de
toepasselijke procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het
kind. Een dergelijke beslissing kan noodzakelijk zijn in een bepaald geval, zoals wanneer er
sprake is van misbruik of verwaarlozing van het kind door de ouders, of wanneer de ouders
gescheiden leven en er een beslissing moet worden genomen ten aanzien van de
verblijfplaats van het kind
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
612

Artikel 16 1. Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige
inmenging in zijn of haar privé-leven, in zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning of zijn
of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer en
goede naam. 2. Het kind heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging
of aantasting.
Artikel 18 1. De Staten die partij zijn, doen alles wat in hun vermogen ligt om de erkenning te
verzekeren van het beginsel dat beide ouders de gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen
voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Ouders of, al naar gelang het geval,
wettige voogden, hebben de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en de ontwikkeling
van het kind. Het belang van het kind is hun allereerste zorg. Verantwoordelijkheden van
ouders 2. Om de toepassing van de in dit Verdrag genoemde rechten te waarborgen en te
bevorderen, verlenen de Staten die partij zijn passende bijstand aan ouders en wettige
voogden bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden die de opvoeding van het kind
betreffen, en waarborgen zij de ontwikkeling van instellingen, voorzieningen en diensten
voor kinderzorg. 3. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te
waarborgen dat kinderen van werkende ouders recht hebben op gebruikmaking van
diensten en voorzieningen voor kinderzorg waarvoor zij in aanmerking komen.
(Het principe dat beide ouders gezamenlijk de eerste verantwoordelijken zijn voor de
opvoeding van hun kinderen, en dat de Staat hen bij deze taak dient te ondersteunen.)
Artikel 20 1. Een kind dat tijdelijk of blijvend het leven in het gezin waartoe het behoort
moet missen, of dat men in zijn of haar eigen belang niet kan toestaan in het gezin te blijven,
heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand van staatswege. 2. De Staten die partij
zijn, waarborgen, in overeenstemming met hun nationale recht, een andere vorm van zorg
voor dat kind. 3. Deze zorg kan, onder andere, plaatsing in een pleeggezin omvatten, kafalah
volgens het Islamitisch recht, adoptie, of, indien noodzakelijk, plaatsing in geschikte
instellingen voor kinderzorg. Bij het overwegen van oplossingen wordt op passende wijze
rekening gehouden met de wenselijkheid van continuïteit in de opvoeding van het kind en
met de etnische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind en met zijn of haar
achtergrond wat betreft de taal.
Artikel 27 1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind op een
levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke
en maatschappelijke ontwikkeling van het kind. 2. De ouder(s) of anderen die
verantwoordelijk zijn voor het kind, hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het
waarborgen, naar vermogen en binnen de grenzen van hun financiële mogelijkheden, van de
levensomstandigheden die nodig zijn voor de ontwikkeling van het kind. 3. De Staten die
partij zijn, nemen, in overeenstemming met de nationale omstandigheden en met de
middelen die hun ten dienste staan, passende maatregelen om ouders en anderen die
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
613

verantwoordelijk zijn voor het kind te helpen dit recht te verwezenlijken, en voorzien,
indien de behoefte daaraan bestaat, in programma's voor materiële bijstand en
ondersteuning, met name wat betreft voeding, kleding en huisvesting. 4. De Staten die partij
zijn, nemen alle passende maatregelen om het verhaal te waarborgen van uitkeringen tot
onderhoud van het kind door de ouders of andere personen die de financiële
verantwoordelijkheid voor het kind dragen, zowel binnen de Staat die partij is als vanuit het
buitenland. Met name voor gevallen waarin degene die de financiële verantwoordelijkheid
voor het kind draagt, in een andere Staat woont dan die van het kind, bevorderen de Staten
die partij zijn de toetreding tot internationale overeenkomsten of het sluiten van dergelijke
overeenkomsten, alsmede het treffen van andere passende regelingen
Artikel 28 1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op onderwijs, en
teneinde dit recht geleidelijk en op basis van gelijke kansen te verwezenlijken, verbinden zij
zich er met name toe: a) primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis
beschikbaar te stellen; b) de ontwikkeling van verschillende vormen van voortgezet
onderwijs aan te moedigen, met inbegrip van algemeen onderwijs en beroepsonderwijs,
deze vormen voor ieder kind beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, en passende
maatregelen te nemen zoals de invoering van gratis onderwijs en het bieden van financiële
bijstand indien noodzakelijk; c) met behulp van alle passende middelen hoger onderwijs
toegankelijk te maken voor een ieder naar gelang zijn capaciteiten; d) informatie over en
begeleiding bij onderwijs- en beroepskeuze voor alle kinderen beschikbaar te stellen en
toegankelijk te maken; e) maatregelen te nemen om regelmatig schoolbezoek te bevorderen
en het aantal kinderen dat de school vroegtijdig verlaat, te verminderen. 2. De Staten die
partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te verzekeren dat de wijze van handhaving
van de discipline op scholen verenigbaar is met de menselijke waardigheid van het kind en in
overeenstemming is met dit Verdrag. 3. De Staten die partij zijn, bevorderen en stimuleren
internationale samenwerking in aangelegenheden die verband houden met onderwijs, met
name teneinde bij te dragen tot de uitbanning van onwetendheid en analfabetisme in de
gehele wereld, en de toegankelijkheid van wetenschappelijke en technische kennis en
moderne onderwijsmethoden te vergroten. In dit opzicht wordt met name rekening
gehouden met de behoeften van de ontwikkelingslanden.
Artikel 31 1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op
deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op
vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven. 2. De Staten die partij zijn,
eerbiedigen het recht van het kind volledig deel te nemen aan het culturele en artistieke
leven, bevorderen de verwezenlijking van dit recht, en stimuleren het bieden van passende
en voor ieder gelijke kansen op culturele, artistieke en creatieve bezigheden en
vrijetijdsbesteding.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
614

DEEL 9 : SAMENVATTEND BESLUIT
Uit hetgeen hierboven uitvoerig uiteengezet én gestaafd werd, blijkt zonder enige twijfel :
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
615

1)Dat er geen voorafbestaande toestand bestond voor het ongeval
2)Dat er zich geen nieuwe feiten voorgedaan hebben na het ongeval
3)Dat er tijdens het ongeval ernstige en invaliderende letsels ontstaan zijn
4)Dat er geen twijfel bestaat over het causaal verband tussen de klachten en
arbeidsongeschiktheid op vandaag en het ongevalsgebeuren
5)Dat verweerster hier met zekerheid van op de hoogte was 1 maand na het ongeval
6)Dat verweerster reeds onmiddellijk na het ongeval koos voor het pad van bedrog
7)Dat dit bedrog leidde tot een verergering van de initiële letsels tgv ongeval
8)Dat dit bedrog leidde tot het ontstaan van de secundaire letsels tgv ongeval
9)Dat deze letsels en klachten grotendeels voorkomen konden zijn geweest
10)Dat er tijdens de 1
ste
gerechtelijke medische expertise sprake is van bedrog
11)Dat er tijdens de 2
de
gerechtelijke medische expertise sprake is van bedrog
12)Dat iedere mogelijke deontologie en wet die bestaat om het recht van verdediging te
waarborgen, hierbij geschonden werd
13)Dat er hierdoor op vandaag geen bruikbaar deskundigenverslag voorligt van een door
uw rechtbank aangestelde gerechtsdeskundige
14)Dat de combinatie van dit alles leidde tot bijzonder ernstige en onomkeerbare
schade voor concluante, haar gezin, haar familie, haar dieren
15)Dat er geen bijkomende medische onderzoeken meer nodig zijn
16)Dat er daarentegen wel 3 bruikbare samenvattende deskundigenverslagen
voorliggen van onafhankelijke deskundigen : Dr Van Walleghem, Professor Lafosse,
Dr Bolt
17)Dat het resultaat van het strafrechtelijk onderzoek niet hoeft te worden afgewacht
nu er voldoende elementen voorliggen die toelaten een goed zicht te krijgen op het
verloop van de expertisewerkzaamheden alsook de juistheid van de besluiten
18)Dat dit dossier kadert in een structurele medische corruptie in justitie
19)Dat er sprake is van hoogdringendheid om bijkomende schade te voorkomen
20)Dat een Nieuwe Pot noodzakelijk is
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
616

Het past hierbij om rekening te houden met ALLE elementen in het dossier, en ALLE schade
daar waar mogelijk te herstellen, en daar waar herstel niet mogelijk is, de schade te
vergoeden, waarbij een restitutio in integrum moet worden nagestreefd.
De enige mogelijke billijke oplossing ligt voor de hand.
1.
De rechter is niet gebonden door het technisch advies van de deskundige:
Art. 962 Ger. W. De rechter is niet verplicht het advies van de deskundigen te volgen, indien
het strijdig is met zijn overtuiging.
In zijn interview met de VRT gaf Minister Geens op 12 juni 2015 (stuk 4) aan dat rechters
over de mogelijkheid beschikken om een deskundigenverslag naast zich neer te leggen en
dat zij in die zin slachtoffers van een ongeval moeten behoeden voor (de gevolgen van) een
onjuist deskundigenverslag. Het staat ook uitdrukkelijk op zijn website : De rechter is
bovendien niet gehouden het advies van de deskundige te volgen. Maw : de rechter is VRIJ
om te beslissen wat hij wil. (http://www.koengeens.be/news/2015/06/12/reactie-op-
panorama-reportage-over-gerechtsexperten)
Ook A.L. Fettweis, raadsheer bij het Hof van cassatie, drong er op aan dat rechters van deze
bevoegdheid gebruik maken ter gelegenheid van de studiedag in november 2003
georganiseerd door de FOD Justitie “Het deskundigenonderzoek in alle staten”. Hij
verdedigde er de stelling dat de magistraat een “dynamische rol” te vervullen heeft bij het
verloop van het deskundigenonderzoek en dat “ongeoorloofde vertragingen”
gesanctioneerd moesten worden omwille van het recht op een billijke procesvoering. Om
zijn standpunt kracht bij te zetten citeerde hij een verslag van 1963 van de Koninklijke
commissaris Van Reepinghen: “De rechter is nauw betrokken bij het verloop van het
deskundigenonderzoek en zijn waakzaamheid staat borg voor de efficiëntie en de snelheid
van het verloop van de onderzoeksmaatregel die hij bevolen heeft”.
We zijn hier dus NIET bezig met « nieuwe principes » in het leven te roepen ! Dit standpunt
is meer dan 50 jaar oud. Misschien hoog tijd om de theorie over de “dynamische rol” van de
rechters in de praktijk om te zetten ? In Nederland zeggen rechters al jaren “Ola mannekes,
in mijne rechtbank niet meer afkomen hé met gezwans dat je geen letsels vaststelt terwijl
het slachtoffer sinds ongeval al 3 of 5 of 10 jaar ononderbroken op de ziekenkas staat - ik
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
617

kan en zal dan ZELF beslissen dat iemand invalide of arbeidsongeschikt is, op basis van wat IK
zie, van wat IK lees en van wat de ONAFHANKELIJKE artsen van (de Nederlandse variant van)
het RIZIV beslissen. Ik ben misschien geen arts, maar ik ben ook niet achterlijk hé. Na X jaar
als rechter steeds diezelfde medische verslagen te zien passeren bij commotio cerebri en
whiplash en hypofyseletsel en CVS en … weet ik genoeg hoe de vork in de steel zit. Mijne
rechtbank dient NIET om verzekeringsbedrog te legaliseren”. Dat zijn – in de ogen van
concluante althans - dynamische rechters die hun verantwoordelijkheid nemen als het fout
loopt bij de experts. En wat zien we ginder de laatste tijd gebeuren ? Verzekeringsartsen =
gerechtsdeskundigen worden zelf EEN BEETJE eerlijker en beginnen toch IETS toe te kennen,
met het idee van : beter de helft van de letselschade erkennen dan niets want als we niets
toekennen dan kent de rechter zelf alles toe … Welke gegronde reden bestaat er, waardoor
dit in België NIET zou kunnen ? Welke motivering bestaat er, om dit in België NIET toe te
passen ? En herinner u Ierland : daar zijn zelfs geen gerechtsdeskundigen. Daar leest de
rechter zelf de medische verslagen en maakt hij zelf zijn oordeel. Dat duurt daar geen 10 of
20 jaar voor de mensen de nodige hulp en behandeling en schadeloosstelling krijgen, en het
kost een pak minder ook.
Ook G. Closset-Marchal riep rechters op om een actievere rol te spelen in
gerechtsexpertises (G. Closset-Marchal, « Le rôle actif du juge dans l'expertise judiciaire civile
», journée d'étude du 15 mai 2003).
2.
Daarnaast komt het de rechter toe er over te waken dat het deskundigenonderzoek
betaalbaar blijft:
X. Malengreau, Le contrôle de la durée et du coût des expertises judiciaires par le juge , JT,
2002, p. 826 en Le coût de l'expertise et les modalités de paiement de la provision et des
honoraires, Formation 6 novembre 2003, SPFJ. Zie opmerkingen hierover hoger en in
voorgaande stukken.
3.
Indien het advies van de deskundige niet grondig gemotiveerd is, moet het door de rechter
verworpen worden.
Het advies van de deskundige is niet grondig gemotiveerd in dit dossier.
Zo oordeelde o.a. de Gentse rechtbank in 2004 :
Rb Gent, 18 juni 2004, N.J.W., 2004, p. 1429 : «Het feit dat de gerechtsdeskundige, naar
aanleiding van de oproeping en het verhoor door de rechter (art. 987 Ger. W.), zelf heeft
verklaard dat hij het technisch advies moest inwinnen van een derde om zijn eigen verslag te
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
618

kunnen verduidelijken, toont aan dat de gerechtsdeskundige zelf niet voldoende onderlegd is
in de materie die het voorwerp uitmaakt van het geschil. Dit gegeven, het gebrek aan
motivering bij het formuleren in een bijkomend verslag van een advies dat anders was dan
datgene vervat in het aanvankelijk verslag, het feit dat geen antwoord werd gegeven op de
opmerkingen van de partijen op het voorverslag en het feit dat de deskundige op niet-
tegensprekelijke wijze de schade heeft vastgesteld, leiden ertoe dat de rechtbank geen
rekening kan houden met dit verslag. »
4.
Er moet gewaakt worden over het tegensprekelijk karakter van de
expertisewerkzaamheden, want dit aspect is onlosmakelijk verbonden met de fundamentele
rechten van de verdediging. Zelfs internationaal wordt dit principe der tegensprekelijkheid
erkend als zijnde van “openbare orde” (A. Fettweis, Manuel de procédure civile, Liège,
Faculté de droit, 1987, p. 14).
Het tegensprekelijk karakter werd niet gerespecteerd in deze procedure.
Recent nog oordeelde de Gentse arbeidsrechtbank hierover :
“Eenzijdige contacten van de deskundige met één der partijen moeten streng worden
aangepakt, omdat zij een schijn van partijdigheid kunnen verwekken. Dit standpunt vindt
niet alleen weerklank in de rechtsleer, maar ook in de rechtspraak, die de
onregelmatigheid afstraft met de niet-tegenwerpbaarheid van het deskundigenverslag, al
dan niet gevolgd door de aanstelling van een nieuwe deskundige”.
(Arbrb. Gent 20 februari 2013, AR/1605/A, niet gepubliceerd)
5.
Maar zoals uw rechtbank tijdens de zitting van april 2015 – terecht - stelde : “De ene zegt wit
en de andere zegt zwart, wat moet ik dan doen ? Tack is een medicus ! Wat verwacht je van
mij ? Ik kan toch niet zomaar zeggen ’t is goed, ik volg wat jij (ik dus) vraagt ? Ik ben geen
arts.” (ja, Tack is medicus, ’t is juist ; vooral verzekeringsmedicus dan)
In een rechtsstaat mag een rechter zich niet slimmer achten dan de technische deskundigen:
J.-S. Borghetti, La responsabilité du fait des produits, Paris, L.G.D.J., 2004, 370, nr. 375.
Maar er is meer dan 1 ‘technische deskundige’. Tack is niet de enige ‘technische
deskundige’.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
619

In 2012 werden +20 blz. opmerkingen geformuleerd door ‘technisch deskundige’ Lechat
waar geen deftig antwoord op kwam door Verstraelen. Deze voorzag volledige
arbeidsongeschiktheid.
In april 2014 werden +50 blz. opmerkingen geformuleerd door ‘technisch deskundige’ Van
Loo waar ook nooit een serieus antwoord op kwam door Tack (stuk 138). Deze voorzag
volledige arbeidsongeschiktheid.
Uw rechtbank gaf begin 2015 aan dat zij nood had aan (NOG) een onderbouwde
tegenexpertise – de +200 blz. medische opmerkingen volstonden niet want ‘langs de
zijlijn’ ... Deze werd vervolgens uitgevoerd door Professor Christophe Lafosse, dé specialist in
hersentrauma (stuk 86 + 79). Deze voorzag volledige arbeidsongeschiktheid.
Alleszins ligt er vandaag een zoveelste nieuw technisch advies voor (stuk 30 + 82), van Dr Jan
Van Walleghem, chirurg traumatologie, met 35 jaar ervaring als gerechtsdeskundige en
bijstandsarts, gespecialiseerd in nek- en hersenletsels. Ook deze voorziet volledige
arbeidsongeschiktheid.
Bijkomend ligt er een nieuw technisch advies voor van Dr Jan Bolt (stuk 389), wiens
onpartijdigheid en deskundigenheid boven iedere twijfel staat. Ook hij bevestigt dat de
deskundigenverslagen niet juist zijn, en hij bevestigt de letsels, het causaal verband en de
hieruit volgende arbeidsongeschiktheid.
M.a.w. : uw rechtbank hoeft zich niet “boven” of “in de plaats van” een medicus te stellen,
noch “haar bevoegdheid of competenties te overschrijden”. Uw rechtbank kan wettelijk
gezien het deskundigenverslag van Dr Van Walleghem van 14.12.2015 weerhouden en uw
rechtbank kan zich perfect baseren op de diverse bijkomende deskundigenverslagen om
vervolgens haar oordeel te vellen.
Een arrest van het Hof van Cassatie laat geen twijfel bestaan :
Het is de rechter niet verboden de intrinsieke waarde van de redenering van de
deskundige te beoordelen, ja zelfs dat hij kan afwijken van zijn verslag ten voordele van
een ander verslag, op basis van de wetenschappelijke bevindingen van een andere
deskundige die hem beter hebben kunnen overtuigen, ook al is deze afkomstig van de
tegenpartij.
(Cass., 23 mei 1966, Pas., 1966, p. 1203 - Juridat, F-19660523-8).
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
620

Dit arrest geeft uw rechtbank als bijkomend voordeel, dat zij zich NIET hoeft uit te spreken
over het bedrog van Tack & co. Uw rechtbank kan ECHT RECHT spreken, in de zin van eerlijk
en medisch juist, in de zin van op waarheid en recente medische inzichten gebaseerd, in de
zin van wettelijk en juridisch aanvaard, door te oordelen dat zij “meer overtuigd” is door het
deskundigenverslag van Dr. Jan Van Walleghem van 14.12.2015 en dit te aanvaarden.
6.
Nogmaals, mag het DOEL van een gerechtelijke expertise niet uit het oog verloren worden:
voor zover als mogelijk het slachtoffer trachten terug te brengen in de toestand die de
zijne zou zijn geweest mocht het ongeval zich niet hebben voorgedaan. De gevolgen van
deze procedure verder te rekken, zijn uw rechtbank bekend.
De toestand vandaag staat ZEER VER AF van de toestand waarin concluante en haar gezin
zouden verkeren mocht het ongeval zich niet hebben voorgedaan.
7.
Billijk handelen impliceert een persoonlijke, in concreto beoordeling van een dossier. Dit is
de best mogelijke manier van werken.
De enige mogelijke billijke oplossing in dit dossier ligt voor de hand:
het medisch luik van de procedure afsluiten met de aanvaarding van het
deskundigenverslag van Dr Jan Van Walleghem van 14.12.2015.
DEEL 10 : DE NIEUWE POT
OM DEZE REDENEN
Onder alle voorbehoud en zonder enige nadelige erkenning en onder voorbehoud van alle
andere redenen in de loop van het geding nog te doen kennen,
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
621

Onder de betwisting van elk niet uitdrukkelijk erkend feit,
BEHAGE HET UW RECHTBANK
1.De besluiten van Philippe Tack, Hans Verstraelen, Johan Baeke, Guy Meersman &
Joke Demeester, Koenraad Verstraete, André Colpaert, Jan Casselman, Philippe
Demaerel nietig te verklaren, te verwerpen en het advies van ieder van hen definitief
en gemotiveerd af te wijzen;
2.De expliciete erkenning van de Q-EEG onderzoeken gemotiveerd te willen
bevestigen, zodat nooit meer een ander slachtoffer hoeft mee te maken wat
concluante al 5,5 jaar lang moest doorstaan door dit manifest bedrog;
3.De expliciete aanvaarding van de besluiten uit het deskundigenverslag van Dr. Jan
Van Walleghem van 14.12.2015 gemotiveerd te willen bevestigen, en aldus :
ode consolidatiedatum op 21.09.2015 te plaatsen;
ode objectief gemeten T.I., T.A.O., T.H.O. te weerhouden ;
ode objectief gemeten B.I., B.A.O., B.H.O. te weerhouden;
ode vermelde hulp door derden, behandeling, reserves, pretium doloris,
genoegenschade, enz. te weerhouden
4.De onmiddellijke terugbetaling van de voorschotten reeds aan Tack gestort, te willen
bevelen, zodat concluante’s rechtsbijstandbudget terug aangevuld wordt;
5.De terugbetaling van alle ereloonnota’s betaald aan de diverse deskundigen in de 1
ste

expertise, te willen bevelen, zodat concluante’s rechtsbijstandbudget terug
aangevuld wordt;
6.Verweerster bij wijze van provisionele schadevergoeding te willen veroordelen tot de
betaling aan concluante van 6.177.850,92 euro, zoals uiteengezet in punt 7.4 (XV),
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
622

meer vergoedende intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf 22/09/2010 tot de dag
van de tussen te komen uitspraak ;
7.Verweerster bijkomend bij wijze van provisioneel schadeherstel te willen
veroordelen tot de betaling van een provisie van 3.384.700,00 euro voor het herstel
van de woonomstandigheden en paardenaccommodatie van concluante en haar
gezin en haar paarden in België alsook andere schadeposten die hersteld kunnen
worden en de overgangsmaatregelen die omschreven staan in punt 7.3, meer de
moratoire intrest aan de wettelijke rentevoet vanaf de dag van de tussen te komen
uitspraak ;
8.De aanstelling van een deskundige-accountant / bedrijfsrevisor te bevelen voor de
exacte begroting van de inkomstenverliezen uit de Belgische en Franse activiteiten en
de kosten daarvan bij verweerster te leggen ;
9.Verweerster te veroordelen tot de betaling van alle kosten van het geding, aan de zijde
van concluante begroot zoals hierboven onder nr. XIII (deel 7) uiteengezet, zijnde
t.b.v. 36.015,45 €, onder voorbehoud van indexatie of aanpassing wegens een
andere reden ;
10.1 € provisioneel toe te kennen, minstens voorbehoud toe te staan, voor de diverse
vermelde kostenposten die nog niet begroot konden worden of op heden niet
gekend zijn;
11.Het vonnis uitvoerbaar te verklaren bij voorraad, niettegenstaande alle verhaal en
zonder borgstelling noch mogelijkheid tot kantonnement.
Je zal nooit al het onkruid kunnen uitroeien.
Maar je kan wel een mooie, grote bloem planten.
Een bloem die op haar beurt haar zaadjes uitstrooit,
waardoor er een mooi bloemenveld ontstaat.
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
623

Een bloemenveld, dat uitstijgt boven het onkruid,
waardoor het onkruid geen zonlicht meer krijgt.
En zo vanzelf beetje per beetje verschrompelt.
Verspil geen tijd aan onkruid wieden.
Geef de bloem water.
Vichte, 31.12.2015
Anke Santens
‘Weten wat juist is en dit niet in praktijk brengen, is gelijk aan gebrek aan moed’ -
Confucius
624